menu

Hier kun je zien welke berichten Gyzzz als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Obba Supa - To: AM - Free: AM (2009)

4,5
Dit is een steengoed album. Erg bijzonder hoe de producties soms van links naar rechts in stereo schuiven maar vooral ontzettend knap dat ze zo'n elementaire sound neer hebben weten te zetten. Daar zit de intelligentie eens te meer in de eenvoud van het eindproduct. Veelal korte loops, zo ineengebonden dat het waanzinnige composities lijken, vaak ook door de accenten gedurende nummers voorzichtig maar duidelijk te verleggen. De raps zijn vooral bezwerend en worden kracht bijgezet doordat ze emotioneel in een soort kleine pakketjes gehuld zijn.

In dit album zit een mijmer die ik nooit eerder in hiphop tegenkwam. Actieve, drukke vocalen brengen een zalvende berusting teweeg. Zit 'm denk ik ook in het op de juiste momenten terug te vallen op eerder verkondigde lyrics zonder in aandachtsvestigende refreintjes te vervallen. Heel bijzonder. Omdat de teksten ook in waanzinnige vlagen voorbij vliegen, is het moeilijk te zeggen of ze analytisch gezien tekstueel sterk zijn, maar de korte vlagen die ik wel opvang en die daarom zwaar wegen zijn zeker goed en sfeerscheppend.

Soms vind ik hem zelfs nog knapper dan dat ik er van kan genieten helaas, een gevoel dat ik herken van Cannibal Ox' Cold Vein. Want ondanks zijn enorme kwaliteiten is het een redelijk uitputtende rit, maar 'technisch' gezien lijkt dit me onbetwist een van de beste hiphopalbums van de '00s.

edit: toch wel 4,5*.

Opeth - Blackwater Park (2001)

1,5
Ik beluisterde dit album voor het RYM top-250 review topic – anno augustus 2022 was dit RYM #233

Een review schrijven voor deze Opeth-plaat voelt alsof ik in mijn paarse ANWB-regenjas de keet van de Hells Angels binnenloop en aan de bar vraag of ze ook ranja verkopen. Om vervolgens bij de vraag wat ik hier te zoeken heb tevreden naar mijn elektrische tourfiets met waterdichte fietstassen te wijzen.

Als ik op deze site kijk naar de paar metalplaten waar ik een hoge score aan geef liggen die allemaal aan de randen van het genre - of dat nou is omdat ze een knalgroene of -roze hoes hebben, een wisselwerking met ambient aangaan of eigenlijk meer Punk dan Metal zijn. Het genre heeft me al regelmatig verbaasd, met als meest recent voorbeeld Burzum, wier 'Filosofem' plaat tot mijn eigen verwarring goed landde bij mij. Nu zie ik mezelf hier evengoed al in de rondte consumeren en recenseren als die vervelende hipster die eigenlijk niets met metal heeft maar wel graag Deafheaven en Nadja luistert (overigens twee acts die zich in ieder geval nadrukkelijk onttrekken aan de metal-standaarden - of clichés, zo u wilt). Daarom wil ik proberen te duiden hoe ik dit album ervaar.

Sommige mensen lezen graag 700-pagina-dikke fantasyboeken die spelen in een wereld waarin door een individu (de schrijver) alles verzonnen is. De losse elementen voelen voor mij daardoor per definitie dun en weinig geaard, hoeveel moeite je er als lezer/luisteraar ook in stopt. Zo voelt deze muziek voor mij ook: er is wekenlang geoefend om een bepaalde sfeer en compositie te creëren, maar die voelt ondertussen zo bedacht en gekunsteld aan dat ik er haast niet naar kan luisteren. Grunts of schreeuwen vind ik prima – althans, die stoten me als kunstvorm an sich niet af, maar het is boven alles juist de cleane zang, zoals op ‘Bleak’, die eerder op de lachspieren werkt dan dat ik er op enige manier serieus naar kan luisteren. Wat die zanger ook zingt, ik geloof hem niet omdat het me belachelijk en fantastisch (in de verkeerde zin van het woord) in de oren klinkt. Zelfs de rustmomenten zijn vreselijk opgeblazen en theatraal, waardoor er feitelijk geen rustmomenten zijn en de contrasten allemaal bovenop de zwaar opgeblazen productie plaatsvinden en zo helemaal niet contrastrijk aanvoelen. Vrijwel elke gitaarsolo wordt van zoveel pathos voorzien dat het haast onmogelijk wordt om er nog normaal naar te luisteren. Nergens word je eens op het verkeerde been gezet, en de broodnodige knipoog ontgaat me hier dan ook volledig.

De plaat is heel makkelijk beluisterbaar door de duidelijk identificeerbare melodieen en rechttoe-rechtaan structuren, maar er wordt hier toch een enorme lading opgeblazen dramatiek over me uitgestort. Het meest storend wordt dat als er "epische" gitaarstukken worden ingegooid zoals op 'Dirge for November’ vanaf 2:40. Bij zoveel opgeklopte dramatiek krijg ik een gevoel van Bassie en Adriaan die in een UFO worden achternagezeten door Vlugge Japie in een Lord of the Rings kitschdecor. Het voelt allemaal zo verschrikkelijk arbitrair en daardoor nergens urgent aan. Het is technisch ongetwijfeld briljant maar welbeschouwd gebeurt er voor mijn gevoel vrijwel niets relevants op deze plaat vol stadionrock on steroids.

Nou las ik op eerdere albumpagina’s alhier dat progliefhebbers deze plaat saai en eentonig vinden. Ik wist werkelijk niet wat ik zag: deze plaat gaat juist ten onder aan een gebrek aan eentonigheid. De krankzinnige geldingsdrang van zowel zanger als instrumenten maakt dat beiden vrijwel permanent “aan” staan. Maar het is uiteindelijk vooral de esthetiek waar ik niets mee kan. Die hooguit op mijn lachspieren werkt terwijl de plaat ondertussen geen enkele vorm van ironie of zelfspot toont.

Ik heb een beetje getwijfeld of ik hier nu een score aan zou toekennen, maar zonder negatieve kritiek worden positieve verhalen mijns inziens ook betekenisloos – dus bij dezen: 1.5*

Ornette Coleman - The Shape of Jazz to Come (1959)

4,5
Ik beluisterde dit album voor het RYM top-250 review topic – anno augustus 2022 was dit RYM #235

Om maar met de deur in huis te vallen: dit album van Ornette Coleman is een openbaring voor mij. Nu is mijn verkenningstocht in de jazz – zij het op een gematigd tempo – enkele jaren bezig, met zelfs een top-10 plaat tot gevolg, maar ik heb de aantrekkingskracht van het genre, die voor mij ook dicht bij afstoting ligt, nooit helemaal thuis kunnen brengen. Maar van The Shape of Jazz to Come, een iconische titel die Refused en Lasse Marhaug terecht zou inspireren, raak ik helemaal geaard, in een energetische grondtoestand lager dan die van welke muziek dan ook. Deze plaat is elementair en zuiver.

De hoes en de tracktitels geven in retrospect al een hint: hier wordt een basale standaard gezet. Het zelfvertrouwen dat van de albumtitel afspat wordt gevoeld in de nummers. Hier wordt directe communicatie met de luisteraar aangegaan. Ik noem muziek zelden briljant maar voor het middenstuk met ‘Peace’ en ‘Focus on Sanity’, mijn hoogtepunten van deze plaat, heb ik weinig andere woorden. De muziek praat tegen mij. Nu heb ik die indruk bij jazz en met name de vrijere variant wel vaker, maar hier al helemaal. Alsof er een bepaalde teneur wordt overgebracht, alsof een dier je iets duidelijk probeert te maken maar geen woorden kan gebruiken. De muziek voelt lichtvoetig, vederlicht zelfs en ademt een bepaalde positiviteit of zelfs vrolijkheid vergezeld van vertrouwen. Wat een sensitieve en schone sensatie.

Het is enkel ‘Congeniality’ dat me tot nu toe van 5* afhoudt, met zijn iets te traditionele “wij spelen dus jazz” uitstraling. Het is de enige track die me iets uit de flow haalt, mede door de olijke bas die het nummer een wat koddig sfeertje geeft. Evengoed is dit een sterk en basaal nummer waarvan de kritiek meer zegt over de genialiteit van de rest van het album dan over deze track zelf. Verder is The Shape of Jazz to Come voor mij de ideale brug tussen de wat conventionelere en lossere jazz, die het beste van beide werelden heeft aangegrepen nog voordat ze goed en wel gedefinieerd waren.

Je moet deze muziek niet vastklampen maar juist losjes benaderen, zoals je ook zand in je hand losjes moet vasthouden en niet moet fijnknijpen om het te behouden. Zo moet je ook je zintuigen behandelen bij het luisteren van deze muziek. En door die zintuigen meer losjes te behandelen, geef je ze de ruimte en kom je ook buiten de muziek weer tot rust. Zo ervaar ik dit althans. En daarmee wordt dit in tegenstelling tot wat het eerst lijkt zuiver rustgevende of zelfs geruststellende muziek. Een essentiële plaat.

Dikke 4.5* met verder groeipotentieel

Otis Redding - Otis Blue / Otis Redding Sings Soul (1965)

3,5
Ik beluisterde dit album in het kader van het RateYourMusic top-250 review topic - dit is de RYM #248

Van de grote Soul-legendes heb ik Otis Redding het langst links laten liggen. Ik weet eigenlijk niet waarom, maar nu ik de RYM-lijst doorloop realiseer ik me dat ik nooit eerder een volledig album van hem beluisterd heb. Otis Blue is direct een opmerkelijke instapper: ik betwijfel of ik in de komende 247 albums nog meer werk ga tegenkomen dat voor meer dan de helft uit covers bestaat. Gelukkig heb ik met covers geen enkel probleem: muziek ontwikkelt zich organisch en of het nu samples, covers of genres zijn: iedereen maakt zich bepaalde elementen eigen en voegt een sausje van zichzelf toe.

In de eerste plaats valt me op hoe prettig en behaaglijk dit album in het gehoor ligt. Gezien de emotie die Otis Redding erin legt weet ik niet of dit nu direct zijn bedoeling was, maar bij mij gaat deze plaat op de lijst “geschikte albums als mensen komen eten”. Hoge kwaliteit ‘entertainment’ die moeiteloos van voorgrond naar achtergrond en weer terug kan bewegen. Daar zit voor mij direct ook de mindere kant: de hoeveelheid theater en dramatiek is hier naar mijn smaak wat hoog. Dat wordt vooral duidelijk in de Sam Cooke-covers. Nu is het nogal lastig om de van zichzelf al perfecte uberclassics van Cooke te overtreffen (al zal Otis dat niet voor ogen gehad hebben), maar ook vind ik dat de cleane zang van de originele maker precies past bij deze tracks. Waar Sam Cooke zijn klassiekers heel zuiver en eenvoudig zingt, en juist daarmee de kracht van de songs blootlegt, lijkt Redding er vanaf seconde een wat extra dramatiek en jeu in te willen leggen. Maar dat is bij een briljante compositie als ‘A Change Is Gonna Come’ helemaal niet nodig. Vooral in ‘Wonderful World’ vind ik de olijke blazers en voordracht een beetje ‘too much’. De extra ‘Ooohs’ en ‘Yeaahs’ doen het nummer helemaal niet goed.

Dat alles gezegd hebbende heeft Otis Redding een fantastische en filmische stem, een die gemaakt is voor grootse gebaren en gepassioneerde uithalen. Een stem die daarom ook het beste tot zijn recht komt in de nummers van zijn eigen hand, met name ‘Respect’ en ‘I’ve Been Loving You Too Long’. Een stem die ik probleemloos een hele middag of avond lang kan horen en die zeker wel indruk maakt. Maar als album dat leunt op covers van overbekende classics, valt deze me iets tegen.

Evengoed een nette 3.5*