MusicMeter logo menu
MusicMeter logo

Hier kun je zien welke berichten stevie als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Animal Collective - Merriweather Post Pavilion (2009)

poster
5,0
Wie even met de natte vinger door de catalogus van dit collectief bladert zal met enig wenkbrauwgefrons en onbegrijpende blik achtergelaten worden. Zelden heeft de ontwikkeling en de variatie van een groep muzikanten zo’n explosieve indruk nagelaten. In de categorie ‘Moeilijk te plaatsen muziek’ gedraagt Animal Collective zich dan ook als de ultieme nachtmerrie voor hokjesdenkers . (In your face! Ha!) Geen houvast voor de luisteraar die zijn deuntjes en riedeltjes mooi wil catalogeren. Zo nu en dan denkt die brave luisteraar in al zijn dwaze hoogmoed de nagel hier en daar op de kop te slaan, al is het maar scheef en krom,daar neemt hij dan maar genoegen mee, ..en dan glijdt alles weer even zo snel uit handen en kan hij enkel nog de schouders ophalen.

Het is ook niet zo alledaags dat een anticommercieel geluid als dat van Animal Collective zomaar en plein publique wordt gesmeten. Een geseling der trommelvliezen voor de ene groep, een acidtrip in Disneyland zonder zijn gelijke voor de andere. Tuurlijk, want muziek is nooit gelijk of geijkt voor een massa.

De schuldige in deze tegenstelling is natuurlijk de ongeremde innovativiteit die al de Animal Collective platen kleurt.
Innovativiteit, het woord zal heden ten dage weer te pas en te onpas opduiken tijdens het Batibouw-salon. Daar weet de verkoper van vloeren, daken en pannen ook maar al te goed dat stilstand des duivels is. Muzikanten die zich constant willen ontwikkelen dienen eveneens die term als een lijfspreuk boven het bed te hangen. Velen lopen tevergeefs verloren in de zoektocht naar eigen innovativiteit, die blijkbaar niet zo één twee drie voor het oprapen ligt. M.A.W. Niet iedere artiest beheerst het animal collective gevoel. (Understatement van de week)

Het animal collective gevoel : Laat me u even uit de nood helpen. Als u de ogen sluit en ‘muziek’ even wil voorstellen als één grote snelweg dan zijn dit de mafketels die daar met hun driewielers tegen de avondspits in gaan spookrijden. Op ‘Merriweather’ is die dagelijkse routine nog steeds even tegendraads als vanouds.
..En toch, deze plaat steekt er voor mij met kop en schouders bovenuit.

Later wanneer ik oud, grijs, versleten(en seniel?) ben zal ik nog steeds met het volle plezier terugdenken aan deze plaat.

[Schommelstoel-modus] “Ja dat was die fantastische zomerplaat uit de rotwinter van 2009. Dat jaar was de winter koud en wit en glad en grijs en ellendig en somber en bedrukt en toch regende het zonnestralen uit mijn boxen. Ja, dat was die eigenzinnige Pet Sounds-hommage. Of, ja, hier was hun samenzang, hun huisgeluid, hun emotionele waarde helemaal tot wasdom gekomen. “ [Schommelstoel-modus/]

Vertrouwd en toch onplaatsbaar. Wij als luisteraar nemen een glimp in deze verknipte wereld die nooit slaapt. Zelfs wanneer de luisterbeurt erop zit weet u dat er in die wereld geen sluitingstijd kan en mag bestaan. Die wereld lijkt geen oorsprong of einde te kennen, en bestaat alleen bij gratie van zichzelf, een wereld die door blijft vertellen over zijn natste dromen en psychedelische nachtmerries, waar dansers tussen de bloemen verstenen en de paddo’s immer rijkelijk uit de aardegrond schieten. Waar ‘Sunshine, rainbows and lollipops’ een anthem voor nieuwste hipsters is.
Kijk : Zo zou ‘The Sound OF Music’ op LSD moeten klinken. Ziet u Baron Von Trapp ondertussen al stijldansen met een flamingo in een afgelegen loofbos?

U zal niet de eerste zijn die tijdens de ochtendgymnastiek in een dubbele knoop raakte tijdens Brother Sports, u zal ook de laatste niet zijn die de dwarse liefdesverklaring bluish zowel atypisch als typisch animal collective durft noemen en die paradox met hand en klem durft te verdedigen. ..En suggereren de eerste tonen van ‘In the flowers’ nu eigenlijk dat het Halloween is of toch Kerstmis?

Het sprookjesbos wiegt langszij en vertelt een verhaal zonder zich ooit in te houden. Deze tovenaars walsen hun rifjes plat met reizende circussen, kruisen gezapige flowerpunk met ritmisch terrorisme. Bakken feestschotels met snuifjes Kraftwerk en Zappaiaanse kruiden. Rommelige liefdesverklaringen en pompende bassen lijken zomaar uit zichzelf te ontstaan en overal spookt het.

U mag vast en zeker de ratels uithalen bij ‘summertime Clothes’ en ‘brother sports’, maar u snoert zichzelf beter vast wanneer eentje ervan in de cd-speler van uw wagen langskomt om een spontaan losbarstend dansje te vermijden.
Het gekste van al is nog dat ‘Merriweather’ in conclusie een coherent geheel is.
Ik zie een kleine aanklacht tegen het materialisme op My Girls, in Kraftwerk meets pet sounds stijl. Ik hoor zowaar een ingetogen moment van volwassenheid op ‘No more running’ en zo zie ik nog wel wat dingen die in al hun gekte een bestaansrecht opeisen, waarvan ik niet zeker ben of ze echt bestaan, maar tsja, wie ben ik om me zulke schoonheid te ontzeggen?

De sprint naar de eindlijstjes is nog lang. Er is alvast één vroege ontsnapping uit het peloton, nog voor de startblokken al uit het zicht zijn. En of het nu nog een lange rit is of niet, ik weet nu al welke naam er op mijn spandoek zal staan bij de aankomst in december.

De wereld aan de driewielers.

Athlete - Vehicles & Animals (2003)

poster
3,0
Joell Pott : cynicus, dichter, dromer, realist. Dat zijn de eerste impressies die opduiken na het beluisteren van deze eigenzinnige pop-caroussel. Het afschuimen van speelgoedmarkten en kringloopcentra, op zoek naar recycle-materiaal, rare modegrillen, en allerhande gadgets, zou zo een hobby van hem kunnen zijn, om daarna het hele zootje door de flashy geelgroene mixer te halen, en het te gebruiken als dressingsaus voor zijn liedjes. Een hele kleerkast vol met eigenzinnige kleding, gekke sweaters met drie mouwen, sandalen met neonlicht en dergelijke. Pure popliedjes, die opgesmukt worden met fijne geluidjes, kraakjes en samples, alsof het zo een plaatsje op het uitvinderssalon van vorig jaar had.

Athlete neemt ons mee op reis, al dromend vanuit hun stoffige raampje turend in appartement 12B, beschrijven ze de voorbijdrijvende wereld, als we in hun woonkamer met een bakje koffie, in een luie zetel zitten te luisteren. Dit op een zeer gebruiksvriendelijke wijze, we worden zelfs op de hoogte gebracht wanneer de volgende chorus voorbij komt. De wereld is kil, bizar en surrealistisch maar de woonkamer is een intieme cocon, met Pott als verteller die alles met de nodige humor relativeert, ook hitje You got the style komt langs, en op New Project mogen we onze luchtgitaar nog eens vanonder het spreekwoordelijke stof halen. Meer moet dat niet zijn, muziek die zowel geschikt is voor barbecues met zatte nonkels, intieme theekransjes waarbij de moeders door de Flair bladeren, of voor gezellige onderonsjes van studenten, na een nachtje stappen.
Net zo hip als de mode, maar deze keer worden de songs gepresenteerd als ouwe kleren met nieuwe zakken, wat nog altijd beter is dan ouwe zakken die nieuwe kleren maken. Met mij welgemeende excuses aan alle Armani's van deze wereld .

Badly Drawn Boy - The Hour of Bewilderbeast (2000)

poster
4,5
Vooruit dan maar, ik zal mijn mening toedichten over het waarom dat ik dit een vijfsterren-plaat vind.


Het was tijdens de millenniumwisseling en critici declareerden voor de zoveelste maal de dood van popmuziek, waarschijnlijk vanuit een fin de siècle onderbuikgevoel, maar ze zijn wel vaker geneigd om ons wijs te maken dat het een en ander weer aan het stuiptrekken is, of dat het slecht weer gaat worden terwijl de zon schijnt.
Het was 2000 en ik zat nog niet aan de digitale pindakaas, helaas moest ik me beroepen op de vakkundige (ahum) kennis van popcritici in hun hippe modebladen als Oor en consoorten.

Nu kunnen we goed met elkaar overweg, ondanks de haat-liefde verhouding die zich in de loop der jaren heeft opgebouwd, soms zou ik in een guitige bui meteen piëdestals voor hen metselen, een andere keer sta ik al klaar om deskundige nekschoten uit te voeren maar als het om deze plaat gaat zijn we weer dikke vrienden.
Ja, er was weer crisis, en ja er was weer bloedarmoede, Im Westen nichts Neues under der Sonne…
Tot de brave heren deze potsdragende troubadour naar voren schoven (lees : hypen, maar dat zou ik enkel schrijven wanneer mijn mening haaks tegenover die van hen stond.)

Iemand die met zijn gevoosde klankentapijten de middelmatici in popmuziekland ging pareren met een eigenzinnig lapjesdeken waarop hij schone muziekjes in elkaar had geweven met een naald die altijd even scherp staat maar soms al eens averechts durft te prikken of wat steken durft over te slaan om hybride breiwerkjes te boetseren, maar hé, dat was de charme van deze plaat dan ook.
De gebruikelijke thema’s hebben allemaal hun zitje gekregen in dit eenmanstheater, wat zouden we immers doen zonder de smarten en de geneugten van popartiesten om weer de schaamteloze voyeur te kunnen uithangen? Popmuziek is immers uitgevonden door vrouwen die midden in de nacht met koffers en huisraad vertrokken en de gedupeerde achter lieten zonder afscheidsbriefje, al is de oorsprong van popmuziek onderwerp tot exegese.

Maar dat beeld heb ik dus voor de schone ogen : Iemand die alleen wakker wordt, cello’s kondigen tegelikjertijd de komst van de ochtendzon aan en het vertrek van die weerbarstige trut (niet dat ik trut als equivalent van vrouw wil gebruiken, eerder een degradatie in dit geval)
Er rest enkel nog een raam om door te kijken en een beslissing te nemen. (springen of de wereld intrekken, m.a.w. de juiste manier van vluchten bepalen)

Badly drawn boy is geen muts en kiest dan ook om de wereld in te trekken, dit resulteert in een lange rit langs oude monumenten waarbij het rifje van everybody’s stalking als brandstof voor motor en gemoedstoestand dient.
Maar hier begint de reis past, weerbarstig als het wegennetwerk voor zelfverklaarde verliezers is slingert het naar alle mogelijke windrichtingen , zo speelt een elegie (Bewilder) van de eigen ondergang een intro voor een drieluik (Fall in a River, camping..,Stone..) dat veel weg heeft van een eenzame tocht door de bossen, een zoektocht naar het introverte, naar de innerlijke dichtbegroeiing van de ziel om de houtblokjes ervan te sprokkelen. Kamperen als metafoor voor het vinden van je eigen essentie, Feng Shui aanhangers zouden het niet beter kunnen uitvinden.

Vanaf Another Pearl krijgt de plaat weer een stel nieuwe kloten, het introverte ruimt plaats voor het extraverte waarbij de stemmingen in de volgende nummers weerbarstiger dan ooit zullen worden, de muziek ‘flipperkast’ zich een weg door de plaat, van dodelijk dansbare jazz(once around the Block) tot romantisch melancholische dagdromerij (magic in the air) , tot claustrofobische rock die overgaat in apathisch aandoende spookhuismuziek (Cause A Rockslide)

Badly Drawn Boy pist tegen de wind in, maar krijgt er gelukkig geen spleetogen van zoals het oude spreekwoord luidt, enkel illusies worden weggespoeld met onverwachte regenbuien maar de moraal is dat het sterke hart zal triomferen. Een spier die zelden gespaard wordt dient dan ook immer hard te zijn.

Disillusion is disco die zijn best doet om niet vrolijk over te komen, want vrolijkheid zou misschien passen in Disneyfilms, maar niet op deze plaat. ‘I didn’t mean to fall in love’ Zo krijgt deze disco zonder glitters zijn bestaansrecht, of had u hem liever met plateauzolen over de neongekleurde vloeren zien schuiven, nee toch?

Soms lijkt het wel of hij plezier schept uit dit tragedie, say it again zet de traditie verder met een vals luchtig melodietje dat me meteen sarcasme! doet roepen, uitgelaten blazers ondersteunen mijn vermoeden gelukkig, iemand vals betichten is immers niet netjes.
De plaat wordt beëindigd met zingende vogeltjes en B.D.B. die please don’t leave me wanting more’ tegen een klaagmuur prevelt. Natuurlijk moet de plot van deze reis in mineur eindigen, anders zouden we het ons er al te makkelijk van afbrengen. Wat achterblijft is zowel hoop als wanhoop, de compromis die het leven in stand houdt.

Ja, de critici hadden het nog eens bij het rechte eind, maar dat is natuurlijk zo subjectief als dat het groot is, anderen zullen klaar staan om hen nekschoten toe te dienen, ik bied hen dan ook verschuiling achter mijn piedestal aan, al was het maar voor deze plaat. Zo eerlijk ben ik dan ook wel in mijn oordeel, net als de plaat, die eerlijk is in zijn zelfrelativering en miserie, maar hé, compromissen weet u nog?

Burial - Untrue (2007)

poster
4,0
Burial, na wat opzoekingswerk kwam ik tot de conclusie dat hij zijn artiestennaam deelt met vrolijke punkers en goedlachse Death metalisten. Het betere schlagerwerk voor maatschappijkritische adolescenten die nog twijfelen tussen rebelleren of meedrijven met de stroom zeg maar.
Burial (de dubstepper dus) hanteert naast een compleet andere stijl ook nog eens dezelfde profilering die de knotsgekke Residents verkozen hebben, namelijk die van de obscuriteit (anonimiteit klinkt immers zo uncool in muziekland.) Wel, al genoeg trivia om een bladzijde in Q’s ‘Rock and Pop miscellaneous guide’ op te vullen. Maar nu dus, met loftrompet klaar in de hand, wordt het stilaan tijd om tot de essentie te komen, de plaat zelve .

Ik ben geen dubstep-fanaticus, als men mij om een beschrijving van het fenomeen zou vragen zou ik met een halve pagina doorgekruiste betrachtingen afkomen waar niemand wijzer van wordt, maar deze plaat is gelukkig gebruiksvriendelijk voor de kneusjes die hun eerste stapjes in dubstepland gaan zetten. Deze zit zelfs als een sofa, u kent ze wel, van het soort ligmeubelen die zitten als een honkbalhandschoen.(Verkrijgbaar in de betere Ikea-zaak..)

Als je deze plaat voor de spiegel houdt, wat zou je dan zien? De sfeer van nachtelijke grootsteden, haastig schoon geschraapt van grommende motoren in hun files, volgestouwd met figuranten in een bijna-weekend- passage, en nachtclubs in schreeuwerige kleuren die nog te ver weg zijn om geluid te produceren maar al lonken om de werkweek een kopstoot in de ballen te verkopen, pakweg daarover zou deze plaat kunnen gaan, een stilte voor de storm in digitale hymnen omgezet.
Het zou ook kunnen gaan om clubbers op weg van discotheek A naar B met het zweet dat nog lustig op de ruiten condenseert terwijl een chille beat op de achtergrond hen tijdelijk asiel aanbiedt, een soort van in between soundtrack eigenlijk voor de betere uitgaansavonden.

De eerste keer dat je de plaat een kans geeft (in mijn geval was het een vooringenomen waterkans) merk je dat de beats zichzelf precies dreigen te klonen, maar luisterbeurt na luisterbeurt stel je vast dat het oor simpelweg bedriegt. Een trompe l’oreille?

Wat me wel direct beviel was meteen die onaardse sfeer, hoe fel de zon ook schijnt, het is altijd nacht wanneer dit schijfje de revue passeert, dus is meneer incognito er toch wel ferm in geslaagd om klanken te tappen die het schemerduister of gitzwart suggereren.

De samples die verweven worden doorheen de nummers doen ook weer denken aan de Urban feel die als een anthem doorheen deze plaat weergalmt. Soulvolle stemmen, zwoel, donker en een bepaald gevoel van tijd stelend, nemen de melodie voor hun rekening, zodoende wordt de nachtelijke autorit nooit te zwaar of word je klaarwakker gehouden omdat de expreswegen nooit met monotonie te kampen krijgen. Het geheel biedt echter geen aankomst aan, maar een oneindig onderweg zijn.
'Niet het doel maar het onderweg zijn is het belangrijkste.'
Al is die zin tegenwoordig gedegradeerd tot scheurkalender-literatuur in onze moderne tijden, maar er zit wel iets in hier.

..en als het toch allemaal te hip klinkt voor uw plechtige communicantenoren kan u altijd de deathmetal naamvariant proberen, waar ik persoonlijk niets van ken, enkel dat ze hun naam delen met een punkgezelschap en een obscure dubstepper.
Indien dit niet het geval is, zou ik meteen achter het stuur kruipen en door de stad gaan karren, het is immers nacht, een kleur die bij deze plaat past
.. en wat zou u anders doen? Carnaval gaan vieren? Nee, toch?

Captain Beefheart and The Magic Band - Clear Spot (1972)

poster
4,5
Ritme en melodie zit er zeker in. Het zal een verknipte vorm zijn voor niet-ingewijden zeker?
Ikzelf draag Beefheart op handen en voeten en krijg haast een hernia van al mijn inspanningen.
Het is vooral een keuze die volledig in de handen van de luisteraar ligt natuurlijk. Het onconventionele karakter van Beefhearts platen durft wel eens een bus nietsvermoedende voorbijgangers die er vlug overheen willen gaan de struiken in jagen.
Het geeft niet, het Dopplereffect zal er ook wel voor iets tussen zitten.
Sluit je ogen en je zal zien. De eerste de beste blinde zal je duidelijk maken dat een literair meesterwerk zich niet hoeft te beperken tot een brij van klinkers en medeklinkers die mooi gereserveerd voor de schone ogen van de lezer worden klaargelegd. Voor niet blinden is een meesterwerk in braille slechts een verzameling knobbeltjes die als eelt op je vingertoppen aanvoelen. Andere werelden, dezelfde gedachte, andere uitvoeringen, dezelfde emotie.
Je hoeft daarom nog niet geblinddoekt door het leven te gaan en je een witte stok aan te schaffen en door het drukke centrum van een metropool te slenteren om je via een kiertje naar een andere wereld te loodsen om die schoonheid te begrijpen.
Het is het afvoelen, het flirten met nieuwe werelden die je slechts kan bereiken als gedurfde schipper die zijn gedachten laat uitvaren naar andere windstreken en zo nieuwe gebieden ontginnend stilletjes knikt en het plaatje begrijpt.
De muziek van Beefheart strekt zich uit over een eenzaam bospaadje dat uit het muzikale bos meanderde en waar een bordje hangt ‘betreden op eigen risico’. Geflankeerd door struikrovers in de vorm van conventionele muzikale structuren verschuilend achter bomen en struiken en een sterke tegenwind zal het de reis niet makkelijker maken. Velen gaven dan ook op en kerfden hun naam in een boom, waar nu slechts een verzameling nietszeggende krassen staat. De ware avonturier zet door en ontdekt de Nieuwe wereld die achter het bos verscholen lag.
Houd rekening met eventuele jetlags en vreemde snuiters die door je hoofd komen spoken.
Anders kan u uw vakantie beter aan de Spaanse kust spenderen.

Deerhunter - Microcastle / Weird Era Continued (2008)

poster
4,5
Shoegaze boomde in de tijd dat het laatste gruis van de Berlijnse muur nog moest opstuiven. De kenmerkende geluidsmuren waren in mijn fantasie- zij het bijzonder wild gedroomd– een hang naar vreemde nostalgie.

Een overdaad aan schoon en minder schoon volk kon artistiek verantwoord naar de ongewassen Doc Martens of All-stars staren terwijl ze met hun eigenzinnige sound een ets op de muzikale tijdlijn plaatsten. Er kon in die tijd al eens wat huismoederonvriendelijke gruispop door de speakers knallen. Muziek die voor ondergetekende in de tienertijd het equivalent was van een verkeerd nachtje stappen, zij het dat deze muziek het niet te nauw zou nemen met de chronologie van mijn foute nachten door het dromerige, het euforische en de zware onafwendbare ruis van de kater achteraf samen te laten vloeien.
Het mooiste combo dat de vroege jaren negentig ons had geschonken, of zou u de shampoo & conditioner in één van wash & go hoger inschatten?

Het was die kruisbestuiving van Berlijnse muren opgebouwd met melodieuze cement en dromerige geluidsoverlast die mij met een steeds heviger wordende nasmaak achterliet. Er was altijd die eigentijdse nonchalance in deze muziek. Zo’n ‘als mijn haar nog maar goed zit, en dan nog –mentaliteit’ waarmee we ons door onze tamste der tamme dagen sleurden.

Ergens zijn die helden van weleer verloren gewaaid of worden ze slechts door naarstige copycats uitgebeeld. Al het gruis was van de snaren gespeeld en de muziekliefhebber kon slechts de namen van weleer optekenen in de rock’n roll hall of fame zodat men hen nooit vergeten zou.
Copycats denken in het strafste geval dat ze de nieuwe ongekroonde koningen van de zoveelste week zijn. Door de luisteraar echter worden ze vaak beschouwd als verloren piraten op zee. Af en toe levert de slag der opgravingen in de shoegaze-ondergrond toch nog eens een monumentum op dat de term ‘hype van de week’ met glans overstijgt.
De alliantie van Bradford Cox en de zijnen bijvoorbeeld is wellicht zo’n uitzondering op de regel.
Tijd dus nu, om mijn favoriete plaat van het inmiddels ter ziele gegane jaar 2008 aan te kondigen : Microcastle van Deerhunter. ..Dat ik het niet over de nieuwste van Jantje Koopmans ging hebben wist u hopelijk al van zodra u deze pagina opende.

Plaat van het (voorbije) jaar dus, aldus mezelf. Geen objectiviteit echter in de muziekwereld, anders kon ik me er zonder geouwehoer en gerecenseer vanaf maken. (Wat me anders wel zou passen op dit late uur van de dag, maar soit)
Waarom ben ik deze uiterst positieve mening bedeeld? Al vrij vroeg (vanaf de tweede of derde draaibeurt) overkwam me zo’n eureka-gevoel dat je zelden bij een plaat overkomt. Die nonchalance van loom gestemde gitaren en ingetogen stemmen die handelden over de zeepbeldromen van vandaag die we morgen zouden stuk prikken waren plots terug.
De naïeve maar donkere sprookjespop, zoals die hier wordt uitgebeeld om dit album te starten, vind je zelden terug.
Een zalvende kopstoot(nee, echt..) voor pas wakker geworden langslapers die tegelijk euforisch en lui uit het bed kruipen.
Ondergedompeld en meegezogen naar de duistere hoeken van het sprookjesbos worden we. Ja, zo klinkt deze plaat eigenlijk nu ik er nog eens over nadenk. Getormenteerd en op de juiste plaatsen met het nodige gruis geasfalteerd. Het is een gevoel dat in weinig andere muziek naar voren komt. (Type hoog kriebelend gras vol met venijnige adders.)

De martelaarsplaat van Deerhunter? Ik heb, de eerlijkheid gebiedend, Cryptograms op het moment dat ik dit schrijf nog niet beluisterd, dus enige vergelijkingen zijn uitgesloten.Maar dit terzijde.
Het tweede nummer 'Arachnaphobia' zijn de spinnen die dwars onder de huid kriebelen, een klaagzang waarmee de plaat definitief zijn eigen toon wil zetten. Mogen we hier al een Joy division’s isolation voor de eenentwintigste eeuw verwachten? Ja en nee en allebei misschien. Laten we het erbij houden dat we geen songs over madeliefjes en kleurboeken mogen verwachten. Eerder tienerklanken van een twintiger die over alienation en onbegrip voor deze wereld preekt. Cool en onbegrepen door de wereld, omringd door zijn anarchystickers en jimi hendrix posters op de zwarte slaapkamermuren.

Never stops handelt zo bijvoorbeeld over terugkerende nachtmerries waartegen geen pilletjes zullen helpen en Little kids klinkt op een onschuldige wijze, euh niet zo onschuldig dus.

Andere songs gaan dan weer over zelfkruisiging en mijmeringen over het vlieden der tijd, waarbij men niet zelden tegen de ruis of de dikke muurlagen gaat kampen om het einde van de rit te halen. Songs die zichzelf achternazitten, songs die de teksten de juiste kleur geven. Wanneer ik u vertel dat Deerhunter voor ‘Nothing ever happens’ een Oscar voor de beste Sonic youth-imitatie moet krijgen is dat zonder zeveren en niet anders dan positief bedoelt, of wanneer ik u vertel dat er teksten handelen over Victoriaanse vampieren die onze helden achternazitten is dat ook allemaal waar. Dan is er bijvoorbeeld ook nog het drieluik Calvary Scars/ Green Jacket/Activa dat als bonte pitstop fungeert. Trage waterverf die in de grond trekt tussen al deze bonte kleuren.

Ik wil deze plaat niet gekker beschrijven dan ze is, al komt dit misschien zo over. Troost u, wanneer u zelf luistert zal u weten wat ik bedoel. Namelijk, dat deze plaat zich net niet laat kennen en dat is haar grootste charme. Muziek om mee te gaan slapen of om mee wakker te worden. Muziek om als uitlaatklep te fungeren of om gezapig mee weg te dromen.
..Of misschien is het gewoon dat wat we tegenwoordig moeten missen, een georganiseerde nonchalance,
Of zijn het de zeepbeldromen van weleer waarvan we hoopten dat we ze morgen niet stuk zouden drukken.
Of is het gewoon een plaat die eerlijk is in zijn zelfbeklag zonder dat ze ooit pathetisch over komt.

Kortom : Even spannend als de Russische roulette tussen Christopher Walken en Robert De Niro uit de gelijknamige ‘Deerhunter’ film, met een uitkomst waar je even zo benieuwd naar bent.

Laten we hopen dat deerhunter zich na deze plaat niet gaat ingraven tussen dezelfde relieken waaruit ze hun bezieling puurden om deze plaat te maken.
Ik ben al onderweg naar Lourdes om het nodige heil af te smeken. Vervoeg me, en neem mijn makkelijke sandalen even mee als het kan want die was ik in al mijn haast thuis vergeten.

Faust - Faust (1971)

poster
4,5
Een toekomstvisioen uit het verleden

Een waarlijke mijlpaal in de muziekgeschiedenis, zeg maar in de geschiedenis tout court.
Als er ooit een revisie gemaakt zou worden van de muziekgeschiedenis van de 20e en de 21e eeuw, zou het resultaat verdacht veel op dit plaatje lijken. Maar dan spreken we slechts van een objectieve benadering. Dit werk is een hyperbool die de brug tussen de klassieke, de theatrale muziek, en de moderne hedendaagse muziek symboliseert, op een haast anarchistische wijze. De soundtrack van ‘Muziek’ gepresenteerd in een donker theatertje in een gore achterbuurt,als geluidskunst tentoon gesteld, om maar wat beeldspraak te gebruiken. Een versmelting van klassiek,prog,jazz,ambient,electro,avant-garde, fanfare, opera, psychedelica, beat poetry en pop.

Het album bestaat uit 3 delen, die elk hun eigen bizarre wereld tot leven laten komen, waar andere platen zich als een puzzel presenteren,die al gemaakt is door de artiest zelf, worden hier de puzzelstukjes willekeurig in alle hoeken en kanten gesmeten, en wordt muziek van nul af aan gedefiniëerd. Het album of de verschillende delen kunnen als één geheel beschouwt worden, maar ook de kleine inventieve escapades op zich, Er wordt een hint gegeven naar de toekomstige ontwikkeling van de muziek van de jaren 70 tot nu en bevat de rudimentaire vormen van ambient, electronica,noise,post-rock.

Deel I getiteld “why don’t you eat carrots’ begint met wat lijkt op een sputterend ruimtestation, dat onder golven van feedback, soundwaves opvangt van ‘satisfaction’ en ‘all you need is love’, twee kanonnen van nummers, die de toenmalige rockscene symboliseerden,alsof men door een telescoop naar het verleden kijkt. Wanneer de ruis verdwijnt, komt er uit een naburig ruimtestelsel, een mars aangestrompeld, die zich met repetitieve tred voortbeweegt door het ruimte-en tijdscontinuüm. We worden onderbroken door een vreemdsoortige sirene uit de ruimte, voor we verder marcheren, en we op gegeven moment, door de hulp van een voorbijstormende gitaar overschakelen naar warpspeed.
We zitten opeens in een jazz-rock opera die gedragen worden door een boze riff,terwijl de ruimteschepen ijlings langs onze oren vliegen. Even later worden we in the middle of nowhere als een geslagen hond achtergelaten en bedreigd door diezelfde rondcirkelende space-ships. Onze radar vangt een Duits gesprek op. Een stukje klassieke piano lijmt de rest van de song terug aan elkaar.

In Deel II situeren we onszelf in een spookhuis, schuilend in een piepende kast, terwijl demonen en spoken een feestje houden,en Dracula die op de piano speelt. De sfeer wordt steeds claustrofobischer wanneer de muren stilletjes naar ons toe bewegen, we proberen te ontsnappen maar strompelen onverwachts in een nest ratelslangen die ons om het hoekje brengen…..gelukkig lijkt het alleen maar een droom.

(de rest van deel II volgt morgen, want ik ga meteen slapen)

Holopaw - Quit +/Or Fight (2005)

poster
4,0
Quit .. or fight : dualiteit, wie houdt er niet van!

Maar verwacht je niet aan mythologische uiteenzettingen zoals de leer van Zarathustra en de strijd tussen goed(Ahura ben Mazda) en kwaad(Ahriman) .
Het blijft in de eerste plaats popmuziek, de enige dualiteit die hier tentoongespreid wordt, is het samenspelen en afstoten van koude en warmte, een uitgelezen taak voor de stem van John Orth, wiens vibrato een vreemde kilte bevat, maar op een of andere manier een lege fabriekshal kan verwarmen.

Uitgestrekte toendravelden, eenzame dichtgesneeuwde wegen, een opkomende zon, die haar stralen zachtjes neerlegt over het landschap; het tafereel dat voor de ogen springt, als we dit plaatje beluisteren.
De winter is in het land, draai de lichten uit, zet de verwarming af, en kruip in een hoekje, al luisterend naar deze muzikale reis, wordt de koude draagbaar, je wemelt je in de sneeuwachtige muzikale sprookjes, en de wereld beperkt zich slechts tot de kamer waarin je je bevindt.

Luc de Vos schreef ooit 'Weg met de Winter'.
Mischien is het nu wel eens tijd om 'Weg met de zomer' te roepen.

Muse - Black Holes & Revelations (2006)

poster
3,5
Project blackholes and revelations

bunker, juli 2006

Ik dook weer in mijn bunker en liet me zelf omgeven door complete duisternis. Ik heb een spreuk hangen tegen de muur die me eraan herinnerde om elke plaat op een volkomen eerlijke manier op zich te beoordelen. Zoals het een deftige jongen betaamt…en mezelf. Snel een injectie om de vorige platen kortstondig naar de vergetelheid te verstoten. Voor even maar, het serum werkt snel maar de gedachten komen gelukkig altijd terug. Het is conditionering voor een arme ziel die de muziek een kans wil geven en niet gaat vergelijken en afwegen. Niet dat daar op zich iets mis mee is. Het is een streven dat ik bij de eerste luisterbeurt aanwend. De titels leken op wilde speelpartijen waarbij ik terugdacht aan mijn kindertijd en mijn oude boomhut terwijl we met flitsende sabels en stoere woorden het jonge vrouwvolk probeerden te imponeren. Ik was elf jaar. In mijn gedachten was ik de schrik van de speelplaats van de lagere school die zijn middagpauze vulde met het eten van boterhammetjes en nadien kattenkwaad uit te halen. Ik had voldoende aan mijn boomhut die nu in mijn herinnering ligt te blinken als een ansichtkaart met spelende kinderen. De heren van Muse daarentegen spelen ‘star wars’ op een uitgestrekt veld in een met sterren omgeven nacht. Hoe gaat deze muzikale reis klinken? Ik zie een vallende ster en doe spontaan een wens. Ik dook deze keer in mijn cerebrale speeltuin om het uit te vissen.

Het was bunkertijd dus. Wanneer de eerste tonen me verwelkomen denk ik spontaan aan the Simple Minds, zou ik dan toch terug in de jaren 80 zitten? Het leek wel een riddergezelschap dat zich uit haar harnas hijste en zich vrijelijk rond bewoog en tussen die sterren danste als een stel harlekijnen. Er is een gevoel van vrijheid op deze plaat dat tussen de regels door een verhaal vertelt dat de heren van Muse veel plezier beleefden aan het maken van deze plaat. De songs worden aangebracht door een aanstormende windvlaag die je omver stoot en voor je het weet zit je in het kadertje van een ander werk en zie je hoe de kleuren ook hier weer buiten de lijntjes lopen. Felrood en blauw meneer of ik moet me een kleurenblindheid aangemeten hebben. Heeft Matthew Bellamy een neefje op Mars dat op visite komt voor een kop koffie? Denk ik spontaan. Wanneer mijn serum begint uit te werken sluipen de herinneringen aan het oude werk terug binnen en kijk ik met een aangemeten blik van ‘ja, map of the problematique had toch zo op origin of symmetry kunnen staan.’ Ook zij houden van jeugdherinneringen grijns ik, al speelden die zich in tegenstelling niet af in een boomhut maar in een hypermoderne metropolis waar vliegende auto’s en onderwatertreinen de mensen naar hun werk brachten. A soldier’s poem is een rustpunt, een koffiepauze dan toch? Opeens duiken wuivende palmbomen op en ik waan me op een zondagse doortocht langs de kusten van Hawaï. ‘Zijn we aangespoeld?’ Vraag ik een van mijn alter-ego’s wanneer invincible aan de horizon verschijnt. Nog steeds die onbezorgde frisse noten die een zacht briesje blazen over het strand. Invincible heet het nummer dus. Al lijkt het dat ze toch niet zo onverslaanbaar klinken, plots komt er een wending, alsof boze harpijen het gezelschap ontdekt hebben en laagcirkelend over het strand vliegen. Nu wordt er wel geroepen en getierd met overtuiging. Misschien is het nog niet te laat. Assasin leek met het tweede deel van een luik waarin de aanval van de gierende harpijen werd uitgebeeld. Getuige de stormachtige intrede, maar dat een tijdje later in het zand lijkt te bijten. Exopolitics steunt dan weer met wankele stelten op een rifje, ik voel het speelplezier niet meer, ik wil naar huis. Zit de speeltijd erop of wordt er voor het belgeluid nog een reeks fratsen uitgehaald. City of Delusion belooft al direct veel goeds, ze zijn weer terug en iemand heeft aan de knoppen in de opnamestudio zitten prutsen lijkt het wel. Daar heb je die kwajongensstreken weer. Ik kon weer lachen.
Ik keek halsreikend uit naar Knights of Cidonia waarover ik een stel kunstminnende muziekliefhebbers hoorde pochen terwijl ze hun muzikale kennis etaleerden als ware het hun eigen ontdekkingen. Hoodoo zat nog te wringen tussen City of Delusion en Knights of Cydonia. Het leek me eerder een opgelopen blauwe plek na de wilde capriolen op City of Delusion.
Maar daar komen de ruiters, ze palmen het veldje in en blazen de loftrompet. Omgeven door toeschouwers die in feestgejoel uitbarsten wordt een feestje gebouwd tussen de assen van de gesneuvelde tegenstander. Terwijl de muziek ontspoort barst het feest echt los.

You and I..We need to fight to survive! Een waarheid als een koe. Ik open mijn ogen, veeg het zand van mijn kleren en wandel terug naar de werkelijkheid. Weeral een ervaring rijker.

Pinback - Autumn of the Seraphs (2007)

poster
4,0
Autumn of the seraphs


Pinback is in feite hetzelfde als kijken naar oude Kapitein Zepposafleveringen, het spookbeeld van de herkenning sluimert er wel doorheen, maar ondanks de herhalingen blijft het altijd even fris en melancholisch klinken. Zwart-wit televisie die je de kleuren er zelf bij laat denken, dat moet het credo van Rob Crow geweest zijn. Never change a winning team. Dacht hij daar waarschijnlijk nog bovenop in een sloganeske bui.
Pinback heeft nooit wakker gelegen van muzikale revoluties en speelt gewoon verder zonder poespas of grillen, in hun eigen huisstijl. Vertrouwelijk en herkenbaar. Muzikale hoogspringers zonder ooit onder hun eigen lat gebukt te gaan, al hebben ze die nog zo hoog gelegd.

De nieuwe heet dus autumn of the seraphs, en als er nu één groep geschikt is om als paraplu voor de septemberregen te dienen of om ons onder de kalende bomen van een mistroostige herfst te loodsen is het wel Pinback. Moet het eigenlijk geen staalkaart van de ironie zijn, wanneer blijkt dat de beste herfstplaat van dit jaar uit Californië komt?
De stranden liggen er nog wel, maar ze zijn bedolven onder de vallende bladeren. Iemand wil zwemmen maar het water is te koud geworden, ergens waait de westenwind maar niemand heeft een paraplu bij. Dat is Pinback, de herfst in Californië.

Op sommige momenten kan ik vloeken dat de zomer voorbij is, dan wordt het weer tijd om de jassen vanonder het gruis te halen en de weemoedigaard uit te hangen terwijl je de weerberichten abusievelijk nagaat op onvoorziene stuiptrekkingen van een zomer. Gelukkig blijf ik nooit hangen in die illusies en zoek ik mijn troost in de platenkast, een plaats waar alle seizoenen evenredig verdeeld zijn, of waar ze inwisselbaar zijn.

Hun vorige langspeler noemde Summer in Abaddon, een contradictio in terminus, want ook daar werd er met zwaarmoedige en donkere indiepop rondgesmeten. Volgens het motto : Alles kan beter moet men gedacht hebben dat enige aanpassingen wel noodzakelijk waren, en als de muziek al goed zat, kan je maar beter de verpakking aanpassen.
Of over vlaggen die de lading dekken deel xxx dus.

Opener from nothing to nowhere begint met een hogere versnelling die we gewend zijn van de heren, je wordt zonder parachute gedropt, zonder kompas, met als enige houvast de woorden die door je hoofd razen. ‘These shadows take care of us, they cover us in the shade’ van zoiets zou je toch al rustiger moeten worden.
In die schaduwen blijven we ook lange tijd rondzwerven, met de kneuzingen die we hebben opgelopen worden alle registers van tijd en ruimte opengetrokken om ons helend naar het einde te loodsen. Het gutst klaagzangen en uit alle windrichtingen komt de regen aanzetten. Er zijn geen donderwolken of bliksemschichten te bespeuren, enkel de zachte regen die overal valt.
De herfst woedt volop, maar onder het bladerdek liggen melodieën om opgegraven en ontdekt te worden. Wanneer je ze gaat verzamelen zullen ze zodanig op je inwerken dat ze hele dagen in je hoofd gaan rijpen tot de herfst weer voorbij is zonder dat je er erg in hebt.
Kortom : In de schaduw is het fijn vertoeven, zelfs al regent het en herkennen we de neerslag zoals ze altijd geweest is.

Ergens is er nog hoop dat sommige dingen nooit hoeven te veranderen. Dat wordt mijn schreeuw van de week ...of van eender welke week.
Autumn of the seraphs is een ode aan mooie herinneringen of herfstregen. Wellicht beiden. Maar welke van de twee ik ook kies, ik krijg er natte ogen van.

Radiohead - In Rainbows (2007)

poster
4,5
Somewhere over the rainbow…


In het oude testament staat een passage waar God de regenboog schiep ter belofte dat er nooit meer een zondvloed zou plaatsvinden. Toen konden de mensen eindelijk slapen met de zekerheid dat ze niet wakker werden tussen de zoutwatervissen of in de armen van een bronstige octopus. Het kan toeval zijn dat Radiohead net nu met een plaat op de proppen komt die ‘In Rainbows’ heet. Want tijdens de lange radiostilte zou je al met vreemde scenarios in je hoofd kunnen zitten, misschien waren zij hun eigen ark aan het bouwen om langs een achterpoortje te verdwijnen langs één van de vele woeste kanalen in muziekland of waren ze ondertussen toch een geniepige kruistocht aan het voorbereiden? Ik dacht aan dat laatste scenario, want ik zou Yorke nooit een Judasrol toedichten, al ben ik dan geen fundamenteel gelovige als het op Radiohead aankomt, maar voor een popgroep die zijn eigen Hoogmis gekregen heeft, wil ik best uit mijn pen kruipen om hen te bezingen, of het dan uiteindelijk een lofzang of klaagzang wordt, dat zal pas duidelijk worden wanneer ik de andere kant van de regenboog bereik.

Natuurlijk vind ik het mijn plicht om ooit eenmaal in mijn leven een Radiohead-recensie te schrijven als ware muziekofiel. Rabiate Radioheadfans hebben Tommeke zijn eigen plaats in het muzikale Lourdes trouwens al veel langer geschonken. Net zoals iedere Moslim ooit in zijn leven naar Mekka moet, of gepensioneerde madammekes de drang voelen om naar Lourdes te trekken, dient iedere muziekliefhebber in zijn leven ooit een Radioheadplaat te beluisteren, net zoals een Nirvana Beatles of Sex Pistols plaat . Welke bevindingen daar ook uit voortvloeien, het is een plicht om één van de grootste architecten van de huidige nieuwbouw in muziekland te bewonderen of te verfoeien want hun constructies zijn nooit puur homogeen geweest of vergankelijk. Steeds gewaagd of tegendraads zelfs. Een Sixtijnse kapel met filmdecors, zo zou je hun OK Computer/Kid A periode kunnen omschrijven. Ook op ‘IN Rainbows’ staat Yorke als verknipte misdienaar zijn hymnen dan te zingen voor de parochie, met zijn zeurstem dus ja..

Voor er messen getrokken worden of dat ik me moet verlagen tot schietstoelschrijven (vluchten voor al het verbale geweld tot mij komt) wil ik zeggen dat ik het wel heb voor Yorke zijn zeurstem, want hij zeurt immers goed, hier ook weer, en de muzikale omgeving is ook zeer te pruimen. De regel met zeurstemmen is in feite simpel. Bijvoorbeeld : Een bezopen trucker met bierbuik moet niet lang tegen me zagen voor ik pissig wordt, maar als het een schone blondine met lange benen betreft, zo rond de twintig à dertig jaar kan ik veel verdragen. Tom Yorke is dus het muzikale equivalent van mijn blondines met de lange benen, die tegenwoordig weer vaker afwezig zijn de laatste tijden maar steeds de kamers van mijn hoofd bevolken. Maar ook voor hem zal ik de komende dagen wat plaats ruimen daar boven, al is het voor een heel andere reden.

Ik heb ze trouwens beluisterd, de vorige platen, alle zes. Het oude en het Nieuwe testament tesamen. ‘In Rainbows’ zou in dit rijtje passen als de grote wederopstanding. Maar het begon allemaal lang geleden, toen ze nog abuiselijk voor een one hit wonder aanzien werden, een idool voor bakvissen en breugelbekken, niets meer, niets minder. Creep was echter slechts de stilte voor de zondvloed van the Bends en Ok Computer waarmee ze hun eigen plekje opeisten tussen de Goden op de berg Olympus. Kid A en Amnesiac waren moderne gedigitaliseerde psalmen en Hail to the thief was dan een samenvatting van de vorige boeken. Met ‘In Rainbows’, lijkt Tom zich op te werpen als martelaar en verlosser tegelijk. Hij is wat rustiger geworden, al is er af en toe nog een wilde uitbarsting te horen wanneer hij in zijn Franse colère schiet. De electronica is wat meer naar de stoffige hoeken van de kamer verplaatst en de cello’s spelen soms euh eerste viool in de ingetogen nummers.

Eigenlijk dus toch wel een Kid A bocht hoor ik mezelf al denken. Een terugkeer of een andere weg? Eigenlijk beiden en geen één van de twee. Deze plaat is weer hermetischer dan het collagewerk en het gefröbel van hun vorige. Al kan deze plaat in het begin wat onsamenhangend klinken, maar eenmaal de cement gedroogd is, staat de plaat toch maar weer als een huis. Genoeg kamers om tot rust te komen, genoeg stemmen en sferen om niet eenzaam te worden, geen structuren om verloren te lopen echter op deze plaat, maar dat zou ook niet bij het bouwplan passen, het is een eerlijke plaat geworden, geen zoekende maar een vindende plaat, minder afwijkend en experimenteel, maar met een echte hartslag deze keer, Radiohead puur en onversneden, die slogan zou ik er onder plakken, als ik mijn geld verdiende op een reclamebureau met het verzinnen van banale oneliners.

Maar oordeel vooral zelf, en of Tom Yorke nu God is of niet volgens sommigen is puur subjectief. Het is net als met God zelf : Of hij bestaat en wij slapen slechts wanneer we hem moesten horen, of we dromen gewoon dat hij echt bestaat.

…en als ik u dan toch op de zenuwen gewerkt heb, of overspoeld heb met mijn religieuze metaforen, en vind dat u te lang door de vergelijkingen moest worstelen om tot de essentie te komen, zal ik beloven dat ik het nooit meer zal doen. Stuur al uw spaargeld op en ik stuur u een persoonlijke regenboog of u denkt maar gewoon dat ik blond ben met lange benen.

Sjaloom..

Scott Walker - The Drift (2006)

poster
4,5
Slechts 3,38 voor deze plaat. Ik heb er een kortverhaal over gemaakt.


We schrijven anno 2087, terwijl de zomer een vlaag van tropische loomheid over de stad wierp rekte ik me nog even uit en graai ik een kapstok waarover een licht beige T-shirt hing uit de kast. Ik kleed me aan terwijl ik door de smalle gang van mijn zomerappartementje kuier. In de keuken dringen de eerste straaltjes zonlicht door de witte gordijnen. Het huis geurde naar schoonmaakprodukten. Op de keukentafel lag een enveloppe die me gisteren tussen twee borrels door in de handen werd geduwd door een zekere afgevaardigde van meneer Velasquez. De naam was me onbekend. Maar in mijn stoute gedachten tekende ik hem als een erudiete persoonlijkheid met een fascinatie voor bizarre akkefietjes en merkwaardigheden. De enveloppe die me vorige nacht in de handen viel tijdens een opkomende waas van dronkenschap lag ongeopend temidden een assortiment aan ontbijtgranen en melkprodukten. Ik hield van een gezond ontbijt en hield vast aan clichématigheden die over de lippen rolden van jan modaal en moraalridders met een papieren tong. Het ontbijt is de hoeksteen van een evenwichtige voeding. De woorden stierven nog niet in mijn hoofd of ik scheurde de enveloppe met een krachtige vingerbeweging aan flarden. Binnenin zat een klein briefje. ‘Kom naar het strand in Cambrils’. Het strand, vorige week hoorde ik een professor met een walgelijke poging tot sociaal gedrag en een te groot maatpak met gespleten tong lullen over een zeker Velasquez, een zonderling die zijn tijd aan het strand van Cambrils verdeed met het vissen en staren naar de weelderige vormen van het vrouwvolk dat zich bezondigde aan een frisse duik. Buiten mijn gewoonten om sloeg ik het ontbijt over en wierp me achter het stuur van mijn pas afbetaalde Chevy, een jongensdroom uit ver vervlogen tijden. Ik spaarde de restjes bijeen en trok mijn stoute schoenen aan. Tien jaren later staat voor u de rechtmatige en trotse eigenaar van een bescheiden sportwagen.
Wanneer ik naar het strand rijd, valt me de oneindigheid van karkassen op die op de asfaltwegen lagen te rotten. De zomer was neergestreken en ging gepaard met een flinke dosis bronstigheid die zich nestelde in de lendenen van een stel op hol geslagen katers. Sommige kattenbeesten beproefden hun geluk met een tragische afloop ten gevolge.
Het is ook weer de waanzin van de mensheid die zich hier in volle glorie en schande etaleert. Gromde ik. Hoe dommer de beesten, hoe minder aarzeling men aan de dag legt om ze te verdelgen of er stomweg plezier in geschapen wordt om de arme beesten te verminken onder het mum van ‘het kan me allemaal niet schelen’. Een slagveld van karkassen over het asfalt in de oneindigheid uitgestrekt tussen velden, bossen en dorpen, symbolisch als het huilende leed veroorzaakt door biologisch fascistische gekken achter het stuur van hun vaartuig.
Ik parkeer mijn wagen en steek wat muntjes in de parkeerautomaat. Ik ben maar wat blij dat ik mijn gemakkelijke sandalen heb aangetrokken. Wanneer ik over het strand wandel streelt het zand mijn tenen en met half dichtgeknepen ogen ter grootte van rijksdaalders zie ik de zonderling in zijn strandstoel zitten. Gapend naar de speling van de getijden van een zee die omvangen werd door een nevel van rood licht van een ondergaande zon en een zwerm meeuwen die cirkels maken in een kurkdroge lucht.
Ik ga pal naast hem staan en werp hem een vluchtige blik. De man was gehuld in lompen en verborg zijn te dikke hoofd onder een bruine vissershoed. Aan zijn handen droeg hij oude handschoenen waarvan de uiteinden verwijderd waren en je enkel zijn geschaafde stompen van vingers zag die met vlijt een lucifertje aanstaken.
‘Meneer Velasquez?’ Vraag ik hem bedeesd. Ik toon hem de brief terwijl hij het eerste trekje van zijn peukje met volle macht naar binnen sleurt.
Hij bekijkt me scheef en blaast een spinnenweb van rook in mijn gezicht.
‘Bent u het? Meneer Stevie’
‘Ja’ Antwoord ik hem met een voorzichtig gefluister.
‘U had achter me gevraagd?’
‘Dat klopt, ik heb op u zitten wachten’ Antwoordt hij terwijl hij zich achter een gemaakt lachje verschuilt. Hij staat recht, bekijkt zijn hand en vervloekt die kramp weer die in zijn vinger was geslopen. ‘De tijd is niet mals voor ons, meneer!’ Klaagt hij, mij aankijkend alsof ik de oplossing van zijn probleem in handen had.
Ik volg hem naar de parking terwijl hij zich mankend op één poot voortsleept door het zand.
‘Het is niet zo ver meer, ik sta erop dat jij rijdt, mijn oude dagen beperken mijn inzicht en mijn reactievermogen, alsof ze me willen klaarmaken voor mijn stille dood.’ Vloekt hij.
‘Onder de aanwijzingen van de oude malloot stuur ik het oude sputterende vehikel, dat hij een Volkswagen placht te noemen naar een schuurtje een steenworp van de kust verwijderd. Tenminste als je een sterke arm had en goed kon werpen. Precisie was wellicht niet zijn sterkste kant. Hij doet me teken dat ik de motor moet stilleggen en lonkt me met die oude vingerstompjes naar de schuur. Met veel gekraak en gepuf opent hij de oude aftandse deur die een pikdonkere kamer bewaarde. Door de kleine gaatjes in het hout sijpelde een zuinig lichtje binnen. Hij haalt een imposante sleutelbos boven en wandelt naar de linkerhoek van de schuur.
‘Hebt u nog even geduld?’ Vraagt hij me, alsof ik veel keus had om die vraag neeknikkend te beantwoorden.
Hij tilt een plankje op waaronder een grote houten kist ligt, bedekt met een leger aan stofdeeltjes. Met een korte zucht blaast hij het stof weg dat door het binnenste van het schuurtje begint te dwarrelen. Hij haalt een koperkleurige sleutel te voorschijn en opent het kistje.
‘Hier is het!’ Zegt hij me, nu klonk het alsof er een vlaag van enthousiasme door zijn stem klonk.
Achter verbaasde ogen stond ik te staren naar het vierkante ding dat hij tussen zijn vingers geklemd hield.
‘Wat is dat?’ Vroeg ik hem niet begrijpende.
‘Dat is The Drift meneer! Zijn hand reikt naar de mijne. Aarzelend neem ik het kleinood in ontvangst.
‘Heb je thuis een degelijke installatie staan?’
‘Ja!’ Antwoord ik. Wilt u dat ik deze ga luisteren?
‘Uiteraard’ Lacht hij schalks, hij legt zijn verrimpelde arm om mijn schouder en mompelt : ‘Als je de waanzin van de wereld met eigen oren aanhoort hebt, kom dan terug naar hier! Ik zal hier op je wachten’.
Ik sta verstijfd, mijn bloed lijkt veranderd in stromend ijs. Als naalden die in mijn hart steken dat een berg ijs rondpompt door mijn aderen. Ik kreeg geen woord meer over mijn lippen. Ik wil hem nog iets toeschreeuwen, maar opeens is hij verdwenen.
Verward stap ik terug naar mijn wagen, de zonderling had me achtergelaten als dood en ik moest de hele weg terugwandelen op mijn arme sandalen. Opeens was hij verdwenen… spookte hij door de nevelen van mijn geest, of was hij echt? Wat wil hij me vertellen?
Ik wil zo snel mogelijk terug naar huis, ik werp een blik naar het strand, de zon werpt een warme gloed over mijn wangen, een glimlach tovert zich op mijn gelaat. Het zal wel allemaal niet zo erg zijn, grijns ik.
Thuisgekomen onderwerp ik mezelf aan een gigantisch middagmaal om het verlies van het ontbijt goed te maken. Ik staar nog eens naar het cd-doosje. ‘We hebben een afspraak’ fluister ik. Snel wandel ik naar mijn kamer,sluit de deur en duw de oordopjes van mijn hoofdtelefoon in mijn oren. Slaghamer en aambeeld maken zich klaar voor een confrontatie met een ensemble van noten, ritmiek en sfeerscheppingen. Ik leg me op het bed , symmetrisch in het midden en sluit de ogen. Mijn vinger drukt de play-toets van mijn cd-speler in…..

Een week later

Ik sta in de deuropening van de oude hut te wachten. Een gevoel van angst hangt als een aura om mijn vege lijf. Velasquez, waar zit die kerel? Opeens vormen zich de pennenstreken van een silhouet, een schaduw die danst op de houten muur van het hutje.
‘Ben je terug?’
‘Je zei dat je hier zou wachten!’ Antwoord ik hem.
Hij kwam me over als een geniepigaard die graag katjes in het donker kneep.
Opeens neemt hij me vast en die façade van een zonderlinge gek smolt weg.
Hij begon te schreeuwen alsof de woorden zijn strot lieten bloeden.
‘Heb je het aanhoort? Zeg me of je diezelfde angst voelde!?’
Ik duw hem van me af, zijn plotselinge uitbarsting deed me schrikken.
‘Het was angstaanjagend, alsof je achterna wordt gezeten door de dood op een losgeslagen paard. Het is een meesterwerk dat je komt najagen tot in de krochten van je ziel!!’
‘U begrijpt me’ Zegt hij terwijl hij het zweet van zijn voorhoofd veegt met een natte doek.
‘Ik heb nachten niet kunnen slapen, ik ben ten einde raad!’
‘Kalmeer!’ Gebiedt hij me dadelijk. ‘Dit is nog niet alles!’
Ik schrik me te pletter. Mijn lichaam voelt aan als een cactus die plat wordt geperst door een ijzeren vuist.
‘Volgt u me even mee, u gaat uw ogen nooit geloven’ Sist hij. Ik neem zijn arm vast en hij leidt me door die opening in het schuurtje. We wandelen door een labyrint van gangen die omgeven werden door dreigende duisternis en denkbeeldige griezels die achter de hoeken schuilden. Plots blijft hij voor een zware deur staan. Zijn hand glijdt over de structuur en hij schudt zijn hoofd eventjes.
‘Volgt u me!’ De deur wordt opengeduwd en hij wandelt naar een stapeltje documenten dat in de hoek gedrukt lag van deze vochtige kamer.
‘Kijk!’ Schreeuwt hij. Aanschouw het onrecht met uw eigen ogen die u van uw moeder gekregen heeft!
‘Ik staar naar een blad papier in A4-formaat.
‘Wat is Musicmeter?’ Vraag ik hem snel.
‘Is je geheugen een zeef?’ Ze hadden gelijk, die Alzheimer heeft je grondig te pakken!’
‘Het is ook niet iedereen gegund om 110 jaren te mogen slijten op deze aarde’ Dien ik hem van repliek. ‘Maar wat is Musicmeter nu?’
‘Een graadmeter, een orakel, een sprankelende bron van informatie en gekruide meningen over platen en cd’s. Kijk goed!’
Onder het prentje dat verdacht veel leek op de afbeelding van de platenhoes stonden enkele sterretjes. Ik lees de score en trek meteen wit weg…… ‘3.38’
‘Hallo! Bent u er nog!? Meneer?’
Ik lag in doodsreutels tegen de vloer van die ondergrondse kamer. Hij neemt me in een brandweergreep en sleept me als een heldhaftige strijder naar boven.
Wanneer het zonlicht op mijn gelaat danst, kom ik weer even bij.
‘….3.38, maar het is een meesterwerk!!’ Stamel ik.
‘Dat klopt, en het klopt niet’ Zegt hij zachtjes…..kom mee naar het strand, ik heb je een belangrijke les te bieden.

Op het strand lig ik met de onderhelft van mijn lijf in het water, terwijl golfjes een spel van ritme en verkoeling over mijn benen laten klotsen.
‘Je moet begrijpen dat…..’ Hij twijfelt even, ik ben nog altijd niet goed bekomen van het avontuur.
‘Je moet begrijpen dat een meesterwerk slechts bestaat in de ogen van degene die het een meesterwerk noemt, er bestaat geen algemene consensus, zeker geen objectieve consensus over wat iets tot een meesterwerk maakt.’ De meesterwerken bestaan alleen in jouw subjectieve wereldje. Probeer niet om de grote lijnen van de kunst te verklaren aan de hand van een collectieve waardering.’
‘U zegt?’
‘Snap je het dan niet? Frans Bauer verkoopt duizenden platen, wil je zeggen dat hij pure kunst maakt, is kunst pas kunst als het de goedkeuring van een braaf knikkende maatschappij krijgt?
Of is het ware meesterwerk voorbehouden aan een elite?’
‘Ik zou het niet weten!’ Antwoord ik hem. Een gretige lach vertrekt van zijn gezicht en plooit zijn mondhoeken naar boven. ‘Haha, je zal het ook nooit weten! HET meesterwerk bestaat niet! Beeld je eens in dat er een meesterwerk bestond waarover iedereen het roerend eens was. Nee het maakt niet uit, neem nu bijvoorbeeld muziek. Het zou gedaan zijn met platen maken omdat de climax bereikt is.
Het is de subjectieve kracht die een universum aan creativiteit en bezieling laat bloeien.’
Ik begreep zijn boodschap, opeens werd alles duidelijk.
Hij fluit op zijn oude vingers en een bus blonde maagden komt het strand opgestormd.
‘Ziet u meneer, laten wij ons tegoed doen aan de schoonheid en de verdorvenheid die deze dag ons hier biedt. Laten we klinken op onze overwinning die in ons ontloken is. We zullen onder het spel van een roerende zee die over het witte zand glijdt en de aanwezigheid van de blonde maagden ons tegoed doen aan de verlokkingen. Wanneer de lucht kopergrijs kleurt en de regen huilend dit strand in een modderpoel veranderd zullen we slechts onze kruisvaart staken.
‘Ik knipoog naar hem en voel de warmte door me heen stromen. De meeuwen brengen een serenade van gekrijs. Ik sluit mijn ogen en besef me dat ik weer een belangrijke les geleerd heb vandaag.
Einde

Serena Maneesh - Serena Maneesh (2005)

poster
4,0
Serena maneesh

Een Transamerikaanse snelweg, een vreemdeling reikt zijn hand naar de mijne, wees niet bang. Ik zal je meevoeren naar die herinnering. Ik zal je door een universum leiden van wilde tienerklanken, van ongepolijste klanken die zich jouw herinneren, die een hoofdstuk van je leven inkleurden.

Serena Maneesh is een tijdmachine voor mensen die nooit wilden dat tijd bestond. Voor mensen die het genot van jong te zijn als een state of mind willen koesteren.

Waar is tijd…wanneer is tijd?
Wanneer je de ogen sluit, bestaat tijd niet meer…
De vroege jaren 90, het vooruitzicht op de adolescentie die zich aanbood als een onbekende reis, ik fotografeerde de omgeving met mijn gekwelde en verliefde blikken. Een puber die een fotoboek maakte over die mooie levensfase, van schoolse perikelen, venijnige kopstoten van een eerste verliefdheid en een realiteit die zich tussen het laveloze weekend en de noeste schoolweek ophield als de schipper van mijn adolescentie. Tijd is relatief, dat besef ik me maar al te goed, tijd is een constructie van ons, mensen, die een houvast zoeken op weg van het verleden naar de toekomst, in dat heden worden de herinneringen geschapen, de eerste kus, de eerste sigaret, de eerste strafstudie, de eerste keer naar 120 Minutes kijken op MTV, de eerste keer My Bloody Valentine, The Jesus and Mary Chain.

Serena Maneesh dus, presenteert zich als een flashback naar die goeie ouwe tijd, in mijn gedachten zwerf ik weer stomdronken over dansvloeren en staar ik weer met een verliefde blik naar het vrouwelijk schoon. Vroeger was toch echt alles beter…

De muziek dan, de muziek van Serena Maneesh, schatplichtig aan de geschiedenis, aan iconen zoals Jesus and Mary Chain, the Stone Roses, aan Chapterhouse, schatplichtig aan mijn jonge herinneringen. Deja Vu? Deja entendu? Ja, maar nooit zo expliciet aanwezig hier als op deze plaat. Fuck off! Subjectiviteit meneer! Nostalgie! Wellicht ja, maar mag dat dan niet?
De Trans-Amerika express raast door, laat het stof opwaaien, laat de gitaren meehuilen en scheuren in het wegdek verschijnen spontaan.
Tijd, verleden en toekomst bestaan slechts als jij dat wil, en zandlopers bestaan slechts voor commerciële doeleinden, maar net als een plaat kan het zand des tijds stormen ontketenen waarin het heerlijk is om verloren te lopen.
Leve die oude tijd! Durf ik dan te roepen en dat gevoelens tijdloos zijn, en dat ik dat geweten zal hebben.
Die snelweg bestaat, je hoeft gewoon je ogen te sluiten en te luisteren.
Vroeger was alles beter, maar dat had ik al gezegd dacht ik.

Tapes 'n Tapes - The Loon (2006)

poster
4,0
Never judge a book by it's cover, dat is een waarheid die je als handleiding euh ter hand kan nemen en niet enkel het voorrecht geniet van literaire escapades, we kunnen stoutmoedig zijn en die wijsheid toepassen op een scala van objecten, in dit geval de hoes van een merkwaardig plaatje. Als we die waarheid niet respecteren zien we de bomen door het bos niet meer. In dit geval zijn het fluorescerende bomen die eendrachtig de vertakkingen in mekaar slagen. Spuuglelijk of grote kunst? De waarheid ligt in het oog van de aanschouwer zoals men placht te zeggen.

Hoe kon ik met onschuldige ogen dit kleinood aanzien en nadien pas beseffen dat de hoes een metafoor is voor het geluid op deze plaat, een plaat die een wagon van muzikale reizigers in de vorm van noten, ritme, hooks en riffs doorheen enkele decennia muziekgeschiedenis laat reizen. De schreeuwlelijke kleuren zijn achteraf bekeken de manifestaties van diversiteit en de verstrengelde vertakkingen van de stillevens de spreekwoordelijke uitweidingen en zijwegen die bewandelt worden op dit plaatje. Meneer Josh Grier heeft goed opgelet in de lessen muziekgeschiedenis en popcultuur en verzamelde sporadisch stukjes DNA van muzikale grootheden die hij liet versmelten met zijn eigen geesteskinderen, het resultaat is een plaat die het gemiddelde aanbod van een bescheiden attractiepark jaloers zou maken. Die geestdrift wandelt als het ware met gemak doorheen de hele plaat en er wordt als het ware met de vingers in de neus gemusiceerd, wat zich uit in vreemde uitstapjes naar reeds ontgonnen territoria, maar die niet ingekleed worden met de gebruikelijke trucjes uit het handboek, dit zijn ware anarchisten en ze zijn er trots op. Die postmodernistische bomenprent was ik al lang vergeten.

Het is niet iedereen gegeven om hun muziek met toeters en bellen te behangen zonder dat het geheel een bombastische indruk krijgt, of dat het resultaat lijkt op een geforceerde collage van muziekknipsels en notenpuree. Onze vrienden slagen met overtuiging in hun kunnen en lijken klaar te zijn om verloren gelopen bosgangers naar de thuishaven te leiden onder de muziek van een soundtrack die deze gretige jonge wolven op de wereld loslieten als een statement van creativiteit, je hoeft niet aan de bomen en struiken te schudden om te weten dat het ritselt, zo ook hoeft men geen conservatoriumstijfharkerigheid aan te meten om kwaliteit en spitsvondigheden te herkennen.
Nul voor de hoes en achttien op tien voor het plaatje zelf, samen is dat een goede negen op tien, in musicmetertaal is dat dan weer een 4.5 en in Stevietaal is dat gewoon een meer dan puike plaat.

The Mars Volta - Amputechture (2006)

poster
4,0
copy/paste van mijn review op een ander forum.

Toen At The Drive In ter ziele ging was ondergetekende dagenlang in een tijdelijke depressie gesukkeld. Het afrocombo Rodriguez en Bixler moet mijn leed met droeve ogen aanschouwd hebben,want een tijdje later was The Mars Volta geboren.
Wanneer je het over een Mars Volta plaat gaat hebben, moet je beseffen dat je een sprong gaat maken naar territoria die ver verwijderd liggen van de conventionele omheiningen van de muzikale doorstroming. Ze zijn ontsnapt over het ijzeren hek en zijn op verkenning geslagen in een eigen ontworpen universum van klanken en creatieve doorreizen. De muziek lijkt zich voort te slepen naar steeds onbekende locaties en de trips zijn nooit zonder kleerscheuren.
De derde worp alweer, als we De-loused en Frances als respectievelijk worp 1 en worp 2 mogen beschouwen, en natuurlijk mogen we dat. Weeral een plaat met ballen, en om een mooie voetbalmetafoor te gebruiken, aangezien het WK volop in de belangstelling staat, kan je toch weer een opmerkelijk verschil vaststellen. Op De-loused werd er op muzikaal vlak veel buitenspel gespeeld en werd er geflirt met overtredingen, Frances moest het dan weer hebben van verlengingen en dieptespel. Amputechture lijkt in weze op een ploeg die de nodige speelervaring heeft opgedaan en die zichzelf in techniek en samenspel geperfectioneerd hebben. Er wordt nog wild rond geschopt en breed over de flanken gespeeld, maar hier is alles mooi in organisatie gegoten. Gecontroleerde gekte, nee geperfectioneerde gekte is een beter woord.
De plaat lijkt op één lange sonische trip door het melkwegstelsel, met sporadische versnellingen naar warpspeed en eventuele planeten die dienst doen om tot rust te komen na de gevaarlijke reizen.
Hoe beluister je het best deze plaat?
Bekijk de hoes, behang de kamer met een terugkerend patroon van dit plaatje, hang een black light op de kamer, ledig een fles whisky en staar naar het plafond. Dit zou in de buurt komen qua sfeer die de plaat uitstraalt.Amputechture is een samensmelting van amputate en architecture. Een plaat die even geschift is als een psychopaat die ledematen gaat afzagen en even vernuftig als de bouw van de piramiden.

Een zeer rustig begin van deze plaat, we verlaten de aarde en kijken nog eens achterom terwijl we ons voorbereiden voor de lange reis naar de onbekende bestemming. Cedric heeft een saxofoon meegenomen die in bijna elke song zijn verhaal mag komen vertellen. Er is meteen een relaxed sfeertje, maar daar zal snel verandering in komen als planeet tetragrammaton in zicht is. 16 minuten heen en weer getrek, rustig en snel, hard en zacht. Als alles voorbij is moet je je haren weer in de plooi leggen en je opmaken voor Vermicide ook weer tamelijk rustig voor Voltabegrippen, en doet nog het meest denken aan Eriatarka.
In Asilos Magdalena lijkt het alsof we zijn teruggekeerd naar de aarde ergens op een balkon in Spanje omdat Cedric zijn sigaretten vergeten was. Wat we horen is een stukje traditionele Spaanse muziek met dito vocalen. De sangria valt uit de hemelen terwijl we rustig liggen te zonnen. In de verte komt een dreiging, we worden schalks overmeesterd en beseffen dat het een droom was wanneer we in het geweld van Viscera eyes en day of the baphomets worden gesleurd. Een intergalactische dreiging en een heuse oorlog in ons melkwegstelsel, gelukkig word er met grote toewijding en eendracht gestreden. De vijand druipt het af, en we eindigen op een vreemde psychedelische planeet voor een kopje thee. Weeral een rustig moment om af te sluiten, net zoals de plaat begon.

Opmerkelijk is toch weer de progressie, en dan bedoelen we vooral de controle en de uitvoering die hier tot in de puntjes verzorgd is. Op de-loused was het ontspoorde chaos en instrumenten die mekaar bekampen. Hier is de vrede gekeerd in de rangen en word er zij aan zij gestreden. Georganiseerde chaos en gekte tot op de spil gedreven.
Frustro- indiemalloten en elitaire snobs zullen waarschijnlijk weer de nodige commentaren hebben bij het gebruik van de tempowisselingen, soundeffects en uitwijdingen, en weer staan schreeuwen van 'geen progressie', ik zal geen namen noemen.....Kuch...pitchfork....nu al de beste plaat van het jaar. Een tien en dat geef ik niet vaak.

Ik ben in het kader van architecturale activiteiten reeds een muurtje aan het metselen voor de huilende en klagende critici die zichzelf vooral voeden met de middelmatigheid en de conservativiteit in muziekland en zich straks op het muurtje hijsen om hun gal uit te spuwen terwijl ze de menigte toespreken...22 augustus ligt de plaat in de winkel, dan zou de muur ook af moeten zijn. Ik nodig iedereen uit om met bakstenen te komen smijten vanachter de grote eik, mik tussen de ogen en tussen de benen, u zal er alleen maar wel bij varen. Als het muurtje afbrokkelt hebben we de term amputechture ook nog de nodige eer aangedaan.

Een plaat om in te wonen, ik vertrek een tijdje uit mijn vertrouwde omgeving en ga daar dan ook even vertoeven. Iedereen is welkom om mee te gaan
Jullie moesten al vertrokken zijn. Pak jullie fietsen rukkers!

10/10

The Shins - Wincing the Night Away (2007)

poster
4,0
Ik ben van mening dat alle goede dingen uit drie bestaan, en gelukkig heb ik de geschiedenis en een leger godvrezende helden achter me staan in deze stoutmoedige gedachte. We hebben iets met de drievuldigheid, of die nu heidens of heilig is, dat maakt ons in eerste instantie niet uit. We hebben iets tastbaars nodig, een onplaatsbaar gevoel...
De eerste twee pareltjes van the Shins lieten me voelen, wat zeg ik, het was een bewijs dat de geest van de jaren zestig niet enkel vast roestte in het hoofd van overjaarse hippies of dat de Volkswagen Kever in die tijden het asfaltdek aan gort reed in witzwart- films. Het was een bewijs dat de jaren zestig nooit echt weg geweest zijn, ze zijn gewoon verdrongen door de vloek van een alweer nieuwe generatie en dito tijdsbeeld, elk decennium krijgt opdoffers, krijgt eerst de nodige speelruimte, nestelt zich in de collectieve zandbak van het geheugen, hemelt zichzelf op en moet dan weer opkrassen. Het is het lot van elke flower power hippie, elke late seventies punker of jaren tachtig miami vice-wannabee om van de ene op de andere dag een slag in het gezicht te krijgen. Word wakker, de tijd heeft je ingehaald. De winterslaap eindigt.
Bestaat er dan nog een ankerpunt, een baken dat vanuit die modderige ondergrond der vergetelheid nog krampachtig licht uitstraalt?
Uiteraard is het antwoord ja. Elke hype, elke glorieperiode gaat door een golfbeweging, ze duiken onder de radar, lijken verdwenen, maar komen steeds terug. The Shins en de sixties hebben ook weer hun terugkeer gemaakt, de erfgenamen van the beach boys en the byrds. De zilverwitte stranden liggen er nog steeds, een zwerm vogels duikt weer op alsof ze nooit weg geweest is. er zijn nog steeds good vibrations, de melancholie bestaat nog steeds in elke muzikale millimeter, en als er iets is wat the shins altijd goed konden, was het wel het verpakken van emotie, melancholie en loepzuivere pop in elke vierkante millimeter, een muzikaal aannemersbedrijf als het ware, maar veel subtieler en zachter dan de gemiddelde betonmolen waarmee elke aannemer pronkt.
De nieuwe plaat opent met sleeping lessons, een psychedelische neongekleurde dagdroom waarin een stem zoekt naar warmte, een gloed spoelt zich over de droom, het is nog slechts een illusie van wakker worden, maar opeens scheurt er iets en breekt de dageraad aan, scheurtjes op een ruit die spoedig uiteenbarst, het levensritme stapelt zich op, versnelt. We worden helemaal wakker met de feelgood pop van Australia, down under huppelen we met kangoeroes en banjo spelende wasberen tussen de noten door, zo veel plezier, ze zouden het moeten verbieden. Rare jongens die Australiërs.
Pam Berry kruipt door het oog van een onweer en een nog geen volle minuut bijna statische dreiging, die snel overgaat en genezen wordt met phantom limb. Bijna vijf minuten muzikale verliefdheid, de lente is in onze contreien ver weg, maar het lentegevoel is gelukkig ondertussen al gelokaliseerd. Hulde voor de viool die een schitterende rol vertolkt in sea legs, een haperende muziekdoos die gekoesterd word door een nachtelijk strandsfeertje, onbezorgde helden zijn het soms toch wel. Lieflijker als Red Rabbits worden the Shins niet, een anthem voor romantici, slapeloze dagdromers en mensen die eeuwig de verstrooide tiener willen blijven. Het middelpunt, orgelpunt en hoogtepunt van het album.
Turn on me : de byrds anno 2006, eigenlijk dus 2007 want de plaat komt pas in januari uit.
Gelukkig, als het om mijn zielsgeluk gaat, wend ik mij tot andere middelen om mijn wachttijd in te korten. (hehe) Ik was ook enthousiast over het laatste drieluik (daar heb je er weer eentje), waarvan girl sailor nog het meest aanleunde bij het oude werk, maar vooral split needles was ook bijna vier minuten zweven, en ik had deze keer niet aan de spacecake gezeten.

Nu : Is deze beter of slechter dan 'Chutes too narrow' of 'Oh inverted world' Meneer Stevie?
Moeilijk, deze plaat heeft meer gelaagdheid, laat zich minder snel beoordelen. Feit is dat de shins bij mij weinig verkeerd kunnen doen, wat wel opvalt is dat er hier een paar nieuwe dingetjes aangewend worden, waren de vorige twee verloren gewaande blauwdrukken uit de jaren zestig, neigt de sound hier soms in de rustigere stukken naar de jaren zeventig (Pink Floyd zum beispiel) in de speelse naar de jaren tachtig( de meer poppy geluiden van the cure) en zelfs godbetert de eenentwintigste eeuw is aanwezig, want toevallig bestaan de goede dingen soms uit meer dan drie. Weeral een toeval om blij van te worden. Releasedate 23 januari, nog wat tijd om een bescheiden winterslaap te houden.

The Velvet Underground - The Velvet Underground & Nico (1967)

poster
5,0
Deze plaat lijkt wel gemaakt te zijn als introductiegids voor rondreizende aliens, die onze planeet komen bezoeken/vernietigen. Dat lijkt althans de hele opzet van deze tour de force.

Een aantal straffe muzikanten, die elk hun eigen kleur toevoegen aan dit palet, dat de nachtelijke sfeer beschrijft van een wereldstad, die zakenlieden, pooiers, hoertjes, wannabees, wannadies, filosofen en kunstenaars herbergt. Een soort Dickens voor de jaren 60 extravaganza en verdorvenheid van een stad die haast bezwijkt onder haar eigen status.
Waar anders worden sfeerbeelden als verliefde tienermeisjes loomheid(Sunday morning) en nerveuze junkies wachtend op een shot (waiting for the man) verweven alsof het een beeld van een doordeweekse dag portretteerd, om even later in de SM-kelders te duiken met wulpse verleidsters, die zich als een kronkelende Lorelei over de met LSD-trips besmeurde vloeren van een obscure nachtclub voortbewegen. De stem van Nico ademt een sfeer uit die tegelijkertijd dood en seksualiteit in zich vasthoudt.
Heroïneshots, smerige gitaren en violen die je met bezwerende krachten trachten te versmachten, in kunstvorm gegoten door een collaboratie van proto-punkers, die voor het geval er een apocalyps aankomt, een tijdsbeeld vastleggen, dat voor het eventuele nageslacht,
reizigers uit het Andromedastelsel of archeologen uit de 25e eeuw even schokkend, verrassend, inventief en levensbevestigend is, zonder zijn eigen persoonlijkheid te verkopen als dezelfde zieke persoonlijkheden waarover de plaat zelf handelt.

En dan moeten we onszelf afvragen wie er nu eigenlijk de buitenaardsen zijn. Voorlopig houden we het maar bij een kopje Campbell's Tomato Soup om na te genieten.

TV on the Radio - Return to Cookie Mountain (2006)

poster
4,0
Ik ben verzot op koekjes, meneer Stevie lust er wel pap van, ik laat me dan ook niet gauw van mijn melk brengen al pretendeert men dat de druiven nog zo zuur zijn, met zo’n mooie titel wil ik dit op z’n minst een waterkansje geven, en aangezien TV On The Radio er kaas van gegeten heeft en de soep nooit zo heet wordt gegeten als ze wordt opgediend waag ik me dus maar aan mijn eerste smaakbeurt.

Tot zover het culinaire ontbijt van deze dag. Ik kijk even op mijn horloge en zie dat het stilletjes aan tijd wordt om mijn reis voor te bereiden, een goed stel bergschoenen, niet zo verbaasd kijken ik pen het enkel neer als metafoor voor een goed stel oren dat zich opmaakt om hieraan te beginnen.
Ik hoop op een gunstig bergklimaat, geen tierra fria maar tierra caliente temperaturen want de zomer is bijzonder heet en een shock-effect is het laatste waar ik op hoop.

Meteen staar ik naar de bergtoppen die zich hullen in nevelen, flarden muzieknoten en allegaartjes van instrumenten die fijnversneden en fragmentarisch verpakt tussen de scherpe rotsen naar beneden tuimelen wekken meteen bij mij een donkerbruin vermoeden dat deze beklimming geen sinecure zal worden. I was a lover, ik geloof je meteen aan het moeizame stotterende meesterwerkje dat zich probeert vast te klampen, niet dat het zou uitdraaien op een uitschuiver, eerder op een wispelturige beklimming, alvast een schitterende start.
Hours kabbelt wat rustiger voort, al sluimert er door heel deze plaat, deze cookie mountain een duistere dreiging die nooit echt expliciet uitmondt in fysiek geweld maar eerder als een waarschuwing boven het hoofd hangt, verscholen tussen de wolken en de nevelen en je plompverloren overvallen wordt door angst. Province duikt op, meteen denk ik aan David Bowie, de lucht kleurt rood, we blijven nog even in dat rustige plekje in de schaduw, glamrockinvloeden op een bedje van dromerige pianoklanken, Bowie had het wellicht niet beter gekund, en dat is geen verwijt naar Bowie maar eerder een compliment aan de televisiemensen van de radio.
Losgeslagen drummers, een riff die boosaardig op de achtergrond zit te bijten, een synth die uit de spelonken van deze stenen mastodont kruipt, tel dat bijeen en je hebt playhouses Daar komt die locomotief die onverschrokken en als een smerige anarchist zijn eigen sporen uittekent, wolf like me…..en me like…a lot! Meteen worden we naar hogere sferen gebracht, je kan maar best je armen en je hoofd in het karretje houden of je zou wel eens tegen een puntige rots kunnen botsen, we lijken een tussenstation te passeren, het ding neemt even een beetje gas terug, en raast dan als een sneltrein weer naar beneden, ik heb nog steeds last van een whiplash, eentje waar ik met veel plezier op terugkijk, een contradictio in terminus zegt u? Luister dan zelf maar kom niet klagen dat ik u niet gewaarschuwd heb!
Let The devil in bedient zich dan weer van een strompelende drumsound, mompelende bas en een gitaar die ergens doorheen het geheel zit te krassen. De duivel zit een deuntje te fluiten en wandelt stilletjes naar de rand van het gebergte, grijnzend loert hij over het landschap, een koortje barst uit in gezang, this is hardly the method you know.
De nacht valt, een eenzame ster valt, de stilte valt, een pompend basgeluid moet het bloed weer laten stromen, dirtywhirl, zou die storm ons meenemen en onze botten breken tegen deze stenen constructie? Ik hoor woorden als destroyer vallen en vrees dan ook het ergste, al is het slechts een frustratie die hier met verf op plaat werd gezet, de storm loeit maar de nakende dood was slechts een spookbeeld dat zich in mijn gedachten drong.
Een moddervette riff draagt Blues from down here door een tunnel van duisternis, dat gestaag verandert in een spooktochtje. Waar blijven de koekjes? Ik heb een pauze nodig.
Die ik krijg in de vorm van tonight, dank u wel, even een kampvuurtje bouwen en met wat warme koffie en koekjes achterover leunend van de sfeer genieten.
Er wordt, hoe kan het ook anders, afgesloten in stijl, een plaat die van begin tot eind klopt.
Nu ik het landschap een beetje doorkruist heb en de gevaarlijke stukken ken als mijn broekzak ga ik de volgende keer terug om dat cookiemonster te zoeken, volgens mij zit hij er nog. Ik zal terugkeren naar de Cookie Mountain.

Vampire Weekend - Vampire Weekend (2008)

poster
4,0
Vampire weekend, het zou pakweg een medicijn voor mistroostige pubers kunnen zijn en het vervelende briefje dat meestal onderstevoren achtersteboven in het doosje bijgesloten zit (de bijsluiter in populistische kringen genoemd) zou als volgt kunnen luiden :

- Gebruik tweemaal per dag in geval van zwaarmoedigheid.
- Wijselijk aan te wenden in volledige afzondering of quarantaine.
-Kan goedgeluimdheid veroorzaken, in geval van hartkloppingen of duizeligheid door het overdadig rondspringen gelieve het decibelverbruik in te krimpen of stante pede een periode van platte rust in te lassen.

Voorkomen is beter dan genezen zullen we maar zeggen want het swinggehalte neemt hier immers duivelse proporties aan en ik wens niemand pijnlijke ledematen toe. (Daar dient het weekend voor..)


Vampire Weekend is afkomstig uit New York, maar die insinuaties gooien ze al meteen van zich af op dit plaatje.
De groepsnaam verhoudt zich echter tot de muziek op deze plaat zoals een krop sla tot een esspresso-machine, m.a.w. eigenlijk is hij zo misleidend als de pest. Maar dat geeft immers niet, want met het vreselijke carnavalseizoen voor de deur heb ik sowieso geen behoefte aan dronken bloedzuigers op praalwagens.

Waar het dan wel om draait is de muziek uiteraard, en die blijkt heel wat handiger in elkaar te zitten dan eender welk dwaas kostuum want gek genoeg laten ze het stukken makkelijker lijken dan het allemaal is; de piramiden zijn ook gemakkelijk te bekijken laten we maar zeggen. Constructiewerken horen of zien we niet altijd.

Het is een knap in elkaar gestoken debuutplaat. Een plaat die een goede vierendertig minuten aan de prozac zit en niet verlegen zit om muziekjes uit verschillende klimaatgebieden te bottelen tot een fris geheel. Een plaat die zowel de plaatselijke bevolking van een Savannedorp als de hipsters uit Londen en New York en houterige critici op één en dezelfde dansvloer kan scharen. Wie durft er hier te beweren dat muziek geen etnische verschillen kan wegvlakken.?
Ja, het stuitert, schopt, krolt en kronkelt in het rond en houdt met niemand rekening.

Als men mij het mes tegen de keel zou zetten en ik binnen de vijf seconden wat invloeden moest laten vallen zou ik denken aan Graceland, Costello, The Cure enTalking Heads (om daarna met een welgemikte trap in het kruis mijn vel te redden, held die ik ben, maar dit com-pleet terzijde).

Graceland? Ja, die plaat van Paul Simon idd, maar daar werden de folkloristische muziekjes over een zwaarmoediger pad naar huis gesleept, terwijl het hier een vakantietrip vol plezier is, blaren en jetlags niet in de prijs gerekend. Ik zou zelfs declareren dat deze jongens zwarter zijn dan 50 Cent, ...maar dat wil eigenlijk weer niet veel zeggen besef ik me eigenlijk.

Costello? Ja, vooral dan de jonge pukkelversie, ik zie hem zo 'Mansard Roof' zingen met evenveel bravoure en enthousiasme. Enthousiasme is wellicht ook het sleutelwoord waarmee ik deze plaat wil 'stickeren'.

The Cure? Ja, 'A-Punk' zou muzikaal in dezelfde familie van "Boys don't cry" kunnen gedijen, ...zo ergens between a train and a subway.. voor de kenners onder ons.

Talking Heads? Ja, dezelfde geestdrift en experimenteerdrang met bijvoorbeeld uitheems geluid zonder ooit het product op de tweede plaats te laten komen. Het is die finesse die soms verloren gaat bij groepjes die een minder 'voeten-op-de-grond-gehalte' hebben.


Gooi dit alles in de blender, giet het resultaat in een longdrink glas , besuiker de randen (niet te veel, finesse remember?) en drink rustig op terwijl u geniet van alle kleuren, smaken en samenstellingen.

Ondertussen kan u lustig in het rond springen, maar houd rekening met de bijsluiter of laaghangende lusters.