menu

Hier kun je zien welke berichten ArthurDZ als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Adorable - Against Perfection (1993)

4,0
De Arthur-Recensies deel 11: waarin Arthur zich opnieuw een echte OOR-recensent waant

Er wordt wel eens gezegd dat kutmuziek uit het verleden snel vergeten wordt zodat jaren later alleen de echt mooie nummers van een periode overeind blijven in het collectieve geheugen. Een theorie waar ik doorgaans wel achter sta, want komaan, wie kent tegenwoordig Get Ready nog bijvoorbeeld. Wie? Inderdaad! Maar soms, soms kan het gebeuren dat een artiest of band die aan de goede kant van de streep staat, toch niet door de mazen van het net weet te glippen.

Want ergens tussen My Bloody Valentine, The La’s en de vroege Blur in vinden we Adorable. Een band die slechts heel kort heeft bestaan, amper twee albums heeft uitgebracht en anno 2012 totaal vergeten lijkt te zijn. En waarom eigenlijk?

Want het debuutalbum van Adorable verpletterd. Ja, dat is het goede woord. De instrumentatie is loodzwaar, en bovendien klinkt zanger Pete Fijalkowski (een artiestennaam had kunnen helpen) als een schorgeschreeuwde Damon Albarn die niet zozeer zingt, alswel geluid uit zijn stembanden verband. Het zorgt zoals gezegd voor een verpletterend gevoel, alsof de songs als pletwalsen van geluid uit de boxen op je afkomen. En ontsnappen is onmogelijk, tenzij je doof bent of gewoon echt niet van gitaarmuren houdt.

Enorm jammer dus dat deze band zo snel in de vergetelheid is geraakt, want het talent wàs er en het was in Groot-Brittannië toch wel de tijd van dergelijke gitaarbandjes (Suede, Blur, Inspiral Carpets,…). Glorious, Favorite Fallen Idol en Sistene Chappel Ceiling hadden zeker hits kunnen worden. Maar het heeft dus niet mogen zijn…

Oh, en weten jullie wat ook heel grappig is? Adorable’s beste song uit deze periode, Sunshine Smiles ( ) staat niet eens op deze cd! Eigenlijk is dat gewoon een miskende 90’s-klassieker. Ga snel luisteren!

Aangezien Adorable zelf tegen perfectie is, en het album soms net iets te veel van het goede kan zijn, geef ik dit album niet de hoogste score, maar niettemin een stevige, welverdiende 4.5*. Ik ben zeer blij met deze ontdekking!

Arcade Fire - The Suburbs (2010)

5,0
De Arthur-Recensies deel 22: de nostalgische mijmeringen van Arthur en Wim Butler

Arcade Fire, dat is die band die hun albums altijd tot de nok toe vullen met geweldige liedjes, telkens gebaseerd rond een bepaald thema. Debuut – en in mijn ogen magnum opus – Funeral had afscheid en verdergaan na het afscheid als thema, terwijl het bij Neon Bible dan weer godsdienst en geloof was. Op dit derde album, waarmee de band wereldwijd ook doorbrak tot de mainstream, lijken nostalgie en melancholie sleutelwoorden te zijn.

Ah, die vroege puberteit. Op het moment zelf wil je natuurlijk zo snel mogelijk volwassen worden of voor altijd kind blijven, maar in die periode worden ook de kiemen van je latere levensloop gezaaid. Ervaringen en belevenissen waarvan je pas later de betekenis en impact gaat inzien, vinden met vrij grote regelmaat plaats en vormen je langzaam maar zeker om tot de volwassene die je uiteindelijk gaat worden. En het is pas als je uiteindelijk die volwassene bent geworden, dat je de schoonheid van die periode pas echt leert inzien. En dan is het natuurlijk al veel te laat om nog van die periode te genieten. Ik ben ervan overtuigd dat zanger, bandleider en tekstschrijver Wim Butler met dat gevoel in zijn maag de liedjes op The Suburbs heeft geschreven.

We Used To Wait,
dat is je eerste liedjesteksten in een ongebruikt schoolschriftje neerpennen, omdat je thuis nog geen computer hebt. En samen met je high school sweetheart wachten op het juiste moment omdat de eerste keer echt heel speciaal hoort te zijn.

Empty Room,
dat is alleen in je kamer zitten, halfgek wordend omdat de persoon van je dromen op dat moment misschien niét alleen is. Empty Room, dat is alleen in je kamer zitten, je stiekem bezighouden met dingen waar iedereen je te oud voor vindt.

Suburban War,
dat is afspreken met je schoolkameraden om in het park veldslagje te spelen met de jongens van een school uit de buurt. Dat is tussen de bomen een dikke tak zoeken om je tegen hen te verdedigen.

Ready To Start,
dat is meedoen met de groep omdat je niet bekend wil staan als de outsider. Je rookt je eerste sigaret niet op omdat hij zo lekker smaakt.

Sprawl II,
dat is je niet begrepen voelen. Dat is je in het donker op je bed afvragen welke weg je nu moet nemen: de weg die juist maar saai aanvoelt, of de weg die spannend en verkeerd lijkt.

Arcade Fire, dat is die band die hun albums altijd tot de nok toe vullen met geweldige liedjes, telkens gebaseerd rond een bepaald thema. Hun derde is hierop geen uitzondering, hoewel de tracklist hun grootste tot nu toe is. Ik had deze op 4.5* staan, maar eigenlijk was dat vooral omdat ik duidelijk wilde aantonen dat ik Funeral zelfs nog beter vind. Als ik echt heel eerlijk ben, dan hoort deze ook op een 5* te staan. Bij deze. Arcade Fire, dat is wegdromen in je eigen hoofd, nu voorzien van een passende soundtrack.

Arcade Fire - WE (2022)

3,0
Nee helaas, ik ben maar gematigd positief. Ik leg jullie graag uit waarom precies.

Arcade Fire keert terug naar af op ‘WE’

Kan Arcade Fire het nog? Vijf jaar na het veel te gemakzuchtige experiment dat ‘Everything now’ heette, is het nu aan langverwachte opvolger ‘WE’ om die vraag te beantwoorden. Een ondankbare taak, maar ook een noodzakelijke, of toch voor een generatie indiekids die opgroeide met decade defining pareltjes als ‘Funeral’ en ‘The suburbs’. Is het Canadese collectief erin geslaagd de zure smaak van de voorganger weg te spoelen? Wij zeggen: ja, maar daar is alles ook wel mee gezegd.

Grote refreinen, grote emoties, harten op tongen…

Nu is eindeloos vergelijken met eerder werk van een artiest natuurlijk een favoriete, soms gruwelijk irritante, bezigheid van de meeste recensenten (mea culpa jongens), maar Arcade Fire maakt het op ‘WE’ wel heel verleidelijk. In alles lijkt dit namelijk een reactie op, en een rechtzetting van, ‘Everything now’. Weg zijn aldus de vreemde stilistische bokkensprongen, dat grappig bedoelde maar pijnlijk humorloze vernislaagje ironie, het eindeloos herkauwen van hetzelfde idee: op ‘WE’ keert Arcade Fire een heel album lang vooral op diens schreden terug. Grote refreinen, grote emoties, harten op tongen, de hele mikmak. Het missieobjectief was duidelijk: terug worden wat je volgens het grote (stadion)publiek moet zijn, als je Arcade Fire wil zijn.

Op zich niks mis mee. Maar een voormalige ‘local hero’ die naar de suburbs terugkeert na een minder-vruchtbaar-dan-verwacht verblijf in de grote stad om daar opnieuw zijn oude kunstje uit te voeren, verliest onherroepelijk wat van zijn eerdere allure. Dat gevoel bekruipt ons ook op ‘WE’ heel sterk: dat je gloriejaren herbeleven nog zo makkelijk niet is.

… achter een dik, doorzichtig gordijn

Het staat of valt natuurlijk bij de liedjes. En ja, die zijn op zich wel goed, maar als ze in 2012 waren uitgebracht als een collectie b-kantjes en ongebruikte studio-opnames, dan hadden we dat eerlijk gezegd ook geloofd. De beide ‘Age of anxiety’’s, het Vampire Weekend-esque ‘Unconditional I (lookout kid)’… het luistert allemaal prima weg, maar meer ook niet. Régine heeft al betere solospots gehad dan ‘Unconditional II (race and religion)’, iets wat ook Peter Gabriel niet kan verhelpen, en eigenlijk veren we alleen bij tweelingbroertjes ‘The lightning’ rechtop, maar ook niet zo recht als in den tijd bij… enfin, u snapt ons wel.

Bij ons algehele gevoel van ‘haal ik eerst mijn linkerschouder op en dan mijn rechter, of omgekeerd’, speelt de productie ook een zeer vreemde rol. Die klinkt opvallend dof en belet de songs echt te knallen. Alsof Arcade Fire achter een dik, doorzichtig gordijn staat te spelen. Heel vreemd, aangezien vaste Radiohead-producer Nigel Godrich – toch ook geen prutser – hier mee de productie verzorgde. En dat terwijl de productie op ‘Everything now’ nog zo goed zat, het was een van de weinige echt goede dingen aan die plaat. Maar blijkbaar mochten zelfs de positieve punten van de voorganger niet overgeheveld worden naar ‘WE’. Een gemiste kans, al lijkt het erop dat ze dat euvel live al aan het verhelpen zijn.

Middle of the Arcade Fire-road

‘WE’ is een puik album, maar het midden van de Arcade Fire-sound hebben ze bij deze gevonden. We betreuren niet dat de band terugkeert naar hun roots, wel dat dat er weinig gedaan wordt om dààrop voort te bouwen. ‘Everything now’ mocht dan wel een gefaald experiment zijn, om als opvolger dan maar een volledig risicoloze plaat op te nemen, da’s ook weer zo zonde. Prima album hoor, maar ze springt er niet bovenuit. En tja, dat was vroeger toch wel anders.

(Geschreven voor, en eerst verschenen op Cutting Edge)

Atmosphere - Fishing Blues (2016)

3,5
Het was van voor de tijd van deze blog, maar in 2014 was Southsiders van alternative hiphop-grootmeesters Atmosphere mijn plaat van het jaar. Vroeger dan verwacht kunnen we nu al opvolger Fishing Blues aan onze haak slaan. Zo’n early release is langs de ene kant natuurlijk super leuk, want fuck yeah Atmosphere, maar tegelijkertijd is het moeilijk om niet op zijn minst een heel klein beetje bang te zijn voor een teleurstelling. Is Fishing Blues een mooi afgewerkt product, of waren rapper Slug en producer Ant vrouwen en kinderen plots zodanig beu dat elk excuus goed was om weer voor een paar maanden op zwier te gaan?

Atmosphere is een geval apart binnen de hiphop, al sinds het verschijnen van debuut Overcast! (1997), en zeker vanaf het ironisch getitelde You Can’t Imagine How Much Fun We’re Having (2005). Slug is al een bijna obsceen goede rapper - type rauwe, eerlijke, pissige straatdichter met kater - en in combinatie met de super inventieve Ant (zijn devies: ‘alles kan een goede beat worden’) is het feestje compleet. Bij wijze van spreken dan, want Slugs vaak prachtige teksten hebben alcoholisme, verscheurde familiebanden en vertrokken liefjes als vaakst terugkerende onderwerpen.

Aan die succesformule is opnieuw niet echt gesleuteld op Fishing Blues. Het grootste verschil is dat Slug zijn ding niet altijd meer alleen doet, maar op sommige nummers ook een gastvocalist verwelkomt. Dat pakt bijna altijd wel goed uit (vooral DOOM en I.B.E. zijn vermakelijk) zonder dat je je moet beginnen afvragen waarom Atmosphere dit niet al eerder gedaan heeft. De prijs voor mooiste guest vocal gaat overigens naar de volslagen onbekende Kim Manning, die op Won’t Look Back het refrein verzorgt met de stijl en klasse van een jonge Erykah Badu of Lauryn Hill. Hoogtepunt van de plaat.

Verdere prachtnummers zijn onder andere opener Like A Fire, Ringo (de vooruitgestuurde single), Pure Evil, Perfect en No Biggie. Slug is als tekstschrijver dan wel wat gekalmeerd in vergelijking met tien jaar geleden, hij komt nog altijd met goede vondsten (“You gotta grow more toes if you wanna fill these shoes […] You wanna wake up the world but there's a button for snooze” klinkt het bijvoorbeeld in Perfect) en ook technisch kan hij nog steeds goed mee, zoals we van hem gewend zijn. En ook Ant doet opnieuw zijn ding, en dat doet ie opnieuw goed.

Maar da’s ook een beetje de reden waarom Fishing Blues toch een stap terug lijkt na albums als Southsiders en When Life Gives You Lemons, You Paint That Shit Gold (2008). Op Fishing Blues krijg ik voor het eerst de indruk dat Slug en Ant na bijna twintig jaar op dat punt in hun carrière zijn beland waarop aan kwaliteit dan wel nog niet is ingeboet, maar de magie gewoon niet altijd meer vanzelf komt. Koppel dit aan de inclusie van één of twee vervelende nummers zoals Next To You (ik snap de insteek, maar toch liever poëtisch en subtiel dan direct en plat) en mijn eindconclusie is dit: Fishing Blues is een sterk album waar sommige groepen een moord voor zouden doen, maar in het grote en Jerom van Suske en Wiske-sterke Atmosphere-oeuvre niet één van de prijsbeesten. Er valt zeker genoeg te genieten op deze plaat, maar is dit je eerste Atmosphere-album, dan moet het beste nog komen.

(Dit bericht komt van mijn muziekblog The Irresistibles. Het is zeker niet de bedoeling dat al mijn blogposts op musicmeter terechtkomen, dus wie benieuwd is naar meer mag altijd de facebook-pagina liken. Bedankt!)