menu

Hier kun je zien welke berichten ArthurDZ als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Samson & Gert - Samson (1991)

Alternatieve titel: Samson & Gert 1

5,0
Onvervalst jeugdsentiment, dit album! Ik kan alle liedjes nog moeiteloos meezingen, en wat nog straffer is, de liedjes blijven na al die jaren nog overeind ook. We kunnen hier dus onmogelijk spreken over een jeugdzonde in de trant van ''wat vreselijk, dat ik hier nog naar heb kunnen luisteren''. Met andere woorden: ik heb altijd al een goede smaak gehad, ook toen al

De jaren '90 waren toch wel de hoogtijdagen van dit olijke duo. Nadien ging voornamelijk Gert steeds meer voor het grote geld. Terwijl Samson meer geïnteresseerd was in het experiment en het overschrijden van muzikale grenzen. Dit leidde zoals gekend tot een breuk in 2005, waarop Gert verderging met een nieuwe Samson. De magie van vroeger is echter geheel weg. Samson’s solocarrière krijgt jammer genoeg ook niet de aandacht die het verdient. Zijn wat serieuzere folkplaten en ook zijn hiphopexperiment zijn jammerlijk geflopt, ook al behoren ze tot zijn beste werk sinds begin jaren ’90.

Een track-per-track recensie is wel op zijn plaats hier, vind ik:

Er Zit Meer In Een Liedje: één van hun bekendste, en wat mij betreft ook beste nummers. Deze zet meteen de toon op een geweldige manier, en introduceert en passant alle stijlkenmerken die we op dit album vaak zullen terugvinden: Gert die de solo aankondigt, een snuifje humor (‘de pianist zit geloof ik nog op het toilet’) en de voelbare chemie tussen Samson en Gert. Mooi onderwerp ook, over de muziek zelf. Héél origineel!

Dit nummer was één van de eerste Samson & Gert-nummers. Al in de zomer van 1988 begon Gert aan de tekst, maar hij kreeg het stuk niet af en het nummer raakte in de vergetelheid. Tijdens de opnamesessies voor deze cd werd de tekst door Samson teruggevonden in een notitieboekje dat Gert bijhad. Samen maakten ze het nummer af. De gitaarsolo werd bedacht door producer Johan Vanden Eede, nadat Gert op het idee kwam de solo aan te kondigen.

Ik Wil Niet In Bad: een voorbeeld van hoe avontuurlijk en gewaagd de muziek van dit duo in hun beginperiode was. Samson en Gert experimenteren in dit nummer met een soort reagge-arangement, maar drukken er toch hun eigen stempel op. Dit nummer introduceert spoken word, wat een belangrijk aspect wordt van vele Samson & Gert-nummers. Ook wordt Samson’s vriendinnetje Bobientje voor het eerst genoemd. Zij zou altijd Samson’s muze blijven. Nog een woordje over de tekst. Die lijkt op het eerste gehoor behoorlijk banaal, maar bestaat uit enkele slimme dubbele bodems. Zinnen als ‘wanneer ik lig te slapen dan pakt Gertje me soms vast’ doen vermoeden dat het hier gaat om iets duisterder dan niet in bad willen.

Dit nummer werd volledig door Samson geschreven, ook het reagge-arangement is van Samson’s hand. Maar door een afspraak omtrent copyright staat ook Gert vermeld als co-auteur.

Slaapliedje: Samson & Gert op hun duisterst: ‘de nacht is koud en donker, en duurt ook veel te lang’. Op een prachtige manier wordt hier de eenzaamheid van een desolate, koude nacht beschreven. Kippenvel! Ook dit nummer werd bijna volledig door Samson geschreven. Alleen de pianosolo werd door Gert bedacht. Hij improviseerde terwijl de bandrecorders rolden. Wil ik maar zeggen wat voor ondergewaardeerd muzikant Gert eigenlijk is!

Vissen: na de voorgaande twee nummers keren we terug naar het vrolijke sfeertje van de opener. De melodie is zomers en extreem feelgood, en in de tekst is weer plaats voor een beetje humor. Toch is heeft dit nummer ook iets maatschappijkritisch. De boodschap is duidelijk: mensen, stop met het vervuilen van s’lands water!

De tekst van dit nummer werd geschreven door de bekende zanger Johan Verminnen. Johan zat tijdens de opnames van ‘Samson & Gert 1’ in de aangrenzende studio aan zijn eigen plaat te werken. Hij raakte bevriend met het duo en Gert vroeg hem de tekst te schrijven bij het nummer dat later ‘Vissen’ zou worden. Als wederdienst speelde Gert piano op een aantal nummers van Johan’s album ‘Zeven Levens’.

Samsonrock: misschien wel dé klassieker van het duo. Hun eigen Subterranean Homesick Blues. Het werd de eerste hit en betekende hun doorbraak in Vlaanderen. Geniaal in al zijn eenvoud.

Dit was het laatste nummer dat werd opgenomen voor het debuutalbum, toen bleek dat het album te kort was en nog één nummer mistte. Samson trok zich even terug in de opnamestudio, en hij componeerde het nummer in een half uurtje. De muziek werd geïnspireerd door Elvis Presley, Samson’s grootste voorbeeld. De tekst ontstond in de stream of consciousness-traditie van schrijver Jack Kerouac. Dat juist dit niemendalletje uitgroeide tot dé klassieker van het duo heeft Samson altijd dwars gezeten. Hij vond dit nummer niet representatief voor hun overige werk, en hekelde de simpelheid en slechte tekst. Hij wilde het nummer eigenlijk niet live spelen, maar bezweek uiteindelijk onder de druk van Gert, hun management en ook het publiek.

Niet Ver Weg: de derde single van dit album, na Samsonrock en Er Zit Meer In Een Liedje. Dit nummer werd geschreven door Gert en Stef Bos, de ontdekker van het duo, als lofzang aan het Vlaamse land en dan vooral aan de kust. Ze vonden hun inspiratie in Jacques Brel’s ‘Mijn Vlakke Land’. Het gerucht gaat dat dit nummer eigenlijk druggebruik als onderwerp heeft. Een zin als ‘want als je maar in wonderen gelooft, dan kun je heel ver reizen in je eigen hoofd’ kan je inderdaad dubbel interpreteren, maar Gert heeft altijd beweerd dat in dit nummer geen dubbele bodems zitten.

Feest Vandaag: een sterk aangepaste versie van het nummer dat ook op de eerste demo van het duo te vinden was. Dit is één van de weinige S&G-nummers die ze helemaal samen schreven. Producer Johan Vanden Eede kreeg eveneens een songwritercredit door zijn gitaarsolo in dit nummer. Duidelijk de zwakke schakel op deze plaat. In tegenstelling tot de rest blijft het niet hangen.

Ik Ben De Sigaar: Op elk S&G-album staat ook een onvervalst onzinnummer. Dat is op dit debuut niet Samsonrock, maar dit liedje. Gastzanger Alberto Vermichelli, Gert en Samson bezingen elk in een couplet een gebeurtenis waarin ze uiteindelijk op uiterst pijnlijke wijze de sigaar zijn. De drie schreven ook samen de tekst en Samson arrangeerde zelf de lome orkestmuziek. Samson en Alberto gaven later toe dat dit nummer werd opgenomen terwijl de hele crew onder invloed van marihuana was. Gert ontkent dit verhaal nog steeds.

De Wijde Wereld: De best bewaarde parel in het oeuvre van Samson & Gert, en het nummer dat door de synths het meeste eighties aanvoelt. De opnames van dit album (van elk S&G eigenlijk) werden getekend door vele ruzies en meningsverschillen tussen Samson en Gert. Tijdens de opnames van dit nummer, bedoeld als anti-oorlogs-kerstlied, liepen de gemoederen zo hoog op dat het duo korte tijd voor haar toekomt moest vrezen. Ontdekker Stef Bos herschreef de song, dat nu ook als thema de moeilijke werkrelatie tussen Samson en Gert had, en hoe het duo ondanks alles toch goed bij elkaar past. De verzoeningspoging werkte en het duo bleef nog 14 jaar samen muziek maken.

Verliefd Zijn: de vierde en laatste single van het album. Ondanks het onschuldige thema, was dit nummer de reden van veel geruzie tussen Samson en Gert. Samson schreef het nummer als een eerbetoon aan John Cale en LaMonte Young, maar Gert vond deze dronecompositie niet passen op het album en herwerkte het nummer naar de versie die we nu allemaal zo goed kennen. Samson was woedend, maar kon uiteindelijk overhaalt worden door zijn (dan nog niet ex-)vriendin Bobientje, die ‘Verliefd Zijn’ het mooiste nummer op het album vond. Live droeg Samson dit nummer altijd op aan haar in een korte speech. Toch vind ik dit samen met ‘Feest Vandaag’ het zwakste nummer op de plaat.

Neefje Kwik: De grootste tranentrekker van het album. ‘Neefje Kwik’ is het hartverscheurende verhaal over het door zijn baasje achtergelaten neefje van Samson die het in de bossen moet zien te redden. Het nummer werd alleen door Samson geschreven en is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Fifi, een hondje die Samson gekend had op de middelbare hondenschool, die een gelijkaardige situatie had meegemaakt, en later stierf aan de gevolgen van dit avontuur. Één van de beste nummers op dit album.

Samsonlied: Mooie liedjes duren niet lang, ook dit album niet (net geen 40 minuten). ‘Samson en Gert 1’ had van mij best nog langer mogen duren. De vele uitstekende bootlegs uit deze periode wijzen erop dat dit makkelijk een dubbelalbum had kunnen worden. Maar de platenmaatschappij vond het een te groot risico om van debuterende artiesten al meteen een dubbelalbum uit te brengen, dus bleef veel materiaal op de plank liggen. De afsluiter van dit meesterwerk is ‘Samsonlied’, dat speciaal voor het duo geschreven werd door Bart Peeters, die het vooral heel goed kon vinden met Samson, als de tune van hun tv-serie. Dit is het enige nummer op het album waarbij noch Gert noch Samson aan heeft meegeschreven.

Conclusie: een onvervalst meesterwerk en een mijlpaal in het genre. Zelfs na al dat opgroeien dat ik al achter de rug heb, blijf ik dit een geweldig album vinden. En dat meen ik echt, vandaar ook het hoge cijfer.

Deze recensie is misschien net iets te lang, maar ja, waar het hart van vol is…

Sea Bell - Sea Bell (2011)

4,0
De Arthur-Recensies deel 9: Arthur gaat naar zee dankzij zijn oren en de muziek van Sea Bell

“We were once a band…”

Het is voor de Amerikaanse band Sea Bell al over en uit nog voordat het écht begon. Één album, uitgebracht in eigen beheer, heeft de band achtergelaten voor het nageslacht en that’s it. Tenzij een Sea Bell-bandlid nog op zichzelf of met een nieuwe band groot wordt, is dit album gedoemd om overspoeld te worden door de golven van de tijd. En dat is gewoon vreselijk zonde.

Want dit album is echt heel goed. Zomerse, folky indiepop met een breed scala aan instrumenten, dat ervoor zorgt dat elk nummer een eigen smoel krijgt, en elke seconde zijn moment van betekenis. Sea Bell klinkt als de Belle & Sebastian van het strandfeest. Optreden in zwemshort, op blote voeten met zand tussen de tenen. De band klinkt al behoorlijk zelfverzekerd en het geluid is uniek, wat de vroege ondergang extra jammer maakt.

Dit album begint met het minst interessante nummer, en wordt daarna met elke track beter en beter. Hoogtepunt van het album is het voorlaatste nummer, het magnifieke Rainy Boys, dat ik zo nu en dan zelfs gewoon los opzet. Toch komt dit album het beste tot zijn recht als geheel. Als uniek, speels, gevarieerd, zelfverzekerd, bitterzoet geheel.

Simple Minds - Real to Real Cacophony (1979)

3,5
De Arthur-Recensies deel 10: Arthur op bezoek bij een beginnende Simple Minds

Ik heb het altijd nogal triest gevonden dat de naam ‘Simple Minds’ zo vaak opduikt in zinnen waar ook ‘Culture Club’, ‘Duran Duran’ en ‘Human League’ in voorkomen. Door het grote publiek wordt deze Schotse groep voornamelijk als één van de jaren ’80 hitmachines gezien, met dank aan hits als Don’t You Forget About Me en Alive And Kicking. En ik vind dat, zonder de Duran Durans van deze wereld te willen beledigen, eigenlijk niet kunnen. Nee, met de hits is niet veel mis, en met hits scoren al helemal niet, maar Simple Minds is gewoon meer dan een retro-singlesband en ik vind het jammer dat heel wat mensen dat vergeten zijn.

Voor ze megasterren werden in 1985, had de band namelijk al een vrij groot repertoire uitgebouwd. Niet zo moeilijk als je bedenkt dat de groep tijdens de eerste jaren van haar bestaan zo’n twee albums per jaar uitbracht. Daarvan is deze Real to Real Cacophony de tweede, net zoals de eerste uit 1979.

En kijk eens aan, Simple Minds klinkt op deze plaat nog lang niet als Simple Minds. De vette drums en la-la-la’s zijn nog in geen velden of wegen te bespeuren en Jim Kerr klinkt zelfs nog niet echt als Jim Kerr. Bovendien ligt het hitpotentieel van de meeste nummers onder nul en is er van samenhang nog niet echt sprake. Met andere woorden: hier horen we een jonge, zoekende Simple Minds die net de opnamestudio heeft ontdekt en nu op zoveel mogelijk knopjes aan het drukken is. Jonge, nieuwsgierige honden die al heel zelfverzekerd zijn maar nog niet goed weten waar ze heengaan.

Het resulteert in een nogal hyperactief album vol korte nummers, waar elke seconde wel iets anders gebeurt. Die gejaagdheid kan goed werken, zoals in Naked Eye of Carnival bijvoorbeeld, maar kan net zo goed op de zenuwen werken. Bijvoorbeeld in Cacophony. Ook de langere nummers komen nog niet zo goed uit de verf door het springerige karakter van de plaat.

Al bij al is dit dus een plaat die zeker zijn geslaagde momenten heeft, maar af en toe gewoon een beetje teveel van het goede kan worden. Het is interessant om een beginnende Simple Minds aan het werk te horen, maar ze hadden duidelijk nog het één en ander te leren op het moment van opnemen. En zo is dit een album geworden waar elk positief punt van een ‘maar’ vergezeld wordt. De ideale 3.5* plaat dus. Bij deze.

Slint - Spiderland (1991)

4,5
Een verlaten steengroeve aan het einde van een snikhete zomer. Vier zwemmers. Een benauwend gevoel van naderend onheil. De wasmachine en het spoor van broodkruimels. En dan uiteindelijk een allerlaatste oerschreeuw. In 1991 brachten de toen nog piepjonge snaken van Slint al deze elementen bij elkaar op een zinderende en zinnenprikkelende plaat genaamd Spiderland. Maar ook een kwarteeuw later is deze ruwe diamant nog altijd onze aandacht waard. Al was het maar omdat er nog steeds vrijwel niks klinkt zoals dit tweede en laatste Slint-album.

Spiderland kreeg die naam omdat de broer van zanger/gitarist Brian McMahan de muziek ‘spinachtig’ vond klinken. Daarmee had hij doodleuk de ideale beschrijving voor deze plaat al gegeven nog voordat het handeltje goed en wel in de winkels lag, want spinachtig is zeker een omschrijving die steek houdt. Spiderland is inderdaad onheilspellend, en heeft inderdaad iets van een sluimerend gevaar in zich. Het muzikale equivalent van een Stephen King-verhaal vlak voordat de eerste dode valt.

Het komt erop neer dat dit heel spannende muziek is. En dat is knap, want die spanning wordt opgewekt zonder al te veel middelen. Slint moest het doen met de basisopstelling gitaar-bas-drum, maar meer hadden de jongens ook gewoon niet nodig. Er wordt namelijk schitterend gemusiceerd op Spiderland. Niet per se op technisch vlak, maar alles wordt wel in dienst van de sfeer gezet. De gitaarpartijen gaan van onderhuids en subtiel naar snoeihard en weer terug, de drums zijn meer begaan met ruimte en atmosfeer dan met het geven van een sterke backbeat, en net zoals op de beste postrock-platen (je zou dit album kunnen zien als de postrock OG) worden stiltes efficiënt geïntegreerd in het totaalpakket, om het geluid extra clash te geven.

Dat is natuurlijk allemaal goed en wel, maar klinkt ook heel technisch. Nochtans zijn er niet veel platen die zo overlopen van emoties als deze. Omdat de muziek spreekt, maar ook omdat Spiderland vocaal top is. En dat terwijl Brian McMahan eigenlijk niet eens zingt. Maar zijn combinatie van spoken word, gemompel en hartverscheurend geschreeuw is zeer effectief en net zo dynamisch als het muzikale luik.

Kortom, Spiderland is een prachtig intense trip van net geen 40 minuten, een absolute aanrader voor iedereen die zijn muziek al eens graag sfeervol en uitdagend heeft. Het enige nadeel aan deze plaat is dat je ervoor in de stemming moet zijn, maar we leven toch in donkere, onzekere tijden dus dat komt mooi uit.

(Dit bericht komt van mijn muziekblog The Irresistibles. Het is zeker niet de bedoeling dat al mijn blogposts op musicmeter terechtkomen, dus wie benieuwd is naar meer mag altijd de facebook-pagina liken. Bedankt!)

Smashing Pumpkins - Siamese Dream (1993)

5,0
Nu ik de remaster binnen heb, word het tijd om even nostalgisch te doen:

Mijn verhaal begint op een luie zaterdagnamiddag in het voorjaar van 1998. Ik was toen dertien en zat in het tweede middelbaar. In een richting die me niet interesseerde, zonder vrienden waar ik me écht goed bij voelde. Bovendien kreeg ik de baard maar niet in de keel en die eerste zoen liet ook op zich wachten, terwijl heel wat jongens in mijn klas die véél minder leuk waren dan ik dat wel al ervaren hadden.

Je kan dus gerust stellen dat ik toen nogal in de knoop lag met mezelf. En net in de kwetsbare periode begon in een 'muziekofiel' te worden. Eerst Queen, toen werd ik dankzij Bittersweet Symphony ook onvoorwaardelijk fan van The Verve, en daarna begon ik de platenkast van mijn ouders uit te pluizen en ontdekte ik Bruce Springsteen, Bob Dylan, Bryan Adams, The Beatles en Prince. Tot zover de achtergrondinfo.

Ik zat dus op die bewuste zaterdag (het kan ook zondag geweest zijn) naar tv te kijken. Via een programma waarin ze wat oudere clips draaiden probeerde ik nieuwe muziek te ontdekken. Via deze weg had ik al David Bowie (met Let's Dance ) en Simple Minds (met Don't You Forget About Me ) leren kennen. Die bewuste dag in mei was er echter niets dat mijn aandacht trok.

Tot er opeens een clip begon over een verdrietige ijscoman die met zijn wagentje door de woestijn rijd, terwijl om hem heen allemaal kussende koppeltjes te zien zijn. 'Today is the greatest day of my life' zong de ijscoman vol ironie op een hemelse melodie. Ik was verkocht. De tv zei dat het ging om ‘Today’ van een band genaamd ‘Smashing Pumpkins’. Ik besloot om zo snel mogelijk de cd waarop dit nummer stond, te pakken te krijgen. Internet hadden we toen niet, dus het was nog een uitdaging om nieuwe muziek te vinden.

In mijn naïviteit hoopte ik erop de cd/plaat aan te treffen in de collectie van mijn ouders. Maar die waren in 1993 al lang gestopt met muziek aanschaffen. Ik heb onlangs nog eens hun hele collectie bekeken, en het jongste album is de tweede Helmut Lotti Goes Classis
Ik had weinig geld, dus de enige andere optie was de bibliotheek. Bij de eerstvolgende gelegenheid zou ik erheen gaan en mijn geluk beproeven. Dagen zat ik met ‘Today’ in mijn hoofd, tot het verlangen om het nummer opnieuw te horen bijna ziekelijke proporties aannam. Toen ik uiteindelijk de biblotheek kon bezoeken, zag ik dat het enige album van The Pumpkins dat er lag een album genaamd ‘Mellon Collie & The Infinite Sadness’ was. En daar stond ‘Today’ niet op. Terwijl ik mijn teleurstelling verbeet, kwam de oude bibliothecaris binnen met een aantal vers teruggekregen cd’s. En jawel, daar zat hij tussen! Zo blij als een kind snelde ik terug naar huis, en speelde eerst ‘Today’ een paar keer af, voor ik de rest van de cd onderzocht.

Ik heb een paar weken naar bijna niks anders geluisterd. ‘Disarm’, ‘Geek USA’ en uiteraard ‘Today’ vond ik steengoed, maar het was toch ‘Cherub Rock’ dat me het hardst van mijn sokken blies. Die gitaarriffs! Wauw! De enige nummers die ik minder vond, waren de laatste drie nummers, en dan vooral ‘Silverfuck’. Wat een hoop herrie was me dat!

Na al die jaren ben ik nog steeds een heel klein beetje verliefd op deze plaat. Nog steeds hebben nummers als ‘Disarm’, ‘Geek USA’, ‘Today’ en ‘Cherub Rock’ nog niets aan kracht ingeboet. En ook ‘Silverfuck’ ben ik gaan waarderen. Waarom geef ik dit album dan ‘slechts’ 4.5? Terwijl ik dit bericht schrijf, vraag ik het me eigenlijk ook af. Het is wel zo dat ik ‘Sweet Scent’ nog altijd niet zo’n sterk nummer vind, maar vooruit, een album dat me zo sterk heeft geroerd, kan ik niet anders dan de volle mep geven.

Vanavond ga ik gezellig de nieuwe remaster beluisteren, en nog wat denken aan vroeger.

Sparklehorse - Vivadixiesubmarinetransmissionplot (1995)

4,5
De Arthur-Recensies, deel 3:

Dus als ik het goed begrijp: getormenteerde ziel Mark Linkous neemt met een aantal leden van de band Cracker onder de naam Sparklehorse het album Vivadixiesubmarinetransmissionplot op in het voorjaar van 1995. het wordt een kritisch succes en commercieel doet het album het ook niet slecht. Een tour met Radiohead volgt, maar Linkous vindt nooit innerlijke rust en pleegt uiteindelijk zelfmoord in 2010.

Bijna per definitie nemen interessante mensen interessante albums op. Ze hebben tenminste iets te zeggen en durven van de platgereden paden af te wijken. Mark Linkous lijkt zo’n persoon. Maar nu staat ‘interessant’ niet meteen gelijk aan ‘goed’ of zelfs ‘geniaal’, en de absurde, nogal interessantdoenerige albumtitel voorspelde eigenlijk niet veel goeds…

Maar kijk, ik had me vergist. Dat wist ik eigenlijk al na tien seconden. De sfeer zit er namelijk meteen in en ik kan ze bijna proeven: het is een zonnige dag, iedereen is vrolijk en de wereld lijkt op die dag even een mooie plaats. Maar niet voor Mark, die zit in zijn muffe garage annex opnamestudio aan deze plaat te sleutelen. Dat meen ik te horen in de muziek: het klinkt warm, maar ook een beetje muf. Niet dat deze plaat stoffig of gedateerd klinkt, maar dit album roept meteen een hele wereld op, een warme muffe in dit geval. En ik hou ervan als een album zo’n wereld weet op te roepen.

Tijdens de eerste luisterbeurt vond ik dat de plaat nog net iets te lang duurde, toen de tweede luisterbeurt er op zat had ik eigenlijk meteen zin ‘m nog eens te draaien. Elk nummer, ook al duren sommigen nog geen twee minuutjes, trekt je dieper de wereld van Vivadixiesubmarinetransmissionplot in. Met als absoluut hoogtepunt Someday I Will Treat You Good. Wat een fenomenaal nummer is me dat zeg! Andere favorieten zijn Rainmaker, Cow en Most Beautiful Widow In Town. Dit is echter geen album met een paar hoogtepunten en verder wat vulsel: het is een enorm coherente plaat wat de hoogtepunten des te indrukwekkend maakt, een gevoel van “Deed hij er nu zojuist alweer een schepje bovenop?”

Een dikke vette 5, dat is wat deze plaat verdiend!

Stromae - Multitude (2022)

4,0
Waren er in België (en Nederland) nog mensen over die niet wisten dat Stromae een nieuw album op stapel had staan? Paul Van Haver himself heeft er de afgelopen maanden alvast alles aan gedaan om dat aantal zo klein mogelijk te houden. Dat doe je alleen als je heel zelfverzekerd bent over je nieuwe materiaal, maar wat blijkt, dat zelfvertrouwen was helemaal terecht. Multitude is een waar pareltje.

Wereldmuziek-invloeden

Stromae was altijd al de man van de originele ritmes, die de catchy popsongs die hij eromheen bouwde toch zelden of nooit in de weg zaten. Dit talent etaleert hij opnieuw in volle glorie op Multitude. Deze keer met nog meer wereldmuziek-invloeden, terwijl de eurodancebeats van weleer ver naar de achtergrond verdreven zijn. Dat je ze waarschijnlijk niet gaat missen, bewijst alleen maar meer de kracht van het gebodene.

En zo neemt Stromae ons bij de hand langs allemaal verschillende sferen en ritmes tijdens een muzikale wereldreis van een dik half uurtje. Opener Invaincu is bijvoorbeeld op de Noord-Amerikaanse steppes op de top van een heuvel de valei beneden aanschouwen, en in de verte een troep bizons zien wegrennen van een roofdier. Eerste single Santé is in een kunstenaarskroeg in het Montmartre-kwartier in Parijs de geringe inhoud van je portemonnee leegzuipen met een bende aan lager wal geraakte schilders, met een lach en een traan.

C’est Que Du Bonheur is op een rivierboot de Nijl bevaren, strohoed op het hoofd en waaier in de hand, en toch het zweet van je voorhoofd voelen stromen. Mon Amour (stiekem mijn persoonlijke favoriet) is dan weer in het zuiden van Frankrijk over de markt van het plaatselijke pittoreske bergdorpje kuieren, en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Tekstueel wordt dan ook nog eens vaak een toon aangeslagen die haaks staat op de sound, dat nog een andere dimensie aan het geheel toevoegt.

Welkom terug, Stromae!

Multitude is een zeer rijke plaat, die ondanks Stromae’s negen jaar van bijna-afwezigheid niet aanvoelt als ‘too little, too late’. Een zeer gulle plaat, ook. De maestro slaagt erin zelfs zijn nummers van onder de drie minuten een gedetailleerdheid mee te geven, waardoor je ondanks de vrij korte speelduur toch met een voldaan gevoel achterblijft nadat de laatste tonen van Bonne Journée zijn weggestorven. Multitude is net genoeg, net op tijd.

(Geschreven voor, en eerst verschenen op Cutting Edge)

Studio - Yearbook 1 (2007)

3,5
Ik had echt nog nooit gehoord van een band genaamd Studio. De smeltkroes van stijlen die LukkO aan dit album toeschreef maakte me echter nieuwsgierig genoeg om dit album eens te proberen.

Het album begint overigens een beetje als mijn oude sinterklaas-cd, met een vrolijk deuntje zodat we met z'n allen warm blijven in deze koude winterdagen. En vanaf de break in het midden is het al helemaal genieten geblazen. Erg geslaagd!

Radio Edit(dat trouwens veel te lang is om een echte radio edit te zijn ) begint mysterieus en bouwt langzaam op. Te langzaam eigenlijk, zeker als je van achter je bureaustoel hiernaar luistert. Op zo'n dopefeestje zal deze trage opbouw juist een pluspunt zijn, maar ik verlies nu, nuchter als ik ben, er een beetje mijn aandacht bij. En die verwachte climax komt uiteindelijk ook niet echt. Eerder een anti-climax dus.

Out There begint lekker swingend en blijft over de gehele lijn lekker spacey, ik zie spontaan beelden van de maanlanding voor mijn ogen terwijl ik dit nummer beluister. Ergens rond de 9de minuut veranderd dit beeld op een geslaagde manier in een engelenkoor en daarna komen er nog een paar geslaagde overgangen. Mooi!

De zanger mag weer eens meedoen in West Side. Het voegt evenwel niet echt veel toe aan het nummer, dat ik op zich ook niet zo mooi vind. Ik vind het een beetje zeurderig met al die o-o-aaah’s.

Self Service lijkt een beetje op Madonna’s La Isla Bonita qua sfeer. Enkele erg geslaagde deuntjes maken van dit nummer een geslaagd lied. Hier kan je vrolijk van worden!

De junglesounds van Origin kunnen mij ten zeerste smaken, en ook de zang steekt hier niet tegen. De climax is ook zeer mooi. 1 van mijn favorieten op dit album.

Life’s A Beach vind ik minder. Heel standaard in vergelijking met de rest van dit album, zonder iets dat dit nummer echt origineel maakt. Het kabbelt een beetje voort en is op zich wel rustgevend, maar het kan me niet zo boeien. Dit is meer iets voor de yogalessen van mijn moeder.

Ook Indo vind ik nogal flauwtjes en voortkabbelend, hoewel deze mij beter bevalt dan Life’s A Beach, hier is tenminste nog een mooie melodie aanwezig. Maar na de 7de minuut zonder iets noemenswaardig buiten de melodie gaat dit natuurlijk ook niet meer als pluspunt gelden.

Mijn oordeel over deze plaat: soms wat langdradig en doods, ondanks ook enkele uitstekende ritmes hier en daar. 3.5*

Suede - Coming Up (1996)

4,0
Mijn 700ste stem, vandaar deze kleine recensie erbij

Na de erg sterke, maar donkere en commercieel tegenvallende voorganger Dog Man Star en het vertrek van gitarist Bernard Butler, wilde zanger Brett Anderson iets anders: gewoon een lekker, luchtig poprockplaatje maken: Coming Up. Een ironische titel, want ze waren natuurlijk al lang en breed opgekomen.

Staan hier sterke nummers op? Als vanouds weer wel. Kan de plaat de voorgangers ergens overtreffen? Nee, nergens. Hoogstens evenaren, in de vorm van Beautiful Ones, Saturday Night en By The Sea. Maar dat zijn maar drie van de tien nummers...

Dat is een beetje het probleem van dit album. Het is allemaal wel luchtig en catchy, maar Suede verkent nergens nieuwe horizonten, zoekt nergens grenzen op. Dat in scherp contrast met voorganger Dog Man Star. Daar komt nog bij dat hier voor het eerst op een Suede album mindere nummers opstaan. Lazy vind ik nogal zeurderig en ook The Chemistry Between Us kan me niet de volle 7 minuten boeien.

Hoewel Coming Up soms nog uitstekende momenten bevat, is de neerwaartse spiraal van Suede hier reeds ingezet. Toch is Coming Up een fijn werkstuk geworden, dat alleen de pech had om na twee ijzersterke voorgangers uit te komen.

Suede - Night Thoughts (2016)

3,5
Waarom gesplitte bands zo vaak toch weer samenkomen: door chronisch geldgebrek na een rechtszaak of scheiding te veel, uit nostalgische overwegingen, omdat een rustig familieleven op den duur wat begint tegen te steken en de kinderen de laatste jaren toch aandacht genoeg hebben gekregen. Waarom ze eigenlijk beter gewoon thuis op de bank televisie blijven kijken: omdat niemand het leuk vindt als een favoriete artiest na jaren van inactiviteit opeens in zijn dikke Elvis-periode blijkt te zitten. Black Flag, The Stone Roses, Happy Mondays, allemaal geweldige bands die hun eigen legende danig hebben ondermijnd door de fans simpelweg te geven wat zij wilden: een reünie. Gelukkig is de blijde herintrede van Suede, een van de beste Britse bands van de jaren ’90, een stuk beter verlopen. Met Night Thoughts heeft de band zelfs haar beste album in 20 jaar gemaakt.

Suede verscheen op het toneel in 1992, net toen de Britse muziekscene wat in slaap dreigde te sukkelen. De groep rond zanger Brett Anderson en gitarist Bernard Butler was op het juiste moment op de juiste plaats met hun spannende mix van seks, drama, romantiek en duistere glamour, en ze werden al snel de meest geliefde Britse indieband sinds The Smiths. Het debuut, Dog Man Star en de b-kanten-verzamelaar Sci-Fi Lullabies zijn monumentale klassiekers. Daarna bracht de band, minus een vertrokken Butler, nog het uitstekende Coming Up uit (Beautiful Ones werd ook hier een radiohitje), maar daarna leek de koek grotendeels op te zijn. In 2003 ging de band enigszins roemloos uit elkaar.

Tot Suede in 2010 plots opnieuw samenkwam (ook deze keer zonder Butler) voor een reeks concerten. Van het een kwam het ander, en zes jaar later is er van stoppen nog steeds geen sprake. In 2013 volgde al een eerste nieuwe plaat, het ‘best wel leuke, maar ook niet meer dan dat’ Bloodsports. Maar nu is er dus Night Thoughts, die tot mijn blije verrassing veel meer dan een beetje goed is.

Testen of deze plaat iets voor jou is, is makkelijk. Opener When You Are Young eens beluisteren is het enige wat je moet doen. De thema’s en stijlkenmerken van dat nummer komen namelijk doorheen de hele plaat terug. Wekt de mix van sierlijke instrumentatie, doorleefde zang en veel gevoel voor drama je nieuwsgierigheid op, dan is Night Thoughts echt iets voor jou. Of ze nu rocken (No Tomorrow, Like Kids), dromerig voor zich uit staren (Tightrope) of de indruk wekken voor je ogen in elkaar te zullen zakken van verlangen en verdriet (The Fur & The Feathers). This band could be your life.

Voor de fans kan ik het in één zinnetje samenvatten: dit is Dog Man Star, maar op Coming Up-niveau. Wat dus wil zeggen dat dit het Suede-album is dat zowel in sfeer als kwaliteit het dichtst bij hun grootste klassieker ligt. Een heel knappe prestatie. Die reünie was dus eigenlijk al die tijd gewoon broodnodig.

(Dit bericht komt van mijn muziekblog The Irresistibles. Het is zeker niet de bedoeling dat al mijn blogposts op musicmeter terechtkomen, dus wie benieuwd is naar meer mag altijd de facebook-pagina liken. Bedankt!)