menu

Hier kun je zien welke berichten reptile71 als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Abecedarians - Eureka (1986)

De muziek van Ghosts roept een sfeertje op dat enigszins te vergelijken is met bijv. Cocteau Twins: dromerig en zweverig. De basgitaar lijkt zich soms in een andere sfeer te bevinden, er wordt hier en daar zelfs aan de snaren geplukt, wat toch weer leuk combineert. Zang is laag en klinkt voor een flink gedeelte vrij ingetogen, waardoor de momenten dat de zang omhoog gaat en harder wordt als een zodanig contrast in emotie klinken dat je er rillingen van krijgt. Denk hierbij aan de uithalen van Ian Curtis.

Ook in Soil word je direct gegrepen door de sfeer. Onheilspellend word je in de greep gehouden en duik je mee in de underground van deze band. De nacht is aangebroken, je bevindt je als een vreemdeling in een vage undergroundtent ergens in een grote stad.....

Beneath the City of the Hedonistic Bohemians is meer up-tempo. Er zit in het begin wel iets van een Joy Division feel in, maar dan breekt het uit zijn harnas en wordt bijna opzwepend. Doet iets denken aan de oude The Cult toen ze nog The Southern Death Cult heette, maar dan in meer gevorderde uitvoering: vage gitaarloopjes en drums die je gehele lichaam in beweging zetten. Dit nummer zou op de reissue van Caroline in het zelfde jaar vervangen worden door The Other Side of the Fence.

I Glide.... mijn God waar zijn we nu weer beland? Een of andere fluit kan je hier enigszins in verwarring brengen. De gitaar gaat richting een wat oosters aandoend spel. Ik kan mijn weg niet vinden in het nummer. Er zit een bepaalde houterigheid in waardoor het bijna lijkt alsof ze het nummer nog aan het oefenen zijn in de oefenruimte. Overgangen lijken hier en daar nog niet helemaal vloeiend, maar het heeft ook wel weer iets. Het nummer kan me als geheel nog niet pakken, alleen sommige stukjes, met veel dank aan de zangstem.

Mice & Coconut Tree wordt onverwacht geleid door percussie. Dit is een heerlijke mellow sound, de zang doet me hier behoorlijk denken aan David Gahan (Depeche Mode). Heerlijke vage galmende gitaarloopjes breien het tot een sfeervol geheel.

The Misery Of Cities doet me wat denken aan het statische geluid van Joy Division inclusief de snelle fills in de drums, maar dan wat ‘frisser’. Dat klinkt op zich best lekker maar blijft wat missen. Op de drieënhalve minuut komt daar een kleine opleving in die ik wel wat verder uitgebouwd had willen zien omdat het zeer lekker klinkt. Helaas houdt het daar mee op en stopt het nummer eigenlijk al iets na de 4 minuten en luister je de rest van de bijna anderhalve minuut naar een paar belletjes en wat vage geluiden, wat op zich niet verkeerd is voor een nummer dat tevens de afsluiter is van deze EP.

The Other Side of the Fence is dus het derde nummer van de EP op de reissue. Het begint met een New Order-Movement-achtig drumbox geluidje waarna een synth en gitaar de spanning er een beetje inbrengen en langzaam naar een climax toewerken. Zang ontbreekt in dit nummer. Behalve dat het naar de climax toe wel lekker klinkt als je het maar hard genoeg draait, is het niet een al te boeiend nummer. Ik begrijp dan ook niet goed waarom dit nummer Beneath the City of the Hedonistic Bohemians heeft vervangen op de reissue.

Al met al heeft deze EP wel een lekkere sound. Zeker als je van oude 80’s new wave houdt is dit er wel eentje die je moet horen, zoals voor alles van Abecedarians eigenlijk geldt. Maar als je nog net ff iets beter werk van ze wil horen wil ik graag verwijzen naar AB-CD, het album waarop het beste van deze EP en hun enige reguliere album Resin is verzameld aangevuld met Smiling Monarchs (hun single bij Factory Records) met als resultaat een album om volledig van te genieten.

Afraid of Mice - Afraid of Mice (1981)

Op discogs heeft iemand dit gelabeld als new wave. Zelf vind ik het meer weg hebben van glam rock. Hier en daar een beetje Bowie, beetje Roxy Music en het album is geproduceerd door Tony Visconti, die we sowieso kennen van Bowie. Als je in elk geval niet begint te luisteren met het idee dat je een new wave album opzet, zal het album je mogelijk best meevallen. Hier en daar staan er best leuke dingen op en de productie is gewoon goed.

Allez Allez - African Queen (1981)

Allez Allez was een Belgische band die funky new wave maakte. Ze brachten in hun korte bestaan een EP, een LP en een aantal singles uit.

African Queen is hun zelfgeproduceerde debuut EP (of mini-album) uit 1981. De A kant van het vinyl wordt gevuld door 3 ritmische funky nummers. De eerste vergelijking die in me op komt qua sound is Talking Heads, maar dan aangevuld met saxofoon. Helaas vind ik de nummers geen van drieën onderscheidend of eruit springen. Het groove’t allemaal prima door en met je verstand op nul op de dansvloer zou dat best zijn effect kunnen hebben, maar om zo naar te luisteren heeft het voor mij te weinig te bieden. De zangeres maakt het er ook niet beter op. Het is voornamelijk praatzang (soort rappen dat me doet denken aan ‘Hey you the rock steady crew…’) en wat kreten, wat me allemaal weinig doet.

Waarom dan toch een review van deze EP? Dat komt door de B kant van deze plaat. Daar staan slechts twee nummers op, maar beide worden door een groepje mensen (al zijn dat voornamelijk Belgen) als cult-klassiekers gezien.

Het nummer Allez Allez is lekker opzwepend en heeft duidelijk meer inhoud dan de drie nummers op de A kant. Hier niet alleen doorgaande funky ritmes en basjes, maar wat meer afwisseling en natuurlijk de breaks waarin je volmondig mee kan zingen “Allez allez, allez allez…”.

African Queen (Pour La Grace) doet al direct sterk denken aan Grace Jones, met name de zang. Niet geheel toevallig, want het is dan ook een ode aan deze excentrieke dame van Jamaicaanse afkomst. Het is een wat trager nummer met percussie (al of niet uit een elektrisch apparaat) en een lekkere bass groove, die zwoel aanvoelt. Afrikaans gebrabbel en oerwoudgeluiden doen bijna ongepast aan, maar die nemen we maar voor lief. Tenslotte was het 1981.

Al met al is dit een plaat die voor de B kant wel leuk is om te hebben, maar wel enigszins teleurstelt door de matige A kant, al kan die op zijn tijd wel lekker zijn hoor.

Review afkomstig van mijn site: Allez Allez | African Queen – New Wave & Post-Punk Reviews - newwavepostpunkreviews.wordpress.com

And Also the Trees - Farewell to the Shade (1989)

Ik vind het moeilijk uit te leggen wat Farewell to the Shade nou zo bijzonder maakt, maar zal dat toch proberen.

Allereerst zet And Also The Trees op dit album een unieke sound neer. Eerlijk gezegd heb ik geen idee hoe ze het allemaal doen. Het begint gelijk al met Prince Rupert: pam pampam ta takkatakkatakka het ritme zijn geen drums, het lijkt wel geklap met af en toe een drumslag tussendoor en als je je fantasie laat gaan lijkt het soms wel of je paarden hoort lopen. Samen met de bas, die heerlijk vlot doorloopt, krijgt het nummer een geweldige drive. Dan hebben we alleen nog maar gehad over de ritmesectie. De synth klinkt volkomen uniek. And Also The Trees gebruikt moderne middelen en brengt mij daarmee gevoelsmatig ergens in de middeleeuwen bij Prince Rupert. De zang is vol drama, maar volkomen terecht, er wordt een verhaal verteld waaruit al volkomen duidelijk is dat alle hoop vervlogen is, ondanks de smeekgebeden "Give me this day" is het einde nabij en deze dag zal Prince Rupert niet levend ten einde brengen. Het nummer krijgt ruimte door de aanloop tot de zang, wordt opgetild door de synth, het golft en loopt geruisloos tot in perfectie. Als je zulke muziek kan maken dan ben je gewoon zo een enorm goede band!

Macbeth's Head is nog meer dan Prince Rupert verhalend. Eigenlijk is het alsof er voorgelezen wordt uit een boek met muzikale begeleiding. Ik vind het wel een wat eentonig nummer, waardoor het niet tot mijn favorieten behoort.
The Nobody Inn is een heel kort stukje dat je even een moment de sfeer laat proeven van een herberg uit een horrorfilm waar zich de vreemdste taferelen afspelen, die we verder niet te zien krijgen maar wel duidelijk aanvoelen.

En dan na Prince Rupert de tweede klassieker op het album: Belief in the Rose. De zang veel rustiger deze keer, muziek niet van deze tijd qua melodie, zo'n knappe sound weer maar nu in een rustig nummer verpakt, dromerig, het woord romantisch past hier op een of andere manier goed bij, uiteraard zonder dat ik daarmee bedoel dat dit een of andere romantische zwijmelmuziek is.

Laten we nu maar toegeven: op dit album is And Also The Trees zo volkomen uniek dat we elke band die hier op lijkt het genre 'And Also The Trees' mee kunnen geven.

The Street Organ is dreigend, er is een storm op komst:
"It passes them by unheard,
Waltzes with the ribbons of distant winter air,
The messengers of snow..."”
Koptelefoon op en erin gaan zitten. Dit is geen 'muziek terwijl u werkt', dus draai het op de juiste momenten en laat je meevoeren. AATT kan als geen ander unieke sferen creëren die tijd en plaats overstijgen.

Lady D'Arbanville.... tranen springen in mijn ogen. Een van de betere covers die ik ken (orgineel van Cat Stevens). Wat een emotie! Het ongeloof, de pijn, het verlies, de liefde voor Lady D'Arbanville: allemaal zo mooi overgebracht. Simon Huw Jones zingt bijna huilend, en waarom ook eigenlijk niet!

Misfortunes heeft een zwevende start, maar is de terugkeer met beide voeten op aarde, de zon is opgekomen. Het nummer is gevoelsmatig als Morgenstimming van Grieg uit Peer Gynt, vooral na Lady D'Arbanville is het contrast erg groot.

The Pear Tree is een mooi zweverig nummer. Luister eens goed wat deze mannen hier muzikaal in elkaar zetten, best briljant.

III Omen vind ik het minste nummer van het album. Ik vind het wat te veel herrie vergeleken de rest waardoor het wat mij betreft wat uit de toon valt.

The Horse Fair lijkt nooit echt op te starten, maar soms is muziek luisteren ook een leerproces.Of beter gezegd: een afleerproces, wat nog veeel moeilijker is. Soms moet je alle verwachtingen over boord gooien en je compleet openstellen voor hetgeen je hoort. Luisteren = je openstellen. Dit is muziek die je bijna in een soort trance kan brengen, zolang je maar niet ergens op zit te wachten, maar je gewoon mee laat voeren. Je zal zien dat je dan een heel ander beeld krijgt van het nummer.

Hetzelfde geldt voor The Harp. Ga niet zitten wachten op de zang, want het is een instrumental. Laat je meevoeren door de prachtige klanken. Eigenlijk is dit klassieke muziek.

Anchor Yard, apart nummer waar een bepaalde leegte in huist. Als je dit album zeer intensief hebt geluisterd laat dit nummer je mogelijk verloren en verdwaasd achter. Het beste wat je dan kan doen is weer bij track 1 beginnen. Je zal Prince Rupert dan ervaren als een soort van verlichting.

Alle teksten, zelfs Leonard Cohen kan er nog wat van leren.

Animation - Frame One (1982)

Geproduceerd door Robert Smith en uitgebracht op zijn (gelegenheids)label. En pas in 2018 loop ik hier voor het eerst tegenaan.

Het is het jaar van The Cure's Pornography. De sfeer van deze single kun je ergens plaatsen tussen Faith en voornoemde Cure album. Al neigt het laatste nummer meer richting Three Imaginary Boys.

Animation - Frame One (7" EP) - YouTube

Annabel Lamb - Once Bitten (1983)

Geen bijzonder goede, maar ook lang geen slechte plaat; er staan enkele aardige nummers op. Op de meeste issues van deze LP staat Riders on the Storm. Het nummer Red for Danger staat alleen op die ene issue waar Riders on the Storm niet op staat.
Verder natuurlijk een interessant gegeven dat Heartland een cover is van The Sound en Adrian Borland hierop ook gitaar speelt. Op Missing speelt Borland percussie. Verder speelt Steve Hogarth (nu in Marillion, toen nog niet; zijn naam op de hoes van deze LP gespeld met dubbel -g) piano op Dividing the Spoils of Love.

Enkele nummers vind ik er uit springen. De Doors cover Riders on the Storm vind ik best aardig. Take Me in Your Arms, dat me wat doet denken aan Laurie Anderson, mag er ook best zijn. Heartland heeft het grote voordeel dat het een nummer is van The Sound, ook al is de uitvoering niet bijzonder, toch wel leuk. Annabel klinkt hier overigens nogal als Chrissie Hynde. Backwards Through the Looking Glass dat een jazzy feel heeft met een bas die me doet denken aan Japan (fretloos denk ik). Dit basgeluid komen we elders op het album ook nog tegen.
De B kant vind ik wat minder. Dividing the Spoils of Love gaat wel, beetje de vrouwelijke David Sylvian. Snake Pliskin is wel een aardige instrumental, doet me wat denken aan de begeleiding van Anne Clark.
Laatste twee nummers zijn een soort reggae nummers, best aardig, met name No Cure is wel een lekker relaxt nummertje.

Audra - Everything Changes (2009)

Ik vind het gewoon echt een hele lekkere cd. Ik kan er naar blijven luisteren, draai hem elke dag minimaal 1 keer, maar meestal vaker. (meestal gelijk een paar keer achterelkaar)

Hij begint heerlijk energiek, 100 Years Old zie ik als een soort combi van de nummers 100 Years van The Cure, I Will Follow van U2 en Shadowplay van Joy Division. Niet dat het nummer daar nou echt op lijkt, maar het hakt er net zo lekker in. Echt een vette opener voor een band die na 7 jaar weer een cd aflevert. Je voelt de frisse energie waarmee dit album is opgenomen, de motivatie om een echt goed album te maken. Daarna volgt veel moois, dat wel leuk klinkt na 1 of 2 keer luisteren maar na 10, 20, 30 luisterbeurten wordt het gewoon beter en beter. Langzaam neemt dit album me over en brengt het een gevoel over van pijn en teleurstelling, maar ook van hoop en aansporing om er iets beters van te maken. Van wat? Van deze aarde.... Ik kan janken om de schoonheid van een nummer als What's Meant to Be, het schitterende eindstuk van I Just Can't Let Go: "They've left me here, where nothing shines..."
Life on This Planet ... zelden een nummer gehoord dat zo duidelijk een weergave geeft van een persoon die pijn, verdriet en woede voelt omdat hij de wereld de vernieling in ziet gaan en tevens een frustratie heeft omdat hij niet weet wat te doen en er zelf ook aan onderdoor gaat.
Audra brengt een sterk gevoel over met dit album, een eenheidsgevoel, een gevoel dat ik opvang en dat goed bij me aansluit. Ooit heb ik getwijfeld aan mijn gevoelens, maar aangezien ik uit ervaring inmiddels weet dat dat niet nodig is, komt de boodschap van deze plaat luid en duidelijk bij me binnen. Dit gebeurt me niet zo vaak op deze manier en het is natuurlijk ook een persoonlijke beleving, maar het maakt wel dat dit album met kop en schouders uitsteekt boven wat ik de laatste tijd aan nieuwe muziek heb gehoord. Het ging zelfs al door mijn hoofd om dit album in mijn top 10 te zetten. Voor mij is dat iets unieks want ik heb dat nog nooit gehad met een nieuw album. Bij mij moeten platen hun plek verdienen door de tijd. Dit album heeft in een paar weken tijd gedaan waar een ander album jaren over moet doen.

En dan Syd Barrett als afsluiter, mooier kan het gewoon niet. Echt een fantastich nummer! Het laat je wanhopig achter en eigenlijk is er daarna maar 1 oplossing: het album opnieuw draaien.
Het is een vrij kort album, maar dat maakt absoluut niet uit, want het verveelt gewoon niet.

Aztec Camera - Knife (1984)

Bij naam kende ik het al lang, maar kan me niet herinneren ooit echt te hebben geluisterd naar Aztec Camera. Of toch wel en ben ik het vergeten? Ook dat zou kunnen. Op het eerste gehoor geen muziek die me direct aanspreekt. Vaak net wat te springerig en poppy voor me, maar dan toch... Hier en daar hoor ik ook wel aardige dingen voorbij komen. Het songwriterschap doet me soms sterk denken aan Elvis Costello. Het zou me niet verbazen als zanger/gitarist Roddy Frame door hem beïnvloed is op dat gebied. Desondanks vraag ik me af of het voor mij voldoende is om hier vaker naar te gaan luisteren. Ik ga het album zeker nog een kans geven, maar vrees wel al een beetje dat het geen muziek is die ik vaker zal opzetten. In mijn geval betekent het dat de kans vrij groot is dat de LP in de webwinkel belandt, zodat hij bij iemand belandt die er meer mee heeft. Maar laat ik niet op de zaken vooruit lopen. Ik laat hem nog even in de rotatiebak staan.