Via deze pagina blijf je op de hoogte van recente stemmen, meningen en recensies van deric raven. Standaard zie je de activiteiten in de huidige en vorige maand. Je kunt ook voor een van de volgende perioden kiezen: januari 2023, februari 2023, maart 2023, april 2023, mei 2023, juni 2023, juli 2023, augustus 2023, september 2023, oktober 2023, november 2023, december 2023, januari 2024, februari 2024, maart 2024, april 2024, mei 2024, juni 2024, juli 2024, augustus 2024, september 2024, oktober 2024
Humanist - On the Edge of a Lost and Lonely World (2024) 4,5
afgelopen maandag om 20:20 uur
stem geplaatst
» details
Geordie Greep - The New Sound (2024) 4,5
4 oktober, 14:47 uur
stem gewijzigd, oorspronkelijke stem was 4,0 sterren
» details
The Telescopes - Halo Moon (2024) 4,0
3 oktober, 15:57 uur
Blijkbaar was Growing Eyes Becoming String een one night stand bij het Fuzz Club label. Een keertje vreemdgaan en vervolgens weer naar de oude liefde terugkeren. The Telescopes brengt hun nieuwe Halo Moon studioplaat weer gewoon bij Tapete Records uit. Het vertrouwen is nog steeds niet geschonden en deze herziende echtverbintenis moet uiteraard gevierd worden. Dat dit geen vrolijk feestje is, ligt geheel in het verwachtingspatroon. Het is een black celebration met de nodige gothic en industrial noise. Het heeft de zwaarte van het vroegere Swans werk en voeg daar de duivelse bluesrock van de eerste Nick Cave and the Bad Seeds albums aan toe en je komt aardig dicht bij Halo Moon in de buurt.
Stephen Lawrie verloochent zijn achtergrond dus niet. Tijdens zijn puberteit vormen deze bands zijn muzikale interesses, welke hij vervolgens in een brok aan bagage omzet. Ondertussen zijn we alweer zeventien studioplaten verder en lijken we die kern aardig te benaderen. Met bezwerende voodoo verbannen ze in Shake It All Out de kwelgeesten naar de diepste plek in het donkere brein. Exorcisme als vruchtbaar paringsritueel, bewapend met de schoonheid van het kwaad. We aanbidden de duisternis, en wat voelt dit goed aan. Logge martelslagen, oorverdovende gitarengalm en verdovende orgeldrones. Basis ingrediënten voor ruim een half uur aan The Telescopes genot. Vergeet hierbij het nonchalante dromerig zeurende stemgeluid van ceremoniemeester Stephen Lawrie niet.
The Telescopes verkoopt de ziel niet aan de duivel, maar leent van hem wel de blues mondharmonica. Dit instrument kondigt het For The River Man mysterie aan, kristalheldere new age ambient verzorgt het tegengewicht. Welkom in de droomwereld van The Telescopes, waar elke schaduw een eigen verhaal verteld, elk personage zijn geheimen met zich meedraagt. Het is een zoektocht welke Stephen Lawrie dichter bij de blues en folk oorsprong van de hedendaagse rockmuziek brengt. Come Tomorrow trapt in het eerder verschenen Of Tomorrow af, het verlangen is beantwoordt. Folk volgens de The Telescopes tradities, met in de hoofdrol een vanuit zichzelf ademende harmonica die er een kerkelijke aura overheen drapeert. Een surrealistische sprookjesbeleving waar vergiffenis de betovering doorbreekt.
Die betovering blaast de laatste adem bij het Along The Way spanningsveld uit. Daar tussen de dronescatacomben komen de gitaren in opstand. Eerst afstandiger dreigend, vervolgens land veroverend dominant. Op het kerkhof van de postpunk openen de door het leven aangetaste grafzuilen zich en weerklinken naargeestige klanken. Lonesome Heart is de nachtelijke onrust van de dolende zielen, de zwartgallige romantici, de doemdenkers. Langzaam, traag, in gedachten. De Halo Moon nachttango is het dansen in maanlicht. Een flonkerende sterrenhemel aan terugkerende geluiden dwarrelt in de leegte van haperende gitaarakkoorden rond. Even los van de aarde, eventjes in de Melkweg aarden.
En dan kom je vanzelf in het hallucinerende Nothing Matters triphop veld terecht. Filmisch, hypnotiserend slepend en stiekem verleidend. Het This Train Rolls On gevaarte dendert al vuurspugend sissend de huiskamer binnen. Het beest is ontwaakt en eist zijn slachtoffers op. Van vriendelijkheid is geen sprake meer van. This Train Rolls On kruipt met ouderdomsmankementen getergd rond. Kermend huilend, het doodsvonnis telkens uitstellend. De eeuwigheid van het afgestorven materie. Gemarkeerd door het gebruik, gestigmatiseerd door de afgeslepen haperingen. Kapot, de laatste tonen als stervende stuiptrekkingen. Halo Moon is zeker een herfstplaat, maar dan eentje met Halloween in het achterhoofd. Een beetje eng en griezelig, maar nog net toegankelijk.
The Telescopes - Halo Moon | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
Suki Waterhouse - Memoir of a Sparklemuffin (2024) 3,5
3 oktober, 15:56 uur
Soms lacht het geluk je toe. In het geval van Suki Waterhouse gebeurt dat in een veelvoud van momenten. Ze heeft het allemaal perfect uitgewerkt. Een succesvolle carrière als model, een aantal redelijk geslaagde filmrollen op haar naam, en met haar mini-album Milk Teeth en het net wat langer durende I Can’t Let Go, stijgt ze net boven de middenmoot aan zangeressen uit. Na een aantal stormachtige relaties met muzikanten en filmsterren kiest ze voor een bescheiden bestaan als moeder. Daar komt echter verandering in als Taylor Swift haar uitnodigt om voor haar in het Wembley Stadium te openen. En zo staat ze plotseling weer vol in the picture, al smult Suki Waterhouse uiteraard van al die aandacht.
Daar moet je wel van profiteren; dus Suki Waterhouse brengt een plaat uit met nummers die dicht bij haarzelf liggen. Het zal heus wel gedeeltelijk autobiografisch zijn, maar door met een zevental producers aan de slag te gaan, roept ze twijfel op aan haar oprechtheid en eigenheid. Ze is het niet anders gewend, ook in de modellenwereld en in de filmsector wordt ze door anderen gevormd. Het is dus de kunst om in dit geval in je eigen personage te kruipen om de rol van je leven te spelen.
Suki Waterhouse is verslaafd aan die aandacht. En om daaraan te voldoen, heb je steeds meer middelen nodig. Het dramatische toneelstuk Gateway Drug overtuigt voldoende en alleen al door het knarsende industriële gitaarspel hoort ze zeker op het voormalige grunge label Sub Pop thuis. Ze maakt genoeg indruk om je nieuwsgierig in Memoir Of A Sparklemuffin te verdiepen. Deze titel verwijst naar een zwarte weduwe, een spin die haar prooi verleidt, en vervolgens smakelijk oppeuzelt.
Nou, met dat verleiden zit het wel goed, de dertiger heeft nog steeds een onschuldige jeugdige uitstraling. In de Supersad video presenteert ze zich als een lief meisje dat vervolgens door haar wulpse evenbeeld wakker wordt geschud. Supersad is een vroeg jaren negentig indie popliedje met een hoop verlichtende new wave elementen. Kleurrijk, vrolijk, al is het tekstueel juist een weerspiegeling van kleine probleempjes die groots aangedikt worden. Het zijn slechts beeldende filmscripts die zich in haar hoofd afspelen, feelgood movies met een happy ending. Net te kort, net te fragmentarisch.
Suki Waterhouse - Supersad (Official Video)Suki Waterhouse – Supersad (Official Video)
Ze verwerkt haar slecht aflopende vorige relaties door haar exen als personages in verhaaltjes te positioneren. Als een mannequin kleedt ze de hoofdpersoon in Blackout Drunk aan. Liefde maakt blind, en als je dan toch met oogkleppen op rondloopt is het gemakkelijker om je eigen vertellingen te regisseren. Lekker de diepgang wegfilteren en er een luchtige draai aangeven. Lekker Nonchalant doelloos. Wegcijferende Faded huisje-boompje-beestje romantiek, innerlijke onrust en twijfel bij My Fun, de grote Big Love zoektocht, de aarzelende To Get You sensualiteit. Net als de gospelsoul van My Fun springt deze er positief bovenuit. Ze heeft daar zelfs een geschikt stemgeluid voor.
Ik geloof het allemaal wel, of. eigenlijk: ik geloof het allemaal net niet. Waarschijnlijk zijn tracks als Model, Actress, Whatever en Could’ve Been A Star net wat interessanter, omdat die net wat dieper op haar keuzes ingaan. Suki Waterhouse heeft niet het geloofwaardige inlevingsvermogen om met cryptische verwijzingen haar voormalige geliefdes te eren, daar blinkt een Taylor Swift dus wel in uit. Voor de jonge luisteraar maakt het amper verschil, voor deze doelgroep is ze een prettige aanwinst. Ik kan haar geen ongelijk geven, ze voldoet aan de wensen van de luisteraar. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar voor Suki Waterhouse zou een volgende lockdown niet verkeerd zijn. Dan is ze volledig op zichzelf aangewezen en moet ze zich zonder toedoen van hulplijnen bewijzen. Kijk, dan wordt het pas echt interessant.
Suki Waterhouse - Memoir of a Sparklemuffin | Pop | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
IST IST - Light a Bigger Fire (2024) 4,0
3 oktober, 15:55 uur
Door zijn bescheiden houding presenteert Adam Houghton zich niet echt als een podiumdier, en natuurlijk is het altijd wat ongemakkelijk als je nieuw werk presenteert. Vallen de nummers in de smaak, of komen er minimale reacties vanuit de zaal. Dit laatste is zeker niet het geval tijdens de korte Nederlandse IST IST tour eerder dit jaar waar ze een aantal festivals en clubs aandoen. Sterker nog, de live ervaring leggen ze zelfs in de videoclip van The Kiss vast, welke in Doornroosje is opgenomen. Deze single is een stuk lichter dan het eerdere werk, en omdat Adam Houghton door zijn zwaar op de hand zijnde stemgeluid vaak met Ian Curtis vergeleken wordt, verlegt de band de overige sound naar die gemakkelijk verteerbare postpunk variant. Ist Ist wil niet als de zoveelste Joy Division kloon door het leven gaan.
The Kiss brengt de romantiek terug, niet alleen in de liefde, maar het is tevens in de zin van het muziek maken te herleiden. Nog steeds is het voor de old waver een feest der herkenning, welke hem zeker naar de beginselen van begin jaren tachtig terugbrengt. Ook de latere instroom die pas tijdens de revival van begin deze eeuw inhaakt komt ruimschoots aan hun trekken. IST IST voegt niks nieuws toe, ze verfijnen hun liefde alleen maar. The Kiss zou dus de ideale opener van Light a Bigger Fire zijn, die eer komt echter het tevens al eerder verschenen Lost My Shadow toe. De ingetogen Adam Houghton durft meer contact met de omgeving te maken, en dit is de eerste stap. De glimlach aan het einde van het concert zegt genoeg, al is het bij hem ook een blik van opluchting, we hebben de avond samen tot een goed einde gebracht. Bassist Andy Keating is de man van het dankwoord, ieder zijn kwaliteiten dus.
IST IST - The KissIST IST – The Kiss
Eigenlijk vatten deze twee tracks de ingeslagen weg het beste samen. De nadruk ligt daar meer op die interactie met de luisteraar, de meerwaarde van optredens. Het is een positieve kijk op de toekomst, de doorgang naar een groter publiek. Blijkbaar voelt Nederland vertrouwd aan, de registratie Live in Amsterdam uit 2023 vindt in De Melkweg plaats, en is min of meer de aanzet op het Protagonists vervolg. De in de voorzomer verschenen Repercussions single werd ook al vaker live gespeeld. De song had toen een wat sobere invalshoek, en klinkt in het uiteindelijke eindresultaat net wat sfeervoller en frisser. Natuurlijk zijn de in mineur gestemde gitaren nog aanwezig, ze overstemmen alleen het geheel niet meer in zwartgalligheid.
Het industriële I Can’t Wait for You heeft ook de voorrondes in de concertzalen overleeft. De uiteindelijke uitvoering is net wat lichter van toon, alsof de klemtoon van Joy Division steeds meer richting het meer hitgevoelige New Order verschuift. Dreams Aren’t Enough is voor mij nieuw, deze stond in Nederland niet op de setlist, maar is bij het thuisfront in Engeland wel regelmatig gespeeld. Met vooruitstrevende blik de toekomst trotseren. De tijd is aangebroken om dromen te verwezenlijken. De angst te trotseren, weer opnieuw te voelen. Something Else is weer heerlijk duister, ze hebben het dus nog niet geheel afgezworen. Het is de overmacht van bassist Andy Keating die zich hier met volle overgave in stort.
In de tweede helft van Light a Bigger Fire is hoe dan ook meer ruimte voor de latere uitgewerkte songs. What I Know combineert synthpop en discobeats met gothic triphop, opvallend dat Adam Houghton hier zijn bariton stemgeluid naar de achtergrond verdringt, en daarvoor melodieuze zanglijnen in de aanbieding heeft. Hope to Love Again is zelfs een heus popliedje, hopelijk is dit een sporadische uitbarsting, een eenmalige poging om een ander publiek te bereiken. De gitaren verdwijnen definitief in het schaduwdansende wat klinisch aanvoelende XXX, een ingetogen dancetrack met een doordringende Eurohouse basis. Gedurfd zeker, wennen absoluut. Toch pakt die koersswitch verbazend goed bij de afsluitende Ghost pianoballad uit. De geesten uit het verleden vervagen, de toekomstige schimmen dienen zich aan. Absoluut het onverwachte hoogtepunt van de plaat.
Na het prachtige concert in Nijmegen voldoen de eerste vijf songs van Light a Bigger Fire volledig aan mijn verwachtingen. Daarna is publiekslieveling Ist Ist wat zoekende, en experimenteren ze met verschillende andere invalshoeken, die voor mij nog niet helemaal te plaatsen zijn. Of deze winst zich in de toekomst doorzet, zal de tijd uitwijzen. De starre verbale en non-verbale voordracht van Adam Houghton past daar minder bij, en hij zal hierin moeten groeien. Dat charisma van Andy Keating bezit de frontman nog niet.
IST IST - Light a Bigger Fire | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
The Anomalys - Down the Hole (2024) 3,5
3 oktober, 15:52 uur
Of de Amsterdamse grachten en riolen nou de beste surf locatie zijn, betwijfel ik, al zouden de The Anomalys garagerockers daar het overschot aan toeristen wel verjagen. Het in 2010 verschenen gelijknamige The Anomalys presenteert harde blikkerige drums, straaljager rockgitaren, kraakpand romantiek, hardcore zang en een hoop do it yourself geklooi. Vervolgens laat het gezelschap ruim tien jaar weinig van zich horen, en benut deze tijd om flink aan het geluid te sleutelen.
Als dan vervolgens in 2022 Glitch verschijnt is er bar weinig veranderd. Het zijn nog steeds recht toe recht aan rocknummers, met een behoorlijk op dreef zijnde Bone, die zich als een soort van zingend boegbeeld presenteert. Net als Looch Vibrato speelt hij tevens gitaar en drummer Remy Pablo completeert het drietal. En de bassist? Een band die zo gevaarlijk op de rand van de Psychobilly balanceert heeft uiteraard ook een geweldige bassist! Nee, die is er dus niet, het leidt alleen maar af, en in principe is deze overbodig om een bak herrie te lanceren.
The Anomalys beseft dat het niet werkt om van een sabbatical te leven, en brengt vervolgens vrij snel na Glitch al op het Slovenly label Down The Hole uit. Oké, en het geluid is dus exact hetzelfde en inwisselbaar voor de twee eerder verschenen albums? Nee, nu gaan ze wel wat genuanceerder te werk. Het is een highway to hell roadmovie soundtrack, zonder passend einde, tenzij je de afgrond als passend einde beschouwt.
Anxiety rammelt nog steeds heerlijk als een gepensioneerd junkiegebit van alle kanten, maar heeft tevens smerige distortion elementen. Om het eenvoudig uit te leggen, het is meer Sonic Youth en minder The Cramps, maar dan met een flinke lading aan noiserock. Anxiety is beangstigend, zweterig beklemmend en lichtelijk bevreemdend. Logisch toch, anders zou je een track niet naar de opkomende symptomen van een paniekaanval noemen.
Oh dan gaat het destructieve om zich heen slaande Despair zeker over de wanhopige gevolgen in het hoofd, en is het flippende Go Away het vriendelijke verzoek om op te rotten? Zo simpel zal het toch niet zijn? Zo simpel is het dus wel. Waarom overal omheen draaien terwijl je het ook zo eenvoudig doeltreffend kan verwoorden. Flat Top is echter minder platvloers als wat de titel aangeeft. Het is een psychedelische trip met een hoop swingende fuzzy pedaleneffecten.
On My Way is net zo egocentrisch als Coke Head, al raak je bij On My Way de zelfcontrole niet kwijt. On My Way treft punk en postpunk op het kruispunt van de rockabilly, en heeft een duistere ondertoon. Dikke vette shit dus. Coke Head klinkt opgefokt drammerig, met hartslag versnellende drumpartijen, licht euforisch met een dansbare moshpit twist. Innocence is alles behalve onschuldig, het is een roodgloeiende versnelling die uiteindelijk de makke volgelingen naar het Slaughterhouse abattoir begeleiden. Nog eventjes links en rechts met de nodige klappen politiek uithalen en die onvrede uiten. Eigenlijk is er best veel behoefte aan orde verziekers als The Anomalys.
The Anomalys - Down the Hole | Rock | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
Efterklang - Things We Have in Common (2024) 4,0
3 oktober, 01:45 uur
stem geplaatst
» details
Crows - Reason Enough (2024) 4,0
2 oktober, 02:25 uur
stem geplaatst
» details
The Smile - Cutouts (2024) 4,5
1 oktober, 21:33 uur
Als muzikanten zó in hun kracht staan dat ze in staat zijn om in hun meest creatieve periode iets extra’s toe te voegen, is er iets bijzonders gaande. Bij Radiohead was dit het geval toen Amnesiac binnen een jaar tijd na Kid A volgde. Thom Yorke en Jonny Greenwood herhalen dit nu met hun succesvolle ‘andere band’ The Smile, waar het tweetal met drummer Tom Skinner samenwerkt.
A Light for Attracting Attention, het debuut van The Smile, stond hoog in de toenmalige jaarlijst en het eerder dit jaar verschenen Wall of Eyes eist zeker eind dit jaar ook een plek op. Met het beklemmende traumawerkstuk Bending Hectic overtreft The Smile de eerdere singles. Ruim 8 minuten aan onderhuidse spanning die naar een explosieve climax toewerkt. Cutouts komt in dezelfde periode als Wall Of Eyes tot stand, is ook gedeeltelijk in de heilige Abbey Road Studio opgenomen, waar The London Contemporary Orchestra aanschoof om die muur aan geluid nog dikker te accentueren.
Dat het gezelschap in hun vrije tijd, ik kan het niet anders verwoorden, zich in het schrijven van filmmuziek verdiept, komt bij het schitterende Foreign Spies wel overduidelijk naar voren. Hier drukken schelle keyboardpartijen hun stempel op de sound, ze laten de track heerlijk in de experimentele fase aarden. Hier is het mediterende spanningsveld genoeg. Foreign Spies is vintage seventies toetsenwerk, met een verkennende bas die er vrolijk doorheen huppelt. De vreemdeling die op verkenningstocht gaat en in een zelfdestructieve wereld belandt. Het bevat elementen van het speciaal voor de BBC gearrangeerde Horror Vacui, een breed uitgemeten orkestraal epos waar Jonny Greenwood een donkere kant van zichzelf belicht. Foreign Spies is de vertaling van klassiek naar pop, al is pop hierbij wel een heel breed begrip.
Het startpunt van Zero Sum ligt in de digitalisering van onze gegevens. Qua stijl en invalshoek verwijst deze elektro funker naar het fameuze OK Computer. Big Brother in de Windows 95 gedaante. Vintage eighties new wave volgens de principes van Thom Yorke en Jonny Greenwood. Tom Skinner pakt fascinerend door met Afrikaanse ritmes. Zero Sum is sexy dansbaar, aanstekelijk en bijna een heuse popsong. Ook hier verkeert Jonny Greenwood in topvorm. Met zijn buitenaardse gitaarloopings voegt hij met bravoure weer iets extra’s toe, sterker nog, hij verfijnt het eerder aangegeven Kid A en Amnesiac werk. Alsof die twee kunstwerken door architecten van een nieuwe verflaag worden voorzien. Verwijt ik Thom Yorke dat zijn aandeel op de eerste twee The Smile platen te dominant is, hier trekt Jonny Greenwood dat eventjes recht.
We maakten al eerder kennis met Don’t Get Me Started. Thom Yorke als overkoepelende krachtbron, die de swing van Jonny Greenwood langzaam in beweging zet. Toch moet hij hier in Tom Skinner zijn meerdere erkennen, hij is de katalysator, de voedende brandstof, de intercity die de locomotief als het ware voorbij draaft. Zonder zijn ritmische experimenteerdrift zou het jazzy Don’t Get Me Started ergens in het luchtledige blijven hangen. Gedirigeerde pianotoetsen remmen het stuurloze samenspel tussen drum en gitaar bij Eyes & Mouth af. Een track waar ze al vanaf de wereldwijde kennismaking van The Smile aan sleutelen en waarmee ze hun eerste spraakmakende concert in Magazine te Londen mee afsloten. Blijkbaar voldeed deze uitvoering nog niet aan de wensen en brengen ze het nummer nu tot alle tevredenheid uit.
Bij de dromerige psychedelische jaren negentig interactie van Instant Psalm ervaar je die unieke live ervaring, waar een jamsessie tot een gestructureerd geheel samenvloeit. Hier vormt het trio een herhalende soepelheid waar The London Contemporary Orchestra met gemak overheen schildert, de leegte in vervoering brengt en er een driedimensionale eenheid van maakt. Dit biedt het vermogen om als luisteraar in de track te kruipen. Juist deze toevoeging geeft het kleur en vooral een warmte die eerder bij Radiohead met fragmentarische geluidseffecten werd benadrukt. Juist die echtheid aan instrumentatie maakt er een puur geheel van. Ik ben wel nieuwsgierig hoe ze dit live omzetten. Niet geheel The Smile eigen, maar ook overduidelijk door een band als Elbow beïnvloed.
De exotische Colours Fly sabeldans tango vaart als een spookschip recht op zijn doel af. Het trotseert de golven in een barre tocht waar saxofonist Robert Stillman er een Blackstar twist aangeeft. Het is hierdoor een onbewust eerbetoon aan die allerlaatste David Bowie meesterzet, voor hij ons in verwarring en verdriet achterliet. Colours Fly schuurt, piept als een oliearm gevaarte. Laat deze gastartiest zich in het vervolg definitief bij het The Smile gezelschap voegen, hij is van onschatbare (meer-)waarde. De kosmische ambient van No Words is alles behalve een instrumentaal tussenstuk. Ook hier die angst en onvrede, hulpeloos toekijken naar een zelfdestructieve planeet. Thom Yorke laat zijn persoonlijke problemen los en richt zich op de maatschappij. Misschien vreemd, maar hierdoor wekt hij dus de indruk dat hijzelf lekker in zijn veld zit. De krautrockwalmen zijn niet ver weg, samen met de rondspokende echo’s in de tweede stem geven ze het een berustend retro tintje, alsof het aardse geweten over de schouder meekijkt.
Door de aanwezigheid van The London Contemporary Orchestra en de nachtkroeg piano valt het verstillende Tiptoe zowat onder illustratieve triphop te catalogiseren. Dat Thom Yorke een groot liefhebber van dit subgenre is, bleek al eerder toen hij zijn medewerking aan het elektronische UNKLE verleende. Hier is het echter de zwakke broeder tussen de sterke overmacht van het overige negental. Het mist de emotionele beladenheid, de nervositeit. Thom Yorke in de gedaante van musicalster, bijna tegen perfectie aanleunend. Juist die aspecten worden hier zo gemist, terwijl zij juist die de onvoorspelbare grimmige dwarsheid van de geluidscollage-kunstenaars normaal zo kenmerken.
Het broeierige The Slip blijft een beetje in die triphop hoek hangen, alleen klopt het hier wel allemaal. The Slip is een panische kijk op het verval van de aarde, de teloorgang van een wereldrijk. Het is een knock-out, de genadeslag, waar het smerige Jonny Greenwood rockgitaarspel het beste in Thom Yorke oproept. Voor mij de eerste keer dat ik The Smile aan The Bends van Radiohead kan linken, het bevat flarden Just, samen met Zero Sum ligt de The Slip crossover funkrock dicht bij een standaard rocksong, al kan je in het geval van The Smile nooit van standaard spreken.
Het traditionele bijna akoestische Bodies Laughing leunt op een klassieke basis en geeft weer een nieuw stukje veelzijdigheid van The Smile bloot. Het idee ontstond al tijdens de opnamen van In Rainbows, maar bleef vervolgens lang op de plank liggen. Ze verraden hiermee de oorspronkelijke opzet van de song en hoe deze zich verder ontwikkelt. Cutouts wekt de indruk dat ze veel meer de complexiteit vermijden en dus dichter bij de basis blijven. Songs in wording die in hun kaalheid al genoeg zeggingskracht hebben. Soms zit het zelfs ergens tussen The Bends en OK Computer in. Voor de eerste keer sinds tijden geloof ik dat een Radiohead reünie de logische vervolgstap zal zijn. Cutouts heeft met vlagen de magie van de twee voorgaande platen en is vooral een zeer geslaagde aanvulling, een kanttekening die dieper in het opnameproces duikt.
The Smile - Cutouts | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
Nick Cave & The Bad Seeds - Wild God (2024) 5,0
28 september, 15:22 uur
stem gewijzigd, oorspronkelijke stem was 4,5 sterren
» details
Bright Eyes - Five Dice, All Threes (2024) 4,0
21 september, 01:50 uur
Je mag van een wonder spreken dat Conor Oberst na een stilte van bijna tien jaar in 2020 een nieuwe Bright Eyes plaat uitbrengt. Down in the Weeds, Where the World Once Was is een traumatische verwerkingsalbum van een labiel persoon, waarbij echt, maar dan ook echt alles fout loopt. Toch ontbreekt de nodige zelfspot en logica niet waardoor het toch een fijne luisterervaring is. De genialiteit zit hem nou niet direct aan de oppervlakte, maar in de diepte is deze wel degelijk aanwezig. Als ik een kleine maand geleden voor de eerste keer naar het verknipte Five Dice, All Threes mag luisteren, schrik ik wel. Hier is heel veel gaande, en het voelt niet goed aan.
De afgelopen weken gebruikt Conor Oberst om via live optredens het nieuwe materiaal te promoten. Door zijn suïcidale uitspraken, slechte stem en dito stemming, het pijnlijke gegeven dat hij de teksten amper weet te herinneren, kom je tot de conclusie dat zijn eerder ingezette neergaande spiraal flink in de knoop is geraakt. De enige uitweg is dat hij soms al na een tweetal gespeelde nummers het podium verlaat. De aandacht gaat op dit moment vooral naar Jane’s Addiction frontman Perry Farrell uit, Conor Oberst schetst een net zo hulpeloos triest verhaal.
Het leven is letterlijk een kansspel, Conor Oberst raakt verslaafd aan dit kansspel en zet veel te hoog in. Five Dice, All Threes is het maximale haalbare, de gulle middenweg. Five Dice, All Threes is doordrenkt met gesproken veldopnames, die deze warrige toestand flink versterken. Het is zo triest om op te merken dat de kracht juist in de zwakte zit. Hoe kwetsbaarder de overdracht, hoe meer Conor Oberst je weet te raken. De tekstschrijver blijft in het verleden hangen, waardoor dit verleden ook zijn toekomst vormt. Alleen kom je dan op het punt terecht of dit vooral uit medeleven is of dat de impact van de woorden zo treffend worden weergegeven. Hier kan ik als buitenstaander geen zinnig antwoord op geven.
En dan heb je vrienden nodig die je steunen. In het geval van Conor Oberst zijn dat Mike Mogis en Nate Walcott, de overige kernleden van Bright Eyes. Dit is het basisteam waarmee hij na doorbraakalbum I’m Wide Awake, It’s Morning mee aan de slag gaat, het geraamte om zijn lege ziel. Het Five Dice intro opent met schizofreen radiozender geroezemoes. Eventjes op de juiste zender instellen. Het geeft de zoekende sfeer perfect weer. In de gespeelde vrolijkheid van Bells and Whistles kruipt de zanger in het personage van een neurotische rockartiest. Voor hem hoeft al die aandacht niet. Verwacht na afloop van een concert geen enthousiaste signeersessies, hier geeft hij overduidelijk aan dat men hem vooral met rust moet laten.
Maar goed, je hebt wel een nieuwe plaat te presenteren, daar kan zelfs Conor Oberst niet omheen. Muzikaal niks mis mee, Bells and Whistles is heerlijke aanstekelijke indiefolk met opbeurende kroegpiano toetsen, verfrissend semi tokkelend gitaarspel en een hoop gefluit om de afwezigheid van een refrein te camoufleren. Het is een beklimming, de hoofdpersoon van de El Capitan countryrock zal nooit de top van de berg bereiken. Dan is de dood de enige uitweg. Conor Oberst brengt het vrij nuchter, met de nodige humor, waardoor het een tragikomische wending krijgt.
Dat lot van de kunstenaar versterkt zich in het aan de Nederlandse performance entertainer Bas Jan Ader, welke levensloop een mythisch vervolg krijgt als hij in een zeilbootje op de Atlantische Oceaan verdwijnt. In Tiny Suicides schets Conor Oberst pogingen om het bestaan te ontvluchten. Een soort van melodramatische 50 Ways To Leave Your Lover, maar dan de 50 Ways To Leave Your Life musical variant en overtuigende slidegitaar akkoorden. Door huilende afrondende veldopnames die door merg en been gaan, geeft hij het verlies van een nabestaande weer, welke in onwetendheid achterblijft.
In het mysterieuze met discobeats gevoede All Threes gevecht is Cat Power de soulvolle gastperformer, die als coach met de nodige peptalk er een overwinnaarstwist aan geeft. Trots als verliezer de ring verlaten, een knock-out naar de triomfantelijke tegenstander. Dan gebeurt het onmogelijke, beroepspunker Alex Orange Drink geeft met zijn stel je niet aan attitude een onverwachte twist aan het uptempo Rainbow Overpass. Deze vriend van de band motiveert Bright Eyes om die ideeën verder uit te werken en levert zelf tevens een groot schrijversdeel aan. Het is net die energieboost welke Five Dice, All Threes nodig heeft, de redder in nood.
Hate veegt de vloer aan met het geloof, Conor Oberst spreekt zich overduidelijk tegen deze scheve machtsverhoudingen uit, waar iets moois misbruikt wordt om iets lelijks op te roepen. Het is tevens een protestsong tegen het protest, het kwaad als oppermacht. Real Feel 105°, overleven tussen de verlokkingen van Los Angeles, de zoveelste vluchtkaart van het kansspel. Spun Out zoekt het randje op en bevredigt de destructieve euforische drang om er letterlijk overheen te stappen. Trains Still Run on Time probeert de normalisatie te ontwrichten. Trains Still Run on Time verkoopt de Amerikaanse Droom aan Disney, welke er een onrealistische familiefilm van maakt.
En dan sluit beroepspessimist Matt Berninger van The National ook nog aan, die bij The Time I Have Left de al wankelende Conor Oberst in zijn onbegrip steunt. Je hebt er weinig aan, de halflege wijnglazen zullen nooit halfvol gevuld zijn. Het levert wel een empathisch samenspel op. Tin Soldier Boy is een ode aan Hollywood, waaraan je elk onlogisch verhaal kan verkopen. Op papier is Five Dice, All Threes de beste Bright Eyes plaat sinds I’m Wide Awake, It’s Morning. In de praktijk voelt het dus niet goed aan.
Bright Eyes - Five Dice, All Threes | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
Meadowlake - where the mountain meets the sea (2024) 4,0
20 september, 15:55 uur
De sympathieke Big Thief gitarist Buck Meek heeft amper zijn Haunted Mountain soloplaat uitgebracht als hij in contact met het Groningse Meadowlake komt. Sterker nog hij nodigt de shoegaze indiefolk rockers uit om in zijn kersverse studio een album op te nemen. ‘Wij hebben vorig jaar een onvergetelijk avontuur beleefd in het idyllische Topanga te Californië’, aldus drummer Tjeerd Bennink, dat eindresultaat willen we graag met jullie delen’. Na het al niet misselijke debuut Meadowlake spreken we ons enthousiasme bij het daarop aansluitende Wait For Me uit. Wait For Me is dan ook een coherente. Uitnodigend en herkenbaar, maar net even anders dan de vorige plaat. Een onomstotelijk bewijs dat de band meer dan een belofte is.
Where The Mountain Meets the Sea voldoet aan deze verwachtingen. Het aanbod van Buck Meek is meer dan een vriendendienst. Hij denkt samen met zijn partner Germaine Dunes mee in het opnameproces. Om de onderliggende krachtbronnen van de Rivers single dat gevoel van letterlijke ruimtelijke vrijheid mee te geven verbouwt Buck Meek een gitaar om een unieke sound te creëren. Het zijn de surfklanken van een voorzichtige beoefenaar die vroeg in de ochtend zijn kans grijpt en voor de eerste keer de golven trotseert. Onwennig neemt Meadowlake de omgeving in zich op, adembenemend bijna. Toeristen die hun bevindingen niet in foto’s vastleggen, maar er juist nummers over schrijven.
Toetsenist Gertine Veenstra is met haar verzachtende luisterzang nog steeds van de partij. Gitarist Erik de Breij en bassist Sélina Aerts zijn in alle stilte vertrokken, waardoor er een sterk op elkaar ingespeelde drie-eenheid overblijft. Je moet ergens beginnen, en voor mij vormt Rivers dat uitgangspunt. Rivers is meer dan die prachtige gitaarlijnen. Het is vooral Tjeerd Bennink die dat stoffige lome zanderige uit zijn drumpartijen tevoorschijn tovert. Songwriter Jarno Olijve schetst de omgeving, en kleurt deze goudbruin in. Where The Mountain Meets the Sea is een reisverslag, een routebeschrijving met het kompas gericht op het zuiden.
De Verenigde Staten voelen vertrouwd aan. America is het gevoel van thuiskomen, de pelgrimstocht naar het Beloofde Land. Door het stratennummerschema in New York heb je geen gids nodig. De stad neemt je bij de hand en laat je vervolgens beetje bij beetje iets meer los. America rockt volgens de decennia ’s aan rockgeschiedenis. Voorzichtig stevig, voorzichtig verkennend met een veelvoud aan jaren negentig gitaarrock verwijzingen. Believe is het nachtelijk ontwaken in wantrouwen. De twijfel versterkt door het gezonde gevoel van heimwee.
Misleidende Deathray regenboogstralen kunnen tevens een vernietigende werking hebben. Een naargeestig voorgevoel dat aan al het geluk een voortijdig einde komt. Deathray knarst vragend als een piekerende gedachtegang, en draagt een duistere schaduw met zich mee. Dan is het tijd voor Buck Meek om zich met het proces te bemoeien. Hij laat het trio in Gold aarden en zelfbewuster met het leefklimaat spelen. Het is de vergelijkbare natuurbeleving van Big Thief die Dragon New Warm Mountain I Believe in You ook in het verdorde hete Tucson woestijngebied uitwerkt. Uit niets iets moois scheppen. Tjeerd Bennink pakt daarbij de rol als katalysator op, en tilt het dromerige tempo naar een hoger level. Lost laat je prettig in de leegte verdwalen, en deze als een vriend omarmen. Ook hier geldt de kracht van het minimalistische, de emotie van het onbekende.
Het kleine opbouwende Nothing Will Hold Me Back liefdesliedje is prachtig in zijn eenvoud. Breekbaar, puur en een tikkeltje onzeker. Juist die kwetsbaarheid is zo herkenbaar. Samen de strijd aangaan, samen overwinnen. Het singer-songwriterstalent komt het beste bij tracks als Over naar boven. Jarno Olijve is een beeldende verhalenverteller, die de zachtheid in zijn stem laat spreken. Rope bezit typische The National breaks, lekker tegendraads speels en toch binnen de lijntjes. Meadowlake moet het niet van de moeilijkdoenerij hebben en dat siert ze.
Bij de bijna traditionele Wide Awake folkrock moet ik net als de uitbundige gitaarakkoorden van Nothing Will Hold Me Back aan U2 denken. Die brengen namelijk ooit de Wide Awake in America EP uit. In principe bewandelen ze dezelfde weg bij The Joshua Tree. Dezelfde kale vlaktes, dezelfde broeierige hitte, in een korte tijd volwassen worden. Al is hun blik op de Verenigde Staten net wat wantrouwender, beangstigender. Het is de kunst van Meadowlake om dicht bij zichzelf te blijven, en daarin zijn ze ruimschoots geslaagd. Where The Mountain Meets the Sea overtreft de eerder verschenen platen en straalt overduidelijk een internationaal karakter uit.
Meadowlake - Where The Mountain Meets the Sea | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
Jamie xx - In Waves (2024) 4,0
18 september, 16:14 uur
Doordat de Britse regering in 2020 tijdens de pandemie het volk adviseert om zoveel mogelijk binnenhuis te blijven en zelf op feestjes helemaal los gaat, roept dit een aversie op. Men zit in een dwangbuis gevangen en uit die onvrede door illegale danceparty raves te organiseren. Deze opleving trekt ook Jamie xx aan, die zelf in de Second Summer of Love is geboren, en de opkomst van Acid House en de daarop volgende breakbeats nooit bewust heeft meegemaakt. Daar ligt de opkomst van pioniers als Bomb The Bass, The Prodigy en de Amerikaanse Moby, welke zijn punkverleden afzweert en zich overduidelijk op dance gaat richten. Onbewust hou ik deze grootheden in mijn achterhoofd bij het beluisteren van In Waves. Het volgens sobere pianotoetsenwerk opgebouwde The Feeling I Get from You kan ik niet anders als een eerbetoon aan deze grondleggers beschouwen.
Jamie xx werkt tijdens de lockdown aan toekomstmuziek, maar neemt deze invloedrijke periode wel als uitgangspunt. Als in de herfst van 2024 de dagelijkse gang van zaken allang opnieuw is opgestart, brengt hij eindelijk de langverwachte opvolger van het bijna tien jaar oude In Colour uit. In Waves staat voor het alsmaar voortbewegen van de dancecultuur en het beoefenen van zijn hobby, surfen. Jamie xx reanimeert de retro sound zoals alleen hij dat kan, met nieuwe dimensies en invalshoeken. Natuurlijk staat de dansbaarheid van de tracks hierbij op de voorgrond.
Jamie xx is voor mij vooral de katalysator van de explosieve The XX branddriehoek. Het is de chemie tussen hem en het zingende tweetal Romy Madley Croft en Oliver Sim. Eigenlijk komt ook nog Baria Qureshi in dit verhaal voor, maar die cijfert zichzelf al snel weg. Ik heb een zwak voor het spannende minimalistische Crystalised waar triphop en new wave samenkomen. Op Waited All Night werkt het trio weer samen, en dan ben je benieuwd of de magie van weleer nog steeds aanwezig is. Dit is niet het enige samenwerkingsverband op In Waves, ook de Amerikaanse uit bakermat Chicago afkomstige DJ Honey Dijon is van de partij, net als de van Animal Collective bekende indiefolkzanger Panda Bear en de Zweedse elektropop singer-songwriter Robyn. Zelfs het Australische The Avalanches die de zomerse, seventies minded klassieker Since I Left You op hun conto schrijven, verlenen de medewerking aan de plaat. Kortom, een mooi breed scala aan gastartiesten.
Door de verzachtende pianoklanken is Wanna een heerlijke down to earth afterparty nummer geworden. Bijzonder dat hij juist hier mee opent, of is het slechts de berusting na de coronastilte. We mogen weer! Jamie xx pakt in ieder geval stevig met Treat Each Other Right door. Dan kom je al snel bij de achterliggende gedachte van de Second Summer of Love uit. Respecteer elkaar, en laat iedereen in zijn waarde. Een ouderwetse clubtrack, waarmee men vroeger de dansvloer veroverde. Het nodigt in ieder geval uit om te dansen. Het heerlijke open minded Still Summer is ook naar deze vrijheidsbeleving te herleiden. Wat fijn dat de deuren weer open zijn en dat claustrofobische gevoel wegnemen.
Hij gebruikt de stem van Romy Madley Croft in Waited All Night volgens de principes van Todd Terry, die Missing van Everything But The Girl naar een hoger niveau tilde en Massive Attack, die gastzangeressen toevoegen om meer emoties in hun songs te leggen. Het is mij nooit zo opgevallen dat de klankkleuren van Oliver Sim zo dicht tegen de reggae aanleunen, juist door zijn stem zo anders te benutten komt deze hier het beste tot zijn recht. Het is niet zo geniaal als The XX, maar absoluut een aangename meerwaarde. Life met Robyn leunt erg op het vroegere Daft Punk werk. Helaas komt haar kenmerkende stem door de overvloed aan geluidseffecten en het enthousiasme van Jamie xx wat in de verdrukking.
Baddy on the Floor is een dancefloorkiller zoals er velen geproduceerd zijn. Geschikt voor de clubs, verder niet bijzonder. Vergeet niet dat het de opzet van Jamie xx is om van In Waves een echte clubplaat te maken, die achterliggende gedachte is van groot belang. Kelsey Lu, John Glacier en Panda Bear ontfermen zich over Dafodil. Panda Bear zorgt voor een stukje spirituele soulbeleving, Kelsey Lu voegt er de nodige slaapkamersensualiteit aan toe. Breather ademt een soortgelijke wellust uit, al heeft het hier de functie om door mediterende mindfulness mantra’s dat opgelegde isolement te doorbreken. Jamie xx in topvorm, met het accent op het beangstigende toekomstperspectief. Een horrorscenario, met verknipte breaks en een doordringende herhalende beat. Even overstijgt hij dat clubbelang om halverwege weer daarna terug te keren en er een fantastische twist aan te geven.
Met de Electric Body Music van All You Children duikt hij de jaren tachtig in. Er zit ook een hoop Trevor Horn in de track, met hier en daar wat zwoele vroeg jaren negentig house erotiek. The Avalanches stellen zich afzijdig op, hun aandeel is niet direct tastbaar, de vibe is dat wel. De met kinderstemmen opgesierde soul van Every Single Weekend is de aanloop naar het afsluitende Falling Together waar gevoelsdier en danseres Oona Doherty met haar expressieve praatzang voor de nodige diepgang zorgt. In Waves is een meesterzet, waar je wel met een realistische blik naar moet kijken. Alles is in het verleden al eerder en beter gedaan. In Waves is een afsluiting van een roerige tijd. Alle processen verlopen in golven, slechte jaren volgen betere jaren op, vervolgens herhaalt dit zich weer. In Waves helpt Jamie xx verder in zijn ontwikkeling, op persoonlijk en artistiek vlak.
Jamie xx - In Waves | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
Gurriers - Come and See (2024) 4,5
15 september, 02:55 uur
Het Ierse Gurriers is de grote belofte van de afgelopen twee jaar. Daar kan je zeker in het plat gespeelde Nederland niet omheen. Elk optreden zit zo strak in elkaar, dat je bijna vergeet dat ze pas aan de vooravond van de definitieve doorbraak staan. Want die moet er gewoon komen. Zelden een band in zo’n vroeg stadium zo overtuigend vol overgave zien spelen. Voor mij was de eerste kennismaking vorig jaar mei in Merleyn, waar ze het bij de aanwezigen direct al afdwongen om dichterbij te komen en de intense avond van zo dichtbij mogelijk mee te maken. Dan wil je na afloop maar één ding: die debuutplaat kopen. Alleen was die er toen nog niet.
Lukt het de Gurriers straatschoffies om ruim een jaar lang die aandacht vast te houden, of ebt het succes voortijdig weg? Welnee, er volgen nog meer gigs en nu uiteindelijk Come and See verschijnt staan er alweer genoeg optredens op de planning. Helaas ontbreekt smaakmaker Emmet White dan, deze bassist met manisch gestoorde blik in zijn ogen, haakte net voor de release af en nieuweling Charlie McCarthy moet een sprintje inzetten om het stokje over te nemen.
Als je zo kritisch over het eigen functioneren bent, dan mag je de maatschappij ook zeker bekritiseren. Het eerste wantrouwen spreekt Gurriers op 6 december 2001 uit, als ze de dubbelsingle Top Of The Bill en Approachable uitbrengen. Het slaapwandelende Top Of The Bill is de verdovende kansloze No Future protestsong van de Ieren. Dan Hoff spreekt het wantrouwen uit en zoekt het in eerste instantie in het eigen falen. Risico’s nemen, incasseren en de gevolgen incalculeren. De gitaren zijn in jaren tachtig wave nostalgie gestemd, geven een verfrissende kijk op een uitgekauwde formule en voegen daadwerkelijk iets toe. Ja, en Dan Hoff heeft dat rauwe van een verbitterde strijder, de straatvechtersdenkwijze van de arbeidersklasse.
Met de stevig rockende Approachable snelheidsduivel, bewijzen ze dat Gurriers niet de zoveelste postpunk hype is. Over een hype praat je een jaar later niet na, omdat die aandacht zich ondertussen mogelijk naar een ander publiekslievelingetje kan verleggen. Gurriers houdt het vuurtje brandende door speeloveruren te draaien. Approachable is de angst voor de toegankelijkheid. Al wat op internet verschijnt wordt geregistreerd en gedigitaliseerd. Het hele geromantiseerde mysterie rond muzikanten is verdwenen. Draaide het voorheen nog om het product, tegenwoordig wordt de hele voorgeschiedenis van een artiest als een spons leeg geknepen. Men gaat voor het totaalplaatje en daar hoort blijkbaar die onzinnige interesse naar de achtergrond bij. Twee tracks dus over het eigen functioneren en het sociale disfunctioneren van de maatschappij.
Het met pompende baspartijen en blikken discobeat percussie opgezette catchy Sign of the Times volgt al snel. Ook hier turen we levenloos naar een leeg scherm dat ons vervolgens die levenloze leegte schenkt. Het is de overspannen waanzin van een uit noodzaak geboren cancelcultuur. Het is het gluren bij de buren in corona reservetijd. Het isolement als alleen internet bevrediging oplevert. De daarop aansluitende Nausea single zal uiteindelijk Come and See openen. Nausea staat voor misselijkmakende walging en verwoordt het genot van masochisten die zich met onze onkunde voeden. We nemen de wettelijke regels in twijfel, maar wie betreedt de barricades om deze onvrede uit te spreken? Nausea is de noodtoestand, met alarmerende gitaarsirenes. Hebben ze dat opgefokte van Fontaines D.C. afgekeken, of hoort het gewoon bij de Ierse mentaliteit?
Het Oosters getinte Des Goblin is de missing link tussen doom, punk en punkrock. Het is een track zoals enkel Public Image Ltd deze kan maken. Niet dus, ook Gurriers is in staat om elektro noise met disco te laten bijten. Des Goblin is een kolkende vuurmassa die als een onheilspellende lichtbol overal tegenaan stuitert. Met dat stuiteren zit het wel goed, maar wat heeft Gurriers verder buiten de moshpit te bieden? In ieder geval het Dipping Out Gotham City doemverval van Dublin, dat langzaam in een stuurloze aan bloedarmoede lijdende zijtak verandert. We zitten vast in het toekomstgerichte 1984 scenario en draaien de klok tegen de wijzers in veertig jaar terug.
Het met gesproken woord ingeleide Prayers richt zich tegen de kerk, het geloof en het afgestorven christendom. Je mag de mensheid geen overtuiging afdwingen en sinds het ene Vaticaanschandaal het andere opvolgt, blijven de stoelen van de trouwe kerkgangers leeg. Nog steeds een heikel punt in Ierland en daar zal de komende periode geen verandering in komen. Close Call rakelt de pandemie ellende weer op. De avondklok, de tegenreactie die deze oproept. Angst voor lichamelijk contact, angst voor stagnatie, angst voor de toekomst en vooral de angst voor de onzekerheid. Close Call is vluchtig, opruiend en rebels. Het wijzende vingertje van Dan Hoff wordt door het gitaargeweld overrompeld. Live is dit een unieke kans om te ervaren wie hier als winnaar de ring verlaat, de band of het publiek, al zal dat elke avond anders zijn.
No More Photos richt zich op de Amerikaanse markt en komt volgens de slopende grunge principes en eind jaren tachtig noiserock tot stand. Hard, lawaaierig met de nodige gitaarerupties die juist daardoor doel treffen. Het Come and See titelstuk biedt toekomstperspectieven. Psychedelische echo’s baden hier in een traditionele folkpop basis. Gurriers doet hierin het onverwachte en bewerkt de song tot een hedendaagse verwelkomende shoegazer klassieker met een veelvoud aan dreampop uitspattingen. Gurriers zet nu al genoeg vervolgstappen om de wetten van het net gelanceerde Come and See debuut open te breken en deze te herzien. Come and See is next level postpunk.
Gurriers - Come and See | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
Snow Patrol - The Forest Is the Path (2024) 4,0
14 september, 02:55 uur
Bij elke live opname van Chasing Cars ben je getuige van de ontroering in de ogen van Gary Lightbody en weet hij je als geen ander te raken. Het is de gave die de track gemeengoed maakt, de verbondenheid en een gevoel van herkenning. Je ervaart de emotie in zijn blik, maar wat er daadwerkelijk in hem omgaat is een duister gebied. Mag je de maker van het liefste liefdesliedje kwalijk nemen dat hij vervolgens nooit enigszins in de buurt van dit moment komt? Misschien wel, maar ik heb een zwak voor Snow Patrol, al evenaren ze voor mij nooit meer hun vierde Eyes Open album.
Een love it or hate it band, zoals Edgar Kruize al zo treffend bij Fallen Empires schetste. Een band die zo hard probeert om de gulden middenweg te bewandelen, en op elke plaat zeker een aantal verstillende momenten heeft. Gary Lightbody is een gevoelsmens, hij heeft nooit de liefde van zijn leven gevonden. Hij was veel eerder een muzikant die stilletjes eenzaam een fles sterke drank opende en laat op de avond tot de ontdekking kwam dat de voorraad nog niet op was. Vanaf 2016 is hij zijn alcoholproblemen echter de baas.
The Forest Is the Path is de eerste plaat die hij sinds zijn cleane afgekickte periode opneemt. Het is ook de eerste plaat zonder bassist Paul Wilson die er vanaf het Eyes Open succes bij was en ook zonder Jonny Quinn die zelfs al op de Songs for Polarbears eersteling drumde. Er ligt dus een grote druk op gitarist Johnny McDaid, die als songwriter flinke successen boekt met Ed Sheeran. Er wordt vervolgens hoog ingezet. Producer Fraser T. Smit schrijft mee aan het album en is in het proces hoofdverantwoordelijke voor het eindresultaat. Gelukkig is Nathan Connolly ook nog van de partij: de kern bestaat daarmee dan uit drie gitaristen. Dan zou je kunnen verwachten dat The Forest Is the Path een echte rockplaat wordt, vreemd genoeg nemen de pianotoetsen juist een meer prominente en cruciale rol in.
In openingstrack All ligt de nadruk bij de zachte ritmische drumslagen. Het is een typisch Snow Patrol nummer zoals alleen Gary Lightbody die kan schrijven. Als hij in de eerste zin al aangeeft dat het geen liefdesliedje betreft, weet je dat het tegendeel het geval is. Het is zijn kracht om zich kwetsbaar op te stellen, gedurende de tekst leert hij weer om lief te hebben, te voelen, maar ik voel het zelf nog niet. Muzikaal is het verrassend sterk, dus misschien moet het puzzelstukje nog in het totaalplaatje vallen. The Beginning begint klein en pakt vervolgens groots uit. Met de new wave verwijzingen en gedempte geluidseffecten valt het allemaal op zijn plek. Gary Lightbody weet dat hij zijn werkveld moet herwinnen, All is slechts de aanzet, The Beginning de doorstart. In de zoektocht naar zichzelf komt hij ten eerste zijn soul-ziel tegen, die hem verder vergezelt.
Ook bij de Everything’s Here and Nothing’s Lost postpunk verwijzingen draait het voornamelijk om de sfeer. In deze driedimensionale omlijsting (beleven, voelen, ondergaan), komen de woorden van Gary Lightbody het beste tot het recht. En misschien is het een stukje acceptatie dat de rol van producer zo van belang is. En misschien is het een stukje acceptatie dat vooral Fraser T. Smit een bepalende factor is en op dit moment het beste in het overgebleven drietal naar boven haalt. Chris Martin zou smeken om een nummer als Your Heart Home. Het past helemaal in de hedendaagse Coldplay traditie, een beetje pop, een beetje dance en een overweldigend gelukzalig gevoel. This Is the Sound of Your Voice is net als de door Gary Lightbody geverfde albumhoes een schilderij waar tekstueel teveel in gebeurt. Het zijn allemaal abstracte lijnen waar alleen de geoefende liefhebber de connectie tussen vindt.
Gary Lightbody romantiseert een liefdesleven dat enkel uit mislukkingen ontstaat. Hold Me in the Fire is de trieste strijd van iemand die niet beseft dat zijn voormalige minnaar allang is afgehaakt. Flarden vintage postpunk dringen zich in Years That Fall op en staan voor de houvast in songs die voor anderen zoveel betekenis hebben. Pijn en verdriet delen biedt geen oplossingen, de herhalingen maken het trauma enkel onoverzichtelijk. Zolang het licht nog brandt is er hoop, zolang het pad niet overwoekerd is, ontstaat er een doorgang. Gary Lightbody breekt in het duistere doeltreffende Never Really Tire, het verraad zet zich in de These Lies pianoballad voort.
The Forest Is the Path is een break up album in de breedste zin van het woord. We verdwalen samen met de tekstschrijver in zijn liedjes om naar oplossingen te zoeken. We komen tot de conclusie dat die oplossingen er simpelweg niet zijn. Een samenraapsel van verspilde kansen, onnodig tijdverlies. Gary Lightbody onderneemt een poging om het zachte imago van zich af te schudden. Zo persoonlijk als op The Forest Is the Path heeft hij nooit eerder geklonken. The Forest Is the Path is pure emocore, de soloplaat die Gary Lightbody moet maken, al doet hij dat wel onder de vleugels van het Snow Patrol moederschip.
Snow Patrol - The Forest Is the Path | Pop | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
Walt Disco - The Warping (2024) 4,0
9 september, 02:34 uur
Laten we stellen dat James Potter de erfenis van zijn Schotse landgenoot Billy Mackenzie in zijn bloed met zich meedraagt. Deze frontman was uiteindelijk niet tegen zijn geromantiseerde leed bestand en waarschijnlijk was de maatschappij er ook nog niet klaar voor. Wat is het prachtig dat Walt Disco zijn visie zo in ere houdt. Behalve het stemgeluid van James Potter heeft hij tevens invloed op het androgyne uiterlijk van de zanger. Binnen de hedendaagse LGBTQ+ gemeenschap past zijn boodschap perfect en heeft hij alleen maar medestanders. Het is zo spijtig dat Billy Mackenzie dit nooit heeft mogen meemaken, maar zo prettig dat er tegenwoordig bands als Walt Disco zijn. Andersdenkenden, bakens verzettend, wegverbreders, en vooral honderd procent zichzelf.
Natuurlijk verbergt James Potter zich nog steeds onder een dikke laag make-up, al hoort dit tevens bij de theatrale voordracht. Op het podium is de zanger volledig in zijn element. De worsteling met zijn zelfbeeld is er nog steeds, maar als volgelingen zich met je identificeren, moet je de vervolgstap zetten. En dan kom je bij het punt van geborgenheid en veiligheid. Op Unlearning stelt hij de vraag of je wel cool moet zijn, en met de menigte moet meelopen. Bij The Warping komt hij hier op terug, en benadrukt James Potter vooral dat je jouw eigen leven moet leiden. Unlearning is het leerproces om al het geleerde af te leren. The Warping is de metamorfose, de gevolgen van de verandering dragen en in het geval van James Potter deze ook uitdragen. Die verandering zet zich ook in James Potter voor, tegenwoordig wordt de zanger het liefste als Jocelyn Si aangesproken.
In Gnomes vraagt James zich af hoe zijn leven zich ontwikkeld heeft. Is het allemaal goed, of was het onecht? Net als op Braodway bespiegelt hij, waar het voetlicht je spoor volgt. Gebeurde dat niet ook buiten de aandacht, buiten de bühne en kon je dus wel je leven gewoon leiden? Seed is slechts de openbaring, het directe gevolg volgt daarna. Seed is de verplichte schoolmusical, waar de andersdenkenden een onzichtbare bijrol krijgen, juist vanwege het anders denken. The Warping is de ontplooiing van het bij personage welke leert om opnieuw van zichzelf te houden, en als dan het Before the Walls slotakkoord klinkt, roept men hem vanuit sentimenteel oogpunt als held van de avond uit.
Het is een hedendaags sprookje, waar Walt Disney verwijzingen loodrecht tegenover het Pink Floyd isolement van The Wall staan. Houtblazers en strijkers walsen lomp marcherend door Gnomes heen. De orkestleider laat een keyboard rondslingeren welke vervolgens enthousiast aansluit. Het kan allemaal, het mag allemaal. The Warping is meer seventies glamrock en minder jaren tachtig new romantics, al blijven deze sub stromingen in alles met elkaar verbonden. Een band als Roxy Music maakt die ontwikkeling van dichtbij mee. Hoe fijn is het dan dat je de plaat in de studio van gitarist Phil Manzanera verder mag uitwerken. Zo vormt funk en de Fame roem van David Bowie ook de poort naar de Come Undone disco. 24 Hour Party People, fashiondrug cocaïne naast feestdrug XTC. Smerige achterkamerromantiek in het rode spotlicht. Het Studio 54 gevoel op Ibiza. Trippend een seksuele revolutie aanwakkeren.
Leuk zo’n hoera stemming, Jocelyn Si beseft in het The Warping titelstuk dat er veel meer tegenstand is. Om acceptatie te bereiken volgt een lange weg van jaloezie, minachting en het ziekelijke misselijke verlangen naar perfectie. Ben je anders als je juist als man een vrouw wil zijn. Uiteindelijk wil je namelijk juist precies hetzelfde zijn. Ontstaat de identiteitscrisis in je hoofd, of schrijven boeken het als een mentale afwijking voor? Innerlijke schoonheid is een mooi gegeven, uiteindelijk draait het toch om de uiterlijke presentatie welke alleen van de buitenkant zichtbaar is. You Make Me Feel So Dumb, na veel tegenstand lichamelijk toegeven. De overgave, de anticlimax na de climax. De track baadt in zomerse Orange Juice gitaargolven rond. Nog een vergeten Schotse trots welke in de jaren tachtig naam maakt.
Pearl is sensuele bossanova. Is bossanova niet letterlijk tot new wave te herleiden? In principe betekent het exact hetzelfde. Black Chocolate staat voor het rassenverschil, verpakt in een trieste sprookjesverpakking. De industriële onderlaag verdrijft exorcistisch de dromerige opzet en gooit er een flinke lading aan realiteitswaanzin doorheen. Wakker worden! Jocelyn staat voor erkenning, het vrouwelijke alter ego van het boegbeeld. We kruipen in het nieuwe personage, en nemen afscheid van het verleden. Jocelyn is zacht vrouwelijk, maar ook feministisch zelfbewust.
De Schotse muziekscene heeft de oorsprong niet in de jaren tachtig, maar gaat veel verder in de tijd terug. Het met Keltische elementen vermengde The Captain staat voor trots en vaderlandsliefde. Hier maakt Walt Disco het verschil. Het is dezelfde insteek welke jaren geleden bij bands als Big Country en The Waterboys en zelfs Simple Minds tastbaar is. Stoer en traditioneel. The Willow waakt als een oude treurende reus over de liedjes. Getuige van de uitgeschreven geschiedenis, getuige van het onzekere toekomstperspectief. Jocelyn Si groeit als tekstschrijver, en aan die groei komt nog lang geen einde. Ook dit trieste nummer ademt het oude Schotland uit, ook hier zijn de folk verwijzingen overduidelijk aanwezig.
In het sterk aan de latere Scott Walker memorerende I Will Travel eert de band de dwalende zielen, de wijze voorouders, de gestigmatiseerde slachtoffers, de vergeten helden, maar ook de hardwerkende burger die zich letterlijk de dood in werkt. Een heldentocht naar het hiernamaals, inclusief de angst voor het definitieve einde. De schreeuwende noodkreet, in de dood zijn we allemaal gelijk. Ook in het afsluitende Before the Walls bemerk je de transformatie naar het Scott Walker evenbeeld, luguber en vreemd. Walt Disco is zich aan het ontpoppen, en maakt zich klaar om zich als een nachtvlinder te presenteren. Bizar toch?
Walt Disco - The Warping | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
Hinds - Viva Hinds (2024) 3,5
8 september, 18:33 uur
Als alle zekerheden wegvallen en het Spaanse band Hinds met de nodige tegenslagen te maken krijgt is het tijd om te relativeren. Waar sta je in het proces als de platenmaatschappij weinig vertrouwen biedt en je hard op de plavuizen laat stuiteren. Kernleden Ade Martin en Amber Grimbergen nemen schuifelend afscheid en ook het managementteam gebruikt deze noodgedwongen langeafstand termijn om Carlotta Cosials en Ana García Perrote in het diepe te gooien en kijken van de zijlijn toe hoe ze worstelend boven komen drijven. De nodige bandwisselingen leveren uiteraard ook een veelvoud aan stijlbreuken op, het is de kunst om daar vanuit een eigen sound te creëren. Sterker nog, blijkbaar ligt in het gemis juist hun kracht.
En dat doet het duo dus, ze hebben geleerd van het verleden en herpakken zich. Nu is het een ernstige bezigheid die ze met beide handen aangrijpen. Het kneuterige onbeholpen Leave Me Alone debuut was vooral schattig opruiend. Lekkere lo-fi garage punkrock met hier en daar wat postpunk uitspattingen. Een beetje nonchalant druggy, maar verder niet zo bijzonder. Bij opvolger I Don’t Run leggen ze de nadruk op de surfrock en op het tijdens de coronadagen verschenen The Prettiest Curse wijken ze naar de swingende discofunk uit.
Hinds komt uit het zonnige Madrid, en ze verloochenen nog steeds hun roots niet, al nemen ze The Prettiest Curse wel in Londen en New York op. Het is een bewuste keuze om voor Viva Hinds twee Spaanstalige nummers op te nemen. Van dit patroon wijken ze dus bij de voorganger af, nu is deze nationale trots wel weer aanwezig. Mala Vista staat voor het einde van een donkere periode, er is weer zicht op vooruitgang, de duisternis overwonnen. En Forma is de grote schoonmaak, en sluit met de rommelige voorgangers af. Dit is exact het punt waar Hinds zich op dit moment bevindt, zelfverzekerd en doeltreffend.
Door de connecties in de scene leggen ze contacten met Grian Chatten van Fontaines D.C., het hedendaagse boegbeeld van de huidige generatie. Ook Beck die altijd dwars tegen de stroming invaart en daardoor iets unieks in de jaren negentig neerzet, kruist hun pad. Je kan het slechter treffen, zeker als deze twee smaakmakers de belofte nakomen en samen met het tweetal de studio induiken en ieder een song aanleveren.
De jaren tachtig synthpop plaat Hyperspace is toch wel een misstap tussen het oeuvre van Beck, die vervolgens slechts als gastmuzikant bij recent werk van The Black Keys en Orville Peck aanwezig is. Gelukkig is zijn Boom Boom Back aandeel ouderwets prettig, en zijn herkenbare luie funky beats hier geheel op de juiste plek. Met zachte vrouwenzang introduceren ze Grian Chatten die hier op Stranger met zijn vocalen overduidelijk naar het intieme Chaos for the Fly solodebuut teruggrijpt. Het is net wat beeldender, met een kalmerende visie en oh zo prettig in het gehoor. Het zijn de twee parels op Viva Hinds, een meerwaarde welke zo positief uitvalt.
Superstar is de keerzijde van de roem. Vrienden verdwijnen omdat je continu op reis bent en aan verplichtingen moet voldoen. Het is de overlevende arrogantie om je in het artiestenwereldje staande te houden, terwijl je diep van binnen beseft dat het geen rooie cent oplevert. Eind van de maand klop je bij ouders aan met de vraag of ze financieel kunnen bijschieten, omdat de huur betaald moet worden. Dit is het deel van het romantische muzikantenleven wat men liever voor de buitenwereld verborgen houdt.
Hinds is nog steeds uitbundig speels, maar dan minder chaotisch en meer jaren tachtig new wave. Ze vertikken het om deprimerend zich in een donker hol af te sluiten en verven bij Hi, How Are You? de pastelruimte lichtblauw. The Sky Is The Limit, maar die moet je wel zelf inkleuren. Natuurlijk hebben ze de rauwe uitbarstingen niet helemaal verleerd, het klinkt net een tikkeltje toegankelijker en vooral melodieuzer. Hi, How Are You? zou zich prima tussen de vroegere jeugdige Throwing Muses platen thuis voelen. Bon Voyage, en dat is het zeker, een prettige reis, een trip minder langs de afgrond dan op de eerdere platen. Alleen jammer dat ze de Viva Hinds release niet in de voorzomer plannen.
Hinds - Viva Hinds | Pop | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
Los Bitchos - Talkie Talkie (2024) 3,5
8 september, 18:30 uur
Talkie Talkie, nou op wat aanstekelijke kreten en een paar zinnen na in Hi! komt er niet echt een waterval aan woorden voorbij. Instrumentale muziek als communicatiemiddel om voortbewegend indruk te maken. Muziek als communicatiemiddel om helemaal los te gaan. Muziek is passie, emotie, en misschien wel de meest duidelijke manier om je gevoel weer te geven. Alleen in het westen hebben wij dat niet goed begrepen, terwijl het in de Zuidelijke landen een onderdeel van rouw is, en zelfs bij een opruiende opstand maakt men gebruik van de kracht van klanken. Dat de leden van Los Bitchos uit alle windrichtingen van de wereld vandaan komen, valt zeer zeker in het voordeel uit.
Talkie Talkie overrompeld minder dan Let the Festivities Begin! en is stukken berekender. Die feministische punkattitude is wat naar de achtergrond verdwenen. Bij het enthousiaste debuut voegt Los Bitchos echt iets toe, daar heerste de hoera stemming om weer op te treden en de clubs onveilig te maken. Bij Talkie Talkie verschuift de aandacht nog meer naar de postpunk, en dan verslapt de concentratie, waardoor het net te vaak als achtergrondmuziek aanvoelt. Let the Festivities Begin! is een ritmisch swingend feestje met het opzwepende percussiewerk van Nic Crawshaw, die daar nog het tempo aangeeft. Agustina Ruiz gaat tegenwoordig los op het toetsenwerk en verruilt de keytar met regelmaat voor een ouderwetse keyboard.
Het geraffineerde zomerse Hi! mengt Oosterse psychedelica met een hoge dosis aan Italodisco en is de soundtrack van de vroegere zonovergoten dagen. Onbevangen, minder bewust van ultraviolette straling en de nadelige gevolgen daarvan. Broeierige stranden waar tot midden in de nacht gefeest wordt. Bij de Talkie Talkie, Charlie Charlie roes vallen de hypnotiserende riffs in herhaling, een gimmick die zich vervolgens doorzet en welke op het debuut minder sterk opvalt. Serra Petale laat haar gitaar sporadisch vlammen, het vuur van de eersteling is veelal gedoofd. Don’t Change bevestigd het al, verander nooit een winning mood. Toch is dat nou net een te zelfverzekerde houding die hier wat zorgeloos voorbij kabbelt. Nic Crawshaw doet haar best en pakt met haar exotische drumpartijen zeker haar momenten, al dreunt de kille synthesizersound daar hard doorheen.
Met de donkere Kiki, You Complete Me gangster ska verbreden ze hun werkveld en bezoeken ze het multiraciale geluid van de Londense achterstandswijken. Hier blijven ze dicht bij hun veelzijdige straat roots, waar kansloze jongeren alle middelen aangrijpen om zichzelf te vermaken. Misschien moet Los Bitchos niet succesvoller worden, want daar horen ze thuis, daar wonen de lotgenoten die amper rondkomen. Daar zijn ze eigen, en daar zijn ze eigendom van een groepering die verder bijna niks bezit. De vluchtigheid zit hem in de gejaagde postpunk uitspattingen, een warboel aan escapisme welke zich uiteindelijk van de realiteit loswringt.
Het goedkoop scorende Road is een flinke stap teug. Liftmuziek van een toestel welke vanwege een storing tot stilstand komt. Verveeld, tijdrovend, zonder enige vooruitgang. Wat is het een genot als uiteindelijk weer alles in beweging komt. 1K! is lui, met af en toe een vreugdeschreeuw. Een snelkookpanrecept waar de ingrediënten onvoldoende op smaak gebracht worden. Is mis de peper en specerijen, het is ook nog eens een zouteloos geheel. Ideaal voor de zorgvuldige fijnproever, die het zo natuurlijk mogelijk wil houden. Het vrolijke La Bomba discodeuntje revancheert zich, een klein vuurwerkbommetje welke twee minuten aan genot oplevert, maar wel eentje welke als een sisser dooft.
Het Open the Bunny, Wasting My Time niemendalletje is inderdaad tijdverspilling, en ook Josefine Jonsson stoort zich aan dit saaie intermezzo. Ze trekt de basgitaarsnaren strak streng aan en gooit een dosis aan vintage punk stoeigeweld over It’s About Time heen. Is dit een sollicitatie bij de hedendaagse postpunkgeweldenaars die wel van wat meer pit houden. De rest van het gezelschap zakt in een hoop lichtvoetige fushion gefröbel weg, en daar lijkt de muzikant zich van te distantiëren. Naughty Little Clove, de dames ontwaken, hier heerst vooral het mosterd na de maaltijd gevoel. Met deze swingende track gaan ze verder met waarmee ze zich met Let the Festivities Begin! op de kaart zetten; aanstekelijke popdeuntjes, al vervalt het nu weer in repeterende jamsessies.
Juist op het moment dat ze het tempo vertragen volgt de overtuiging. Het filmische Tango & Twirl herplaatst zich helemaal in de jaren tachtig, met bijna Simple Minds achtig keyboardpartijen. Heerlijk vroeger was alles beter spel. Met het feelgood surfwestern geluid van Let Me Cook You eindigen ze dit gezellige vrouwenonderonsje. Talkie Talkie is zeker sprankelend, maar dan wel zo sprankelend als een blikje cola welke net te lang in de zon heeft gelegen. De plaat begint veelbelovend met Hi! en bevestigt daar dat zang zeker iets toevoegt. Hopelijk maken ze daar in het vervolg meer gebruik van.
Los Bitchos - Talkie Talkie | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
David Kushner - The Dichotomy (2024) 3,0
3 september, 00:39 uur
David Kushner verblijdt de wereld in de lente van 2023 met de gospelsoul pianoballad Daylight. Een hemels geschenk waarmee hij zich in de hoogste regionen van de internationale singlelijsten nestelt. Soms biedt de duisternis bescherming en verschuilen we ons juist bewust om de confrontatie met het licht te vermijden. Als jongeling verhuist deze in New York geboren singer-songwriter met regelmaat om zich uiteindelijk in muziekhoofdstad Los Angeles te vestigen. Deze zoektocht loopt parallel met de Evangelische weg die hij bewandeld. Daylight is een verslaglegging, waarmee hij de vele harten van een mondiale gemeenschap veroverd welke tevens overeind krabbelt, en met hoop zichzelf hervindt.
Het zware baritongeluid sluit gelijkwaardig op de boodschap aan, en door de kwetsbare instelling en het gelijkgestemde sound is het lastig om David Kushner niet met weg verbredende voorgangers als Hozier en Rag’n’Bone Man te vergelijken. Het ligt allemaal in het verlengde van het sobere naar een hoogtepunt opwerkende Take Me to Church van Hozier. Je zou bijna zeggen dat Rob Kirwan, de producer van dit hit succes letterlijk de opdracht krijgt om een soortgelijk nummer te arrangeren. Zonde, want zijn veelzijdigheid haalt weldegelijk de soul bij artiesten als het bekende U2, Depeche Mode en Simple Minds naar boven en maakt hij in de alternatieve hoek ook veel moois met The Horrors, PJ Harvey en Soulsavers.
Als David Kushner vervolgens met de Belgische dj Lost Frequencies aan de slag gaat, My Bones als eindresultaat, denk je noodgedwongen aan de samenwerking van Rag’n’Bone Man met Calvin Harris welke Giant oplevert. Gelukkig haalt deze connectie de The Dichotomy albumrelease niet, mede omdat de track niet in het concept past, waar de poëtische christen een nomade tocht aflegt om uiteindelijk het definitieve eindpunt Daylight te bereiken. Alle wegen leiden dus naar zijn bekendste nummer, en alle wegen zijn bekleedt met hetzelfde plaveisel, hetzelfde cement en volgens hetzelfde bouwtechnisch plan aangelegd. Rotsvast, met amper variatie. Dan blijft enkel de tekst inhoud van de albumtracks over, en die steken ondanks de bovenliggende geloofsovertuiging prima in elkaar.
No High is de natuurlijke roes van een bovenaardse verslaving, het ziekelijke verlangen naar een hogere overkoepelende macht die de chaos filtert, maar niet wegneemt. Poison voedt zich met de zeven Bijbelse zonden, hoogmoed, jaloezie, boosheid, vraatzucht, wellust, hebzucht en lusteloosheid. Zonder het kwaad ligt er geen goedheid in het verschiet. De duivel is meer een realist dan God, en staat aan de basis van de ontwikkeling van de latere persoonlijkheid. Het is de menselijke Skin and Bones kant, onder dat bikkelharde pantser zijn we allemaal gelijk en even kwetsbaar. Hero, je bent een superheld als je met de duistere kant van het bestaan kan dealen, in het reine komt. Dan pas toon je jouw draagkracht.
Na de innerlijke expeditie volgt het functioneren in het bijzijn van anderen. You and Me plant het zaadje in de liefde, Love Is Going to Kill Us is de wegrottende zijtak, het onkruid wat zich door de dolende Dead Man countryrock heen woekert. Na de dood volgt de wederopstanding, dit verhaal is ons al jaren geleden verteld. Herboren en gezuiverd gaan we het zware Flesh x Blood gevecht aan. We offeren onze eigenheid op, om geplooid aan het ideaalbeeld te voldoen. Vervolgens dringen de verleidingen zich weer op, en belandt je in de vicieuze Sweet Oblivion cirkel, waar dit patroon zich opnieuw herhaalt. De donkere orkestrale Flesh x Blood triphop kondigt het keerpunt aan, Sweet Oblivion voegt er beeldende melancholische David Lynch tragiek aan toe.
Na deze lichte vrijwel onopvallende aardverschuiving splijt de hemel zich in Buried at Sea open. De eeuwige rust welke de donkere wolkenmassa verdrijft en het verlossende licht toelaat. Dan is het klaar, maar in het geval van The Dichotomy volgen er nog een zevental tracks die weinig toevoegen. Humankind plaatst zich letterlijk tussen Human van Rag’n’Bone Man en Take Me To Church van Hozier. De weigering in Gods Huis, en de zondagse preek die enkel onbegrip oproept. De Hollywood verlokkingen in Universum en California Nights aan de andere opportunistische kant van de heuvels. God als ziener die vanuit het Heaven Sees paradijs op de helse aardse verschrikkingen neerkijkt. Zwoele sexy Darkerside Arctic Monkeys verwijzingen en Saving Your Soul, ik geloof het allemaal wel. Zelf ben ik ongevoelig voor dit soort uitspattingen, in de Verenigde Staten leeft dit stukken meer. Als je daar je publiek bereikt en zieltjes wint, is de missie geslaagd. Voor de liefhebber is er tevens een instrumentale versie van The Dichotomy beschikbaar.
David Kushner - The Dichotomy | Pop | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
Fat Dog - Woof. (2024) 4,0
2 september, 02:44 uur
De luisteraar op een dwaalspoor brengen met een mix van hitsige Eurohouse, demonische soulpop, new wave trance, industrial noise en hier en daar de nodige Oosterse elementen, en dit alles in één nummer? De door Written in Music eerder geïnterviewde jonge hondenband Fat Dog krijgt het voor elkaar. Alsof je bij Vigilante getuige bent van een geheim Zweeds verbond, waar Viagra Boys de uitgerangeerde zanger van Army of Lovers uit de goot plukt en bij het gezelschap voegt, hem een handvol aan pillen toestopt en vraagt of hij een door Trent Reznor van Nine Inch Nails geproduceerd gangsterrap nummer wil inzingen. Alleen komen Joe Love en zijn kameraden gewoon uit Zuid Londen, al hebben ze wel verschillende keren voor Viagra Boys geopend.
De gekte startte, hoe toepasselijk ook, ergens in de waanzin van corona toen men strooide met complottheorieën om verwarring te veroorzaken en vervolgens die verwarring in een nieuw soort van denkwijze omzette. Woof is kitsch, fout, provocerend, geniaal, flauw, achterhaald, vooruitstrevend, vreemd, maar wel heel erg lekker. Juist het hokjes denken wordt hier flink met een korrel zout genomen. Een rebelse antireactie met een hoog schlager kermis kroegentocht gehalte. The Tubes noemden het ooit ergens in 1975, ja echt, al voor de punk revival, White Punks On Dope, en dat gevoel roept Fat Dog ergens ook wel op. Compromisloos, tegendraads eigenwijs.
Het begon allemaal een jaar geleden met het nerveuze zeven minuten durende King of the Slugs. Feestende Old school gothic wave met oppeppende beats. Theatraal uitpakkend en die randverschijnselen met de nodige tierelantijntjes versierend. Fat Dog bevond zich op verboden gebied toen ze daar vervolgens traditionele Russische hoempa volksdeuntjes met gabber ska inmengden. Ze zetten zich in ieder geval op indrukwekkende wijze op de kaart en het leverde genoeg geroezemoes en mond tot mond reclame in het rockklimaat op. Voeg daarbij de spraakmakende intensieve wilde liveshows toe waar de massa in een kolkende menigte verandert en de hype was geboren.
De brutale All the Same Electric Body Music volgde in de winter rond de jaarwisseling. We waanden ons letterlijk in 1989, waar de Britpop opgedroogd op een doorstart wachtte en ze in eerste instantie door het Amerikaanse gitaargeweld overrompeld werd. De verrassing zat hem in het met new age kinderkoor opgestuwde I Am the King dat zich naar een overweldigende climax toewerkte. De overwinnaarskracht van een drugsroes, het strijdlied der hooligans die ook dat saamhorigheidsbesef uitstralen.
Mijn schoonzus zou het geinige muziek noemen, en dan weet je al dat het op muzikaal vlak niet veel voorstelt. Geinig is tegenwoordig gelijk aan niet zo bijzonder, grappig en leuk. Leuk is net zo’n jeukend begrip. Van Fat Dog krijg je jeukende allergische vlekken, en dan is het stiekem erg fijn om onbeschaamd aan die korsten te krabben, gewoon omdat het zo prettig aanvoelt. In het land dat ons ooit de Spitting Image, The Young Ones en Monty Python satire schonk, is er ook plek voor Fat Dog. Wither jat schaamteloos de Breakthru baslijnen van Queen, Freddie Mercury zou hier de humor wel van inzien. Door de Brexit leven we in een Spinal Tap circus, waar we telkens in dezelfde valkuil duikelen. We dissen het rechtssysteem en verlaten als tevreden verliezer de arena.
Het serieuze Running en het zelfdestructieve Closer to God voeden zich beide met haakse freejazz en opera uitbarstingen. Maatschappelijke onvrede, en vooral met heel veel angst. Deze tracks misstaan tekstueel niet tussen het recente Fontaines D.C. en Idles werk. Clowns laat zich publiekelijk door de vocoder aanranden, en het wordt allemaal geaccepteerd. Zo laag zijn we ondertussen weggezakt, zo laag zelfs dat de piano er een lachwekkend boyband ballad einde aanbreit. And So It Came to Pass, de nare droom komt tot een einde. De mensheid sterft, maar de trouwe overvoede viervoeter blijft ons vrolijk toelachen. Woof is meer dan een geinige plaat.
Fat Dog - Woof | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer
The Bug Club - On the Intricate Inner Workings of the System (2024) 3,0
2 september, 02:36 uur
Het is natuurlijk geweldig dat je als jonge bluesband het voorprogramma van Status Quo mag verzorgen. Maar echt overtuigend is het niet, zeker niet als je leeftijdsgenoten met de zoveelste indierock band weglopen. Verder gelooft men vooral in de nieuwste postpunk sensatie die hoge ogen gooit. Dan kan je star voor je uit staren en de zalen vullen en daarmee een generatie aanspreken waartoe zelfs je hippe ouders niet eens behoren, of je grondig afvragen welk doel je in de toekomst wil bereiken.
The Bug Club is het geesteskindje van de uit het Welshe Caldicot afkomstige Sam Willmett en Tilly Harris. Sam Willmett bewijst zijn broer Ross een vriendendienst en het trio is een feit. Ed Hayes voegt zich als bassist bij het gezelschap, maar zijn rol is in principe overbodig omdat Tilly Harris ook dat instrument bespeelt. Drummer Dan Matthew raken ze onderweg ergens kwijt, en die leeft zich tegenwoordig zielsgelukkig als tuinarchitect uit. En broers die elkaar continu op de lip zitten is over het algemeen geen gezonde situatie, dus dan blijven uiteindelijk slechts Sam Willmett en Tilly Harris over.
Het The Bug Club zooitje ongeregeld, de luis in de pels die zich op de vreemdste plekken nestelt en bij velen een allergische antireactie oproept. Sam Willmett wil zich net zo zonder compromissen presenteren als de vriendengroep rondom Mark E Smith van The Fall. Alleen doseert The Bug Club het alcoholmisbruik, en verdwalen ze niet in de geniale gekte. Vanuit het Verenigd Koninkrijk is er te weinig aandacht voor deze vreemde eend in de bijt, waardoor ze genoodzaakt hun derde On The Intricate Inner Workings Of The System album onder de vleugels van Sub Pop uitbrengen. Je kan het slechter treffen. Maar dan nog… Hebben die enkel de zwaarmoedige Actual Pain grunge gehoord?
In de ideale wereld van The Bug Club is geen ruimte voor perfectie. Door de dramatische zangkwaliteiten van Tilly Harris, besluiten ze om haar bij On The Intricate Inner Workings Of The System als een pittige rockchick te presenteren. Nog meer geschreeuw en nog minder controle. War Movies is het onbegrip dat de wereld in brand staat en wij ons dagelijks met oorlogsfilms vermaken. Infiltrerende The Intricate Inner Workings of the System haperingen geven de overspannen maatschappij weer. De gemeenschap zit scheef in elkaar, en dan is het absurdisme van The Bug Club niet eens zo gek. Met de standaard pretpunk klassieker in spe Quality Pints gaan ze de verveling te lijf. Jezelf in het buitenland klem zuipen en hopen dat de problemen daardoor verdwijnen. Niet dus.
De bubblegum wall of sound Pop Single grijpt naar Phil Spector terug, maar dan wel de periode dat hij Ramones onder handen neemt. De rammelende Better Than Good garagerock richt zich op het New York van Lou Reed en het CBGB punkhol. Cold. Hard. Love. voegt een vleugje folk aan de glamrock basis toe, en stelt de hardheid in seks relaties in twijfel. Ze wagen zich hiermee op het pad van Ian Dury, die op verhalende wijze de Britse Well Respected Man pootje haakt. Best Looking Strangers in the Cemetery breekt het idee af dat het voor de buitenwereld superieure muzikantenleven financiële zekerheden opbouwt. A Bit Like James Bond, een belachelijke superheldenstatus. The Bug Club is net zo ongemakkelijk als slecht passende Lonsdale Slipons.
Het is de vraag of het op de Amerikaanse markt gerichte Sub Pop deze typische Britse humor inclusief doordachte woordgrappen waardeert of zelfs begrijpt. De maatschappij is tegenwoordig zo stompzinnig ingesteld dat ze nergens het nut van inzien. We Don’t Care About That. Sommige bands zijn gedoemd om voor altijd als voorprogramma te pieken, meer zit er niet in. The Bug Club is zo’n band, een fijn opwarmertje voor het echte werk. Francis Rossi van Status Quo gaat volgend jaar weer touren, misschien binnenkort eens bellen.
The Bug Club - On the Intricate Inner Workings of the System | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com
» details » naar bericht » reageer