menu

Hier kun je zien welke berichten bikkel2 als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Alice Cooper - Da Da (1983)

4,0
De jaren 80 Alice Cooper en om gelijk maar spijkers met koppen te slaan.... dit is een uitstekend album.
En misschien had het nog beter kunnen zijn. Dat ligt niet zozeer aan de songs, want die zijn over het algemeen prima, maar de produktie is wat minder.
Da Da wordt een beetje gedomineerd door computers( in zijn genre was Alice er vroeg bij.)
Met name de drums worden hier door ontsiert en had het wellicht wat krachtiger gekund.
Met ougediende Bob Ernzin weer aan de knoppen en Dick Wagner op gitaar is dit Da Da een afwisselend geheel geworden.In de beklemmende creepy titelsong is Alice op zijn best en Former Lee Warmer is een klassieker binnen Alice zijn oevre.
Wat verder opvalt is dat het een aanstekelijke luchtigheid bevat. Het album is bepaald niet alleen rock, maar neigt wat vaker naar een soort van Wave/pop. De synths domineren meer, maar dat valt allemaal goed op zijn plek.
De teksten zijn scherp, cynisch en raak. De single I Love America(hier geen hit) zit vol met hilariteit.
Ook sterk en nummers die goed blijven hangen: No man's land,Enough's Enough, Dyslexia en Scarlet en Sheba.
Fresh Blood is een poppy/dance song, maar lijkt er vreemd genoeg goed tussen te passen.

Opmerkelijk: Met Da Da is Alice nooit op tour gegaan, en de nummers zijn live nooit vertolkt. Vermoedelijk door zijn alcoholverslaving
Hij kan zich ook niets meer herinneren van de opnames van Da Da.
Ondanks dat is het een frisse plaat die goed in het tijdsbeeld past van 1983. Opmerkelijk, omdat Alice al aardig over zijn hoogtepunt heen was.
Een beetje door de produktie heen kijkend, is dit absoluut een aanrader.
Een stuk interessanter dan albums als Trash, waar hij de diepgang nogal uit de weg lijkt te gaan.

Alice Cooper - From the Inside (1978)

4,0
Achteraf beschouwd Alice Cooper zijn meest persoonlijke plaat.
De shockrocker had nogal wat achter de kiezen.
Opgenomen in een gesticht, omdat dit kennelijk de enige manier was om koning alcohol de nek om te draaien.
Vanaf ca. 1972 was Alice een zwaar drinker en dit begon in 1977 zijn tol te eisen.
Sterker nog.....het had niet veel langer moeten duren.
From The Inside met een nuchtere Alice Cooper sluit thematisch daar op aan.
Op de keper beschouwd is dit nogal een onderschatte plaat, wisselend ontvangen ook, wellicht omdat dit een kwetsbare plaat is.
En wilde de wereld dit wel. Was Cooper niet de artiest bij uitstek die stoer om zich heen schopte en het opnam voor de rebelerende jeugd en shockeerde op het podium met horrorgerelateerde fratsen?
Feitelijk horen we hier meer de aardige ( want dat is ie) Vincent Furnier, die Alice Cooper niet telkens de hoofdrol laat spelen.

From The Inside is daarom een interessante plaat, waar de rock lang niet de hoofdmoot is.
Er is rock, tuurlijk, maar eigenlijk zijn de niet echte rocksongs het beste.
How You Gonna See Me Now iblijft gewoon een heel mooi gevoelig liedje, waar Funier behoorlijk met de billen bloot gaat en zijn vocale prestatie is voorbeeldig.
The Quiet Room, sterk verhalend, Nurse Rozetta, net zo indrukwekkend.
Millie And Billie zou zo uit een musical kunnen komen.
Serious is lekker, maar geen heel opvallende rocker.
Nee, de laatste 2 songs doet mij vooral opveren.
Jacknife Johnny ( moet ie echt eens in zijn liveset opnemen) en het theatrale, maar formidabele Inmates.

Verrassend goede plaat. Muzikaal en productioneel wel heel 1978, maar scherp en met lading.

Hij ging al vrij snel weer de mist in en een wederom treurige periode kwam langs voor een jaar of vier.
Maar hij overwon en nu definitief.

Alice Cooper - Muscle of Love (1973)

Alternatieve titel: Attention: This Carton Contains One (I)

3,5
7e en tevens laatste album in de legendarische Alice Cooper bezetting.
Een uitstekende line-up en garant voor een degeijke livereputatie en een voorlopig hoogtepunt bereikt met het fenomenale Billion Dollar Babies uit het zelfde jaar.
Toch begonnen hier de 1e scheurtjes merkbaar te worden.
Bob Ezrin was geen producer van dienst meer -
als reden werd ziekte opgegeven, maar bassist Dennis Duneway gaf in 2011 aan dat Ezrin in het voorstadium van Muscle Of Love in de clinch was geraakt met gitarist Micheal Bruce en er uiteindelijk werd gekozen voor het producers duo Jack Richardson en Jack Douglas.
Ook in de band zelf liep het niet helemaal op rolletjes, wellicht zat iedereen te veel op elkaars lip en toendertijd was dat meer regel dan uitzondering.
Plaat - tour, plaat tour.......het was een normaal verschjjnsel toen.

De plaat zelf mag er desalnietemin best zijn.
Cooper wilde weer wat meer terug naar basicrock, zonder al te veel produktionele hoogstandjes ( iets waar hij zich achteraf aan irriteerde aangaande Killers en Babies.)
Dat is goed gelukt. Een band op stoom met degeljjke liedjes en een controversieel thema.
Muscle Of Love zit vol verwijzingen naar sex.
Prostitutie, pubersex, mastubatie.....name it.
Ik noemde degelijk in muzikaal opzicht, maar het allbum mist wat echte highlights.
Crazy Little Child is onderscheidend daar er wat met jazz geflirt wordt.
De titelsong rolt lekker en de afwijkende ritmiek is een uitstekende vondst en daarmee misschien de beste van de plaat.
Verder horen we wat blazers en zelfs een hammond en doen mij sommige passages aan generatiegenoot Deep Purple van toen denken.

Als opvolger van Bilion Dollar Babies absoluut niet verkeerd, omdat het kwalitatief allemaal best deugt en er is niet krampachtig getracht die plaat nog een keer over te doen.
Maar ik hoor niet een echte topper langskomen.

De band ging uiteindelijk uiteen en Alice Cooper ging definitief als soloartiest verder.

Alice Cooper - Special Forces (1981)

3,0
New wave plaat van Alice Cooper. De hoogtijdagen lagen inmiddels achter hem en met een nieuw image ( nog weerzinwekkender, ook door de crack die hij gebruikte) probeerde hij enigzins met de tijd mee te gaan.
Het is redelijk onderhoudend. Er zit regelmatig wat subtiele humor in en het rockt hier en daar lekker.
Echter is het als geheel te weinig memorabel gebleken.
De opener Who Do We Think We Are is hoopvol ,maar zonder dat het echt slecht wordt, is het vervolg allemaal net even te vlak en misschien ook wat te simpel voor zijn doen.
Alice Cooper staat in goede doen bekend als overdonderend en zeker in staat om sterk werk af te leveren. Dat lukte in de 70's grotendeels, maar hier is ie het toch wel wat kwijt.
Je hoopt op wat meer halverwege en met de afsluiter Vicious Rumours hoor ik weer even de magie terug.
De toevoeging van (notabene) een live versie van "oudje"
Generation Landslide verraad een artistieke inzinking van onze Alice. En eerlijk is eerlijk, dat ademt deze Special Forces ook wel uit.
Enigzins te verklaren is het ook wel weer. Het ging fysiek wederom niet goed met hem. Zoals in het begin al gememoreerd, hij was nu een crackhead en de alcohol kwam ook weer in het spel.
Wonderbaarlijk dat het in 1983 uitgebrachte Da Da een heel behoorlijk album is. Toen ging het nog slechter.

Alice Cooper - Zipper Catches Skin (1982)

3,0
Ook een black out album van Alice, want deze is ook niet meer in herinnering bij hem.
Gitarist Dick Wagner is terug, maar verdween weer halverwege de opnames.
Hij herinnerde wel het één en ander en dat was vooral de toenemende crackverslaving die de hoofdpersoon steeds meer in zijn greep kreeg.
Ga maar na, een crackpijp bij de zangmicrofoon van Alice. Broodmager en behoorlijk afglijdend.
Een intimiderend gebeuren en bepaald geen toffe sfeer.
Zipper Catches Skin is derhalve een redelijke plaat, maar ook niet meer dan dat eigenlijk.
Pluspunten zijn de energie, de rauwe punky/ new wave vibe en een voortvarende start van de plaat.
I Am The Future, gebruikt voor de overigens matige film Class Of 84 is een uitstekend nummer en wat mij betreft veruit de beste van de plaat.
Na Balony Homosapiens wordt het minder. De teksten blijven spitsvondig en prettig cynisch, maar songmatig is het wat cliché allemaal. Speedy rock, wel strak en energiek, maar bepaald geen hoogvliegers qua composities.
I'm Alive redt de boel net op tijd, anders had het wel erg armoedig geweest.
Alice wilde zich enigzins vernieuwen, maar feitelijk holde hij achter de meute aan. Punk was niet meer aan de orde en er werd veel betere new wave gemaakt.
Op het erg onderschatte Dada van een jaar later revancheerde hij zich enigzins.
De tijdsgeest is wel te horen, maar met de toevoeging van electro en meer afwisseling is dat een verdomd aardige plaat.

Andy Pratt - Andy Pratt (1973)

4,0
Multi- instrumentalist/ componist en een benadigd zanger met een goede kopstem.
Andy Pratt dus, toendertijd onthaald als een groot talent met een mooie toekomst voor de boeg.
Muziekblad Oor gaf het een 3e plaats in het album jaaroverzicht van 1973 en internationaal werd deze 2e worp van Pratt vrijwel unaniem geprezen.
Anno 2022 heeft Pratt waarschijnlijk meer een cultstatus, want de toekomst viel eigenlijk best wel tegen achteraf.
Het alom bekende Avenging Annie werd een terechte hit, maar ook weer niet zo'n grote en de albumverkoop viel ook nog eens tegen.
Typisch, want dit is een heel creatieve plaat die omschreven kan worden als art pop met vleugjes singer/songwriter en soft pop.
Pratt's muzikale kunnen is tamelijk geniaal en vooral op piano is hij echt een meistro.
Het meest catchy is het al eerder genoemde Avenging Annie en misschien zit daar ook wel meteen de kneep.
Hoewel het overige materiaal prima in orde is en de experimentdrift prima mixt met lichte pop, is het een werkje dat misschien net even te wereldvreemd geweest kan zijn voor een groter publiek. Pratt's niet alledaagse stem kan een struikelblokje geweest zijn.
Ergens vreemd, want in 1973 was dit echt niet zo heel afwijkend in stijl.
Ik vergelijk het een beetje met Todd Rundgren die ook een beetje in de vijver van experimentelere muziek viste in die tijd en ook heel veel zelf deed. Met een beetje fantasie zijn wat Queenachtige patroontjes te horen, maar Queen bestond zelf nog maar net, dus dat zal wel toeval zijn. En een stuk minder theatraal is het trouwens ook.


In ieder geval een wat onterecht vergeten 70's plaat met aparte vondsten. Erg fraai ook de sfeer die wordt gecreëerd op de afsluiter Deer Song.