menu

Hier kun je zien welke berichten Sir Spamalot als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Pagan's Mind - Enigmatic : Calling (2005)

4,0
We zijn een tijdje verder en ik heb dit album een aantal keren beluisterd: een positieve ervaring. Pagan's Mind komt dus uit Noorwegen, dit zou hun vierde studioalbum moeten zijn en de stijl is progressieve metal. Voor mij is dit een eerste kennismaking met
Pagan's Mind dus onze topic HMAvdW bewijst opnieuw zijn waarde voor mij.
Progressieve metal laat altijd technisch verzorgde muziek horen, met vele breaks, lange(re) instrumentale passages en overdonderend geluid. Overdaad dreigt veelal en het is zaak voor de groep om kwestie om niet toe te geven aan gulzigheid. Dergelijke muziek vereist ook een goede zanger/zangeres met goede intonatie en stembereik, hij/zij moet de hoge én lage tonen aankunnen. Meestal brengt live het bewijs van eenieders kunnen.
Hier krijgen we een groep die veelal aan mijn bovenstaande voorwaarden beantwoordt, behalve natuurlijk het live-aspect want ik heb ze nooit live gezien. Een album van 65 minuten met 11 nummers, dus er is een welkome afwisseling van tijdsduur van de nummers onderling, geen ellenlange epistels hier. Het tempo verandert ook dikwijls (Enigmatic Mission) maar nergens hoor ik kunstmatige overgangen, het lijkt mij volstrekt organisch en/of natuurlijk te verlopen en dat krijgt altijd een streepje voor bij mij. Het geluid is enorm vol, bombastisch, tja overdonderend eigenlijk.
De zanger is uitstekend maar veel slechte zangers zul je eigenlijk de dag van vandaag niet tegenkomen en zeker niet in Scandinavische groepen. Technisch haalt hij alles en hij heeft een redelijk aangenaam stemgeluid, welke je nog het beste kan vergelijken met Ralf Schepers van o.a. Gamma Ray.
De gitarist kan er wat van: zeer vette riffs worden afgewisseld met zeer vette solo's. Wie kan daar nu tegen zijn? Het toetsenwerk krijgt zijn plaats in het geheel maar nooit de bovenhand: het is een samenwerking met de rest van de band en geen egotripperij.
Vette nummers? Het is een vet album dat regelmatig zijn toertjes zal draaien en als drie favoriete tracks selecteer ik: Enigmatic Mission, Supremacy Our Kind en Search For Life (die gitaarsolo!).

Palass - Queen of the World (1989)

3,5
Deze groep komt uit Charleroi, provincie Henegouwen en Belgenland. Met zijn vijven spelen deze Carolo's in 1989 een alleraardigst eerste (en enig) album in. Melodieuze metal staat op hun menukaart. Palass zou Noors zijn voor paleis en laten we de hoes nogal suggestief noemen voor de toenmalige puber.

Ik kende dit album van mijn tape trading dagen maar al mijn cassettes zijn al lang weg en onlangs vond ik dit terug op het www. Ik beklaag het me niet want als je met een nummer als Queen of the World een album kunt aftrappen dan is mijn interesse gewekt en blijvend. Het gitaarwerk is spetterend maar de zang is niet op hetzelfde niveau. En dat kan je trouwens van een rits nummers zeggen want met het eerste nummer lijkt veel kruit verschoten, zwakste nummers zijn Get Out en de ballad Heroes. Constante factor blijft wel het lekkere gitaarwerk van beide uitstekende gitaristen, nu die galmende matige zanger met zwaar accent nog meekrijgen. Hier zat veel meer in, dit hoor je snel.

Merkwaardig is een anekdote op Metal Archives, in 1989 veranderen ze de naam van Palass naar Rescue, nemen dezelfde nummers opnieuw op en brengen dan het album uit onder de naam Rescue. Zie je ook niet veel gebeuren.

Panopticon - Collapse (2009)

2,0
Panopticon uit de Verenigde Staten met hun tweede album, atmosferische black metal genaamd. Wie wil weten waar de groepsnaam vandaan komt, astemblieft: klik.

Rampzalig vind ik het geluid in het algemeen, het drumgeluid in het bijzonder. In een ander topic maakte ik al melding van mijn tinnitus vooral in het linkeroor en dit album doet er geen goed aan. Had ik deze op lp, dan verdacht ik een versleten naald, had ik deze op cd, dan ging ik terug naar winkel om een ander exemplaar te eisen. It’s not for a lack of trying, ik heb het drie keren geprobeerd maar het maakt me zenuwachtig en zenuwen heb ik al genoeg.

Het eerste nummer vind ik een verschrikking hoewel het akoestisch stuk vanaf de elfde minuut, weliswaar voorafgegaan door ruis, zorgt voor balsem op de wonde. Van een contrast in één en hetzelfde nummer gesproken! Nummer twee begint lieflijk met gedonder op de achtergrond en xylofoon op de dichtere achtergrond en dan barst het weer los maar het is verteerbaarder dan de opener. Een vliegenmepper is welkom op het einde. Met nummer drie Merkstave gaat het in stijgende lijn: de normaliteit krijgt de overhand, tot aan de derde minuut althans. Het slotnummer is door zijn opzet een hele opluchting.

Ik heb al dikwijls gezegd: “Voor de liefhebbers, zeker?” en bij dit album blijft het gelden. Te veel noise, te veel ruis, te weinig elementen om mij aan te spreken. Ik heb veel geduld maar ik heb ook mijn beperkingen.

Paradise Lost - Draconian Times MMXI (2011)

4,5
Draconian Times uit 1995 is mijn favoriete Paradise Lost album en wat voor een album is het! Dreigend, meeslepend, zwaar en heb ik al “melancholisch” gezegd? Natuurlijk geef ik daar een hoge score voor. Zestien jaar later komt dan het volledige album live met met twee extra nummers. Aha, het is juist, “laten we eens een volledig album live spelen”. Meerdere groepen kwamen op hetzelfde idee, dus je vraagt je het nut af van een dergelijk livealbum.

Ik heb het voor livealbums en zeker als ze de studioversies benaderen of overtreffen, vandaar dat ik zo graag livealbums koopt, zeker de overbekende “double live”. In het beste geval toont het voor mij de pure klasse van een groep aan. Bang afwachten is het soms of zanger Nick Holms het “haalt” want hij bleek later toch kort van adem. Ik mis geen grunts, Paradise Lost heeft dat niet altijd nodig. Ik hoor hier een geweldige groep een geweldig album spelen, ik vind Nick Holmes geweldig bezig, ik wenste dat ik het ooit had meegemaakt. Euforisch word ik vanavond bij het beluisteren want vandaag kwam de postbode mij onder andere dit album brengen. De fysieke geluidsdrager overtreft toch nog altijd de virtuele geluidsdrager, het artwork alleen al en het gevoel van dit in je handen te hebben. De luidsprekers trillen van opwinding. Hoogtepunten? You have got to be kidding me!

Niet alle albums van Paradise Lost vind ik even geslaagd en dat is voor mij geen probleem, noch hun ultraheavy beginperiode als hun elektronische tussenperiode met een aantal “diepe zucht”-albums. Ik respecteer hun reis door het muzieklandschap. Draconian Times is een klassieker geworden en dit livealbum toont aan waarom. En inderdaad, je mag gerust dit livealbum kopen zelfs al heb je Draconian Times!

Paradox - Product of Imagination (1987)

4,0
Inzending van collega paulisdik in de topic Het Metal Album van de Week. Ik ben een beetje laat met mijn bescheiden bericht en gedacht hierover, maar hier is ie dan. Jaren tachtig Duitse Thrash betekende voor mij lekker snel, lekker technisch toch voor die tijd en een zanger met een licht Duits accent. Allemaal op een paardedraf gespeeld. Dat accent stoort mij totaal niet, het is niet zo erg als Doro Pesch van Warlock, en het gaat toch om de riffs en de solo's.

Ik heb de originele versie beluisterd, ik heb deze nog op cassette gehad, ik zeg "gehad": ik heb ze nog maar ze is naar de vaantjes. Ik heb gekozen voor de originele versie, deels uit respect voor de muzikanten destijds want ze hebben het zo opgenomen en deels uit nostalgie want het is een beetje mijn era, toen de dinosaurussen nog rondliepen .

Anyway, het begint meteen met een lekker intro met de originele titel Opening Theme, wellicht gebruikt als opener van een live-optreden, zoals zoveel groepen hebben gedaan, ook het enige nummer waarop keyboards te horen zijn en dan nog maar een kleine minuut. Nummer twee Paradox schiet meteen goed uit de startblokken als een honderdmeteratleet en laat wel duidelijk horen wat de heren in hun mars hebben: snel, hard en melodieus. Voor mij tevens het beste nummer op deze plaat. Death, Screaming and Pain wil er bij mij maar niet ingaan, ik kan het verdomd na al die luisterbeurten nog altijd niet uitleggen dus wordt vervolgd. De solo's zijn wel beestachtig goed, misschien ligt het aan het drumwerk. Je hoort dat Product of Imagination het titelnummer is, want ze trekken alles open: akoestisch intro gevolgd door gitaarsolo's en weer die dravende riff, het is ook het langste nummer op deze plaat. Continuation Of Invasion is een gitaarsolo van twee minuten, mooi gedaan maar in mijn ogen een vuller. Mystery is een beuker zoals ik ze graag heb met een aantal tempowisselingen. Kill the Beast: beuker op snelheid, scheelt weinig van voorganger Mystery. Over Pray to the Godz of Wrath zeg ik kort en krachtig: zeer knap gedaan, voor mij hoogtepunt nummer twee. Beyond Space eigenlijk meer van hetzelfde: snel en melodieus. Wotan II: 17 seconden, need I say more?

Samengevat, zeer aardige plaat van een thrashgroep, Duitsers of niet. Niet vergeten, de metal van die tijd bestond veelal uit Amerikaanse, Britse en Duitse groepen met hier en daar een uitzondering (Mercyful Fate!). Natuurlijk zijn niet alle nummers even sterk om een cliché te gebruiken en er zit niet zo veel variatie in, alsof het iemand toen kon schelen, maar het geleverd gitaarwerk is wel van een hoge kwaliteit. Eigenlijk vind ik ze de Duitse Metal Church, als je toch een vergelijkingspunt nodig hebt.

Over de nummers 11 tot en met 14 zeg ik niets en kan ik niets zeggen, want ik heb en ken ze niet. Mocht iemand hier eens zijn licht laten over schijnen, wij zijn u dankbaar. Albums van veertig à vijfenveertig minuten, dat zijn nog eens tijden, niet te kort, niet te lang maar ideaal.

Paralex - White Lightning (1980)

3,5
Archetypische vertegenwoordiger uit de New Wave of British Heavy Metal is dit en voordien had ik van hen nog nooit gehoord. Mijn interesse werd gewekt door de prima verzamelaar New Wave of British Heavy Metal '79 Revisited (klik), waarop het nummer White Lightning terechtkwam. Grootste verrassing is voor mij de aanwezigheid hierop van gitarist Kevin Bower, die in 2011 als Kev Bower bij de groep Hell terechtkwam. De huidige drummer en bassist van Hell hebben op een blauwe maandag trouwens ook nog bij Paralex gespeeld, zo blijkt op Metal Archives (klik). Jammer van de matige zanger, een euvel waarmee vele van die groepen mee kampten.

Pathosray - Sunless Skies (2009)

4,0
Voor mij is dit tweede album van Pathosray een zeer aangename verrassing: mooi uitgewerkte nummers met nu eens snoeiharde dan weer rustigere momenten, maar altijd - en dat apprecieer ik - met de broodnodige melodie. Ik waardeer tevens de lengte van de songs: geen van die ellenlange vervelende epistels (ik noem dat het DT-virus), maar songs met begin, midden en einde en zonder vervelend instrumentaal gefreak dat een song nodeloos uitrekt. Een boontje heb ik voor Crown of Thorns, The Coldest Lullaby (met gastzangeres) en Poltergeist (langste nummer met zijn 8:31, maar blijft boeiend). Track 11 staat niet op mijn versie van dit album, dus daarover geen oordeel. Italië? Niet alleen prachtig land met lekker eten, maar ook met mooie harde muziek.

Patrick Rondat - Just for Fun (1989)

4,0
Patrick Rondat? Tot voor deze morgen had ik er ook nog nooit van gehoord, maar sinds een paar weken ben ik volop bezig Metal albums uit Frankrijk toe te voegen, een hobby als een ander. Daar kwam ik hem tegen op Metal Archives en Patrick Rondat zou moeten bekend zijn van bij Elegy, G3 en zelfs Jean-Michel Jarre. Hierbij alvast de link op Wikipedia: Patrick Rondat - Wikipedia, the free encyclopedia - en.wikipedia.org.

Spijts de nogal foute hoes (het zijn de jaren tachtig) speelt hij wel degelijk stevige instrumentale gitaarmuziek in de beste Shrapnel traditie maar niet in de typische Shrapnel omgeving. Het is muziek met de nodige virtuositeit maar zonder dat beruchte over the top donderend geluid van een Shrapnel productie. Denk aan Vinnie Moore of Tony MacAlpine. Voor mij blijft Joe Satriani heer en meester in instrumentale gitaarmuziek.

Ik vind hem iets kalmer en bedachtzamer spelen dan die typische axeshredders van Mike Varney (eigenaar van Shrapnel en verantwoordelijk voor heel wat van die platen). Ik vind dergelijk muziek interessant wanneer er voldoende herkenningspunten en melodielijnen zijn. De remaster uit 2002 bevat nog twee demo-nummers, Life Force en French Message. Patrick Rondat uit Frankrijk dan nog, een mens leert nog alle dagen bij.

Paul Di'Anno - The Beast Arises (2014)

2,5
The Beast Arises... Plaats en datum van deze opnames zijn 9 april 2014 in de Lizard Club in Krakow, Polen. Van dit optreden is een dvd beschikbaar met 17 nummers en een cd met 15 nummers, dus minus de eigen nummers Marshall Lockjaw en The Beast Arises. Verder staat hier nog één eigen nummer op, Children of Madness.

De setlist laat in beide gevallen alvast horen waar Paul Di' Anno zijn roem vandaan haalt en de dag van vandaag nog op teert, dertien nummers zijn afkomstig van de eerste twee albums van zijn ex-groep Iron Maiden. Hierover kun je nog jaren discussiëren. Het optreden trapt af met een lang intro en eindigt met een cover van de Ramones. Het is een trip doorheen Maiden Memory Lane met best aardige muzikanten, maar het origineel was veel straffer.

Een iets staat dan wel weer vast en dat is de ronduit belabberde zang van Paul Di' Anno zelf. Zelden of nooit toonvast tot ronduit vals, van hoog tot laag tot zelfs een grunt. Ofwel heeft het te maken met de leeftijd maar zo oud is hij nog niet ofwel heeft het te maken met een belabberde conditie. Dit is een livealbum van een Iron Maiden cover bandje met een zwak beestje van een zanger.

Paul Gilbert - The Dio Album (2023)

4,0
Als Helmut Lotti mag "Classic" gaan, mag deze buitengewoon begaafde gitarist "Dio" gaan"? Argwaan regeerde bij de eerste luisterbeurt, nadien niet meer, want hoe ga je de stem van Ronnie James Dio op een geslaagde wijze vervangen door gitaarlijnen? Je moet het maar durven en doen.

Het kon klinken als "heiligschennis", het klinkt echter als een bijzonder geslaagd eerbetoon aan... mijn favoriete zanger. Het is gedaan met respect, 1/3 Rainbow, 1/3 Black Sabbath / Heaven and Hell en 1/3 Dio natuurlijk. Opvallend is ook het totaalgeluid dat dicht de originele versies benadert, maar dan met de hedendaagse technieken, dat is logisch.

Paul Gilbert is mij vooral bekend van Racer X en Mr. Big, respectievelijk Power / Speed Metal en Rock. Voor velen blijft hij een onbekende gitarist, ik ken hem als een bijzonder veelzijdige muzikant. Knap gedaan dit, op een album dat een feest der herkenning is. Ik mis hem, onze "kleine" met de bijzonder grootse stem.

Pearl Jam - Ten (1991)

4,0
Ik heb niet zo veel op met grunge, nagenoeg de meeste groepen zijn aan mij voorbij gegaan, behalve dan Alice In Chains en in mindere mate Pearl Jam. Dat dit een geweldig succesalbum is geworden, dat kan geen levende ziel op deze aardkloot ontkennen en zeker ik niet. Wat er allemaal achter zit in die grunge stroming en in dit album, dat laat ik aan de kenners over, ik leg dit album gewoon nog eens op. Dit is wel een zeer goed album en ik heb hier favorieten te over: Once, Even Flow, Black en vooral Jeremy. Hun “hit” Alive vind ik zelfs minder (wellicht een beetje beu gehoord), niet het minste goed te verstaan, maar gewoon minder. Begrijpe wie men kan… en ik ben benieuwd naar de nieuwe uitgave, het blijkt dat het geluid een serieuze stamp onder de kont heeft gehad.

Periphery - Periphery (2010)

3,0
Op 6 maart 2011 gooide Nehbur deze Periphery op mijn bord ter degustatie, weet-ik-veel-metal uit de Verenigde Staten en het was een overdonderende ervaring. Pas op, ik blijf 72 minuten een lange zit vinden, een goed uur van deze muziek was voor mij ook al voldoende geweest, maar als je vier jaar tijd hebt gehad, wil je natuurlijk alles erop krijgen.
De reeds genoemde referentiepunten, gelijkaardige groepen en/of stijlen ken ik niet, dus het was aanvankelijk bang kijken naar mijn goed gevuld bord, zijn we weeral over eten bezig . Zware kost is het wel, het beukt goed in de koptelefoon van Sir Spamalot en ik kan wel genieten van vele instrumentale passages. De zang, afwisselend clean, schreeuw en grunt kan ik wel hebben. Wat ik niet kan hebben is die voorstelling van de groepsleden in Icarus Lives!, wellicht mocht dit onder een andere vorm op het einde van het album. Light vind ik een goed nummer, behalve dan het drum ‘n’ bass gedeelte op het einde. Mij valt op dat ze dit op een aantal nummers herhalen. Racecar blijft voor mij ook het beste nummer. Ik verneem dat drie gitaristen hun ding doen op dit album, ik zou het niet gehoord hebben.
Houdbaarheidsdatum van dit album voor mij? Geen idee, ik doe gewoon wat men vraagt . Vermits ik een jaartje later toch nog eens alle albums beluister van een ronde van de zwaarste topic, zal ik het jullie weten te zeggen. Oh ja één, op mijn versie staat ook nog Captain On, een iTunes nummer. Oh ja twee, op 19 april laatstleden brachten ze met Icarus een EP uit, aanvraag tot toevoeging ingediend.

Persian Risk - Rise Up (1986)

3,5
Als ik nog ouderwets met papyrus en ganzeveer mag schrijven, veronderstel ik dat de eerste vijf nummers de A-kant vormen, op een vinylplaat natuurlijk. Wel, die vind ik bijzonder aangenaam en zelfs bijna sterk. Rise Up, Brave New World en vooral het magnifieke Don’t Turn Around zorgen voor veel luisterplezier in de eerste helft van dit NWOBHM debuutalbum van deze Britten.
Sky’s Falling Down is de eerder genoemde en roemruchte powerballad, maar van in de tijd toen die dingen nog enigszins verteerbaar waren voor de tere maag van Sir Spamalot. Op dit nummer hoor ik bijzonder mooie gitaarsolo’s.
Kant B vind ik een beetje minder, voor de moderne cd-generatie en de hypermoderne mp3-generatie de volgende vijf nummers. Toch was ik blij verrast met het aangename geluid en de aangename “feel” die dit album mij bezorgt. Hoogtepunten zijn Rise Up, Don’t Turn Around en Rip It Up. Jammer voor Persian Risk verscheen dit album in het glorierijke metaljaar 1986 en verzoop dit album wellicht tussen het toenmalige rijke aanbod.
Vanwaar ken ik deze groep? Via trapetrading natuurlijk zo’n twintig jaar geleden, ik heb nog mooie dingen zitten in mijn kast… Hopelijk doen al die cassettes het nog. Noot voor de geïnteresseerde: op de heruitgave van hun debuutalbum – en enig album - staan de nummers van de EP Too Different uit 1984.

Phantom Lord - Evil Never Sleeps (1986)

2,5
Weetje betreffende dit album: één van de gitaristen is Jack Starr (Burning Starr, Devil Childe, Guardians of the Flame, Thrasher (US), Virgin Steele, Strider (US)). Over-the-top powermetal, ultrakort album met zijn 26 minuten en een schelle zanger die me koppijn bezorgt, hij moet ooit een bal op een tere plaats hebben gehad. Het gitaarwerk is wel dik in orde, zie nummer vier Battle Zone een gitaarsolo van anderhalve minuut! Het titelnummer is meteen het beste nummer. Leuk voor een keer, meer niet.

Phantom Lord - Phantom Lord (1985)

2,0
Speed Metal uit de Verenigde Staten op een geluidsopname die voor mij als een veredelde demo klinkt. Het is echt om te huilen op mijn virtuele versie, ahum. Heeft iemand deze zodat er geen misverstanden qua geluid bestaan?

Niets opzienbarends? Neen, behalve de naam Jack Starr, bekend van onder andere Virgin Steele, zijn solowerk en Jack Starr's Burning Starr. Ik vermoed dat hij de gitaarsolo's inspeelt want hij zit voortdurend door de nummers heen te soleren en het stoort! Overdaad schaadt, getuige het laatste nummer White Fire dat een gitaarsolo van twee minuten is. Het titelnummer is een snelle instrumentale beuker. De zanger komt er voor de rest haast niet aan te pas.

Eens de moeite om te beluisteren maar niets opzienbarends. Dan vind ik de opvolger uit 1986 iets beter. Veel gitaar van een gitarist die zich de beste ter wereld waant of het zou moeten een jeugdtrauma zijn. Miljaar, best dat deze maar hoop en al dertig minuten duurde.

Planet X - Universe (2000)

3,0
Instrumentaal debuutalbum van een Amerikaanse progressieve metal groep met toch wel bekend volk in de gelederen: Derek Sherinian (keyboards), Virgil Donati (drums) en Tony MacAlpine. Ik ga hun ex-groepen en projecten niet opsommen, daarvoor is de lijst te lang. Ik heb een boontje voor Tony MacAlpine, een hele goede veelzijdige gitarist maar hier komt het niet altijd goed uit de verf. Drummer Virgil Donati doet meer dan zijn werk maar de bijdragen van Derek Sherinian steken mij soms tegen. Verwacht bij dergelijke albums weinig songs met catchy melodieën, eerder drie muzikanten die tegen elkaar opbieden wie de grootste heeft. Ik ga dit niet dikwijls opleggen, mijn periode van instrumentale albums is reeds lang achter de rug en hoewel er technisch niets te klagen valt, raakt het me niet. Eerder een album voor muzikanten en diehards dan voor de modale luisteraar. Als achtergrondmuziek zal ik dit nog wel eens een paar keren draaien, dat is geen verwijt eerder een persoonlijke vaststelling.

Praying Mantis - Captured Alive in Tokyo City (1996)

4,0
Praying Mantis is een niet zo bekende groep op MusicMeter maar ik ken ze al jaren. Hun onbekendheid zal ook te maken hebben met de haast onmogelijke opdracht om albums van hen te pakken te krijgen maar gelukkig hebben wij het wonderlijke wereldwijde web. Er bestaan twee versies van deze live dubbelaar, Praying Mantis (3) - Captured Alive In Tokyo City (CD, Album) at Discogs .

Klein woordje uitleg geef ik nu over de line-up, want die is best mooi. Oprichters Chris Troy (bass en zang) en Tino Troy (gitaar en zang) worden bijgestaan door zanger Gary Barden (ex-MSG), gitarist Dennis Stratton (ex-Iron Maiden) en drummer Clive Burr (ex-Iron Maiden en RIP). Niet mis, hé, en ik geef nog even mee dat de opnames afkomstig zijn van twee optredens in de Club Citta, Kawasaki (Japan) op 11 en 12 november 1995.

Het is de toer voor hun vijfde album sinds 1981 (!), To the Power of Ten, welke hier door zeven nummers wordt vertegenwoordigd. Vier nummers komen van het album A Cry for the New World uit 1993, vier nummers uit Time Tells no Lies (1981), twee nummers van Predator in Disguise (1991) en een aantal verrassingen. Turn the Tables is afkomstig van een 7 inch uit 1982, Armed and Ready is een cover van MSG en Captured City staat ook op geen enkel normaal album van hen, wel op verzamelaars.

Praying Mantis werd oorspronkelijk tot de NWoBHM gerekend, maar voor mij is Praying Mantis vooral de samenzang tussen de heren muzikanten en de geweldige gitaarsolo's van Troy en Stratton. Hun muziek is heel melodieuze Rock en laat veel ruimte voor die samenzang en gitaarsolo's. Ik vind ze live wel steviger voor de dag komen. Langer dan vandaag is geweten dat Gary Barden niet de beste zanger ter wereld is en dat hij niet altijd even toonvast is maar zijn ruwere zang contrasteert wel mooi met de harmonieuze chorussen van de andere muzikanten, die hem op prachtige wijze bijstaan. Het zit allemaal toch verduiveld knap in elkaar!

Lekker album voor mij dat tevergeefs op mijn verlanglijst vliegt samen met nog albums van hen, maar of dat ooit zal lukken... ik denk van niet. Wel bestaan ze nog steeds en op hun website is er sprake van een nieuw album, Legacy, dat binnen een aantal maanden op Frontiers zou verschijnen. Misschien kan men ook eens de rest van de catalogus heruitbrengen? Please!

Praying Mantis - Forever in Time (1998)

4,5
Blijkbaar heb ik hier weeral de première om het eerste bericht te zetten en ik ga stoefen met dit album want het verdient dit. Praying Mantis is ook een groep die ontstond uit de New Wave of British Heavy Metal, begin jaren tachtig en de naam zal weinig mensen iets zeggen. Toch moet een belletje rinkelen bij één groepslid, Dennis Stratton. Hij speelde mee de gitaarpartijen in op het debuut Iron Maiden van Iron Maiden uit 1980. Dit is mijn eerste kennismaking met Praying Mantis, zeer melodieuze muziek met heel veel aandacht voor (samen)zang, muziek, songstructuur en twee geschoolde gitaristen die lekker de handjes laten wapperen op hun prachtige, vette solo’s. Dit is een indrukwekkend album: wie graag groepen als Rainbow en melodieuze collega’s hoort, zal dit zeker bevallen. Nog een groep op de lijst “verder te onderzoeken”, het leven kan toch mooi zijn.

Praying Mantis - Gravity (2018)

3,0
Sinds 1976 bestaan ze al en ik heb een boontje voor Praying Mantis, melodieuze Rock met een randje Metal in de vaak fikse gitaarsolo's en twin gitaarpartijen, maar dat was vroeger, voor mij culminerend in het o zo leuke album Forever in Time. Bij Praying Mantis hebben vroeger nog drummer Clive Burr (RIP) en Dennis Stratton gespeeld, beiden bekende namen voor de Iron Maiden fans.

Net als voorganger Legacy uit 2015 werd dit album ingezongen door de Nederlandse zanger John “Jaycee” Cuijpers, bekend van enkele tribute groepen én van gastrollen in Ayreon, dus dat zit goed. Hij is een goede zanger maar er staan te veel te kalme nummers op, er mocht weer pit inzitten (meer tempo ook maar goed, voor mij kan het nooit genoeg vooruit gaan).

En toch, bij mijn toevoeging vermeldde ik als genre “Rock / Metal”, maar die Metal mag ik hier weglaten want buiten een aantal oplevingen is dit toch soft, zelfs voor Praying Mantis normen. Keep It Alive, 39 Years en Final Destination kunnen er mee door maar dit ontgoochelt mij toch een beetje. Niet alles uit de stal van Frontiers blinkt dus.

Praying Mantis - The Journey Goes On (2003)

4,0
Heel toevallig heb ik deze groep “ontdekt” met het geweldig album Forever In Time en mijn honger naar Praying Mantis wordt met de dag groter, maar o, wat zijn die albums (bij de platenboer en bij de pindakaasboer) moeilijk te vinden en in internetwinkels is het ook niet veel soeps (tips voor een Vlaming, iemand?). Waarom wordt die honger groter? Praying Mantis is een geweldige, melodieuze hardrockgroep met prachtige uitgesponnen gitaarsolo’s en ingenieuze songs: de song krijgt altijd voorrang op de rest, maar de rest mag dan lekker zijn gang gaan. Bekendste naam bij Praying Mantis is natuurlijk Dennis Stratton (ex-Iron Maiden) en de songs staan als een huis. Op vijf nummers zingt Doogie White (ex-Rainbow) mee, waaronder The Escape en Hold On For Love. Allemaal klappers op dit album, maar uw bijzondere aandacht voor Silent War en The Escape. Dank u wel!

Praying Mantis - Time Tells No Lies (1981)

4,0
Praying Mantis is een groep uit mijn tijdperk en zou me moeten bevallen, gek genoeg dat dit pas de laatste maanden meer en meer in mijn vizier komt te liggen. Ik breek me het hoofd maar ik kan me absoluut niet herinneren ooit één van hun albums, vinyl of cd, in de platenzaak te hebben gezien. Is dat de oorzaak van hun relatieve obscuriteit?
Ze verdienen een plaatsje onder de zon. Op dit debuutalbum staan een aantal songs die vanaf de eerste luisterbeurt swingen als de spreekwoordelijke …: Running for Tomorrow, Rich City Kids, Panic in the Streets. Het gaat vooruit. De opener Cheated is goed, het tweede nummer All Day & All Night is die Kinks cover die me niet zo bevalt maar het echte werk lijkt mij vanaf het derde nummer te beginnen: verzorgde songs, verzorgde uitgesponnen solo’s, alles is piekfijn verzorgd maar de gitaarsolo’s zijn om van te smullen. Lovers to the Grave kondigt zich aan als een powerballad maar bevat een heerlijke break met bijhorende versnelling en vet gitaarwerk. Beads of Ebony laat bij mij een mindere indruk omdat de zoetigheid iets te veel doorsmaakt maar het gitaarwerk is opnieuw mooi. De laatste twee nummers laten het fijnste van het fijnste van Praying Mantis horen.
NWOBHM, soms een mix tussen het melodieuze Def Leppard en het gitaargerichte Iron Maiden. Een eerste indruk laat zoetige samenzang horen maar ook fantastische gitaarlijnen. Blijf volharden en geniet. Dit is echt de moeite waard om te ontdekken en later kwamen een aantal oersterke albums hun discografie vervoegen.

Pretty Maids - Future World (1987)

3,5
Tweede worp van deze Denen uit Horsens en een mindere opvolger van de door mij gesmaakte Red, Hot and Heavy. Een album waarover ik ook het een en het ander kan zeggen. Allereerst verlaat gitarist Rick Hanson de groep om zich op het familieleven te storten, zodat Ken Hammer noodgedwongen alle gitaarpartijen voor zijn rekening moet nemen. Ten tweede krijgt de groep tijdens de opnamen ruzie met producer Eddie Kramer (hey, met een groot platenlabel achter je is geld geen probleem, in die tijd toch) die ontslagen wordt. Kevin Elson en Fleming Rasmussen (nog zo’n bekende naam in ons wereldje want o.a. Metallica) moeten de zaak redden. Midden 1987 verschijnt dan deze plaat en ze mikken duidelijk op de Amerikanen (fel hoorbaar vanaf nummer 6 Rodeo). Live helpt de Duitse gitarist Angel G. Schleiffer (ex-Sinner) hen uit de nood.
Prijsbeest op dit album is het titelnummer Future World, Yellow Rain is ook nog een mooie en Needles in the Dark vervolledigt mijn podium. Ik heb het opnieuw voor de songs waar tempo in zit. Leve Eye of the Storm, mijn favoriete soort song, de obligate powerballad, aiai. Vanaf Rodeo ontwaar ik ook een dip met een fel softer gitaargeluid. Een drie krijgen ze van mij.

Pretty Maids - Pretty Maids (1983)

4,0
Van Pretty Maids ken ik voorlopig deze EP en de eerste twee albums want ik heb ze op vinyl, de rest “virtueel” if you catch my drift. Ergens bij één van hun albums las ik de opmerking dat zij soms schommelen tussen Metal en AOR, dat kan kloppen. Op hun eerste album Red, Hot and Heavy is deze opmerking zeker van toepassing. Die tweespalt is opvallend.

Op deze EP laten deze zes Denen dat ook horen, vergelijk maar eens de opener City Light en het daaropvolgende Fantasy of iets verderop Children of Tomorrow. De originele versie van deze EP verscheen op het label “Par”, ik heb de versie van CBS met echter dezelfde zes nummers. Inderdaad, later werden zij door een Major opgepikt, met wisselend succes, en later als een huisvuilzak buitengezet. Jammer, het heeft zijn kwaliteiten maar het mist die extra punch om boven dat maaiveld uit te komen. Geef mij nummers als City Light en het pittige Bad Boys. Opvallend is toch de uitstekende zanger die zowel stevig “Metal” als rustig “AOR” uit kan pakken, zijn naam is Ronnie Atkins, een pseudoniem voor Paul Christensen. Het blijft mij al die dertig jaren als Metalhead een raadsel waarom muzikanten in Scandinavische groepen Engelstalige namen aannamen, voor de commercie of omdat men hun namen niet kon uitspreken? Je naam is je naam, denk ik dan.

Mensen die mij een beetje volgen, weten wat ik denk van EP's. Ik houd van die dingen, kort en krachtig en heel dikwijls de eerste stappen van een veelbelovende groep. Hun eerste album Red, Hot and Heavy heeft een aantal krakers, welke ik hier mis. Hun eerste kan ik zelfs aanraden.

Pretty Maids - Red, Hot and Heavy (1984)

4,0
Na één EP (Pretty Maids uit 1983) mocht deze jonge Deense metalgroep zijn volwaardig debuut afleveren bij het grote CBS dan nog. De hoes was in de tijd een lokkertje, als je dicht genoeg keek kon je een deel zien van een bepaald vrouwelijk lichaamsdeel, zullen we politiek correct zeggen. Ik heb deze op cassette (tapetrading met vrienden destijds).
Na de opener Fortuna Imperatrix Mundi uit de Carmina Burana van Carl Off schiet deze plaat uit zijn startblokken met het lekker snelle Back to Back, voor mij al het eerste hoogtepunt van deze plaat. Het titelnummer Red, Hot and Heavy is een klassieke meezinger, headbanger. Waiting for the Time to Come heeft een commerciëlere inslag, maar vind ik wel mooi klinken, waarschijnlijk de single in opdracht van CBS destijds. De break rond de derde minuut met bijhorende solo is wel heel mooi. Cold Killer vind ik het tweede hoogtepunt op dit album: mooie riffs, solo’s en occasioneel dubbele bassdrums. Battle of Pride wordt een beetje verpest door de chorussen, maar de solo’s zijn opnieuw van prima kwaliteit. Night Danger is opnieuw een snel nummer.
A Place in the Night is opnieuw softer van aard, maar het gitaarwerk is opnieuw om van te smullen. Queen of Dreams is voor mij hoogtepunt nummer drie: goed opgebouwde song met uitmuntende solo’s. Little Darling is een Thin Lizzy cover.
Prima afwisseling tussen snelle, heavy en softere nummers en best een heel leuk album, kwaliteit in plaats van kwantiteit want hij duurt nauwelijks zesendertig minuten. Power Metal zonder de latere excessen.
Is dit een klassieker? Ja en neen, het album is goed genoeg om tot aanschaf over te gaan, maar toch is deze groep niet bekend genoeg van de klassieke status te genieten, ook al omdat de opvolger van beduidend minder allooi was. Lang geleden dat ik nog eens ten volle van deze goede plaat heb mogen genieten, het zal in het vervolg alleszins zo lang niet meer duren voor ik deze nog eens opleg.

Pretty Maids - Screamin' Live (1995)

3,5
Startdatum van het Deense Pretty Maids is 1983 wanneer de meer dan aardige EP Pretty Maids uitkomt, gevolgd in 1984 door het alleraardigst album Red Hot and Heavy. Screamin' Live is hun eerste livealbum waarvan de opnames plaats vonden in zaal Tivoli, Kopenhagen in juni 1995, wat dus een thuiswedstrijd betekent (en aankondigingen in de moedertaal). Zijn dit de volledige opnames? Geen idee.

Als genre staat hier Rock / Metal en dat dekt volledig de lading, de softere (Rock) nummers worden vlotjes afgewisseld met de wat hardere (Metal) nummers. Van het dan recente album Scream staan hier vijf nummers op en alles klinkt goed maar voor mij is het wachten op de laatste drie nummers: Future World, het snelle Back to Back en Red Hot and Heavy. Ook mis ik soms een tweede gitarist in de gitaarsolo's (zeker bij Back to Back). Ballads zijn ook aanwezig waarbij zanger Ronnie Atkins dan maar het publiek uitnodigt om mee te blèren (Walk Away, Savage Heart, Please Don't Leave Me). Knap blijft wel hoe hij én de Rock stijl én de Metal stijl aankan.

Een blik op mijn stemmen voor Pretty Maids laat zien dat hun debuutalbum mijn voorkeur wegdraagt, maar dat heb ik bij veel groepen. Voor livealbums blijk ik milder te zijn in mijn stemgedrag dan voor studio-albums. Dit album is wel goed maar mag voor mij een beetje meer pit bevatten, het is echter eigen aan die tweespalt bij Pretty Maids.