menu

Hier kun je zien welke berichten Sir Spamalot als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Lacuna Coil - In a Reverie (1999)

3,5
Volwaardig debuutalbum van dit Italiaanse combo na de EP “Lacuna Coil” uit 1998 en opnieuw heerlijk luistervoer: de wisselwerking tussen zangeres Christina Scabbia en zanger Andrea Ferro werkt wonderwel, een welkome afwisseling tussen helder en zwaar. De nummers zijn ook niet mis en zijn voor mij meer metal dan rock of gothic, hoewel dat hokjesplaatsen eerder vervelend werkt dan verhelderend. Mijn favorieten zijn: Circle, Cold, Veins of Glass en Falling Again. Falling Again is een remake van Falling dat op bovenvermelde EP stond. In 2005 heeft de platenmaatschappij dit album heruitgebracht met een andere cover.

Lacuna Coil - Lacuna Coil (1998)

3,5
De enige Italiaanse band waarvan ik albums heb en ik heb ze tot nog toe allemaal gekocht, want dit is heerlijke muziek. Sommigen noemen het gothic en ik zeg dat het metal is, maar met verfijnde zanglijnen en ietsiepietsie keyboards. De wisselwerking tussen zanger Andrea Ferro en zangeres Cristina werkt wonderwel en levert heel mooie muziek op. Prima debuut (EP) met voor mij als hoogtepunt The Secret, maar met de rest is niets mis natuurlijk. Falling werd in 1999 heropgenomen als Falling Again op het "volwaardig" debuutalbum In A Reverie.

Lacuna Coil - Shallow Life (2009)

3,0
Ik ben een fan van Lacuna Coil want het is een goede Metal band met een aantal sterke punten: de songs, de melodie, het geleverde spel en vooral de afwisseling tussen zanger en zangeres. Ik heb dan ook alles van deze Italiaanse band, maar bij deze heb ik soms mijn twijfels.
Het is allemaal zeer goed opgenomen (hoewel de scherpe randjes er goed werden afgevlakt en die elektronische geluiden mij soms storen). De songs zijn inderdaad catchy, ze zijn onmiddellijk herkenbaar en ook even snel vergeten, want het lijkt zo op elkaar. Ik hoor geen nummers die er werkelijk met kop en schouders uitsteken, ik hoor evenwel ook geen songs die de vergeetput verdienen.
De verrassing is er voor mij af en dat hoeft niet altijd slecht te zijn, eens bereik je de grenzen van wat je kunt doen. Dit album bevat wel het beste zangwerk ooit, vind ik, van zanger Andrea Ferro en zangeres Cristina Scabbia. Goede nummers vind ik Survive, Spellbound en Wide Awake (weliswaar kalm nummer maar tenminste afwijkend van de rest van het album). Hitpotentie in de US of A? De tijd zal het uitwijzen, maar ik verkies Lacuna Coil met een scherper randje. Och, misschien spreek ik er binnen een jaar heel anders over, maar het volgend album mag weer hoektanden hebben in plaats van melktanden.

Lacuna Coil - The 119 Show (2018)

Alternatieve titel: Live in London

3,5
Sinds 1997 bestaan ze als Lacuna Coil en al meer dan twintig jaar verdelen Cristina Scabbia en Andrea Ferro de zanglijnen op muziek dat vaak balanceert tussen Rock en Metal, tussen Gotic Metal en Nu Metal (denk ik toch). Het blijft toch een vreemd fenomeen, die genres en hun benamingen.

Eerste kennismaking was voor mij de EP Lacuna Coil in 1998 en tot en met het album Comalies in 2002 kocht ik hun muziek, niet verder want toen al viel mij de latere vaak aanwezige eentonigheid van hum albums op, maar geen probleem, elk zijn meug. Laat de dvd het visuele aspect annex uitgebreide show ook op je los, dan is die misschien te verkiezen. Positief voor mij zijn de uitstekende zangpartijen van het duo en de aanwezigheid van een aantal (oudere) uitstekende nummers. De nummers Falling en Wide Awake worden uitgevoerd op piano én met een glansprestatie van Cristina Scabbia. Het nummer Enjoy the Silence komt van Depeche Mode.

The 119 Show? Dit is een verwijzing naar de datum van het optreden, namelijk 19 Januari (2018), plaats was de O2 Forum Kentish Town in London. Het kan echter ook een verwijzing zijn naar het gelijknamige nummer. Eerste livealbum in meer dan twintig jaar, ze hebben hun tijd genomen.

Lake of Tears - Moons and Mushrooms (2007)

3,0
Ik heb deze ook maar eens een kans gegeven in het kader van mijn ontdek-2009-expeditie en deze bevalt mij niet zo: het is wel loeihard, maar ik heb het idee dat ik alles al eens heb gehoord en blijkbaar gaat dit soms door onder de noemer “Gothic Metal”. Ik heb niet veel affectie met al de bloody subgenres: het bevalt me of het bevalt me niet. Ik vind hier weinig variatie en soms vind ik het te poppy. Waiting Counting vind ik wel een prima heavy nummer. Like a Leaf en Children of the Grey zijn ook best aardig, dus het betere werk volgens mijn bescheiden mening bevindt zich in het midden van deze plaat.
Een andere versie bevat als bonustrack een Status Quo cover, namelijk Is There a Better Way?, op een limited edition. Limited editions, de zieke van de moderne muziektijd… Ik heb de correctie aangevraagd, maar covers voegen over het algemeen weinig of niets toe.

Leather - Shock Waves (1989)

3,0
Leather, volledige naam Leather Leone, is bij mij vooral bekend als zangeres op enkele albums van gitarist (David T.) Chastain: Mystery of Illusion, Ruler of the Wasteland, The Seventh of Never, Voice of the Cult en For Those Who Dare.
In 1989 mocht ze een soloalbum maken voor Roadrunner en raad eens wie de producer was? Juist, David T. Chastain die verder niet meespeelt op dit album want ene Michael Harris is de gitarist van dienst. Van mij mag hij zeker blijven want hij levert puik gitaarwerk af: ofwel is het een goede leerling geweest, ofwel vermoed ik een hand van de meester zelve.
U mag hierop krachtige traditionele heavy metal verwachten met de krachtige doch ietwat schorre stem van Mevrouw Leone en enkele aardige nummers waaronder The Battlefield of Life. It's Still In Your Eyes is de ballad. Het geluid is typisch voor de metal van de jaren tachtig met ietwat galm op de stem en donderende drums. Je zou zelfs zeggen dat het een Shrapnel-productie is.
Ik geef toe dat bepaalde nummers gered worden door het gitaarvuurwerk. Wie de albums van Chastain kent, zal hier weg mee kunnen. Het is niet wereldschokkend maar dat hoeft niet altijd, we beven al genoeg.

Leather Nunn - Take the Night (1986)

3,5
Dit is een debuutalbum en enig album van een Amerikaanse old school heavy metal groep, waarvoor je een klein fortuintje zult betalen voor de vinylversie (500 exemplaren beschikbaar) en een stevige duit voor de Griekse cd-uitgave (Metal Union Records - 2003) met vier bonustracks (1.000 exemplaren beschikbaar).
Een tijdje geleden vestigden de hersencellen in het diepste deel van mijn onderbewuste mijn aandacht op deze plaat, die ik jammer genoeg niet heb, wel de digitale versie. Het jaartal 1986 is een begrip in mijn metalwereld.
Stevige heavy metal pur sang neigend naar power metal met een melodieuze doch krachtige zanger (denk aan een Ralf Scheepers maar dan een paar octaven lager) met uptempo stampers, een paar mindere nummers maar ook met het vettige titelnummer Leather Nunn en het even smakelijke Taken Ground. Toch een aanrader voor de grote liefhebbers van die periode.

Leatherwolf - Leatherwolf (1985)

4,0
Debuutalbum van deze Amerikaanse Heavy Metal groep uit Californië, drie gitaristen die er weg mee weten en heerlijke old school metal met moddervette solo’s, hoe meer hoe liever en geen enkele gitarist loopt de andere in de weg. Dat heet complementair zijn.
Vettig, prettig en afkomstig uit het decennium tachtig. Heeft er iemand mij geroepen?
De nummers van hun debuut-EP (Spiter, Endangered Species, Season of the Witch, Kill and Kill Again en Leatherwolf) staan ook op dit album, leve het reeds vertelde verhaal van de identieke hoezen, ik dacht destijds dat ik scheel zag bij het toevoegen van de EP.
Vettig, prettig en geestig, een glimlach der herkenning verschijnt op mijn gezicht en de nostalgie naar die tijden steekt weer de kop. Het titelnummer is een prettig gestoord uptempo monstertje en waanzinnig goed. O ja, die zanger scheert verdomd hoge toppen, zijn kopstem is een juweeltje maar kroonjuweel blijft het aanwezige gitaarwerk!

Leatherwolf - Leatherwolf II (1987)

3,5
Tot aan nummer 6 heb ik een redelijk goed gevoel bij deze tweede van Leatherwolf maar voortdurend stel ik mij de vraag: is die overdaad nodig? Met overdaad bedoel ik ook die koortjes en die keyboards: waarom zijn die toetsen nodig? Ze hebben al drie gitaristen, de toetsen werden overigens door de zanger/gitarist ingespeeld.
Nummer zes Bad Moon Rising is orgineel afkomstig van Creedence Clearwater Revival en daar hadden ze beter met hun pollen van af gebleven: het is haast een karnavalnummer geworden.
Verder nieuws: The Calling en Cry Out zijn destijds op single uitgekomen. Tweeslachtig album. Softere nummers die, eenmaal het gaspedaal wordt ingedrukt, ietsje interessanter worden. Laatste nummer is het leukste.

Legs Diamond - A Diamond Is a Hard Rock (1977)

4,0
Dit is het debuutalbum van een Amerikaanse Hard Rock groep die ik al een tijdje op vinyl heb. Bij aankoop zei die naam me iets, maar verder kende ik hun muziek niet en het is een meevaller geworden. Ik heb ondertussen een aantal albums toegevoegd.

De naam Legs Diamond verwijst naar de gangster Jack "Legs" Diamond die zijn glorietijd kende tijdens de Amerikaanse prohibitie. De groep zelf, zo lees ik onder andere op Wiki, wordt wel eens de Amerikaanse Deep Purple genoemd, vooral vanwege de aanwezigheid van die lekkere Hammond orgel. Ik zou eerder aan Uriah Heep of de jonge Whitesnake denken. Bekendste naam lijkt mij die van zanger Rick Sanford, nog altijd weet ik niet waarom. Misschien weet collega Von Helsing meer?

De muziek klinkt heel goed, het dateert wel uit de jaren zeventig, hé! Er is voldoende afwisseling tussen gedreven nummers (Diamond is a Hard Rock, Long Shot, I Think I Got It), tragere nummers (Woman, Jailbait) maar geen quasi obligate ballad. Mooiste nummers vind ik Long Shot en Evil. Jammer van die fade-outs hier en daar. Het is fijne muziek met goede muzikanten, met ambachtelijke nummers en met veel gevoel gespeeld, iets wat ik soms mis bij de hedendaagse muziek. Is dat dan de definitie van nostalgie?

Weinige mensen hier kennen dit, ik voel me weer een missionaris. Na drie albums hielden ze er mee op, in 1984 herbegonnen ze en sinds hun oprichting timmeren ze rustig verder aan de weg, op hun manier. Fijne rock dat zorgt voor een goed humeur bij de liefhebbers.

Legs Diamond - Captured Live (1992)

3,5
Met opnames afkomstig van een optreden op het La Semana Alegre Outdoor Festival op 28 april 1990 laat dit livealbum een mooie verzameling nummers horen van de zes voorgaande studioabums. Het is echter de toer voor het zesde album Town Bad Girl, dat hier is vertegenwoordigd door vier nummers.

Ambachtelijk en rockend vakwerk (vaak met altijd lekker klinkende Hammond orgel) met de voor mij gebruikelijke kanttekeningen voor de beide solospots die mij veelal weinig interesseren en voor zanger Rick Sanford, die het aangenaamst klinkt wanneer hij niet die hoge noten moet opzoeken want dan komt hij schreeuwerig over. Zestien stuks min dik ingezet bombastisch intro min twee solospots min outro aka Fan Fare, schieten er nog twaalf lekkere nummers over.

Lethal - Poison Seed (1996)

3,5
Hun debuutalbum Programmed uit 1990 was een geweldig huzarenstuk in de stijl van de oude Queensrÿche en een hele tijd geleden mijn inzending voor de topic Het Metal Album van de Week. De EP Your Favorite God uit 1995 (!) vond ik al minder maar had nog zijn charmes. Er zat vijf jaren tussen met zijn invloed op de groep. Ook was één van de gitaristen van het eerste uur, Dell Hull, al vertrokken.

De grootste troef van Lethal blijft nog altijd zanger Tom Mallicoat, de hoge uithalen zijn er niet meer bij maar ik voel onmiddellijk zijn klasse in de zanglijnen. Toch is dit album heel anders dan Programmed door de iets zwaarder klinkende gitaren in de stevige nummers: Bitter Taste, Walking Wounded, Watch Me Feed. Luister maar eens naar de slepende gitaarlijnen in Bitter Taste en zeker Meaning. Het gaat er iets bedaarder aan toe en soms lijk ik stukjes Grunge te horen. In de kalme nummers komen hun breed spectrum en songschrijverskwaliteiten naar boven: Born, Poison Seed, Now. Het laatste nummer is bizar en atypisch Metal maar mooi gedaan.

Qua geluid is het een enorme stap zijwaarts van Progammed, weeral die naam, en dat is logisch gezien de vijf à zes lange jaren tussen hun twee albums. Ik ondervind voorlopig en na een paar luisterbeurten nog moeite om dit met volle goesting op te lepelen. Misschien was hun debuut te goed, dat kan ook een nadeel zijn. Ik mis die geweldige gitaarlijnen en die punch van hun debuut. Ik respecteer wel hun wens om iets anders te doen.

Lethal - Programmed (1990)

4,5
Amerikaanse groep uit Hebron, Kentucky maakt na een demo The Arrival in 1987 hun studiodebuut in 1990 met deze Programmed die het vervolgens schopt tot Album van de Maand in de Aardschok (jaargang 5, nummer 12) met een dikke 9,50/10 van Metal Mike. Terecht of onterecht? Terecht mits een paar verduidelijkingen en een persoonlijke kanttekening.

Verduidelijking 1: het tijdskader. We schrijven 1990 en QR laat Empire op de wereld los, een gigantisch succes maar een mainstream opdoffer na het magistrale en stevige Operation: Mindcrime. QR blijft de concurrentie een stap voor maar een aantal fans blijft verweesd achter en zoekt alternatieven. Dit is een heel waardig alternatief want het zit knap in elkaar: muziek en zang in perfecte balans in een eighties setting maar met de productie van de prille jaren negentig, het wordt alsmaar professioneler. Een aantal nummers konden zo door het eens zo machtige Queensrÿche zijn gemaakt.

Verduidelijking 2: de muziek. De muziek is Progressieve Metal van een vijftal uitstekende muzikanten, Tom Mallicoat (zang), Jerry Hartman (drums), Glen Cook (bass), Dell Hull (gitaar) en Eric Cook (gitaar). Het zit bijzonder knap in elkaar en het ademt sfeer uit. Vanaf het begin knettert en spettert het mooie gitaarlijnen, vette (twin)gitaarsolo’s, tegendraadse ritmes en loepzuivere hoge zang in bondige knappe songs. Knaller tegen de kop op dit album is voor mij zonder twijfel het titelnummer.

De eerste drie songs knallen. Ongelooflijk moment vind ik die uithaal van de zanger vanaf 1:30 in het derde nummer Plan of Peace. Ik dacht dat wijlen Ronnie James Dio ferme longen had maar dit slaat alles. Another Day vind ik het tweede hoogtepunt op dit album: heel afwisselend hard en zacht met prachtige gitaarsolo’s en opnieuw geweldige emotionele zang. Vanaf The Arrival begint mij het hoofdkenmerk van dit album op te vallen en te bevallen: het doorgedreven doch niet jachtig ritme en drive van dit album. Immune heeft een kalm begin maar ontvouwt zich dra als mijn derde hoogtepunt: wat een drive opnieuw van die machtig klinkende gitaren. Pray For Me is een kort akoestisch nummer maar Killing Machine is opnieuw een keiharde dreun tegen het hoofd.

Persoonlijke kanttekening. Mijn haren rijzen nog altijd ten berge omdat ik dit album niet heb, noch cd noch op vinyl. Hoe is het mogelijk dat ik niet blindelings Metal Mike heb gevolgd en dit heb gekocht! En moet je het toppunt van al weten? Volgens mij heb ik deze al zien liggen in de Record Collector in Antwerpen en dan nog voor een schappelijke prijs en op vinyl. Hoe verstrooid kan een mens soms zijn? De volgende keer twijfel ik niet!

Lethal - Your Favourite God (1995)

3,5
Vijf lange jaren na hun geweldig debuut Programmed komt opnieuw een teken van leven van deze groep uit Kentucky. Op één van de gitaren wordt Dell Hull vervangen door David McElfresh) en deze EP ontgoochelt mij een beetje.

Twee nummers herinneren aan het debuutalbum, met name Swim or Drown en The Page Before, toch zouden ze het moeilijk krijgen om daarop een plaatsje te krijgen, daarvoor is het debuutalbum simpelweg te goed. De andere nummers zijn gewoon dat niet en zanger Tom Mallicoat lijkt hier en daar zijn gouden strot kwijt te zijn. Hard to Breathe vind ik een verschrikking: laag gestemde gitaren à la Panterra, schorre zanglijnen en weinig memorabele melodieën. The Real lijkt te solliciteren naar de hitlijsten. Afsluiter Balancing Act staat enkel op de 1997 Massacre heruitgave en heeft als gastartiest ene Pat O’ Brien (Monstrosity, Cannibal Corpse, Nevermore). De solo’s van beide gitaristen blijven smakelijk.

Geweldig debuut, ietwat ontgoochelend EP maar ik ben benieuwd wat de opvolger Poison Seed zal brengen. Lethal wordt toch geen groep die enkel relatieve bekendheid geniet dankzij Programmed?

Liege Lord - Freedom's Rise (1985)

3,5
Tijdens het beluisteren van dit debuutalbum vallen me sommige zaken toch enorm op: het vette gitaarwerk van de heren gitaristen en de vele raakvlakken met tijdgenoten Queensrÿche en Helstar. Let op, dit is geen kritiek maar een vaststelling.
Ik vind de zanger hierop zeer zeer matig, laat hier een zanger van het kaliber van Geoff Tate of James Rivera op los en dit wordt een wereldplaat, nou ja vierentwintig jaren geleden toch.
Het geluid is tamelijk goed zolang je het bekijkt in de context van die tijd en het mocht ook allemaal niet veel geld kosten.
Wielding Iron Fists en Dark Tale krijgen de duim omhoog, Amnesty krijgt een duim omlaag. Heel kort album ook, negen nummers in nauwelijks tweeëndertig minuten.

Liege Lord - Master Control (1988)

4,0
Derde album en deze stond ook op mijn shortlist voor Het Metal Album van de Week, speed metal en power metal uit de Amerikaanse stal eind jaren tachtig, mijn dada onder zovelen.

Bij het debuutalbum had ik al bedenkingen bij de zanger Andy Michaud, hier is het een andere zanger Joe Comau. Hij doet inderdaad een beetje denken aan The Air Raid Siren (Bruce), voordien had ik daar nooit op gelet. Muzikaal heb ik geen problemen wanneer het vooruitgaat en de twee gitaristen hun ding doen. Klassesong is het titelnummer en iedereen herkent natuurlijk Kill the King als een cover van Rainbow (RIP Ronnie). Het past naadloos tussen de andere songs. Feel the Blade vind ik nog altijd niets aan.

Laatse wapenfeit van een goede degelijke metalgroep zonder poespas. De tweede helft van het album vind ik wel minder. Wordt gezocht op vinyl ten huize Spamalot, net als vele andere albums.

Lions Pride - Breaking Out (1984)

3,5
Uit mijn Belgenland, le plat pays, komen deze vijf "Brusseleirs". Ik ben altijd gefascineerd geweest door de hoes, mooi poeske! Mausoleum product dus dat wekt argwaan maar niet deze keer, het geluid is verrassend on-Mausoleum dus heel zuiver en genietbaar, ietwat te scherp voor hun doen.

Onlangs zag ik deze liggen tijdens een platenbeurs in Gent voor de luttele prijs van 5,00 eurokes liggen op vinyl en ik heb niet getwijfeld. Terecht, verwacht geen vuurwerk en ander spektakel maar degelijke metal uit het land van het beste bier ter wereld, ervaringsdeskundige! Het beste spektakel komt dus van de hoes want het solide overheerst. Niets speciaals met echte hoogtepunten maar met “A Real Friend”, de tranentrekker van dienst. Hoewel, ik denk dat dit nummer een speciale betekenis heeft voor (één van) de groepsleden: het verlies van een “goeie moat”. Op de achterzijde van de hoes staat trouwens “A Real Friend is dedicated to Mario”. Struggle For Life heeft een heel bluesy inslag. Let Music Rule the World is de uptempo afsluiter van dienst.

Goeie muzikanten, goeie zanger, degelijke muziek met het door mij zo geliefde twingitaarwerk (The Eyes of a Lion) met raakpunten met het Gentse Ostrogoth. Ik onthoud verder The Nighthunter en Breaking Out. Ik mis een snelle rampetamper. Degelijk maar iets te weinig inhoud om echte potten te breken. Made in Belgium in 1984.

Lita Ford - Dancin' on the Edge (1984)

4,0
Tweede album van Lita Ford en het enige wat ik van haar in mijn bezit heb op vinyl, voorganger Out For Blood noch de opvolgers van dit album ken ik. Major label (PolyGram), dure studio en bekende producer (Lance Quinn): geld was blijkbaar geen probleem.Ik vind dit aardige hardrock waarin Mevrouw Ford wel stevige solo’s uit haar gitaar haalt. Er speelt hier nog bekend volk op mee: Randy Castillo (drums RIP) en Hugh McDonald (bass en nu bij Bon Jovi). Op een aantal nummers heeft de bij sommigen wel bekende Aldo Nova de keyboards ingespeeld. De nummers hebben niet veel om het lijf, maar het gitaarwerk is wel zeer dik in orde. Nummers die ik nog graag mag horen zijn Dancin’ on the Edge en Run with the $. De powerballads bevallen mij bij geen enkele artiest, dus ook bij Lita Ford niet…

Loch Vostok - Reveal No Secrets (2009)

3,5
Een bekend gevoel: je zit thuis, al het werk is gedaan, het regent buiten en dan surf je een beetje rond. Je komt uit op een website met heel veel pindakaas en neust een beetje rond. Opeens zie je een mooie hoes, je ziet de omschrijving van de muziek en je denkt bij jezelf: waarom niet?
Dat was vorige week en dit plaatje heeft zich een mooi plaatsje uitgezocht op de peecee. Zeer krachtige, zeer heavy Metal, progressief met enkele sporadische grunts en keyboards op de achtergrond, maar wel met schitterende muzikanten: Tomas Jonsson (bass en zang), Teddy Möller (gitaar en leadzang), Niklas Kupper (gitaar en zang), Alvaro Svanerö (drums en zang) en Fredrik Klingwall (keyboards). Ik denk qua intensiteit en muziek aan een mix tussen Opeth, Disillusion en Dream Theater. Er zit van alles in, progessief, death metal, symphonisch, zelfs een zangeres op het nummer Thirty Years. Het bereik van zanger Teddy Möller is indrukwekkend van heel laag tot heel hoog en een lekkerklinkende grunt hier en daar. Individuele toppers kan ik er nog niet uitpikken, of het zouden Loss of Liberty, Uncompassion en Blindfolds Off (wat een geweldenaar) moeten zijn. Dit is een plaat dat wel eens brokken zou kunnen maken in vele eindejaarslijstjes, waaronder de mijne. Een vette lap sterren als dik verdiende beloning. Indrukwekkend (volgens mijn bescheiden mening).

Loudness - A Lesson in Loudness (1989)

3,5
Eind 1988, begin 1989 wordt de originele zanger Minoru Niihara ontslagen omwille van zijn Japanse dialect en muzikale meningsverschillen. Zijn vervanger wordt Mike Vescara (ex-Obsession), hij verschijnt op de albums Soldier of Fortune uit 1989 en On the Prowl uit 1991. De groep maakt hierbij nauwelijks commercieel vooruitgang.

Vóór het album Soldier of Fortune verschijnt echter deze EP met vijf nummers, bedoeld om Vescara aan de fans voor te stellen. Het eerste nummer staat gewoon op het album Soldier of Fortune, het zijn die andere (oudere) nummers die interessanter LIJKEN. Ik heb er maar een lijstje van gemaakt, nummer en album van oorsprong.
1. You Shook Me: album Soldier of Fortune (1989)
2. S.D.I.: album Hurricane Eyes (1987)
3. Let It Go: album Lightning Strikes (1986)
4. Crazy Nights: album Thunder in the East (1985)
5. Loudness [Live]: album The Birthday Eve (1981)

Het album Soldier of Fortune bevalt me niet zo en het nummer daarvan, You Shook Me, is me iets te voorspelbaar en te midtempo om me te begeesteren hoewel Akira Takasaki nog steeds flink van jetje kan geven tijdens zijn gitaarsolo's. Noot van mijn HR & HM Encyclopedie: alle nummers op Soldier of Fortune waren klaar, hij hoefde enkel alles in te zingen. De overige vier nummers zijn echter nog ingezongen door Minoru Niihara! S.D.I. blijft een heerlijke beuker, Let It Go en Crazy Nights twee matige meezingers en de live-versie van Loudness laat tenminste nog die Japanse ziel horen. Veel voegt dit dus niet toe, een hebbedingetje voor de verzamelaars onder ons.

Loudness - Biosphere (2002)

3,5
In 2002 bracht dit Japans gezelschap deze Biosphere uit, één jaartje na de tweeling uit 2001: Pandemonium en Spiritual Canoe. Een beetje een te snelle opvolging van albums kan maar twee dingen betekenen: heel veel inspiratie of het ijzer smeden terwijl het heet is. Op dit album spelen volgende mensen: gitarist Akira Takasaki, zanger Minoru Niihara, bassist Masayoshi Yamashita en drummer Munetaka Higuchi (RIP). Het derde album ook na de terugkeer van de oudgedienden. Veel meer valt er niet over te zeggen: het geluid is loodzwaar, de zang is in het Japans en er wordt driftig gemusiceerd. Akira steelt zoals meestal de show met zijn loodzware riffs en pijlsnelle solo’s. De beste nummers blijven voor mij deze waar het gaspedaal wordt ingetrapt: Hellrider, System Crush. Ook een bijzondere vermelding voor volgende topper: Wind From Tibet. Minpuntjes zijn The Night Is Still Young (een beetje te simpel) en For You (mijn god, een ballad).

Loudness - Disillusion (1984)

4,5
Vier op een rij deze morgen want de eerste 4 albums van deze Japanse grootheid heb ik sinds gisteren kunnen te pakken krijgen tegen schappelijke prijzen: 5,00 eur voor uitgave Roadrunner RR 9855 op vinyl met de labels op de plaat zelf omgewisseld, strange but true. Het zijn alle vier klassiekers maar deze is mijn absolute favoriet met de hete adem van de drie voorgangers in zijn nek. Het voelt aan als een album waar ze hun tanden tonen, de spieren rollen en tonen wat die jaren ervaring in de studio en on the road hebben opgebracht.
Ik kan een evangelie afsteken waarom ik dit album zo graag hoor: de schitterende mystieke en mysterieuze hoes, de geweldige muziek van onze vier Japanse samoerai, een volledig ontketende Akira Takasaki die toont waarom hij zelfs in Europa zo hoog werd aangeschreven en het vuur aan de schenen legde van menig topgitarist in de jaarlijkse lijstjes, een ritmesectie die met geen honderd Brabantse trekpaarden uit elkaar te halen valt maar ook een zanger die nu in bloedvorm is.
Het geluid, dames en heren, het geluid is altijd al een bepalende factor geweest in mijn bijna dertigjarige loopbaan als "rocker", "metalhead", ... Dit is een album met het nodige venijn maar ook met de nodige warmte. Alles is top maar niets is over the top. De muziek vliegt om de oren maar pleegt geen aanslag op de oren. Het blijft prettig luisteren, het is echt genieten voor mij, een pluim op hun hoed want Loudness zelf stond in voor de productie van dit album. Je zou me nu eens moeten zien glunderen.
Hoogtepunten zijn er voor mij genoeg, ondertussen is het al tamelijk gekend, bekend en berucht wat mijn favoriete nummer is: Dream Fantasy. De voorganger The Law of the Devil’s Land had als snelle kraker Speed, deze heeft het eveneens fenomenale Dream Fantasy als delicatesse: pure magie in mijn wereld, om gek van te worden of nog gekker. Pure hardrock / metal van de hoogste orde, puur genieten van de prestaties, puur genieten van een klassieker. Ik ben een apetrotse bezitter van dit album.

Loudness - Dragon (1998)

2,5
Studioalbum nummer veertien met een ongewijzigde line-up: Masaki Yamada (zang), Naota Shibata (bass), Hirotsugu Honma (drums) en Akira Takasaki (gitaar). Hier en daar worden wel lekkere en vette riffs rondgestrooid, maar nog meer dan ooit gaat Loudness de ontoegankelijk toer op, juist door mee te gaan met de alternatieve tijdsgeest van die tijd in plaats van gewoon lekkere snelle metal te spelen. Opnieuw is het veelal mid-tempo die de klok slaat en het gemis van drummer Munetaka Higuchi laat zich ook fel voelen, want het drumwerk is gewoon niet lekker. Opnieuw een album dat de vergetelheid zal ingaan. Favoriete nummers? Niets speciaals, behalve dan Crazy Go-Go, dat lijkt op Kiss en waarschijnlijk destijds de single was. Nummer zes Kaisou is een instrumental en een smet op een al zwak album. Een heel kleine 1,50 voor de moeite en terug de kast in. Zelden zo uitgekeken naar het einde van een album. Wat een ontgoocheling.

Loudness - Engine (1999)

2,5
Studioalbum nummer vijftien met een ongewijzigde line-up: Masaki Yamada (zang), Naota Shibata (bass), Hirotsugu Honma (drums) en Akira Takasaki (gitaar). Kort en bondig: ik hou totaal niet van dit album: teveel gefreak met riffs en loodzwaar geluid, maar te weinig songs en muzikaliteit.

Loudness - Ghetto Machine (1997)

2,5
Studioalbum nummer dertien en met een ongewijzigde line-up: Masaki Yamada (zang), Naota Shibata (bass), Hirotsugu Honma (drums) en Akira Takasaki (gitaar). Positief is het gitaargeluid van Akira: het klinkt tenminste weer ergens naar (dus vettig en prettig) in tegenstelling tot de voorganger Heavy Metal Hippies, maar dat mocht ook wel na een pauze van drie jaar. Opnieuw moet ik vaststellen dat het meer kabbelt dan stroomt en dat de individuele songs op zich niet evident zijn om naar toe te luisteren. Gelukkig heeft dit album zijn schaarse mooie momenten: Evil Ecstasy, Dead Man Walking, San Francisco en Creatures. Gelukkig is dit album een hele verbetering ten opzichte van Heavy Metal Hippies maar Loudness is nog een heel eind weg van hun beste vorm.

Loudness - Heavy Metal Hippies (1994)

2,5
Twaalfde studioalbum van Loudness met de volgende line-up: Masaki Yamada (zang), Naota Shibata (bass), Hirotsugu Honma (drums) en Akira Takasaki (gitaar). Munetaka Higuchi (drums) en Taiji Sawada (bass) waren in 1993 vertrokken en de groep was bijna gesplit, dus dacht enig overblijvend stichtend lid Akira Takasaki “niet van wakker liggen, anderen en beteren in de plaats”.
Genoeg achtergrondinformatie, over naar dit album: kort en bondig gezegd is dit een album om te laten liggen: weinig geïnspireerd en eigenlijk saai. Opener Howling Rain is een oersaaie albumopener en werkelijk nietszeggend: het klinkt meer als een slechte imitatie van Pantera. Alle nummers weeral op hetzelfde tempo met weinig tempowisselingen en die onderling inwisselbaar lijken, behalve dan volgende lauwe lichtpuntjes: Eyes of a Child (hoewel die laatste minuut er te veel aan is) en Paralyzed (hard en snel nummer zoals ik ze graag hoor).
Gitarist Akira Takasaki lijkt ook het noorden kwijt te zijn (waar blijft het lekkere vettige en prettige gitaarwerk). Geen wonder dat ze na dit album drie jaar gewacht hebben met de veel betere opvolger Ghetto Machine, want hier was het vat af...

Loudness - Hurricane Eyes (1987)

3,5
Naar aanleiding van een mini-meeting gisteren in Antwerpen is dit het vijfde Loudness album die ik gisteren op vinyl heb binnengedaan, een "sealed" exemplaar van Atco 90619-1 met bovenvermelde tracklijst van de internationale uitgave, de Japanse uitgave heeft een andere tracklist vermeld op de wiki-link. Zeven eurokes was de prijs voor dit hebbedingetje.
Het geluid is quasi perfect (het zou wel mogen voor dat geld) maar toch heel erg braafjes en onnatuurlijk Westers voor Loudness begrippen maar ja, de doorbraak in Amerika was het objectief. Producer van dienst was Mr. Eddie Kramer en die heeft overal zijn sporen verdiend. Uitschieters blijven de snellere en hardere nummers (S.D.I., Take Me Home en natuurlijk het geweldige Strike of the Sword) maar ik mis een beetje Japanse "soul".
De veelvuldige koortjes, daar zit het volgens mij, daar wordt een laagje radiovriendelijkheid gelegd maar kan dat wel bij Loudness met zo'n muzikanten. Ik denk dat Meester Munetaka Higuchi dikwijls heeft moeten knarsetanden bij sommige muziekstukken want het kon een beetje avontuurlijker. In Rock This Way hoor ik voor zijn doen heel saaie drums. De keyboards op dit album werden ingespeeld door Gregg Giufrria (Giuffria, House of Lords).
Nog altijd niet genoeg voor de oerdegelijke "vier" maar zeker meer waard dan de simpele "drie". De foto's van de groepsleden zijn lelijk, ze zou haast denken dat het een hair metal groep was, het zal een fortuin aan haarlak hebben gekost. Bloody imago.

Loudness - Lightning Strikes (1986)

3,5
Bij major platenmaatschappij Atco is men blijkbaar zo tevreden over het werk van producer Max Norman bij het vorige album Thunder in the East dat hij ook deze Lightning Strikes mag doen. Het geluid is piekfijn in orde, dan kan niemand ontkennen, maar... de kwaliteit van de nummers gaat nog meer de dertien-in-een-dozijn toer op zoals Loudness nog meer de Amerikaanse toer opgaat. Daar lagen vroeger inderdaad de grote geldpotten maar was de concurrentie ook aanzienlijk en Amerikanen hadden een hoge chauvinistische en patriottische dunk van zichzelf en hun muziek.

“All music by Loudness and Akira Takasaki” staat er bij de nummers, behalve Who Knows waar bassist Masayoshi Hamashita als auteur wordt vermeld. Redelijk tof nummer, trouwens. Raar om dit zo te vermelden, voor mij betekent dit dat Akira Takasaki stevig de teugels in handen neemt en de artistieke richting bepaalt. Van mij mag iedereen alles zolang het maar iets opbrengt. Hier schud ik met mijn hoofd, meer dan mij lief is. Ik mis het vuurwerk in de nummers zelf, over de solo's van Akira Takasaki geen kwaad woord want hij kan het nog steeds. Dit is voor mij soms even irriterend als een middenvakrijder aan 90 kilometer per uur.

Slechts bij twee nummers wordt er nog eens ouderwets uitgehaald in de vorm van Face to Face en Black Star Oblivion maar dat is voor mij iets te weinig. Voor de rest blijft het bij enkele tamelijk memorabele fragmenten. Ik herhaal nog even mijn bericht over de twee versies van dit album. Dit album is in hun thuisland uitgekomen als Shadows of War, met weliswaar dezelfde nummers in een andere volgorde en Ashes in the Sky werd hernoemd als Shadows of War. Is 1986 een topjaar in Metal, dan is dit spijtig genoeg geen topalbum van hetzelfde jaar. Een trein dendert altijd maar verder, maar je mag hem onder geen enkel beding missen.

Loudness - Live-Loud-Alive (1983)

Alternatieve titel: Loudness in Tokyo

5,0
Mijn muziekinstallatie, cd's, lp's en pc staan in één en dezelfde kamer. Ik had meer plaats nodig voor mijn vinylplaten, waaronder dit schitterend én tijdloos document. Dat ik een boontje heb voor Loudness en - hoe heet dat klein gitaarwondertje alweer - juist, Akira Takasaki, is algemeen bekend. Tijdens de verhuis van mijn lp's naar een andere kast lag deze op en ik heb weeral genoten. Vanwaar dat duizelingwekkend gemiddelde, dames en heren? Onder andere ook van mij, ik had eerst een 4,50 klaarstaan want ik zou niet meer zo makkelijk 5,00 meer geven... tot kant twee van lp twee opligt, voor de cd-generatie vanaf Speed. Ik stond in schuim en zweet van het opruimen en verplaatsen en ik kreeg "kiekenvel" van het laatste kwart van dit album. Lach maar. Gadverdamme, wat een sfeer op dit album, luister eens speciaal naar die afsluiter: Ending Theme (Theme of Loudness II). Het is een outro op tape en de hele zaal zingt de teksten mee, weliswaar in het Japans maar, opnieuw, wat een sfeer.

Loudness - Loudness (1992)

4,0
In 1992 kwam dit elfde studioalbum uit van Loudness met de originele titel “Loudness”. Akira Takasaki (gitaar) en Munetaka Higuchi (drums) bleven trouw op post. Mike Vescera (zang) ging na twee (redelijk zwakke) albums met Loudness solo en Masayoshi Yamashita (bass) vertrok. Beiden werden vervangen door zanger Masaki Yamada (ex-EZO) en bassist Taiji Sawada (ex-X-Japan) en dit laat zich positief gevoelen: een hard Loudness-album met de gekende ingrediënten volop in overvloed aanwezig: harde riffs en spetterend werk van de heren muzikanten – eindelijk, na jaren van het vruchteloos proberen de Amerikaanse markt te doorbreken. Goede nummers zijn Pray for the Dead, Slaughterhouse, Racing The Wind en Firestorm. Firestorm heeft rond 2m10 een verschroeiende tempoversnelling met dito solo.