menu

Hier kun je zien welke berichten Sir Spamalot als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

S.A. Slayer - Go for the Throat (1984)

2,5
Metal Archives vermeldt dat dit album (hun eerste en enige full length album) werd opgenomen in 1984 maar pas uitkwam in 1988. Moet het dan hier niet aangepast worden vermits het jaar van uitgave telt?

Op dit album staan twee instrumentale nummers in de vorm van Off With Their Heads en TLO 22, het breekt de (soms te hoge) zang van Steve Cooper, overleden in 2006. Op nummer acht en tevens beste nummer The Witch Must Burn begint hij met andere zanglijnen maar het gaat hem ook niet goed af. Leadgitarist Ron Jarzombek speelde later nog mee op albums van onder andere Gordian Knot en Watchtower. Zijn gitaarwerk is heel goed, luister maar eens naar de instrumentale gedeeltes van bijvoorbeeld The Witch Must Burn en zijn gitaarsolo’s op dit album. Alleen de zang breekt me hier en daar zuur op. US Power Metal uit de gezegende jaren tachtig maar er zijn betere voorbeelden van deze stijl beschikbaar.

Klassieker? Zeker niet. Cultalbum? Misschien een beetje maar dan omwille van de voorgeschiedenis van de groepsnaam. Mits een toonvastere en betere zanger hadden ze het iets verder kunnen brengen dat een plaats in de schaduw van de metalgeschiedenis. Op te pikken op een rommelmarkt of platenbeurs mits de juiste bescheiden prijs.

S.A. Slayer - Prepare to Die (1983)

2,5
Oorspronkelijk was hun naam Slayer maar vermits er al één rondliep in die tijd (natuurlijk dé Slayer) die al een album uithad, hebben ze S.A. voor hun naam moeten zetten, de afkorting van hun thuisstad San Antonio. Daar houdt hun “band” met de almachtige Slayer op.
S.A. Slayer speelt een mix tussen heavy metal en power metal met enkele thrash-elementen en dit is hun debuut-EP. Nadien volgde er nog één album in 1988, op de heruitgave van hun album staat ook deze EP. Niets spectaculairs maar opnieuw degelijk, hoewel de falsetto van de zang soms voor ergernis bij mij zorgt. To Ride the Demon Out vind ik het beste nummer op deze plaat. Astemblieft!

Sacred Blade - Of the Sun + Moon (1986)

3,5
Voor de afficionado's onder de metalheads op MuMe zegt de naam Black Dragon (Records) ons natuurlijk iets, het is namelijk dezelfde platenmaatschappij van o.a. Savage Grace en Heir Apparent. Beide groepen waren toch een begrip in de Gouden Jaren Tachtig. Sacred Blade komt uit Canada en beweegt in ongeveer dezelfde wateren als voornoemde groepen. De muziek is dik in orde, weliswaar heel eighties en bevat dezelfde intensiteit als de oer-Queensrÿche. Een kanttekening volgt toch bij de zanger, met hem heb ik hier en daar eens moeite. Soms is zijn stem doordeweeks, dan weer perst hij de laatste ademtocht uit zijn dikke teen om de "o zo belangrijke" hoge noot te halen. Hier en daar deed hij mij aan John Gallagher van de Britse groep Raven denken. Het is een typisch jaren tachtig metal album dus de liefhebbers annex oude wolven onder ons zullen er wel weg mee kunnen, het jong geweld zal hier en daar wel eens de wenkbrauwen fronsen maar hetzelfde lot staat hen binnen twintig jaar ook te wachten . Progressieve metal, prima uitgevoerd, een geluid van die tijd maar zeker eens de moeite waard om te degusteren.

Saga - Live in Hamburg (2016)

4,0
Onder de bezetting Michael Sadler (zang en toetsen), Jim Crichton (bass en toetsen), Ian Crichton (gitaar), Jim Gilmour (toetsen) en Mike Thorn (drums) is deze dubbelaar een verslag van een optreden in de zaal Fabrik in Hamburg op 28 april 2015. Opnieuw was een optreden in Duitsland de aanleiding tot het uitbrengen van een livealbum.

Ik heb best moeten zoeken tot ik deze op cd vond tegen de juiste prijs want volgens Discogs zou deze gelimiteerd zijn tot een vijfduizend exemplaren wereldwijd. Ik moest toch eens vloeken bij de verpakking hiervan want het is weer zo'n beruchte digipack waarin beide cd's samenzitten boven elkaar. Dat heb ik nog nooit gezien dus ik ga hiermee voorzichtig zijn.

Dames en heren van earMUSIC, iemand heeft daar niet goed opgelet want ik heb nog twee opmerkingen. Vooreerst wordt bij track zeven ook het nummer Not This Way (Chapter Ten) gespeeld, dus zou de titel Not This Way (Chapter Ten) / Scratching the Surface moeten zijn. Volgens hetzelfde stramien zou de titel van track tien moeten zijn: Don't Be Late (Chapter 2) / Drum Solo (het laatste duurt overigens zo'n vier minuten). Laat Setlist.fm opnieuw de redder in nood zijn: Saga Concert Setlist at Fabrik, Hamburg on April 28, 2015 | setlist.fm. Zo ben ik tevens zeker dat het volledige optreden hierop staat.

Het is de tour voor het album Sagacity uit 2014 maar dat zou je niet zeggen, vermits dit album maar met twee nummers is vertegenwoordigd, namelijk On the Way en I'll Be. Er wordt vooral weer geput uit de rijke geschiedenis, uit de “hits”, uit de publiekslievelingen. En kan je hen dit kwalijk nemen? Allen mis ik Mouse in a Maze en vind ik Michael Sadler hier en daar niet zo goed bij stem. Toch één verrassing voor mij is de live-uitvoering van Wildest Dreams, de rest is “been there, done that” maar nog heel genietbaar, juist door het klassevolle samenspel van de heren muzikanten.

Helaas stopte Saga ermee in 2017 maar... volgens hun website doen ze nog één optreden op een zekere “Cruise to the Edge” in 2018 maar na veertig jaren is het verhaal over en dat is best jammer. Echter, ze laten een aantal mooie albums achter en live blijven het een groep van vakmannen. Ik ga ze missen... tot een definitief afscheid in 2018 met – haast voorspelbaar – een allerlaatste livealbum?

Saga - Saga (1978)

4,0
Als Rush fan zie je dan nog een groep, namelijk deze Saga, welke ook afkomstig is uit Toronto Canada en dan wordt mijn nieuwsgierigheid gewekt natuurlijk. Nadeel is dan wel dan ik deze Saga met Rush zal / zou vergelijken en dat mag ik niet doen. Een iets toch dat ik niet kan laten van zeggen, is dat ik hierop een drummer van het kaliber Neil Peart mis, maar ja er is maar één Neil Peart. Ik vind dit best wel een lekker album, een beetje te veel keyboards for my taste, maar de nummers zitten knap in elkaar en er wordt goed gespeeld. Voor mij zijn de lekkerste nummers Humble Stance en en Tired World (Chapter Six). Een uitnodigend debuut van een groep die ik wil leren kennen.

Saga - So Good So Far (2018)

Alternatieve titel: Live at Rock of Ages

4,0
Geef toe, een kleine 17 eur om het pakket 2 cd's / dvd van dit album binnen te halen is verre van verkeerd, een digipack dat openklapt in vier panelen met een begeleidend boekje van 16 pagina's met de verwachte credits en foto's maar zonder het haast plichtmatige heldenverhaal: Saga - So Good So Far - Live At Rock Of Ages (CD, Album) | Discogs. Dit is een afscheid na een heel mooie en lange carrière.

Je weet natuurlijk nooit of ze nog van gedachten zullen veranderen maar na veertig jaar dus houden ze er in 2017 mee op en doen ze nog een Final Chapter Tour. Opnieuw brengen ze een livealbum uit met opnames in Duitsland, na twee keren München en één keer keer Hamburg is het nu Seebronn met een optreden op het Rock of Ages Festival op 29/7/2017.

Aanvankelijk had ik een aantal twijfels hierover, weeral Duitsland en een optreden van “slechts” anderhalf uur. Het is wat het is, de muziek blijft het belangrijkste op een avond waarop alle hits nog eens stevig worden uitgevoerd en waarop frontman Michael Sadler zijn charismatische zelve mag showen. Meer valt er mijns inziens niet te vertellen, dit is een toch op de perfectie afgestelde machine met een stel rasmuzikanten. Toch heb ik een aan mij knagend puntje van kritiek waarvoor ik de dvd eens moet bekijken: de tamme reacties van het publiek tijdens de chorussen onder meer te horen op The Flyer of ligt het aan de mix van dit album, rekening houdende met een festivalpubliek dat niet allemaal voornamelijk voor de headliner komt?

Wat kun je nog zeggen over Saga wat er nog niet werd gezegd? Ik zeg twee zaken: mijn vreugde om de muziek van deze groep te kennen en mijn gemengde gevoelens over hun afscheid. Alhoewel, zanger Michael Sadler laat toch een cryptische boodschap achter: “This release captures the sound and atmosphere of that spectacular night with our musical family and friends that will never be repeated... or will it?”

Saga - Spin It Again! (2013)

Alternatieve titel: Live in Munich

4,5
Geef toe, er zijn vele fantastische groepen, er zijn vele fantastische albums maar om echt een topper te worden, is aandacht voor details nodig. Het zijn die details die een meerwaarde vormen, het zijn die details die iets verheffen tot quasi perfectie.

Saga is mij al jaren bekend, eerst sluimerend in mijn kast waar een paar albums lagen die ik toen te soft vond. Pas door de tips van ex-collega Kingsnake alias Ozric Spacefolk begon ik Saga meer te waarderen en het wordt haast een verslaving, nu heb ik bijna alle livealbums en mankeer ik nog vijf studioalbums maar dat zal niet lang meer duren.

Echt veel nieuws staat hier niet op, dus voor wie eens wil proeven van Saga, is dit misschien wel een goeie om mee te beginnen. Niet alleen de selectie aan nummers maken dit een verdomd fijne dubbelaar, maar – en ik kom terug op mijn stelling – ook die details.

Een grote buiging moet ik doen voor originele zanger Michael Sadler die na vijf jaar terugkeert op het oude nest en daar in het begin van het concert een grapje over maakt “Five years ago I stood on this stage and said goodbye, five years later I'm standing on this stage and I'm saying hello!” Het voelt zo vertrouwd aan en hij stelt onmiddellijk het publiek gerust door aankondigingen in Engels en Duits, omwikkeld met kleine grapjes en pratend met het publiek, waarbij hij echter niet in de val trapt om de flow uit het optreden te halen. Hij is nog één van die gentleman frontmannen en dat is belangrijk voor mij. Hij is een vakman pur sang.

Een tweede buiging moet ik doen voor het (niet zo verwonderlijk want vertrouwd) uitstekend samenspel tussen de heren muzikanten, waar keyboards en gitaar gans het concert door fantastische een-tweetjes spelen, voortdurend aangejaagd door een wervelende drummer. Soms beneemt het je de adem zoals in bijvoorbeeld Mouse in a Maze, dat live zoveel steviger klinkt! Het geldt trouwens voor alle nummers: live komen die zoveel beter en krachtiger uit de verf en het doet mij altijd plezier om zo'n ervaren groep te horen die live boven zichzelf uitstijgt. Toch wordt eventjes gas teruggenomen met Time's Up, een puntgave Scratching the Surface, Tired World en Humble Stance. De laatste vier nummers zorgen echter voor een zinderende finale want luister maar naar het gitaargeweld van Ian Chrichton in het slotnummer.

Hier mocht ik maar vier favoriete nummers aanduiden, het konden gerust alle nummers geweest zijn, nou ja, misschien niet de korte drumsolo Fish Beat, niet omdat die slecht is, integendeel, maar wie duidt nu een drumsolo als favoriete nummer aan als er hierop zoveel ander moois staat? Maar er is ook minder nieuws, na veertig jaar stoppen ze in 2017. Thanks for the music, guys!

Sahg - III (2010)

4,0
Metal uit Noorwegen alweer, ons aangeboden door Kronos in het kader van HMAvdW en nog eens een album met een ouderwetse perfecte lengte van drie kwartier, dat waren nog eens tijden.
Degelijk album met sterke gitaarriffs en een ouderwets brommend gitaargeluid. Ik hoor ook wel waar een aantal van hun inspiratiebronnen liggen, maar origineel is haast niets meer de dag van vandaag. Wat ik wel waardeer op dit album, zijn de zanglijnen die een haast hypnotische werking op mij hebben en die bijdragen tot catchy zijn van dit album. Gitaargeluid vind ik ook supervet en doet mijn melancholie weer ten top stijgen. Op Mother’s Revenge zou je soms zweren dat Ozzy zingt.
Hier staan goede songs op, degelijk uitgevoerd met sterke melodielijnen en hier en daar een lichte Hammond toets. Sterkste nummers vind ik Baptism of Fire, Downward Spiral en Denier. Spiritual Void vind ik het minste nummer.

Samson - Refugee (1990)

4,0
Vier jaar na het matige Joint Forces gooit Samson opnieuw een album naar ons toe met als enige overgebleven oude krijger, de oprichter zelf in de persoon van gitarist Paul Samson die ook de meeste baspartijen inspeelt op het album. Nieuwe zanger Peter Scallan heeft een hogere stem maar het past wel.

Raar is wel dat het eerste nummer door een andere zanger werd ingezongen, dixit iemand op het WWW. Dat maak je zelden mee. Dit klinkt toch heel anders als de Samson van de jaren tachtig, weg zijn de NWoBHM invloeden, hoewel ik Samson meer als een Hard Rock groep beschouw en aanwezig zijn de talrijke melodieën van best wel stevige nummers. Lekker klinken toch de gitaarsolo's. Mijn respect voor Paul Samson als gitarist stijgt met de minuut. Met Room 109 en Samurai Song staan ook twee instrumentale nummers op dit album, waarvan Room 109 heel veel ruimte geeft aan de gitaarsolo's. Klein voorbehoud bij het slome en slipperige Don't Tell Me It's Over.

Globaal zijn er drie periodes bij Samson, met zanger Bruce Dickinson, met zanger Nicky Moore en met andere zangers. En neen, Gertje was geen van die andere zangers. Deze Samson heeft toch een aantal interessante albums op zijn conto. Heel degelijke Britse Rock!

Samurai - Sacred Blade (1984)

3,5
Opgericht in 1980 maakt dit Brits vijftal in 1983 een demo en in 1984 hun eerste studioalbum in de bekende NWoBHM stijl. Geen enkele naam van de muzikanten doet bij mij een belletje rinkelen en na hun tweede album, Weapon Master uit 1986, en een demo in 1987 werd het windstil.

Er wordt driftig gemusiceerd, het tempo is vaak galopperend, de hoge uithalen zijn er, de snellere nummers, de midtempo stampers maar nergens hoor ik “dat tikkeltje” meer. Survivor is epischer / langer van opzet. Wel wordt het gaspedaal flink ingetrapt op het felle Fire in Our Eyes en dat krijgt mijn goedkeuring.

Afkomst, tijdperk, stijl en albumhoes zorgen voor hogere verwachtingen die niet volledig worden ingelost. Ik vind de acht nummers aardig maar nergens krijg ik een wow-gevoel. NwoBHM was dan ook al een tijdje over zijn hoogtepunt heen.

Sanctuary - Into the Mirror Black (1990)

4,0
Veel kan ik niet toevoegen aan de “mening” van collega wizard die ik overigens procifiat wens met zijn mooi stukje. Toch ervaar ik Epitaph als een dip alsook de eerste helft van Eden Lies Obscured.
Ik onderging deze de afgelopen weken als de meest tijdrovende om gewoon te worden, wellicht omdat deze groep tegen de tijdsgeest in redelijk zijn eigen gangetje zocht in de muziekwereld: niet doen wat verwacht wordt en geen concessies doen, ook al zit je op een major. Ik heb nog de vinylversie gehad maar nooit teruggekregen na een uitlening aan een kameraad (Grrrrrr). Ik heb deze wel nog op cassette.
Sommige nummers leunen tegen thrash aan maar dan gebeurt er iets anders in een nummer om daarop verder te gaan. Het is even wennen maar de stem viel voor mij wonderwel mee zolang Warrel Dane niet te hoog gaat.
OK, eerste drie nummers zijn af, daarna mijn persoonlijk dipje met Epitaph, geweldig titelnummer (mijn favoriete nummer op dit album) en de rest is gewoon zeer degelijk tot heel goed (prima gitaarwerk trouwens!). Een dikke vier sterren strooi ik over dit album uit.

Sapphire - Never Surrender (1985)

3,0
“Bellen naar Sanders”. Wadde? Ja, bellen naar Sanders. In Oostende heb je Ruimingsdienst Sanders voor het ontstoppen van leidingen. Bij ons aan het zeetje is het een uitdrukking om eens je oren te laten uitspuiten bij de huisarts.

Dat was het gevoel bij het beluisteren van deze EP van nog geen kwartier, want dit klinkt dof en in het bijzonder de drums. Grootste bijzonderheid is het meespelen van een broederpaar, de heren Spreutels op gitaar en zang. Misschien is het langere The Mask nog het meest gedenkwaardig moment, met inzet van akoestische gitaar maar na een paar minuten hangt het al mijn keel uit.

Aardig is wel de instrumentatie en wellicht ook de rest, alleen de productie laat het niet uitkomen. In “eigen beheer” uitgebracht, het had evenzeer een productie van het beruchte Mausoleum label kunnen zijn! Mijn landgenoten en metalen broeders zullen deze knipoog wel begrijpen.

Saracen - Change of Heart (1984)

3,5
Een artiest krijgt van mij alle vrijheid want omgekeerd verplicht deze mij ook tot niets. Hun debuutalbum Heroes, Saints & Fools uit 1981 vind ik een goeie en vele ingrediënten van die prima plaat komen ook hierop terug, goede zang, verzorgd spel en verzorgde songs.

De benaming Rock / Metal vind ik misleidend, buiten de soms stevige gitaarsolo's heeft Saracen weinig met Metal te maken, op de eerste niet en ook op hun tweede niet, de rest van hun albums zijn mij nog onbekend. Spijts ze goed kunnen spelen, zijn enkele songs minder avontuurlijk en softer van opzet getuige een song als Julie. Ook blijft men overal netjes rond de vier minuten grens, op hun debuut vond ik juist de lange nummers de beste. Vrijheid in hun lichte koerswijziging, van mij mogen ze. Een song als We Have Arrived is een goede binnenkomer maar dan slaat voor mij de verveling toe tot aan Meet Me at Midnight wat een lekker uptempo nummer is. Jekyll and Hyde is heerlijk en onmiddellijk een favoriet. Bridge of Tears is een kalme afsluiter met een geweldige gitaarsolo.

Hoogtepunten voor mij dit album zijn de opener We Have Arrived, het tweede deel van Seabird en Jekyll and Hyde. Uitstekende gitarist van dienst is Haydn Conway die later terechtkwam bij Son of a Bitch (oude naam van Saxon met ex-leden van Saxon) en Oliver/Dawson Saxon. Na dit album kwamen 18 stille jaren voor Saracen tot aan een nieuw album, Red Sky in 2003.

Saracen - Heroes, Saints & Fools (1981)

4,0
De tand des tijds staat scherp en is ongenadig voor iedereen. Na een lange queeste heb ik deze nu ook kunnen beluisteren na een pauze van meer dan twintig jaar.
Het staat gecatalogeerd als NWOBHM en het is wel één van de voorlopers, een mix tussen hardrock en NWOBHM. Prettig wegluisterend muziek, niet altijd even sterk, de sporadische toetsenpartijen vind ik niet altijd even geslaagd, de gitarist speelt hierop prima gitaarpartijen, zeker op de langste en in mijn ogen beste nummers: Heroes, Saints and Fools en Ready to Fly. De meer dan degelijke zanger speelt hier ook de keyboards in.
Opgelet: er lopen er volgens mij weten drie rond met de naam Saracen, twee in het Verenigd Koninkrijk en één in Australië. Verwarring is zeker mogelijk.
Prettig weerzien en wederhoren, een verloren gewaande vriend die is teruggekeerd.

Saracen - Red Sky (2003)

3,5
De wortels van deze groep lagen in de NWoBHM periode maar de eerste twee albums uit die tijden, Heroes & Saints uit 1981 en Change of Heart (1984) hadden weinig te maken met Metal an sich. Het was eerder een mix tussen symphonische rock en hard rock door de aard van de nummers en de aanwezige keyboards, hoewel de gitarist best stevig kon uithalen.

Negentien jaar later brengen ze dan opnieuw een album uit met deze bedenking dat niet alle nummers hierop nieuw zijn. Horsemen of the Apocalypse alsook Heroes, Saints and Fools stonden ook al op het debuutalbum. We Have Arrived en Jekyll and Hyde hadden al hun versie op hun tweede album. Drie leden van de begindagen spelen hierop nog mee: gitarist Rob Bendelow, zanger Steve Bettney en toetsenist Richard Lowe.

Vlotjes wordt de lijn van Change of Heart doorgetrokken op deze Red Sky met softe nummers met kamerbrede toetsenpartijen, vele koortjes en de obligate gevoelige gitaarsolo. Het is wachten op een beetje pit en spektakel... dat moet komen van de oudjes. Hun debuutalbum kan ik de liefhebbers van die periode nog steeds aanraden, deze minder.

Savage - Loose 'n Lethal (1983)

4,0
Dit album is opnieuw een debuutalbum en ik hoor graag debuutalbums, vraag me niet waarom. Tot op de dag van vandaag sla ik me voor de kop dat ik dit album nooit op vinyl heb gekocht. Niets kan die schande nog uitwissen.
Old school is new school, Old school is terug. Voor velen gedateerd, voor mij een feest van de herkenning. Zeer rauwe en eerlijke productie van een groep op dreef met songs die galopperen als een bende losgeslagen mustangs (deze omschrijving is de schuld van National Geographic ).
Hier hoor je het speelplezier er af spatten en dat mis ik soms op vele hedendaagse producties: het mag een beetje losser zijn. New Wave of British Heavy Metal, ja inderdaad, voor zover een vlag een lading volledig kan dekken. Het valt me meer en meer op in mijn ontdekkingsreis van de laatste weken doorheen de jaren ’80 dat men veelal verduiveld goeie gitaristen in de gelederen had. Hier kwijt Andy Dawson zich met verve van zijn taken: vette riffs en virtuoze solo’s. Lekkerste nummer is natuurlijk de opener, want deze is onnavolgbaar en krast zich onmiddellijk een plekje in de hersencellen. Dikke vette vier vaneigens en vijfde stem bij dit album wat toch weinig is.

Savage Grace - After the Fall from Grace (1986)

4,5
Dit is een verborgen juweeltje uit de jaren tachtig: power metal, heavy metal, who cares! Gitaren, bass, drums en zang: meer moet er niet zijn. Songs die ineens een furieuze break met solo kennen (We Came, We Saw, We Conquered). De gitaren gaan driftig te keer, de drummer doet er alles aan om niets aan het toeval over te laten en dit album is voorbij voor je het weet. De typisch hoge zang, soms met veel galm, kan vervelen en de productie is goed maar niet super: de rithmegitaren staan voor mij te zacht in de mix, maar aan kwaliteit is hier geen gebrek. Ik geef nog even de line-up mee: Christian Logue (zang en gitaar), B. East (bass), Mark Marcum (drums) en Mark Chase Marshall (gitaar). Verdomd moeilijk te vinden album, maar de moeite waard. Nu op jacht naar het debuut!

Savage Grace - The Dominatress (1983)

4,0
Debuut EP van een Amerikaanse groep uit Los Angeles die bij mij voornamelijk bekend staat omwille van het tweede album, After the Fall from Grace. Deze EP heeft een voor huidige en toenmalige tijden foute hoes met schaarsgeklede dame. Kom hiermee maar eens thuis als jonge tiener.
De productie is natuurlijk niet van dat vergeleken met nu maar ik vind de muziek best wel te pruimen. Het is voornamelijk uptempo metal met hoge (soms zaaie) zang en vele gitaarsolo’s. De muziek is wel in orde, maar in de ogen / oren van velen gedateerd, en de teksten, daarover gaan we niet te veel zeggen. Wat wil je van een jonge groep snotneuzen die hun debuut maken: poëtische tektsen?
Opgenomen met de volgende bezetting: Dwight Cliff (zang), Christian Logue (gitaar), Kenny Powell (gitaar), B. East (bass) en Dan Finch (drums). Na deze EP vertrokken Dwight Cliff en Kenny Powell naar andere oorden en twee jaar later kwam het debuut Master of Disguise met nog zo’n discutabele hoes.

Savatage - Hall of the Mountain King (1987)

3,5
Een kleine twintig jaar geleden heb ik deze op vinyl kunnen kopen, in de uitverkoopbakken dan nog voor 200 BEF, een geluk voor mij en een stommiteit van die platenwinkel. Nummer vier is dit na het bijzonder triestige Fight for the Rock, ook gekend als “Savatage goes poprock” ten huize Spamalot.
Deze toont aan wat Savatage kan en later nog beter zou kunnen, opnieuw het gitaargeluid en –werk van Criss Oliva dat herkenbaar is uit duizenden. De sirenezang van broer Jon Oliva en het degelijke ritmewerk vullen goed aan. Vond ik het vroegere drumwerk eerder saai, dan bevalt het mij veel beter op dit album, een natuurlijke evolutie van alle groepsleden is logisch natuurlijk. Ik vind dit een goed album, een paar persoonlijke minpuntjes (waaronder Strange Wings) niet nagelaten. Het titelnummer blijft een geweldig stukje muziek. White Witch en Devastation staan op twee en drie.
Was de vorige plaat een blikkerige Fiatje waar van alles aan mankeert en waarvan je zo snel mogelijk afwilt, dan is dit al een deugdelijke VW. Later maakten ze Mercedessen.

Savatage - Sirens (1983)

3,5
Ik blijf deze eerste van Savatage een moeilijk geval vinden, de eerste vier nummers zijn voor mij af en vanaf Twisted Little Sister zwakt mijn aandacht af. Ik bewonder het lekker rauwe gitaarwerk van Chriss Oliva en die productie – vooraf de drums – vind ik toch magertjes. Het is dan ook 1983 en vergelijken met nu, zeker omdat ik niet de remaster in mijn bezit heb, is altijd al een delicaat geval. Prachtnummers vind ik nog altijd Sirens en Rage. Out On the Streets is de beruchte powerballad, mijn mening hierover zal ondertussen wel bekend zijn. De twee troeven die later alsmaar duidelijker werden, treden nu al op de voorgrond: de zangcapaciteiten van Jon Oliva en het gitaarwerk van broer Chriss Oliva (RIP). Over die bonustracks kan en ga ik niets zeggen, ik ken ze niet en bonustracks interesseren mij over het algemeen bitter weinig.

Saxon - Destiny (1988)

2,5
B.Robertson schreef:
Omstreden Saxon album dat ze fans heeft gekost.Als je even aan het commerciele geluid bent gewend valt de cover Ride like the wind best te genieten

Toch niet van dé Christopher Cross: klik en zie? Wie begint er nu zijn album met een cover? Saxon dus en op nummer zes Song For Emma heeft producer Stephan Galfas dan nog meegeschreven. De hoes vermeldt tevens dat de producer ook een hand had in de arrangementen en dat zal hem geen Grammy opleveren.

Na het zeer matige Rock the Nations kon het blijkbaar alleen maar erger worden: zoetsappig songmateriaal, keyboards, koortjes. Afgelopen zaterdag heb ik deze gekocht op tweedehands vinyl, ik had deze vroeger op cassette, ik heb deze gekocht om mijn verzameling te vervolledigen want voor de muziek hoef je het niet echt te doen. Dit is echt niet normaal meer, getuige het tranenuitlokkende We Are Strong.

De ene Nigel (Glocker, drums) werd vervangen door de andere Nigel (Durham, drums), gitarist Paul Quinn mocht ook eens met het nieuwtje van het jaar spelen, namelijk de gitaarsynth en voor de rest is dit toch huilen met de pet op. Britse ziel? Weg! Amerikaans klinkende zieligheid? Aanwezig! De solo's vind ik nog smaakvol uitgewerkt, klassegitaristen, maar de songs lijken nog het meest op glazen verschaald bier. Ik durf wedden dat het volgende album Miami Vice gitaren ging bevatten, waren ze op deze weg verdergedwaald. Wil (niet) letten op het bijzonder flets drumwerk op het album en de stompzinnige synthesizers op Calm Before the Storm in het bijzonder. Toch nog een minuscule positieve noot met het laatste nummer Red Alert, uptempo maar zonder die typische double bass drums van Saxon.

Blijkbaar waren ze het ook meer dan beu want in 1991 kwamen ze met Solid Ball of Rock op het toneel en dat was heel wat andere koek dan deze overzoete niet te vreten doughnuts. Vader, vergeef het hen want ze wisten niet wat ze deden. Bloody record companies and their managers.

Saxon - Power & the Glory (1983)

3,5
Studio-album nummer vijf van deze Britse groep met volgende line-up: Biff Byford (zang), Paul Quinn (gitaar), Graham Oliver (gitaar), Steve Dawson (bass) en Nigel Glockner (drums). Dit is tevens het eerste studio-album waarop Nigel Glockner meespeelt, weliswaar heeft hij de drums ingespeeld op de live-klassieker The Eagle Has Landed uit 1982.
Saxon heeft altijd al een boontje voor gehad bij mij, want de eerste hardrock plaat die ik ooit kocht was Wheels of Steel (nog altijd een dierbaar bezit op vinyl) en Biff Byford is een charismatische frontman zoals er maar weinig rondlopen. Dit album dient op een deftig volume afgespeeld te worden: nekbrekend en orenvernietigend, zo heb ik ze graag. De gevolgen zijn voor later.
Over naar dit album dat een prima start kent met het titelnummer Power and the Glory, gek genoeg een nummer dat ze volgens mij de laatste jaren niet meer live spelen, maar met een dergelijke discografie is dat te verwachten want je kunt niet alles spelen. Redline is niets speciaals en blijft ook niet hangen. Een volgend hoogtepunt vind ik Warrior, waar ook heel goed opvalt welke prima muzikanten hier op spelen. Onderschat deze heren niet, toen niet en nu niet. Alles wordt prima strak ingespeeld, ook al een handelskenmerk van Saxon en die bass blijft lekker doorklinken. Nightmare vind ik ook weer zo’n vis-noch-vlees nummer: het is iets waar je gewoon door moet. This Town Rocks is toch weer een hoogtepunt door de tempowisselingen en de dubbele bass tijdens het refrein, een ideaal nummer om live het volk aan het headbangen te krijgen. Watching the Sky vind ik ook prima wegrocken, mede door de prima gitaarsolo, maar de tempoverlaging tegen het einde van het nummer vind ik een afknapper. Voorlaatste nummer Midas Touch dan, wel dat vind ik het minste nummer op dit album, maar deze valse noot wordt meer dan goed gemaakt door afsluiter The Eagle Has Landed, oneigenlijk traag voor Saxon begrippen maar bijzonder sfeervol.
Conclusie, een deftig goed album want, daarvoor zijn ze als groep te goed en op ieder album staan er mindere nummers. Mij mogen ze altijd wakker maken voor volgende nummers: Power and the Glory, Warrior, This Town Rocks en The Eagle Has Landed. Als stem blijf ik bij mijn 3,50 die ik destijds gegeven heb.
Nog een feitje: dit was het laatste pure hardrock album dat ze maakten voor Crusader, dat een schamele poging was om op de Amerikaanse markt een voet tussen de deur te krijgen en waar ze een beetje de richting kwijtraakten.

Saxon - Rock the Nations (1986)

2,5
De eerste vijf albums van deze Britse grootheid staan maar al te goed gegrift in het geheugen van de zichzelf respecterende hardrocker, vanaf Crusader had Saxon hier en daar bijzonder pijnlijke momenten maar ze waren niet de enigen!

Een van dé ontgoochelingen uit het gewijde metaljaar 1986? Volgens mijn mening wel, waar kant A nog zijn momenten heeft (Rock the Nations, Battlecry en We Came Here to Rock), verzandt kant B in de onbenulligheid van het muzikale leven met niet-gesmaakte bijdragen van notoire (ex-)snuiver Elton John die de piano mag betokkelen in twee nummers Party 'Til You Puke (ik zou dit eerder Listen 'Til You Puke noemen) en Northern Lady (redelijk behalve het meezingeinde). Kant A met de eerste vier nummers, voorzichtig ja. Kant B met de rest, gedecideerd neen!

Ik heb er zaterdag tijdens de meeting in Antwerpen maar 6 euro's voor betaald, op vinyl, dus ik houd er geen getormenteerd gevoel aan over, eerder een gevoel dat deze plaat niet te veel meer het daglicht zal zien. De drie eerder genoemde nummers zou ik nog overwegen voor een zelf te maken verzamelaar, de rest mag men komende woensdag bij mij komen afhalen tijdens de wekelijkse ophaalronde van het huisvuil. Gadverdamme, hoe kon dit zo verkeerd lopen? En dan heb ik nog Destiny onder handen te nemen!

Scavenger - Battlefields (1983)

3,5
In zijn queeste door de grote wereldwinkel der edele pindakaas kwam Sir Spamalot op een winterse dag deze Scavenger tegen uit Antwerpen, België, het land van het beste bier ter wereld, de beste chocolade ter wereld maar op metalgebied hebben we maar weinig potten gebroken.
Deze groep speelt traditionele heavy metal en beschikt over twee gitaristen en een aardig zingende zanger. Dit is hun debuutalbum en tevens enig wapenfeit. Nu ja, de platenmaatschappij Mausoleum had een dubieuze reputatie en is enige tijd later in faling gegaan. Raar maar waar, voor een Mausoleum album heeft dit album een heel goede klaarklinkende productie, het is dikwijls anders geweest.
Ik hou wel van deze plaat, niets wereldschokkends, soms een glimlach op mijn bakkes want, hey, het waren de eighties dus heel modern zal het zeker niet meer klinken. De songs op zich vind ik wel goed, ze hebben er hun werk van gemaakt. Op zich is het al een opluchting dat hier geen ballads op staan, maar vele uptempo riffs met mooie solo’s. Mijn voorkeur gaat opnieuw uit – eigenlijk zoals altijd – naar de snelle nummers zoals Free. Ik hoor wel raakpunten met Accept en soms Ostrogoth maar meestal NWOBHM.
België heeft wel degelijke metalgroepen gehad: Acid, Bad Lizard, Crossfire, Killer, Ostrogoth en ik vergeet er ongetwijfeld nog een paar. Met dit album voeg ik Scavenger in dit rijtje toe, mooie ontdekking alweer.

Schizoid Lloyd - Virus (2009)

3,5
Een tweeslachtig gevoel houd ik hieraan over want, hoewel de kwaliteiten er wel zijn, blaast deze EP me niet van mijn sokken. Eerlijk gezegd helt dit meer over naar rock dan naar metal, maar what’s in a name?

De eerste vijf minuten van Virus vind ik eerder vervelend dan wervelend, pas nadien wordt er met meer buskruit geschoten en dan denk ik soms aan een inzending van Cabeza Borradora, namelijk het betere Breed 77 met Cultura (2004) uit ronde vier van Het Metal Album van de Week. De zanglijnen met vreemde intonatie komen raar over en het houdt niet op bij de volgende nummers, hoewel Quarantine mooie gitaarlijnen bevat. Van nummer drie The Fall moet ik niets hebben, het aansteker-moment tijdens een optreden, hoewel halverwege het nummer het geweer van schouder verandert. Een circusorgel opent afsluiter Nothing Left en ik ontwaar warempel een korte grunt! Het stuk hierachter is wel mooi gedaan.

Euforisch ben ik niet over deze EP. Ik ga een eventueel volledig album afwachten tot ze meer boterhammekes hebben verorberd. Ietske meer power en ietske veel minder softe zanglijnen zou geen windeieren leggen, dat is een kwestie van ervaring opdoen en daarvoor zorgt “Tijd”.

Scorpions - Blackout (1982)

4,5
Dit was de eerste Scorpions plaat die ik ooit kocht en ik koester hem nog altijd: voor mij ook de hardste plaat van deze Duitse groep en voor de mensen die de Scorpions enkel kennen van hun ballads Still Loving You en Winds of Change en andere ballads, laat eens deze plaat op u afkomen, want in de jaren ’80 stonden ze onder andere met deze plaat mee aan de top van het rock/metal-firmament. Lekkere rockers maar ook een aantal uptempo krakers zoals titelnummer Blackout, Now en Dynamite (mijn persoonlijke favoriet op dit album). When the Smoke is Coming Down is een heel mooie afsluiter. Mooi evenwichtig album.

Screamer - Target: Earth (1988)

4,0
Debuutalbum van een Amerikaanse progressieve power metal groep uit Wisconsin. Ze zijn met zijn vijven, waaronder twee gitaristen die veel riffs en melodielijnen spelen in het straatje van de toenmalige Queensrÿche en Crimson Glory. Echt origineel is het niet, luister maar eens naar het laatste nummer waar het er vingerdik op ligt.
Hier staan sterke nummers op met veel leadgitaar, werkelijk spectaculaire solo’s, veel twingitaar, zoals de meesters van QR en CG, maar met een zanger die het al te vaak in de hogere regionen zoekt en dat is jammer! Voor mij heeft zanger Bill Carter de kracht en het bereik van een Geoff Tate of een Midnight, hij legt minder variatie in zijn vocale kunnen. Zijn bereik is wel indrukwekkend en hij is bijzonder toonvast. De andere heren muzikanten doen het geweldig.
Zonder dit pijnpuntje had ik dit album een overwelverdiende viereneenhalf gegeven. Nu schurkt dit album tegen dat cijfer aan want de potentie en de kwaliteiten zijn er! Aanrader.

Sentinel Beast - Depths of Death (1986)

4,0
Dit is tof en heel bekend bij mij want dit album stond ook op mijn lijst van voor te stellen albums. Het is stevige Speed Metal dat een hoog volume vereist en komt uit een voor mij heilig jaar. 1986 kende een enorme opstoot van goede albums, waaronder vele metal klassiekers.

Cult klassieker is dit en o zo genietbaar wanneer dit op deftig volume door de speakers blaast. Negen nummers in zesendertig minuten geeft aan dat het moet vooruitgaan, zelfs het nog sneller gespeelde Phantom of the Opera vind ik als cover geslaagd en dat gebeurt niet vaak, het is dan ook een Maiden kraker. Het titelnummer met de geweldige tempoversnelling met gierende gitaarsolo’s is voor mij het hoogtepunt. Debbie Gunn is niet de meest onderlegde zangeres maar ze heeft wel iets met haar hese stem.

De twee bonustracks zijn afkomstig van de eerste demo in 1985. Later werden de metal groepen nog technischer en professioneler maar verloren ze hierbij een deel van hun ongeremdheid en spontaneïteit. Dat waardeer ik aan de Metal van de jaren tachtig. Ik had in die tijd veel meer moeten kopen, verdikke, maar het zakgeld was veel kariger dan nu. Als je ziet wat ze nu vragen voor dergelijke albums op vinyl.

Septicflesh - The Great Mass (2011)

4,0
Als eerste album uit Griekenland op een voorlopig totaal van 109 albums op datum van deze inzending verwelkomen wij Septic Flesh. Zoals Fake_world ook al aangaf, had ik voordien ook nooit gehoord van deze mensen en hun muziek. Weeral een première.
Het is een première die me heeft bevallen. Het is weer een andere invalshoek op onze geliefde metal: black/death metal met een symfonisch orkest. Wel mogen de blastbeats eruit op dit album want ze storen mij geweldig. Ik houd juist van de meeslepende stukken waar het orkest meer tot zijn recht komt. De snelle beukende stukken met double bass mogen zeker, het zijn die blastbeats. Er zit weer een beestje in mijn hoofd die zegt dat ik stukken en stijlkenmerken herken zoals bij Ihsahn, of het zou Alzheimer light moeten zijn van mijnentwege.
Fantastische stukken vind ik A Great Mass of Death, Pyramid God (schitterend en daar gaat die volumeknop weer), Five Pointed Star en eigenlijk de rest. In die optiek vind ik de opener The Vampire From Nazareth een redelijke misser en tamelijk flauw vergeleken met de rest, nu nog die blastbeats. Stevige kandidaat voor een plaats in mijn top tien van de derde ronde en deze gaat nog dikwijls gedraaid worden. Ze zouden beter eens die mannen uitnodigen voor The Night of the Proms in plaats van die have-beens. Een lading sterren is dan ook hun verdiende beloning. En nu ga ik een pint drinken: γεια μας!

Sepultura - Arise (1991)

3,0
Vierde full album van onze vier Brazilianen en afkomstig uit een tijdperk waarin mijn interesse in metal en aanverwanten aan het tanen was om een aantal jaren later op een laag pitje te staan. Ik kreeg de indruk dat ik alles al gehoord had, dat niemand meer inventief bezig was en dat bloedarmoede de kop opstak. Ik werd plots oud.
Vele mensen in mijn kennissen- en vriendenkring liepen met Sepultura weg, ik toen niet en nu nog altijd niet. Ik spreek met opzet niet over de vorige albums en zeker niet over de opvolgers met al dat "terug naar mijn roots en laat ik propageren voor de indianen in het alsmaar verdwijnend regenwoud"-gedoe. Mooi van opzet maar aan weinig metalheads besteed. Pas toen werd ik kwaad op Seputura, want kleine snotapen van tien à twaalf jaar vonden dit ineens coole muziek. Ik werd plots oud.
Arise is een degelijike thrasher met volgende interessante nummers: Arise, Desperate Cry en Infected Voice. De andere nummers vind ik nog altijd heel weinig aan, behalve dan hier en daar het zeer flitsende gitaarwerk van Andreas Kisser. Ik spring nergens meer op maar kijk op mijn uurwerk om te zien hoe lang dit nog duurt. Dit album heeft zijn momenten maar om dit nu een klassieker te noemen, gaat voor mij te ver. Daarvoor staan niet genoeg interessante instrumentale stukken op en de zang van Max Cavelera is gewoon heel middelmatig: een matige zanger die staat te blaffen op veelal gelijklopende zanglijnen, veel variatie zit er niet in de stem. Het gitaarwerk van Andreas Kisser is voor mij het lichtpunt op deze plaat. Ik word een oude zaag.
Sepultura is niet verantwoordelijk voor mijn tanende interesse toen, nu is mijn interesse al een paar jaren terug en in volle glorie. Dit album van Sepultura bevalt mij gewoon niet meer, misschien is dat mijn persoonlijke definitie van gedateerdheid. Het is de leeftijd.