menu

Hier kun je zien welke berichten Sir Spamalot als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

G-Force - G-Force (1980)

4,0
In 1979 stapte Gary Moore middenin een Amerikaanse toer voor het album Black Rose uit Thin Lizzy en vormde G-Force met Tony Newton (zang), Willie Dee (bass) en Mark Nauseef (drums). Deze samenwerking leverde enkel dit album op. Het is hardrock met lange furieuze solo’s van Gary Moore, van nietszeggend (You) tot behoorlijk (Because of Your Love) tot prima (White Knuckels/Rockin’ and Rollin’). Twee behoorlijke missers ook: Hot Gossip, The Woman’s in Love, het zijn meer popnummers dan rocknummers. Nog een punt van kritiek: ik vind dat Gary Moore soms overdrijft in zijn solo’s, soms lijkt hij te vergeten dat er een song meespeelt. De kleine hoes in de hoes is de originele uitgave, de hoes hierboven werd gebruikt voor de heruitgave in 1990 met Gary Moore in grote letters erop, de kassa moet ook worden gespijsd. Interessant maar niet noodzakelijk.

Gang Green - Can't LIVE Without It (1990)

4,0
Qua Punk en/of Punk Rock ben ik een leek gebleven, de Ramones misschien en deze Gang Green. Aanleiding om deze plaat destijds te kopen was de cover van Alcohol uitgevoerd door Tankard, denk ik. Tankard heb ik nog live gezien, Gang Green nooit. Het was wel opletten voor al die ABL’s, de beruchte legerbotten van het Algemeen Belgisch Leger, tijdens het stagediven! Niet te ver vooraan staan was de boodschap.

In een bevlieging koop je dit dan en die bevlieging is een blijver geworden. Ik vind dit een crimineel leuk album, verwachte geen artistieke prestaties maar gewoon een dampend en stomend live album met veel vaart en sfeer. Het is een mix van een aantal snelle uitsmijters en een aantal tragere nummers, de snelle doen het hem zoals zo dikwijls bij deze soort muziek. “No doubt about it, can’t live without it, alcohol!”

Gary John Barden - Past and Present (2004)

3,5
Gary John Barden mag dan zijn volledige naam zijn maar Gary Barden is vooral bekend als één van de zangers van The Michael Schenker Group, waar hij niet altijd hoge ogen gooide in zijn jonge jaren. Ik noemde hem vaak de net-niet-zanger gezien zijn strubbelingen met de hoge noten als jonge snaak maar de oudere bard laat die hoge noten weg, tot mijn tevredenheid.

De naam is al gevallen: Michael Schenker, mijn favoriete gitarist. Dezelfde naam zorgt ook voor de herkomst van de nummers op dit album. In chronologische volgorde gaat het om drie albums van The Michael Schenker Group, vijf nummers van het eerste album The Michael Schenker Group (1980), drie van het tweede album M.S.G. (1981), drie van het vierde album Built to Destroy (1983) om af te sluiten met het korte en nieuwe Present and the Past dat tekstueel druipt van de nostalgie.

Nu ga ik goed op mijn woorden letten... Ik vond dit geen onverdeeld prettige ervaring en dan heb ik het niet over het gemis aan de solo's van de meester zelve, Michael Schenker, maar over de alternatieve versies van songs die mij doen verlangen naar de originele versies. Ik geef toe dat het eens iets anders is want klakkeloos naspelen levert ook geen meerwaarde op. Een aantal gitaristen speelt hierop waarvan Michael Voss de bekendste mag zijn. Sommige achtergrondzang doet mij fronsen, sommige instrumentatie evenzeer zoals bijvoorbeeld de korte blaaspartijen op Ready to Rock. Lef heeft Mr. Barden wel en zijn zang hierop vind ik echt goed. Knap vind ik ook de versie van Red Sky.

Slecht is het zeker niet ingespeeld , ik vind dit eerder een plaat waar niets moet en alles kan. Zolang je dit in gedachten houdt, valt het mee, rekening houdend met de redelijk semi-akoestische inslag van dit album. Eens dit album voorbij is, dwalen mijn gedachten af naar het ijzersterke livealbum The 30th Anniversary Concert uit 2010 van, juist ja, The Michael Schenker Group, tevens met Gary (John) Barden.

Gary Moore - Corridors of Power (1982)

4,0
Niettegenstaande dit reeds het derde solo-album van Gary Moore is na Grinding Stone en Back on the Streets beschouw ik dit eigenlijk ook als zijn echt debuut. Sterk album met sterke nummers (Don’t Take Me for a Loser, Wishing Well, End of the World, …) en sterke muzikanten: hier speelt schoon volk op. Twee minpuntjes: Gary Moore is niet de sterkste zanger ter wereld maar zijn gitaar spuwt vuurwerk uit. Ook is de productie niet evenwichtig: in End of the World drukt de gitaarsolo de andere instrumenten bijna volledig in de achtergrond. Prima album. Luistertip: opvolger Victims of the Future is ook zo’n goed album.

Gary Moore - Rockin' Every Night (1983)

Alternatieve titel: Live in Japan

3,5
Een tijdje geleden heb ik een aantal Gary Moore albums tweedehands op vinyl gekocht, waaronder dit album: Europese uitgave uit 1986 van 10 Records (onderdeel van Virgin). Ik had/heb vele albums van Gary Moore op cassette en ik ben langzaam maar zeker bezig deze te vervangen door de albums.
Voor de goede orde vermeld ik wie als leadzanger welke nummers zingt. Gary Moore: Wishing Well, I Can't Wait Until Tomorrow, Back on the Streets. John Sloman: Rocking' Every Night, Nuclear Attack, Rockin' & Rollin'. White Knuckels en Sunset zijn instrumentaal. Over die bonusnummers kan ik niets zeggen vermits ik die versie niet ken maar op wiki staat het volgende: The 2002 CD reissue included the three live tracks recorded at the Marquee, London on 25 August 1982, from the bonus EP included with the first 25,000 vinyl copies of Corridors of Power. Opgenomen tijdens twee optredens op 24 en 25/01/1983 in Tokyo, Japan.
Gary Moore is niet de grootste zanger, ahem, maar de zang van John Sloman vind ik nog flauwer, hij komt mij over als iemand die kortademig is. Gary Moore wint veruit op punten. Muzikaal is er weinig tot niets aan de hand, vermits Gary Moore lekker van jetje blijft geven. Het is oerdegelijke hardrock uit de oudere doos met flitsende gitaarsolo's. Aardig maar weinig schokkend tijdsdocument. Toch ben ik blij dat ik deze heb kunnen kopen, al is het maar een halfslachtig livealbum zoals zovele waarin een collage van optredens wordt gemaakt.

Gaskin - Edge of Madness (2012)

3,5
Kleine ontgoocheling na hun derde Stand or Fall. Immers, de scherpe randjes werden er volledig afgevijld en het is gladder en nog ongevaarlijker. Is dit de definitie van “mainstream”? Grootste buitenbeentje is Man's World met een in de chorussen aanwezige dame en met godbetert een solo op de saxofoon, niet mijn favoriete instrument en het mag nog door een Belg uitgevonden zijn. Lost and Lonely was dan weer het perfecte antigifmiddel voor deze zeperd, want met een leuk tempo en heel veel knapperig gitaarwerk, overigens is The Contract ook een leuk nummer, alsof ik halverwege dit album weer wakker schiet. Na een kort instrumentaaltje krijgen we nog het “epische” titelnummer te horen. Laat het duidelijk zijn dat ik de eerste helft van dit album niets bijzonders vind.

Gaskin - Stand or Fall (2000)

4,0
Alsof de tijd is blijven stilstaan, zo kun je dit derde album samenvatten, die 18 jaar na No Way Out verschijnt. Het gaat om dezelfde soort nummers, dezelfde soort zang, zelfs de productie ademt die tijden van de NWoBHM in met hier en daar snellere drums maar met hetzelfde ambachtelijke vakwerk en lekker veel gitaarsolo's. Afwisselend mooi melodieuze nummers en helaas ook voor mij een paar ballads. Tempus fugit? Niet altijd. Is het heiligschennis als ik zeg dat ik deze momenteel beter vind dan hun twee albums uit de jaren tachtig?

Geddes Axe - Escape from New York (1982)

3,0
Met zijn vijven en afkomstig uit Sheffield maken ze deze EP en dat was het dan, behalve nog een obscure verzamelaar in 2016 van het label High Roller, dat zich voornamelijk hiermee bezig houdt.

Het eerste nummer is tevens het leukste nummer ondanks de wat monotone klagerige zang dat mij vooral niet lekker zit in de chorussen van dat nummer. The Day the Wells Ran Dry is ene oor binnen, ander oor uit. Het langste nummer is ook voorspelbaar het episch nummer met kalm begin en dan de tempoversnelling.

Leuk aardigheidje maar je hoort waarom dergelijke groepen lang geleden niet doorbraken in de NwoBHM beweging: “net niet”. Een groep lukte het fantastisch wel: Iron Maiden. Toch vind ik het nog altijd plezierig om eens dergelijke zaken te beluisteren: de nostalgicus in mij.

Geddy Lee - My Favorite Headache (2000)

4,0
Geddy Lee is de zanger / bassist / toetsenist van mijn favoriete groep Rush, samen met gitarist Alex Lifeson en drummer Neil Peart (RIP). In 2000 brengt hij zijn soloalbum uit samen met drummer Matt Cameron (o.a. Soundgarden, Temple of the Dog, Pearl Jam) en goede vriend / gitarist Ben Mink (o.a. FM), immers, Rush ligt lange tijd stil door de mokerslagen die Neil Peart in 1997 en 1998 meemaakt in zijn privé-leven.

Solo hoeft Geddy natuurlijk geen rekening te houden met de gitaarmuur van Lifeson of het bijzonder intense en technische drummen van Peart en dat laat zich horen, ik denk niet dat een aantal nummers hierop zouden passen bij Rush, het is bedaarder en het is iets groovier. Dat mag, dat kan, artistieke vrijheid is een ding om te koesteren en wie ben ik?

In zijn boek My Effin' Life vermeldt Geddy nummer zes The Angels' Share als een song waarop hij bijzonder trots is, daar kan ik inkomen. Ik voeg daarbij het titelnummer, Working at Perfekt (met “c” toch?) en Moving to Bohemia. Slipping laat Geddy Lee horen met best gevoelige teksten waarin hij zich voor zijn echtgenote verontschuldigt voor de talrijke afwezigheden in hun familiaal leven.

Het album heeft zijn charmes en herkenningspunten maar ik blijf me afvragen hoeveel niet-Rush fans de soloalbums van Alex Lifeson (album Victor) en deze My Favorite Headache hebben gekocht. Beide heren blijven onlosmakelijk verbonden met deze Canadese topgroep. Een gemis bij dit album is het ontbreken van de teksten in mijn versie. We hebben nog altijd dat wonderlijke wereldwijde web. Enige tijd later meldt Neil Peart zich opnieuw klaar voor Rush, een opluchting voor hen, voor de talrijke fans en voor mij persoonlijk.

Toemaatje: My Favorite Headache Documentary

Gillan - Future Shock (1981)

3,5
Binnenpretjes! Dat zeg ik altijd tegen mijn baas als hij me ziet lachen op mijn werk, ik ga niet alles aan zijn neus hangen. Een binnenpretje beleef ik telkens ik dit album van Deep Purple zanger Ian Gillan draai want geloof het of niet, twee weken geleden voor de prijs van 5 eur op een mini-platenbeurs in Lebbeke uitgehaald.

“Aangename verrassing”. Aangenaam omdat dit een heel tof album is met uitzondering van het door mij niet zo gesmaakte New Orleans maar er staan een paar krakers op. De eerste is het uptempo (The Ballad of) the Lucitania Express en de tweede is de ballad If I Sing Softly. Sir Spamalot en ballads? Inderdaad... Het is een prachtige song. Verrassing omdat ik nog altijd niet zo bekend ben met het werk van Deep Purple en totaal onbekend was met het solowerk van Ian Gillan. Dit is een tof rockalbum met “het boekje” in de openklapbare hoes gekleefd, nog niet vaak gezien.

Toen ik de zaal binnenging in Lebbeke verscheen een grimas op mijn gezicht want nauwelijks vier standhouders waarvan één de moeite waard. Ik ben buitengegaan met een vette grijns want de buit was 24 vinylplaten voor 60 eur!

Glacier - Glacier (1985)

4,0
De kracht van EP's, mijnen tijdvak, vijf nummers, dik twintig minuten, over en voorbij voor je het beseft. Het is dan nog een EP die ik dik twee jaar geleden heb toegevoegd. Ik heb iets voor "het debuut", of het nu een album of een EP is.

Jaja, het heeft ongetwijfeld zijn houdbaarheidsdatum overschreden. Wel, denken jullie maar dat. Ik laat het op me afkomen en hoor wel wat het wordt. Dit wordt wat, dit is wat. Niet zo goed als een aantal legendarische en monumentale EP's uit die tijd, maar om de veters van die groepen te mogen strikken, moeten ze ook van ver komen.

Muziek? US Power Metal en dik in orde. Zang? US Power Metal zanger en zeer zeker in orde. Lekkere riffs, lekker drumwerk en vettige solo's. Vergelijkingspunt? Tokyo Blade uit het Verenigd Koninkrijk maar met hamburgers in plaats van fish and chips. Het heeft me gesmaakt! Mijn dessertje ga ik niet meer op krijgen.

Glenmore - Materialized (1993)

Melodieuze metal uit Duitsland en dit is een debuutalbum. Neen, het is melodieuze metal, geen power metal, dus verwacht geen overdaad aan dubbel bass, gitaarsolo’s die alle kanten opvliegen en tonnen bombast. Opvallend is de platenmaatschappij: Polydor, een grote speler, dus met mucho dinero om mee te spelen en dat hoor je, het geluid is dik in orde. Tweede opvallend punt is de hoes die zoals vele hoezen in die tijd een jonge-deernes-trekker was. Laat u hierdoor niet afleiden, want ze zijn meer dan vijf geföhnde gasten in een rock ‘n’ roll groep.
Ik ga voor de verandering eens beginnen met mijn punt van kritiek: de zanger Jürgen Volk. Hij is toonzuiver en er zit “poeier” achter, Westvlaams voor een krachtige strot, maar waarom moet hij altijd als een raket de hoogte in. Meneer Volk, het is niet verboden om eens iets anders dan uw kopstem te gebruiken. Ik heb hetzelfde probleem met Ray Alder van Fates Warning, ik krijg er soms koppijn van en dat heb ik al genoeg tijdens de werkweek.
Voor de rest ben ik tamelijk tevreden met dit album, of je er vandaag de dag nog mee moet afkomen is iets anders. Vermits geschiedenis een cyclische beweging is, zal hier wel binnenkort interesse voor ontstaan. De andere heren muzikanten kwijten zich prima van hun taak en er zit veel variatie in de nummers onderling. Beste nummers zijn I Feel the Fire en The End of the Line. Minste nummer vind ik Take On a Shining Star: het kriebelt om “powerballad” te brullen, dat door mij zo verfoeide onding. De teksten van Miracles zijn ook maar stroperig en het is opnieuw een traag nummer met akoestische gitaarstukken maar een mooie gitaarsolo.
Voilà, de rode loper ligt uit, de introductie is gedaan, alea iacta est. Het is nu aan u om er mee te doen wat u wilt, er bestaan betere albums dan dit, er bestaan ontiegelijk veel slechtere albums dan deze Materialized. Het moet tenslotte niet altijd hakken en beuken zijn.

Glittertind - Landkjenning (2009)

3,0
Dit is ook al een album die ik in mijn enthousiasme heb toegevoegd, dus maar eens beluisteren is de boodschap. Stoere folk / viking Metal uit Noorwegen en - ik denk het toch - in het Noors gezongen, klinkt logisch? Longships and Mead werd in het Engels gezongen.
Het eerste nummer is een ideaal nummer om op café te beluisteren in gezelschap en met halve liters voor de neus. De instrumentatie is wel mooi: metal elementen en folk elementen en klassieke elementen. En het zijn maar twee man die dit doen, respect. Niet dat het slecht is, verre van, dat oordeel kan en mag ik niet vellen, maar dergelijke muziekstroming is normaal gezien mijn dada niet . De uptempo nummers (Landkjenning, Glittertind, Jeg Snører Min Sekk) vind ik aangenaam, de tragere nummers vind ik wel mooi maar eerder te rustig (of ideaal na het nuttigen van al die halve liters bier). Het duurt maar 36 minuten of x aantal halve liters en dat is prima. Iets voor het Festival van Dranouter, dacht ik.

Goatsblood - Goatsblood (2000)

2,0
Album nummer 12 in de topic Het Metal Album van de Week en dit is “sludge metal”. Bij Wikipedia lees ik over sludge metal het volgende: “Sludge metal is een muziekgenre dat gerelateerd is aan de doom metal. Het is doom metal gemixt met hardcore punk invloeden. De meeste bands in dit genre klinken traag en zwaar, maar bands zoals Mastodon spelen juist snel, agressief en technisch.” Verder ken ik de ballen van dit genre…
Positieve punt: lekker heavy, zeer heavy in de trage momenten. Negatieve punt: de zang. Kort album met zijn vierendertig minuten en ik zou er eerlijk gezegd niet langer naar toe kunnen luisteren, maar we hebben weer met iets nieuws kennis gemaakt. Zware bevalling…

God Dethroned - Passiondale (2009)

4,0
Dankzij HMAvdW heb ik een nieuwe groep mogen ontdekken, want dit album is ook al een eerste kennismaking met God Dethroned uit Nederland. Het zijn achtendertig stevige, hevige en helse minuten. Niets kan echter de ware hel in Passendale, een deelgemeente van Zonnebeke in mijn West-Vlaanderen, beschrijven: honderdduizenden soldaten sneuvelden er op dit bloederig slagveld tijdens “De Groote Oorlog”.
Na een korte intro met gitaar, achtergrondgeluiden allerhande en een Japanse (?) stem barst dit album los om in een hels half uur iets te proberen uit te leggen van deze gitzwarte bladzijde in de wereldgeschiedenis. Het zijn overwegend snelle nummers met hier en daar een welgekomen break en prima solo’s. Volgen met tekstvel vind ik wel een must om nog meer van dit album te genieten. Hier en daar worden er subtiele accenten gelegd om het thema te benaderen: de bel in Under a Darkening Sky, de drums die hier en daar het geluid van machinegeweren benaderen, de songtitels en teksten die de totale wanhoop en zinloosheid uitademen. De cleane zang lijkt een wanhoopsschreeuw van de onbekende soldaat in de totale waanzin, zo ervaar ik het in No Survivors. In alle nummers vind ik memorabele stukken.
Fantastisch kippenvelverwekkend moment vind ik het middenstuk met cleane zang in Poison Fog. Het eindstuk van Poison Fog is één van de mooiste muzikale momenten die ik in maanden heb mogen meemaken. Over Artifacts of the Great War kan ik kort zijn: zelden zo’n emotioneel en droevig stuk muziek gehoord, zeker na een dik half uur heavy herrie. Ik krijg er soms een krop in mijn keel van. Het lijkt een moment van bezinning voor de volgende generaties, de generaties die nooit een oorlog hebben meegemaakt.
Nog een weetje: Poison Fog gaat over het vreselijke en gevreesde mosterdgas, ook wel Yperiet genoemd, de Franse naam voor de West-Vlaamse stad Ieper, waar dit gas voor de hel op aarde heeft gezorgd en de start van een vuile oorlog. Alle oorlogsregels werden overboord gegooid.
Ik ga akkoord met collega wizard en vind dit ook tot nu toe het beste album van ronde drie van onze topic. Viereneenhalve ster, dikverdiend voor een indrukwekkende ervaring.

Godflesh - Pure (1992)

2,0
Het metal album van deze week is deze Pure van Godflesh en dit is voor mij geen meevaller geworden: het geluid is kurkdroog en blikkerig en maakt mij zenuwachtig. Over de zang zeg ik kort en krachtig: waardeloos. Muzikaal zitten hier en daar wel eens leukere stukken in maar vraag me niet waar, want wat is dit een monotoon album: het is voor mij één langgerekte geeuw naar het einde, een gedreun van jewelste, een album waarvan ik mij telkens afvraag: haal ik het einde? Ik vind dit een zeer saai album: bijvoorbeeld nummer 9 Love, Hate (Slugbaiting). Wat stellen de eerste drie minuten daarvan in godsnaam voor: meer “geruchte” (West-Vlaams voor lawaai) dan muziek. Schieten ze na drie minuten toch in gang komt dan weer zo’n gedrocht voorbij (die zang). Voorganger Streetcleaner wil ik beluisteren uit nieuwsgierigheid, maar ik vrees dat deze Pure niet gauw meer zal gedraaid worden. Elk zijn meug maar dit is duidelijk not my cup of tea.

Gong - Camembert Electrique (1971)

2,5
In het kader van het Rock Album van de Week heeft dit album van het Britse Gong een aantal keren mijn hoofdtelefoon beroerd maar mijn oren niet ontroerd. Ik kreeg een beetje schrik bij enkele hierboven vermelde termen: spacey, druggey, King Crimson, progrock. Ik ben geen fan van King Crimson, laat dat duidelijk zijn maar op een andere plaats, noch van space rock, wel een beetje van progrock en zeker niet als er allerlei chemische substanties aan te pas komen.
Muzikaal kan ik er redelijk weg mee hoewel je niet mag vergeten dat dit bijna veertig jaren geleden werd opgenomen. Ik heb heel veel moeite met de "aard van de zanglijnen": te "far out, dude!" Misschien kan ik dit album beter verteren met een aantal van mijn geprefereerde substanties: Belgische streekbieren. Ik houd u op de hoogte van dit experiment . Momenteel zweeft dit in sferen waar ik niet aan kan.

Gospel - The Moon Is a Dead World (2005)

3,5
Ik ontdek hier een mix van stijlen op dit album. Het drumwerk heeft een serieus handje weg van Tool en dat is een compliment, want Tool is verre van mijn favoriete groep. De muziek zit heel knap in elkaar. Het grote probleem (weeral) voor mij is die zanger of wat daarvoor moet doorgaan. Het behoort ongetwijfeld tot hun stijl en ik respecteer hun keuze, maar ik hoef er niet mee akkoord te gaan. Mijn reactie na de eerste luisterbeurt was: gooi die schreeuwlelijk buiten en neem een deftige zanger aan. Een tijdje later denk ik nu: ok, jammer maar helaas. Voor de muziek een dikke vier met mijn favoriet a Golden Dawn, maar een strafpunt voor de zang.

Gotham City - Black Writs (1983)

3,0
Toffe EP met NWoBHM, niet uit het Verenigd Koninkrijk maar uit Zweden! De zang is echter verre van geweldig, een beetje nasaal en eentonig. De muziek is meer dan ok. EP’s uit die tijden hebben een bijzondere aantrekkingskracht op mij.

Opener Monsters of Rock schiet uit de startblokken op een galopperend tempo met enkele prima gitaarsolo’s. Bij nummer twee gaat het tempo iets omlaag maar bij The Coven en (kleine kraker) Black Writs wordt het gelukkig uptempo gehouden. Lekker gitaarwerk! Born to Rock Hard is een clichétitel van jewelste maar het gaat vooruit. In Vino Veritas (“In wijn zit de waarheid” ofwel in het West-Vlaams “droenke gezeid is nuchter gepeist”) is een kort akoestisch en instrumentaal nummer, het spotlight moment voor de gitarist.

Zanger Ola Ohlsson mocht na deze EP vertrekken. Een jaar later brachten ze een hun enige langspeler uit, The Unknown met een andere zanger. Deze komt later nog aan de beurt.

Gotham City - The Unknown (1984)

4,0
De EP Black Writs uit 1983 is hun studiodebuut, dit album is hun debuutalbum maar ook hun laatste album, het lot van vele medestrijdende Heavy Metal groepen in die jaren. Hier is een andere zanger aan het werk, Anders Zackrisson, verder totaal onbekend gebleven.

De zang is best goed op een album dat een rauw, dun, ongepolijst geluid kent. Ik hoor best goede muzikanten bezig op veelal uptempo nummers in de beste NWoBHM stijl met een mooi pareltje in de vorm van See How It Flies. Ravage in Town heeft een zwak middenstuk en die “oh's” storen ook een beetje, ik beleef dit als het minste nummer. Met de rest is weinig tot niets mis en het album sluit af met een kort instrumentaaltje met geluiden, geen muziek.

Wereldschokkend is het niet want anders zouden veel meer collega headbangers dit album kennen, er mag hier best meer volk op afkomen. De vraag is alleen, hoe obscuur is dit album en kom je dit ooit tegen op een platenbeurs? Ik zou wel durven toehappen.

Graham Bonnet Band - Live... Here Comes the Night (2017)

Alternatieve titel: Frontiers Rock Festival 2016

4,0
Met een setlist van nummers komende uit de repertoires van Rainbow, Michael Schenker Group, Alcatrazz, Impellitteri en natuurlijk hemzelf kan deze brulboei en zeventiger (°1947) weinig verkeerd doen op dit album, dat opnames bevat van het Frontiers Rock Festival III in Trezzo, Italië op 24/04/2016.

Nog minder kan hij verkeerd doen omdat hij een goede gitarist te pakken heeft in de persoon van Conrado Pesinato en omdat hij eindelijk de nog steeds in overvloed aanwezige power in zijn stem onder controle heeft.

Net zoals op het studioalbum The Book uit 2016 moet gitarist Conrado opbotsen tegen de originele versies en de spectaculaire gitaarlijnen van – even diep ademhalen – Ritchie Blackmore, Michael Schenker, Yngwie Malmsteen en Steve Vai maar hij doet het goed, net zoals zijn collega Mark Zonder (ex-Fates Warning) op drums.

Heel interessant document om meerdere redenen: natuurlijk blijft het voornamelijk gaan om de muziek maar ook... hoeveel live opnames bestaan er van Graham Bonnet met bovenvermelde groepen? Juist ja, dit is een waardig alternatief door die setlist dat bulkt van de Rock geschiedenis. Een blik op setlist.fm leert dat het volledige optreden één nummer mee bevatte in de vorm van de Rainbow song Love's No Friend, maar we zitten al aan vijf kwartier voor een enkele cd.

Graham Bonnet Band - Meanwhile, Back in the Garage (2018)

4,0
De nieuwe van Graham Bonnet? Neen, de nieuwe van de Graham Bonnet Band, dit is een groep die na The Book (2016) en Live... Here Comes the Night (2017) met deze Meanwhile Back in the Garage een derde worp in drie jaren tijd doet. Weg is gitarist Conrado Pesinato, weg is drummer Mark Zonder (ex-Fates Warning) maar...

Wij heten ene Joey Tafolla welkom die alle gitaarpartijen heeft ingespeeld behalve op het derde nummer Livin' in Suspicion met als gitarist Kurt James. Joey Tafolla kennen wij natuurlijk van Jag Panzer en zijn solocarrière. Graham Bonnet plus toetsenist Jimmy Waldo plus een gitaartovenaar doen mij onmiddellijk denken aan het lang vergane Alcatrazz.

Hier is dat niet anders, Joey Tafolla zorgt op zijn nummers vaak voor spektakel met zijn virtuoze gitaarlijnen maar de ster van de show is Mr. Graham Bonnet die op zijn gezegende leeftijd (°23/12/1947!!!) alsmaar beter lijkt te zingen en alsmaar meer stijgt in mijn achting. In 2017 heb ik al vrede gesloten met Mr. Schorremans.

Zijn de nummers zelf spectaculair? Neen, niet echt. Hoeft dat? Neen, niets hoeft. Het is wel vakwerk dat nergens een dip krijgt, maar dat overal ruimte laat voor alle muzikanten. Vergeet niet, dit is een band. Er zit ook genoeg afwisseling in de nummers zonder dat Bonnet in zijn vroegere val trapt zoals bij Alcatrazz: het vaak afleveren van zeperig commerciële nummers. Toch is het even verrast fronsen bij de Tina Turner cover We Don't Need Another Hero en bij de akoestische powerballad The Crying Chair.

Dit is opnieuw tonen dat hij nog heel wat in zijn mars heeft, het livealbum Michael Schenker Fest Live uit 2017 deed mij Graham Bonnet in de armen sluiten en liet mij met zijn tweede jeugd kennismaken. Met de twee studioalbums en enkele obligate Rainbow, MSG en Alcatrazz klassiekers erbij kan hij probleemloos een dik twee uren durende vette setlist opmaken. Kleine hint voor 2019 voor de festivalpromotors. Kleine por voor Michael Schenker, wacht niet te lang om een volledig album met Graham Bonnet te maken, Assault Attack dateert alweer uit 1982.

Graham Bonnet Band - The Book (2016)

4,0
99,99% ga ik akkoord met het bericht van mijn voorganger, mijn slecht karakter houdt me tegen om 100% akkoord te gaan maar inderdaad, dit is er eentje die uitstekend is en die ik niet had zien aankomen. Een Graham Bonnet op respectabele leeftijd hoor ik hier prima zingen zonder één keer uit de bocht te vliegen, verrassend omwille van zijn niet onbesproken levenswandel.

CD 1 is het nieuwe album (tot en met nummer elf hier), cd 2 is een “trip back in time” met nummers waarvan hij de zanger was in bekende groepen... o.a. Rainbow, The Michael Schenker Group, Alcatrazz. Is dit watertanden of niet? Heerlijk is het ook om te horen – en dit is strikt persoonlijk – dat Graham Bonnet zich bescheiden opstelt en de andere muzikanten ook ruimte laat om te excelleren.

Dit is de Graham Bonnet BAND en dit geeft ruimte aan de oude bekenden, toetsenist Jimmy Waldo en de technisch steeds vaardige drummer Mark Zonder (ex-Fates Warning). Gitarist Conrado Pesinato is mij onbekend maar is een zeer vaardige gitarist wat hij overduidelijk laat horen op cd 1, op cd 2 heeft hij het voorspelbaar nadeel dat hij nooit zal kunnen concurreren met de originele versies om twee redenen. Reden één is dat deze klassiekers met vaak spectaculaire gitaarlijnen in het collectieve geheugen zitten van vele fans, reden twee is bangelijk want begin er maar eens aan: de originele versies hadden als gitarist o.a. Ritchie Blackmore, Michael Schenker, Yngwie Malmsteen en Steve Vai. Denk echter niet dat hij niet zijn streng trekt!

Toch vind ik dit geen plaat waar het enkel te doen is om die duik in het verleden van de tweede schijf. Daarvoor ik ontdek ik te veel goede dingen op de eerste schijf. Proficiat aan het label Frontiers, dat meer en meer een referentielabel wordt voor kwaliteitsvolle uitgaves die je haast blindelings kunt kopen. Proficiat aan Mr. Graham Bonnet (°1947!) voor dit album, als de uitdrukking klopt dat het verstand komt met de jaren, dan is er voor vele mensen nog hoop.

Grave Digger - Heavy Metal Breakdown (1984)

3,0
Haarscherpe analyse van collega Sinner betreffende dit album: het is matig, het is zeer matig, wat zeg ik? Geen vetten: een zanger met een kikker in zijn keel, doodgewone muzikanten en doodgewone songs. Er staat hier zelfs een lachwekkende powerballad op: Yesterday, dan pas vallen de beperkingen van onze Duitse vriend op. Nu ja, niet alle debuutalbums zijn voltreffers en in het gezegende metaljaar 1984 was het ook niet iedere keer prijs.

Gravestone - Back to Attack (1985)

3,0
Ik vind dit al beter dan mijn voorgaande kennismaking (Victim of Chains) van deze Duitse heavy metalgroep en deze plaat start ook veelbelovend met de snelle opener I Love the Night. De rest van de songs is meer dan aardig en op tijd en stond wordt er stevig gesoleerd maar - hier komt hij dan - de zang bevat verdomd veel galm en hier en daar hoor ik een valse noot in die altijd hoge benepen zang. Een betere zanger zou dus wonderen doen en een betere score opbrengen, hoewel dit niet meer dan degelijk zou blijven. Het was niet altijd prijs in de jaren tachtig.

Gravestone - Creating a Monster (1986)

3,0
Hun vijfde studioalbum, mijn derde virtuele album op de laptop, van dit Westduits vijftal die traditionele Heavy Metal speelt met een zanger die graag de hoge noten haalt, het is dan ook nog altijd Berti Majdan.

Hij gaat algauw weer vervelen. Laat de typische snelle opener best aardig zijn, voelt de rest toch heel wat minder aan, hoewel er mooie gitaarsolo's voorbijkomen van beide heren. The End of our Love is de obligate ballad, zou je denken, maar het één van de meerdere midtempo meestampers. Danger heeft opnieuw een hoger tempo en bevalt me beter.

Het kaf had op hun albums meestal de snelle opener, het epische titelnummer en de middelmatige rest, het koren had zoveel meer te bieden. Daarin ligt het verschil, zeker in een monumentaal Metal jaar als 1986.

Gravestone - Victim of Chains (1984)

3,0
Suggestieve hoes, hé? Derde album van een Duitse Heavy Metal groep, hun vorige albums, Doomsday uit 1979 en War uit 1980, zouden op (progressieve) rock zijn gericht, geen idee. Dat zal ik nog wel eens uitzoeken.

Voornaamste reden om dit nog eens te beluisteren is het toffe openingsnummer Fly Like an Eagle maar The Hour valt ook in mijn smaak. En dan nu de zanger. De zanger? Inderdaad, Meneer Berti Majdan heeft een “apart” stemgeluid, val niet achterover bij het openingsnummer. Ik herinner me nog de eerste keer dat ik dit nummer hoorde, ik dacht dat mijn tapetrading kameraad dit nummer op 45 toeren had laten draaien en zo opgenomen, want Meneer Majdan heeft een hoge stem, ik vermoed een voetbal beland op een plaats waarvan iedere man door de knieën gaat. Gelukkig zingt hij niet altijd zo.

So Sad is de beroemde, beruchte en door mij verfoeide Power Ballad, vier minuten veertig seconden op de tanden bijten en wachten op de prima gitaarsolo die het lijden verzachten. Reken op twee gitaristen die hun werk doen, een zanger waaraan je even moet wennen en een middelmatig album waarvan de opener nog het beste is. Een iets mindere Accept, zeg maar. Voor de volledigheid vermeld ik nog even de heruitgave uit 2005 met drie bonustracks.

Grizzly Twister - Ont Blod (2007)

2,5
Op aanraden van lambf als inzending in de topic Het Metal Album van de Week krijg ik deze Grizzly Twister op mijn bord geserveerd.
De muziek van deze heren is best wel smakelijk en verdient voor mij een vier, mijn probleem blijft met het typische geschreeuw van onze zanger, hiervoor zal ik meer tijd nodig hebben om aan te wennen. De productie lijkt dof maar gek genoeg vind ik het prima: het is chaos maar in iedere chaos is er een zekere orde. Nu besef ik eindelijk dat dergelijke muziek geen al te clean geluid mag hebben. Een mix van genres (dat lelijk woord) hoor ik hier ook, het ligt / lag opnieuw volledig buiten mijn belevingswereld, maar ik ervaar het wel tamelijk positief.
Ik moet wel eerlijk toegeven dat ik moeite heb om er individuele nummers uit te pikken, hoewel Black Box een toffe opener is. Tot aan de vierde minuut is het slotnummer pure chaos om dan te eindigen met een pianostuk, ideaal om weer rustig te kunnen ademen.
Slotconclusie: een prettige muzikale zijstap voor mij maar aan schreeuwerige zang moet ik nog altijd wennen. Een dikke drie is mijn beloning voor deze brave mensen.

Guitar Masters (1989)

3,5
Een lijvige lap tekst kan ik schrijven over deze plaat die ik onlangs voor een heel zacht prijsje op vinyl kon kopen. Ik ga me inhouden. Instrumentale muziek zegt mij niet zoveel, behalve de krakers Joe Satriani, Vinnie Moore en Tony McAlpine ken ik niet zo veel van die scene. Ik hoor deze gitaarcapriolen liever in echte nummers met kop en staart. Instrumentale muziek van dit kaliber kan vermoeiend op me overkomen en zeker aan de lichtsnelheden waarmee deze heren spelen. Ik heb een goede kameraad die vroeger stapelgek was van dit soort muziek en haast alles van deze supergitaristen verzamelde. Waar zijn trouwens de dames axeshredders in ons wereldje?

Label is het Nederlandse Roadrunner, ik veronderstel in Europese licentie van het Amerikaanse label Shrapnel, waar ene Mike Varney de scepter zwaaide, bekend voor zijn eeuwige zoektocht naar spectaculaire gitaristen maar ook bekend van het Shrapnel standaardgeluid: donderende drums en de gitaren prominent op de voorgrond. Ofschoon ik deze heren allemaal wel van naam ken, blijven volgende namen om overduidelijke redenen bij mij hangen: Marty Friedman die later bij Megadeth ging spelen en heel zeker Vicious Rumors die één van mijn favoriete albums heeft gemaakt, het spectaculaire Digital Dictator uit 1988 en trouwens door mij gekozen in ronde één van de topic Het Metal Album van de Week.

Instrumentale plaat behalve dan West World van Apocrypha, Digital Dictator van Vicious Rumors, X-Ray Eyes van Cacophony en The Villa van Dr. Mastermind. Deze blijven mij het meest bij omdat er gezongen wordt, de rest is ook overdonderend maar blijft niet hangen. Beste worp op deze plaat is het nummer van Vicious Rumors met de schitterende zanger Carl Albert die ons veel te vroeg heeft verlaten. Hm, heb ik toch weer een lappeke tekst…

Guns N' Roses - Appetite for Destruction (1987)

4,5
Blijkt dat dit album niet slecht heeft verkocht sinds 1987, meer dan dertig miljoen stuks lees ik hier en daar, kun je je dit vandaag de dag voorstellen? Wie zou nu nog dergelijke getallen over de minder talrijke toonbanken kunnen hijsen? Het zijn andere tijden.

Een blik op mijn stemmen voor 1987 levert nul albums op met vijf sterren en een select gezelschap van zes albums met vierenhalve sterren, waaronder dit debuutalbum van een bont gezelschap uit Los Angeles. Het woord genre vind ik nog altijd een lelijk woord, hoe omschrijf je hier hun muziek (niet hun imago, dat kan me niet schelen). Ik vind het een iets stevigere en scherpere versie van Aerosmith, meer loeiharde Hardrock met een hoek af dan de Rock van Aerosmith maar met een vleugje minder humor.

Het woord is gevallen: imago. Aan de hand van hun imago (zie ook de documentaire The Story of the Songs) zou ik dit met geen tang hebben vastgepakt in 1987 of later, maar met de muziek is toch niets mis mee. De twaalf songs op dit album halen toch een hoog niveau met een flink aantal uitschieters: Welcome to the Jungle, Paradise City, My Michelle, Think About You (!), Sweet Child o' Mine en Rocket Queen.

Een nieuwe luisterbeurt deze morgen laat me een album horen dat zijn dikke financiële en artistieke sporen heeft verdiend, wat er later ook moge gebeurd zijn intern. Ze hebben iets te hard gereden op de snelweg der roem om een paar keer flink uit de bocht te vliegen. Dit album is een klassieker der Vuige Rock ingezongen door zanger met een apart stemgeluid (en karakter).

Ik sluit af met een anekdote: ik heb ze live gezien op 11 juli 1993 op het festivalterrein van Werchter naar aanleiding van de Use Your Illusion tour, de supportacts waren Brian May (tegenvaller) en Suicidal Tendencies (tour voor het album The Art of Rebellion en meevaller). Ik heb geen idee meer of en hoelang Axl Rose ons heeft doen wachten om te verschijnen...

Gwynbleidd - Nostalgia (2009)

4,0
In 2006 bracht deze Amerikaanse progressieve death metal groep een EP uit, met name Amaranthine (Nostalgia en New Setting staan ook op dit album) en dit is eigenlijk hun debuutalbum in eigen beheer uitgebracht. Het is mij een verrassing, achteraf bekeken, waarom zij geen label hebben en volgens mij zal het niet lang meer duren, want dit is een geweldig debuut. Het zijn geen klonen van maar eerder het Amerikaanse antwoord op Opeth, ook songs met lange instrumentale passages en met grunten. Natuurlijk kan niemand grunten zoals Mikael Akerfeldt van Opeth, maar deze zanger Maciej Kupiszweski doet dit niet slecht, zijn collega Michal doet de cleane zang. Opeth fans van het eerste uur zullen dit album naar waarde kunnen schatten. Mijn favoriet is het openingsnummer Nostalgia: een lading sterren is hun beloning, want dit is verdomd goed. Deze plaat draait al een tijd in mijn auto en ik hou er meer en meer van. Ooit volgt de volle lap van vijf sterren…