menu

Hier kun je zien welke berichten Don Cappuccino als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Baroness - Yellow & Green (2012)

4,5
Baroness is een band die ik pas sinds dit jaar echt ken. Ik wist wel wat voor soort band het was en ik had wel eens een nummer gehoord maar nooit een compleet album. Toen hoorde ik Take My Bones Away paar maanden geleden en toen ben ik in het oeuvre van Baroness gedoken. Lekker zwaar en pakkend en op Blue Record kwam daar al een flinke pot melodie bij. De pot is inmiddels compleet open gegaan op Yellow & Green.

Dit dubbelalbum is namelijk een behoorlijke verandering ten opzichte van Blue Record. Ten eerste zijn de schreeuwen weg en wordt er alleen normaal gezongen. Ook zijn de moerasriffs compleet verdwenen en is de plaats ingenomen door zeer melodieuze en harmonieuze gitaarpartijen. Even wennen maar als het je grijpt laat het je niet meer los en is het album niet uit je cd-speler te slaan. Dit is inmiddels bij mij gebeurd.

Yellow & Green zijn 2 albums maar ze kunnen ook gemakkelijk als geheel beluisterd worden. Hier hebben de mannen van Baroness echt geweldig op gelet. Beide schijfjes hebben toch wel verschillende kenmerken maar als geheel bevat het genoeg muzikale rustpunten en uitbarstingen om de luisteraar 75 minuten geboeid te houden. En wie flikt dat nog in 2012?

Yellow is het album dat waarschijnlijk bij de meeste als de beste van de twee albums gevonden gaat worden. Dit album bevat namelijk nog dezelfde voortstuwende power die het vorige album kenmerkte maar dan op een andere en vooral poppy manier. Nummers als Take My Bones Away en March To The Sea zouden het allebei op de radio erg goed doen, ze volgen de traditionele popstructuur en zijn daardoor licht te behappen. Eerst maakte Baroness nummers die alle kanten opgingen en compleet onvoorspelbaar konden zijn. Dit heeft natuurlijk zijn charmes maar hier laat de band weten dat ze het in zich hebben om een extreem pakkende pop/rocksong te schrijven van zo´n 3 minuten.

Na deze nummers gaat Baroness wel meer de diepte in met een absoluut betoverend nummer genaamd Twinkler. Dit is een van mijn favorieten van Yellow & Green. Het is echt heerlijk en rustgevend en op een of andere manier doet het me denken aan Storm Corrosion, het project van Mikael Akerfeldt (Opeth) en Steven Wilson (Porcupine Tree). Het heeft dezelfde mellow vibe. Voor de proggers is het smullen geblazen bij Cocanium met baslijnen die Chris Squire van Yes zo had kunnen inspelen en een geweldige finale. Het absolute hoogtepunt van Yellow zit hem aan het eind.

Eula. Dat is echt een prachtig nummer met een opbouw waar je U tegen zegt. Ook de samenzang van John Baizley en Peter Adams is echt prachtig. Het heeft karakter en emotie, ik word echt geraakt door dit nummer. De zang op deze albums is heel af en toe op het randje maar ik vind het passen bij dit album. Met dit prachtige werkje komt er een eind aan Yellow. En dan heb je nog een schijf genaamd Green!

Als je vond dat Yellow te rustig was zal Green al helemaal niet je ding zijn. Dit is echt een mellow plaat met een stevig nummer. Dit album opent magnifiek met het instrumentale Green Theme. De harmonieuze gitaren en de bombast doen me echt denken aan Queen en de gitaarorkesten van Brian May. Daarna gaat Baroness richting nummers die op Hail To The Thief van Radiohead niet hadden misstaan. Baroness experimenteert, en met succes. Al zal niet iedereen daar dezelfde mening over hebben.

The Line Between is het nummer dat ik echt niet uit mijn hoofd krijg en dan vooral de regel between the righteous and the wicked. De drums zijn ook meer straight foward geworden en focust zich vooral op doeltreffende grooves en shuffles, erg lekker. Het eind is perfect. If I Forget Thee, Lowcountry bevat prachtige golvende gitaarklanken die verder van je wegebben en uiteindelijk verdwenen zijn. Yellow maar weer opnieuw in de cd-speler? Jazeker, en daarna weer Green!

Yellow & Green is mijn favoriete album van Baroness geworden. Beide schijfjes bevatten topmateriaal en er is eigenlijk geen misser te vinden en dat is echt knap bij een dubbelalbum. Baroness bewandelt een beetje hetzelfde pad als Mastodon, al gaat Baroness nog wat verder van de rockmap af. Zelf vind ik dit nieuwe album van Baroness vele malen beter dan The Hunter maar dat is natuurlijk smaak. Maar als Baroness zo door gaat zie ik ze in 2013 en 2014 wel op het hoofdpodium van een Pinkpop of Rock Werchter. Het is ze gegund met zo´n prachtig dubbelalbum!

Battles - Mirrored (2007)

4,5
Mirrored is een groeialbum van jewelste. Eerst vond ik maar een aantal nummers goed maar nu kan ik hem zonder problemen helemaal luisteren.

Gisteren zocht ik deze en Gloss Drop maar ik wist in godsnaam niet waar ik moest zoeken. Bij de Rock of bij de Electronic? De man achter de toonbank zei dat Battles bij Electronic stond en bij Velvet stond Battles bij Rock.

Er zijn geen grenzen op dit album. Het klinkt erg modern maar er zijn ook veel jaren ´70 invloeden. Op het eerste nummer doet de zang namelijk enorm denken aan Gentle Giant, een aparte progrockgroep uit de jaren ´70. Ik denk ook vaak aan namen als Van Der Graaf Generator en Can.

Die rare vervormde stem is iets waar je aan moet wennen maar het past wel. Bij Gloss Drop mis ik het compleet niet, de gastzang is daar erg goed (toch dat Boredoms maar eens opzoeken). Vergeleken met deze is Gloss Drop veel dansbaarder en deze is meer om echt te luisteren. Je bent er dus wat langer mee bezig.

Je hoort gewoon dat de man achter de drums van Helmet is. Helmet staat ook bekend om zijn vrij gestoorde ritmes. En wat een topprestatie zet hij neer! Ddiamond lijkt op het eerste gehoor vrij simpel maar het is echt een nachtmerrie voor de drummer. Iedere keer verschuift het patroon en daar moet je heel goed op letten.

Zo´n Atlas ook. Niet de moeilijkste groove maar om deze 7 minuten vol te houden is toch wel een uitdaging. Je ziet de robots al achter elkaar marcheren met dit nummer. Geweldig.

Mirrored is een aanrader voor liefhebbers van Rock en Electronic. Experimenteel, dat wel. 4,5 ster.

Beach House - Once Twice Melody (2022)

4,5
Beach House zag ik niet echt als een geschikte band voor een dubbelalbum. Het gezelschap staat niet enorm bekend om zijn variatie binnen een album, meer om juist een algehele sfeer. Op voorganger 7 (dat tot nu toe mijn favoriete Beach House was) was wel een verbreding van het Beach House-geluid te horen. Toch is een dubbelalbum een behoorlijk ambitieuze onderneming. Ware het niet dat Beach House zijn sound op alle mogelijke fronten heeft verfijnd.

Once Twice Melody is Beach House deluxe. Het geluid is grootser dan ooit, ronduit weelderig zelfs. Alle karakteristieken van de band zijn uitvergroot en misschien wel sterker dan ooit uitgevoerd, in ieder geval in mijn optiek. Beach House is hier geen dreampopgezelschap, maar maakt dromerige popmuziek in allerlei soorten. De openende titeltrack is daar al gelijk een bewijs van. Hier komt de band met een sound die me zelfs aan Air doet denken, die natuurlijk bekend staan om tot in de puntjes uitgewerkte instrumentals. Vooral wanneer Victoria Legrand en de strijkers samen de bloedmooie melancholische hoofdmelodie zingen, gaat de track echt naar een hoogtepunt. Zo kan ik wel bij ieder nummer een ''wow''-moment noemen.

Dat ga ik niet doen, maar wel een aantal tracks die tot nu toe voor mij in het geheel nog wat meer opvallen. De manier waarop Over and Over voor het merendeel in dezelfde groove blijft hangen vind ik echt ijzersterk gedaan. Dit heeft de band al wel eerder gedaan op bijvoorbeeld Irene, maar hier gaan ze er echt helemaal voor. Ook vind ik de meer folky tracks als Sunset en The Bells (die slidegitaar!) echt bloedmooi. Ik vind hier de Carpenters nog niet eens een hele gekke referentie met bijvoorbeeld de prachtige weemoedige melodieën in de vocalen en strijkers van Sunset. Aan de andere kant zijn de synths bij Beach House flitsender op deze plaat, en ook de beats zijn vetter. Het schoolvoorbeeld daarvan is de onheilspellende dansbare gothpopknaller Masquerade. Zo'n track heeft Beach House ons nog niet eerder voorgeschoteld.

Ik merk compleet niet dat Once Twice Melody 84 minuten duurt. Er is geen enkele track die ik uit het album zou schrappen, en de constante afwisseling tussen meer "traditionele" dreampoptracks, grootse synth-escapades, weelderige cinematische nummers en dromerige folky tracks houdt het album van begin tot eind waanzinnig interessant, met Modern Love Stories als de ultieme track om al deze aspecten samen te brengen. Dit zou wel eens mijn favoriete Beach House-plaat tot nu toe kunnen zijn.

Beardfish - Sleeping in Traffic: Part Two (2008)

4,0
Beardfish is een Zweedse band die heel veel invloeden uit seventies Prog Rock heeft, maar ook erg eigentijds kan klinken. Sleeping In Traffic: Part II is deel 2 van Sleeping in Traffic wat een dag van een mens moet voorstellen. Deel 1 is dag en Deel II is nacht. Destined Solitaire is geweldig en deze is ook erg goed.

Het album begint met een gave keyboardsolo en begint daarna met een stuk wat ook van Genesis had kunnen zijn. Het heeft ook heel veel invloeden van Zappa, bijvoorbeeld dat de gitaar de zanglijn volgt, iets wat ik vaak hoor in de muziek van Zappa, en de humor en de onverwachte twists hebben ook weg van Zappa. Het orgel is echt heerlijk, de bas is goed hoorbaar, iets wat bij heel veel cd´s niet is. Af en toe is het gewoon kermismuziek, maar dan geweldig gespeeld. Sleeping in Traffic boeit 35 minuten lang, iets wat veel bands niet lukt. Heerlijke Prog Rock is dit, 4 sterren. Enorm veel verschillende stijlen, in het titelnummer zit zelfs een verwijzing naar de Bee Gees

Becoming the Archetype - Celestial Completion (2011)

3,0
Becoming the Archetype is een christelijke progressieve Death Metal-band uit Amerika. Ik had wel een hoge verwachting van dit album door reviews van hun andere albums die heel erg positief zijn. Het zit muzikaal allemaal wel snor, de muzikanten beheersen hun instrumenten tot in de puntjes. Maar daar houdt het wel op. De nummers zijn heel gevarieerd maar nergens blijft het hangen of doet het overtuigen in tegenstelling tot een band als Between the Buried and Me. De ene keer hoor ik meer Deathcore en daarna Black Metal. 3 sterren voor Becoming the Archetype.

Bell Witch - Mirror Reaper (2017)

5,0
Nog nooit was funeraldoom zo realistisch.

In 2016 overleed Bell Witch-drummer/zanger Adrian Guerra. Het jaar daarvoor stapte hij uit de band en Bell Witch was net bezig met nieuwe drummer/zanger Jesse Shreibman aan de beginselen van een nieuw album. Na het heengaan van Guerra werd het schrijfproces van Mirror Reaper volledig opgedragen aan hem.

Een 83 minuten durend requiem. Bas, drums, zang, orgel, maar ook stilte en ruimte zijn instrumenten bij Bell Witch. Het troosteloze basmotief dat het stuk opent resoneert door de gehele compositie. Iedere opvolgende kwinkslag is een weerspiegeling van het begin. Het tempo ligt hierbij zo laag dat iedere noot zeer veel nadruk heeft.

Drums zijn een accent, geen ondersteuning. Grunts zijn een extra textuur. Bell Witch maakt bijna extreme ambient waarin ieder akkoord tot in den volle wordt benut en veel verdieping krijgt. De bas-, orgel-, en drumlagen zijn bijna surrealistisch, terwijl de melodielijnen juist heel erg binnenkomen in alle tristesse. Iedere noot is raak en gaat door merg en been.

Tijd is een illusie op Mirror Reaper. In één passage wordt alles volledig stil gezet; orgelakkoorden zweven in slow motion langs je heen en basnoten worden zorgvuldig ingezet. De stiltes zorgen voor een enorme spanning.

Bell Witch rechtvaardigt zijn speelduur: alles vloeit als een geheel en is aan elkaar gekoppeld. De minimalistische songstructuur is meesterlijk gedetailleerd en werkt duidelijk naar een climax. Daar zorgen de wanhopige cleane vocalen van Erik Moggridge voor, het emotionele hoogtepunt van Mirror Reaper. Guerra spreekt in de tweedeling As Above/So Below vanuit het graf: fragmenten van overgebleven opnames van Four Phantoms. Het thema krijgt daardoor nog meer zeggingskracht mee.

Mirror Reaper is diep indrukwekkend, een kunststuk dat rust en minimalisme als zijn sterkste punten laat horen. Bell Witch heeft een unieke plaat gecreëerd.

Between the Buried and Me - Colors (2007)

5,0
Ik ga Colors toch maar eens naar 5 sterren schoppen, de voorkant lijkt op The Dark Side of the Moon van Pink Floyd en beide albums kun je gewoon luisteren als 1 nummer. Wat dit album is gewoon een monsternummer van 64 minuten. Ik heb het album al vanaf dat het uitkwam en iedere keer als ik het luister wordt het steeds beter. Zo veel stijlen zonder uit de bocht te schieten, de ene keer klinkt het als The Dillinger Escape Plan, de andere keer als Coldplay (wel beter dan ). Waren maar meer metalbands zo divers, en hoe ze de nummers live spelen is helemaal indrukwekkend, vooral die hemelse gitaarsolo in White Walls! De albumcover lijkt op Dark Side of the Moon, qua kwaliteit van de muziek is dit net zo goed als Dark Side of the Moon! Weer in mijn top 10 ermee, ik was gek om het album er uit te gooien

Black Country, New Road - Ants from Up There (2022)

4,0
De eerste Black Country, New Road was een plaat waar de ambitie van af droop, maar de uitvoering vaak nog aan de ruwe kant was. Bij deze opvolger is dat compleet niet het geval. Black Country, New Road verfijnt op alle fronten. Het is een compleet andere band dan op For the First Time. Daar hoorde je een gezelschap dat vaak hard lachte om zijn eigen inside jokes en binnen sterke ironie zijn emoties tentoonstelde. Op deze plaat is dat hele deken van de band afgetrokken. Zelfs zonder de context van het vertrek van Isaac hoor je dat het een zware tijd is én was voor ze, met blazers die op de voorste rij van de treurmars staan. Het is een ontzettend melancholische plaat. Isaac zet zijn stem niet meer extra aan, maar laat gewoon ongefilterd aan ons horen dat het niet zo goed gaat met hem. Hij zit constant op de rand van instorten met zijn stem, waardoor de urgentie zeer hoog is.

Muzikaal is de band zeer goed op elkaar ingespeeld. Vanaf de eerste noten van het intro is dat al te horen. Het algehele geluid is veel subtieler en vooral minder gitaargericht vergeleken met zijn voorganger. Ik snap de referenties met Arcade Fire ten tijde van Funeral zeker, maar dan is het wel een Arcade Fire die zwaar into Steve Reich, prog en post-rock is. De band zet hier songs neer die hun tijd nemen en vooral heel vloeiend verlopen, ondanks de verschillende instrumentatie en de wisselingen die erin plaatsvinden. Ondanks de verhoogde complexiteit gebruikt de band die complexiteit om zijn emoties op een veel genuanceerdere manier op het doek te schilderen dan voorheen. Dat is een aanzienlijke vooruitgang, en tot en met The Place Where He Inserted the Blade is het genieten geblazen, én dan moet de grande finale nog komen met Snow Globes en Basketball Shoes.

Alleen is die grande finale jammer genoeg het punt waar Black Country, New Road en ik als luisteraar elkaar volledig uit het oog verliezen. Ik geef als compliment eerder dat de band complexiteit gebruikt om emoties genuanceerder te kunnen brengen. Op Snow Globes is het een emotioneel rommeltje, waar gek genoeg de simpele ideeën als de opstapeling van minimalistische gitaarlijnen vrij eentonig wordt en de meer abstracte en complexe ideeën als de lawine van drums die de rest overtroeft voor mij in ieder geval compleet niet overkomen. Ik snap dat de band hier een bepaald overdonderend en stuurloos gevoel wil overbrengen, maar ik vind het vooral gewoon ronduit lelijk klinken. Ook gaan de drums zo willekeurig alle kanten op zonder iets van de melancholische instrumentatie te accentueren, doodsonde. Op basis van de compositionele kwaliteit die de vorige acht tracks brengen had ik eerlijk gezegd toch wel meer verwacht. Dit is waar de rand van instorten zwaar wordt overschreden.

Voor Basketball Shoes geldt eigenlijk hetzelfde. Ik snap niet dat een band die over bijna de gehele plaat zo'n beheersing van songstructuur en dynamiek laat horen zo'n rommelige twaalf minuten durende track kan presenteren. Alweer met zo'n basale cliché post-rock opstapeling van gitaren, het is duidelijk dat dat nog steeds het zwakste punt van de band is. Gelukkig weten de blazers dat weer op te fleuren met mooie melancholische melodieën. Wanneer je denkt dat ze aan het opbouwen zijn naar een climax, beginnen ze rond 5:30 verdorie gewoon opnieuw met weer zo'n cliché post-rock gitaarlijn. Daar waar op de meeste tracks van Ants From up There de overgangen supervloeiend zijn, is hier alles extreem abrupt. Ook hier is waarschijnlijk weer dat de bedoeling, maar het doet me helemaal niks daardoor. Als ze voor de derde keer weer beginnen aan dezelfde soort cliché post-rockriff, maar dan met distortion, begin ik zelfs een beetje ergernis te voelen. Ze halen de track constant zelf onderuit, ik ervaar compleet geen momentum. Die laatste uitbarsting voelt dan als een op zichzelf staand geschreeuw in een collage van ideeën. Nog een ding: wat een waanzinnig lelijk gitaargeluid in die passage. Ik klaagde daar in het intro van Sunglasses al over, hier is dat weer van toepassing.

Ik moet even nadenken wanneer ik een plaat had waarin ik tot en met track 8 zat te denken om 4,5*/5* te geven en daarna zo hard instort. De hoop is gevestigd op dat de laatste twee tracks beter gaan vallen, want ik zou het eigenlijk sonde vinden om 4* te moeten geven voor een plaat die eigenlijk grotendeels een grandioos succes is geworden.

black midi - Hellfire (2022)

4,0
Er wordt veel over Hellfire geschreven. Het valt me op dat er weinig over de muziek wordt gesproken. De nadruk wordt vooral gelegd op de teksten en het concept. Helemaal prima, maar voor mij moet een plaat vooral lekker klinken, het concept is een laag daar achter. Ik ga het dan ook compleet niet over de teksten hebben, maar alleen op de muziek van Hellfire in, aangezien deze al duizelingwekkend veel informatie bevat.

De eerste helft. Na het diabolische circus van de titeltrack gaat Sugar / Tzu misleidend uit de startblokken, om daarna het spervuur te openen. Ronduit krankzinnige motieven worden er gespeeld, alsof je Philip Glass-composities door The Mars Volta laat uitvoeren. Het is een track die nog meer dan eerder in de black midi-discografie de gekte opzoekt, maar wel degelijk ook echt een pakkende song aflevert.

Ook Eat Men Eat heeft een meesterlijke balans in gekte en song. Melancholische folkinstrumentatie in combinatie met de stuwende ritmes van Morgan Simpson, als een spaghettiwestern die uiteindelijk toch meer een arthouse blijkt te zijn.

Welcome to Hell is waar black midi echt laat horen songschrijfskills te hebben. De track klinkt als een opgevoerde John the Fisherman van Primus en de openende synthklanken doen me denken aan Speed of Light van David Bowie. In het midden doet de dreunende piano me zelfs wat denken aan I Wanna Be Your Dog van The Stooges. Het is een ware achtbaanrit, maar echt krankzinnig catchy. Die dikke James Bond-akkoorden in de uitbarsting blijven indrukwekkend en die punky versnelling, genieten. Dit is muziek voor het brein én het lichaam. Luister ook goed hoe Cameron Picton zich funky door de furie beweegt met zijn baspartijen.

Still is een enorm contrast, maar wat een bloedmooi nummer. Misschien wel mijn favoriet van Hellfire. Prachtige dromerige folkinstrumentatie met een lapsteel die weemoedige lagen neerlegt. Morgan Simpson fluistert zeer gedetailleerd op zijn drums (dit is net zo indrukwekkend als het genadeloze beukwerk tot nu toe) en Cameron Picton zingt verrassend goed. Fenomenaal hoe de track uitwaaiert en het eerste deel van Hellfire afsluit. Dit is een track die me opvallend veel doet denken aan het meer proggy werk van Grizzly Bear en dus ook het recente soloalbum van voormalig Grizzly Bear-lid Daniel Rossen. Van mij mag black midi absoluut een volledige plaat in deze stijl uitbrengen.

Het eerste gedeelte van Hellfire is echt ijzersterk en wat mij betreft 5*. black midi heeft zo mogelijk de balans tussen creativiteit en songwriting nóg beter gevonden. De songs zijn krankzinnig gedetailleerd, maar luisteren ook gewoon ontzettend lekker weg, en bevatten talloze motieven die in je hoofd blijven hangen.

(intermezzo)

Het tweede gedeelte blies me tijdens de eerste luisterbeurt volledig weg. Overdonderd. Ik merk dat dit per luisterbeurt steeds minder wordt. Dit is een beetje waar ik aan het begin al naar hintte: nadruk op concept, helemaal prima, maar ik moet het ook fijn vinden om naar te luisteren. Daar verliezen black midi en mij elkaar toch wel een aantal keer.

The Race is About to Begin bijvoorbeeld. Compleet van de pot gerukt. Opgefokte jazz-akkoorden, Morgan Simpson op zijn drukst, Geordie Greep die de rap god van de experimentele rock wil zijn. Ik snap muzikaal wat de band wil overbrengen, maar of ik er graag naar luister, daar heb ik mijn twijfels over. Het gaat voor mij iets te ver in de chaos-meter. Ook de manier waarop de grote uitbarsting overgaat in verstilling vind ik vrij richtingloos. Als je hoort hoe gericht Still was in het neerzetten van die sfeer, voelt dit vrij interessantdoenerig aan. Het grijpt niet. Dat is de eerste keer dat ik dat bij black midi heb.

Dangerous Liaisons start met een Jonny Greenwood (Radiohead, The Smile)-tokkel. Een track die langzamerhand steeds meer lagen bevat en explodeert, maar nooit echt van de grond komt voor mij. Een paar motieven, maar weinig beweging.

The Defense is een opvallend gericht nummer. Geen gekte, geen enorme switches, een liedje. Zowat orkestrale jaren '60 pop, zoals Scott Walker het aan het eind van dat decennium maakte. Na de pompeuze en behoorlijk drukke voorgaande twee tracks best wel een verademing. Gaaf ook hoe in het refrein de drums dubbel zijn, je hoort lichtelijk hoe de drumpartijen van elkaar af liggen. Toch niet een nummer waar ik enorm warm voor loop. Geordie Greep is net niet sterk genoeg als zanger om dit nummer echt te dragen. Op het meer ingetogen Marlene Dietrich van Cavalcade komt zijn stem beter over in deze stijl.

27 Questions is al helemaal een nummer waar ik weinig mee kan. Hier slaat de Broadway-meter (én de chaos-meter) echt volledig in het rood. Piano's vallen over elkaar heen, de sfeer is opgewekt duister met veel dissonante akkoorden en Morgan Simpson laat ritmisch alle remmen los. Het einde is officieel musical en laat me verbouwereerd achter.

Een plaat met twee volledig verschillende kanten. De eerste helft is misschien wel mijn favoriete black midi-werk tot nu toe en zal ik nog heel veel draaien. Op de tweede helft is het ambitieniveau hoger dan ooit, maar ik merk dat dit ook mijn luisterplezier stevig vermindert. Het zijn tracks waarbij ik niet de neiging heb om ze opnieuw te draaien. De tweede helft voelde bijna een opdracht na de eerste, bijna als ''ik ga toch het hele album luisteren''. Het wordt dan ook 4*, maar de eerste helft van de plaat is met afstand het sterkste dat ik dit jaar heb gehoord en zal absoluut een blijver zijn.

Bon Iver - Bon Iver, Bon Iver (2011)

4,5
Bon Iver. Gelijk denk je aan de naam Justin Vernon die met het album For Emma.. een grote indruk achterliet hier. Een prachtig kaal album met heel veel emotie. Nu is er dan de opvolger en de verwachtingen waren behoorlijk hoog.

Eerst stelde het enorm teleur, ik mistte die kale sound. Veel te veel instrumenten, dat zei ik. Ook vond ik Beth/Rest een afgrijselijk nummer. Maar door de luisterbeurten heen begon ik het album steeds meer te waarderen en uiteindelijk kwam ik dus zelfs op 5 sterren. Het teken om dit album origineel te gaan halen.

Dat heb ik vanochtend gedaan. Voor 15 euro had ik het album. Toen ik thuis kwam heb ik het album aangezet en ik werd weggeblazen. Dit album moet je echt in CD-kwaliteit horen, dan komt het album echt pas tot zijn recht. Perth is echt een perfecte opener en is een voorbode voor al het moois wat daarna komt.

Je hoort echt dat hier veel werk in gestoken is. 3 jaar is er gewerkt aan dit album. Maar liefst 12 muzikanten. De nummers zijn reizen op zichzelf en zitten vol met details die je na 40 keer nog niet gehoord hebt.

Er is dus soms bombast maar vooral zeer breekbare liedjes zoals Holocene. Dat is echt een van de mooiste nummers die ik ooit heb gehoord. Zo prachtig en slepend en die snaredrum die met brushes bespeeld wordt en die mooie saxofoon. En ik ben inmiddels wel gewend aan de stem van Justin Vernon.

Dit is overduidelijk het beste album van 2011 en het zou echt een wonder zijn als iemand hier overheen komt. Perfectie is bereikt. Zijn naam is Bon Iver.

Brain Drill - Quantum Catastrophe (2010)

1,0
Vandaag is de nieuwe Brain Drill uitgekomen, dus ik heb hem eens geluisterd. Deze band speelt extreem technische Death Metal, de muzikanten beheersen hun instrument tot in de puntjes. Ik kende de band een beetje omdat Marco Pitruzziela (Lord Marco) er in zat en die vaak op Sickdrummer filmpjes online zette. Echt niet normaal die gast! Toen 1 nummer gehoord, dat was erg gaaf. De rest geluisterd, hetzelfde gedoe heel de tijd. Deze toch maar geluisterd uit nieuwsgierigheid om te horen of deze mannen qua songschrijven vooruit zijn gegaan. het antwoord is een dikke NEE! Alles is nog steeds hetzelfde, het tempo blijft weer hoog en als de band in een lager tempo gaat, zijn dat ook de beste momenten van het album. Kijk, je kan technisch zijn, maar je moet het nummer niet uit het oog verliezen. Een goed voorbeeld is Obscura, erg technisch, maar ze verliezen nooit het nummer uit het oog, alles zit heel goed in elkaar. 2 sterren voor het technische aspect en de trage stukken, voor de rest is er niet veel aan. Volgende keer beter (is waarschijnlijk toch weer hetzelfde, maar ja, er kan iets gebeuren )

Bring Me the Horizon - Sempiternal (2013)

4,5
Bring Me The Horizon. Het is voor mij een tijd een naam geweest die gelijk stond aan Voldemort van Harry Potter. De naam die niet genoemd mag worden. De band speelde niet originele deathcore en werd daar razend populair mee. In die tijd was deathcore nog iets nieuws, nu is het inmiddels het minst originele subgenre in de metal. Op het album There Is a Hell Believe Me I've Seen It, There Is a Heaven Let's Keep It a Secret besloot de band dan ook een lichte koerswijziging in te voeren. Ik hoorde de potentie al maar het greep me nog niet. Nu is Sempiternal er, het vierde album van deze Britten.

De eerste tonen van Can You Feel My Heart grepen me gelijk bij de lurven. Je hoort gelijk dat Jordan Fish er bij is gekomen die de keyboards verzorgt op het album. Daarna komt er een muur van geluid op je af die heel zwaar klinkt zonder dat er twee gitaren worden gebruikt. Oli Sykes zingt en ook nog verrassend goed! Zijn stijl ligt inmiddels tussen cleane zang en schreeuwen in, het wordt nergens glad. Op de achtergrond van het album zijn bijna post-rock achtige gitaren te horen.

Sempiternal is wel echt een koerswijziging voor de band. Je merkt ook dat ze een publiek aan het bereiken zijn die eerst helemaal niks van Bring Me The Horizon moesten hebben en daar hoor ik ook bij. Vanaf The House of Wolves zijn er lichte metalcoreinvloeden te horen, maar het is toch echt post-hardcore wat de klok slaat. Ook er is er achtergrondzang die perfect is voor het publiek om tijdens optredens mee te gaan brullen. Dit werd al gedaan tijdens het concert op 2 april dat als livestream was te zien. Onder de vette riffs zitten melancholische piano's verborgen.

Sleepwalking is de single, dat hoorde ik vanaf het begin. De synthmelodie is gelijk zeer pakkend en het refrein blijft enorm in je kop hangen. Hier moet ik een heel klein beetje denken aan Linkin Park en dan vooral de zang. Af en toe heeft de stem van Sykes wat weg van Chester Bennington en dat is zeker een compliment. Dit nummer is ook als tweede single uitgekomen maar het eerste voorproefje was Shadow Moses.

De sfeer wordt gelijk geweldig neergezet. Er wordt opgebouwd om eindelijk tot een heerlijke riff en groove te komen. Het refrein is groots en de kreet THIS IS SEMPITERNAL lijkt wel het midden van het album te zijn. Daarna gaat de band namelijk nog meer experimenteren. We zijn bij het hoogtepunt aangekomen.

And The Snakes Start To Sing is slepend en sfeervol en doet me zelfs aan Deftones denken. De hele sfeer van het album doet me daar aan denken, het is groots en heel ruimtelijk. De synths zweven echt door de muziek heen en voegen zeer veel toe. We horen zelfs een kleine gitaarsolo die perfect in het geheel past. Op Seen It All Before lijkt de band even echt post-rock te gaan. De gitaarpartijen zijn gelaagd en vallen als het ware over elkaar heen om een groots geluid neer te zetten.

Daarna hebben we heel even een terugkeer naar de oude sound van Anti-Vist. Het is een heel energiek nummer maar het is echt de vreemde eend in de bijt op dit album. Het past compleet niet bij de rest. De bonustrack Deathbeds had veel beter in het geheel gepast en dan had Anti-Vist een bonustrack kunnen zijn. Dit is dan ook het minste nummer van het album.

Bij het begin Hospital For Souls lijken we bijna even bij een soundtrack van een futuristische western binnen te wandelen. Daarna komen de geweldige riffs en de dramatische zang van Oli Sykes langs. In het midden zit een gave opbouw waarin Sykes heel de tijd dezelfde regels herhaalt en de spanning opvoert.

Sempiternal is een nieuw hoofdstuk voor Bring Me The Horizon. Het songschrijven zit op een hoog niveau en de band zet een sfeer neer waar je U tegen kan zeggen. Het is jammer dat die sfeer doorbroken wordt door Anti-Vist, daardoor is mijn beoordeling iets lager. Ook heeft de band echt een verzameling songs geschreven en niet echt een geheel. Als ze dat op een volgend album zouden doen gaan we echt een klapper krijgen. We kunnen nog genoeg van deze Britten gaan verwachten, want dit is nog maar het begin.

Built to Spill - Perfect from Now On (1997)

4,5
Built to Spill, nog nooit van gehoord totdat Hoi123 mij dit album geeft in het Review-topic. De verwachtingen waren hoog.

Het album begon en het eerste nummer pakt me gelijk, ik ben meteen geboeid. Mooi, sfeervol. En zo blijft het het hele nummer en aan het eind word het iets harder. Wat in veel nummers op dit album gebeurd. Ook word er cello gebruikt, niet echt een instrument wat bij Rock past, maar het werkt wel. Het zijn geen hapklare brokken op dit album, maar langere stukken met veel verschillende passages. Stop the Show is in het begin heel rustig en wordt ineens vrij vrolijk en word daarna weer rustig.

De zang weet me niet altijd blij te maken, maar het is niet het belangrijkste van dit album. Maar dan Made-Up Dreams en daar gaat het album toch een klasse hoger dan dat het tot nu toe was, wat dat is een heel erg goed nummer! Drums blijven wel erg spaarzaam op dit album, het gebeurt niet vaak dat hij echt mag uithalen, maar hij doet wat moet voor deze muziek, niet te veel poespas en een heerlijke groove spelen. En dat is toch het belangrijkste wat je als drummer moet doen en dat weet ik wel, want ik ben drummer.

Velvet Waltz klinkt aan de ene kant vrolijk en aan de andere kant vrij droevig, heel moeilijk. Maar het nummer barst eindelijk open na 4 minuten en dan word het echt geweldig, orkest en heerlijke gitaar die lekker tekeer gaat. En steeds meer, en meer, en meer en meer! En Out of Site is gewoon goed, maar niet geweldig als de rest van het album tot nu toe. Kicked in the Sun is echt het mooiste nummer op het album, vol met emotie! Echt heel erg mooi! En dan het laatste nummer. Wat me echt opvalt aan dit album is dat er heel veel twists zijn in de nummer, het blijft niet lang hetzelfde en dat is positief.

Een heel erg goed album, alle 8 nummers zijn geweldig, veel spanning en de nummers zitten geweldig in elkaar. Een speciaal album wat ik vaker zal draaien. Nu 4,5 ster, maar dat kan 5 sterren worden en een plek in mijn top 10!