menu

Hier kun je zien welke berichten Ataloona als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Paavoharju - Yhä Hämärää (2005)

4,0
Hij was al eens 1 van de albums in het lijstje van Het Review-Album van de Week!-topic, maar toen niet gekozen voor dit album. Nu kreeg ik dit album getipt door The Scientist in het befaamde Super Tip-Topper topic. En nu moet ik zeggen dat ik wel onder de indruk ben van het album. Er zit eigenlijk een beetje van alles in, mooie folksongs, rustig en kort, maar ook een beetje chaotisme compact verpakt in die vrij korte nummers. Mag je het dan vergelijken met Sigur Rós? Ach waarom ook niet, waar zij hun liedjes erg uitsponnen om zo een ongekende sfeer te creëren, weet Paavoharju dit een minimale folkliedjes te doen. Dat lijkt op momenten ietwat chaotisch, maar het zit ook gewoon erg goed in elkaar. Zo krijg je een apart plaatje.

Maar er zit nog veel meer verpakt in de liedjes. Electronic is hoorbaar, met overaanwezige keyboards, zou je denken. Keyboards of iets anders (ik ben daar geen kenner in) hoor je bijna nooit in de folk muziek, en als je het hoort is het heel licht op de achtergrond, hier niet, hier is het zowat op de voorgrond en Paavoharju weet benoemenswaardig er zo een sfeer om heen te bouwen dat het klinkt alsof het een eeuwenoude combinatie is die je niet kunt scheiden. Ook is er ruimte voor hele intieme nummers, met minimale dromerig pianospel met een heerlijke zagstemmen, in voor mij niet te verstane taal. Dat zorgt voor intieme en meeslepende nummers die je bij blijven.

Maar er is ook ruimte voor lekkere pop, kijk maar naar het laatse nummer. Het is lekker aanstekelijk, luchtig en serieus te gelijk. Zo komt het tot mij over, door de taal weet ik niet waar het over gaat, het zou zo maar kunnen dat het een zwaar onderwerp betreft op rustige muziek.

Eigenlijk is dat wel fijn, dat je niet weet waar het over gaat door de taal. Je blijft maar gissen en zo is er voor ieder een betekenis, en ik laat het aan ieder om die zelf te vormen.

Ik zie dit eigenlijk als een verfrissende combinatie, intieme ''nummertjes'' samen met zware en ietwat chaotische nummers, in de goede manier. Ook de mengeling van stijlen is een heerlijke beleving, zo heb je weer wat electronica, dan weet wat pianomuziek begeleid met de vrouwelijke stemmen met uitgebreide en kleine uithalen. Erg fijn.

Kun je dit album vreemd vinden? Ja eigenlijk wel. Het is ook wat vreemd om zoveel stijlen door elkaar te gooien, en verrassend genoeg werkt het uitzonderlijk goed.
Vreemd in de goede zin dus. Een Yhä Hämärää is een album met voor ieder wat wils.
Mits je van een goede cominatie van folk, electronica, pop, modern klassiek, post-rock(?)* houdt.




* Noem ik even omdat de vergelijkingen hier genoemt worden met Sigur Rós, wel een heel klein beetje post-rock in dat geval hoor.

Pandora's Box - Original Sin (1989)

4,5
''A real work of art''. Apart, verrassend en erg á la Steinman. Hij heeft klassiek, rock, pop, gospel en opera op een unieke manier samengevoegd. Wagneriaanse rock-opera word dit ook wel genoemd zag ik in een aantal recensies. Zeker leuk gevonden, want het klopt wel. Bombastische klassieke fragmenten (Requiem Metal, The Opening of the Box) en Phil Spector nummers als River Deep, Mountain High die worden gebruikt als inspiratie.

Steinman weet zijn beste werk goed te combineren op dit fantastische album. Denk aan de gotische producties die hij leverde voor Sisters of Mercy en de melodiën die hij verzon voor meat Loaf. Het komt allemaal voor op dit artistieke album vol dramatiek, actie, romantiek en opera.

De zangeressen (waaronder Ellen Foley) leveren fantastisch werk af en hebben duidelijk een prachtige stem. It's All Coming Back To Me Now is natuurlijk een zeer bekend nummer, maar is in deze uitvoering op zijn mooist. Andere hoogtepunten zijn oa. Original Sin, Good Girls Go To Heaven, It Just Won't Quit en The Future Ain't What It Used to Be.

Is het kitscherig? Ja. Is het erg over de top? Ja. Is het komisch? Ja. Is het een meesterwerk? Jazeker!
4,5*

Pantha du Prince - Conference of Trees (2020)

3,5
Ik ben mild enthousiast. Weber haalt lichtjes zijn voet van het elektronische gaspedaal; kiest meer voor cello en strijkwerken als geluidsvulling, en breidt zijn kenmerkende akoestisch geluidspalet uit met nog meer slagwerk op van alles dat maar van hout gemaakt is. Verder zou het natuurlijk ook geen Pantha du Prince-album zijn zonder de nodige dosis bellen, marimba's en een zacht bedje van fuzzy elektronica. Dat levert een rijke en intrigerende textuur op waarnaar ik met bewondering kan blijven luisteren. Ik heb het gevoel dat hij nog niet eerder zo'n natuurlijke balans tussen akoestiek- en elektronisch geluidspalet heeft weten te bereiken. Jammer genoeg doet Weber daar op een gegeven moment zelf afbreuk aan door ook ditmaal zijn immer terugkerende minimal house-beats niet thuis (of op de dansvloer) te laten.

Vanaf ongeveer halverwege ''Conference of Trees'' komen de toch wat generieke beats voor het eerst tevoorschijn, om evenzo niet meer te verdwijnen. Ook met die beats op de achtergrond blijven de composities interessante percussie-structuren en harmonieuze klankexperimenten in zich herbergen, maar het doet enigszins afbreuk aan de de kracht van de eerst helft van het album. Terwijl ik het idee heb dat de latere composities een tikkeltje beter zijn. Zeker een ''Supernova Space Time Drift'' steekt knap in elkaar, maar de beats leiden soms af. Wel moet ik zeggen dat de beats zoals gebruikt in ''Pius in Tacet'' erg goed matchen met de houten percussie en dat geval wél van enige toegevoegde waarde kunnen zijn.

Ik bungel vooralsnog ergens tussen een 3,5 en een 4,0*.

Parquet Courts - Human Performance (2016)

3,5
Doet behoorlijk denken aan een mix van Elvis Costello, Devo, Raincoats en een tikkeltje The Fall.
Vind dit eigenlijk wel hun minst originele en interessante plaat (hun invloeden waren nog nooit zo overduidelijk herkenbaar). Ook een beetje too much wat betreft de productie, inderdaad. Had best wat vuiger en droger mogen zijn. De wat stuurloze voorganger (Monastic Living) had wat mij betreft een fijnere sound. Weliswaar nog steeds erg lekker met een aantal lekkere knallers (Berlin Got Blurry, ja! Costello op z'n best). Vooralsnog heb ik er meer zin in om dit feestje live mee te maken, dan in de studio. Dat deden deze gasten op de voorgaande albums toch een stuk beter.

Kleine 3,5/5 dan.

Parquet Courts - Wide Awaaaaake! (2018)

Alternatieve titel: Wide Awake!

4,0
Waar voorgaande albums nog vooral schatplichtig waren aan jaren 60 garage en jaren 90 noiserock/indie, gaat het nu juist de punky artrock kant op van de late jaren 70 en begin jaren 80. Die lijn werd eigenlijk al ingezet op 'Human Performance' en wordt op 'Wide Awake!' fijntjes doorgezet. Hier zijn invloeden van The Clash, Talking Heads, Elvis Costello, Devo en ook de New York Underground scene uit die tijd inderdaad evident met funky ritmes en hoekige baslijntjes, en een zanger die hard zijn best doet om als Joe Strummer (- en zo nu en dan Elvis Costello) te klinken. Toch is het resultaat ontzettend fijn. Leuk, aanstekelijk en energiek plaatje. Misschien niet zo sterk als de eerste paar albums, maar ik hoor wel vooruitgang na - het in mijn ogen niet bijster sterke - 'Human Performance'. Origineel is het allemaal niet natuurlijk, maar ik word er zeker blij van.

Een ander belangrijk punt is de productie. Eindelijk valt Danger Mouse als producer een keertje niet op. Pas als je van de mans aanwezigheid weet hebt en bijvoorbeeld de nieuwe single Mardi Gras Beads hoort, dan vallen de puzzelstukjes samen. Dat nummer klinkt ook meer als Danger Mouse, dan Parquet Courts. Een typische Danger Mouse productie met een dikke laag van achtergrond synths en spaghettiwestern gitaarlicks. Voor de rest levert hij goed werk af, houdt hij zich op de achtergrond en legt hij vooral de nadruk op de reeds bestaande sound van de band, in plaats van zijn eigen stempel door te drukken. Al moet natuurlijk gezegd worden dat met Danger Mouse achter de knoppen, de band stiekem wel veel radiovriendelijker is geworden.

Hoogtepuntjes zijn meezinger Wide Awake!, Violence (klinkt als een eerbetoon aan The Electric Flag), NYC Observation (kan zo op een Clash-plaat), Extinction (doet denken aan Bush Tetras) en Tenderness (met calypso pianoriedeltje).

Pat Martino - Baiyina (The Clear Evidence) (1968)

Alternatieve titel: A Psychedelic Excursion Through the Magical Mysteries of the Koran

3,5
Pat Martino was pas 24 toen hij het bijzondere Baiyina opnam. Hij werd al op zijn 15e bekend in New York toen hij jazzclub na jazzclub afstruimde om maar op het podium te mogen spelen. Dit bleek echter succesvol aangezien hij daarmee snel een platencontract kreeg en iedereen wilde wel die inmiddels 18 jarige wondergitarist horen spelen. Baiyina is uiteindelijk een behoorlijk psychedelische en spirituele plaat geworden. Geïnspireerd door de Koran (de vier suites refereren aan passages daaruit) en daarmee heeft Martino een mystieke plaat willen maken, wat mij betreft deels gelukt is.

Ik wil vooropstellen dat Martino een bijzonder fijne gitarist is. Jerry Garcia van Grateful Dead was een enorme fan en gaf aan dat hij behoorlijk door Martino is beïnvloed. Overeenkomsten zijn dan ook duidelijk te horen, bijvoorbeeld het aanslaan van akkoorden om deze lang te laten lopen vooralleer verder te gaan met een ritme. Dit levert vooral op Baiyina een psychedelisch effect op.

Ik ben echter wat minder onder de indruk van de Indische invloeden op deze plaat. Deze Indische invloeden doen het een hoop lijken op fusion (in dat opzicht is Baiyina al een revolutionaire voorloper van het genre) en ik ben dan ook niet direct een fan van de tabla (hindoe) en de tanbur (tegenwoordig bijvoorbeeld in Iran een populair instrument). Deze klanken komen soms ook een tikkeltje gedateerd op mij over, maar dat dit een kalmerend mystisch plaatje is staat als een huis. Voor de liefhebbers van intrigerende, rustige, psychedelische proto-fusion jazz.

3,5/5

Paul Simon - Graceland (1986)

3,5
Paul Simon – Graceland

1 van de meeste bekende en verkochte albums ooit is van Paul Simon namelijk Graceland.
Een bijzonder album want voor het ‘’eerst’’ werd pop vermengd met traditionele Afrikaanse muziek. De Talking Heads en Peter Gabriel gingen hem al voor maar zij bijzochten meer de rock kant en percussie. Sinds de documentaire van Classic Albums zaterdag op tv kwam is dit album op musicmeter toch wel een hot item. Daarom heb ik besloten ook maar een stukje te gaan schrijven.

Na 2 ‘’geflopte’’ albums is Paul Simon radeloos. Hij wil weer een hitalbum maken maar hoe? Een vriend geeft hem vervolgens een tape met daarop een Zuid-Afrikaanse groep. Paul Simon is zo onder de indruk van deze groep dat hij de mensen van Warner Bros. Vraagt om hen op te zoeken. Dat lukt en hij besluit om samen met zijn geluidstechnicus naar Zuid-Afrika te gaan om daar inspiratie op te doen en daar een nieuw en opzienbarend album te maken. Warner Bros. Hebben er een hard hoofd in maar gaan toch akkoord, het is immers Paul Simon.
Hij ontmoette daar het koor Ladysmith Black Mambazo en veel Zuid-Afrikaanse artiesten die op dit album meespeelden. Ook onder andere Adrian Belew, Youssou ’N Dour, The Everly Brothers en heel veel bekende Afrikaanse muzikanten. Een bijzonder album dus.

Laten we maar beginnen met het belangrijkste: De muziek.

The Boy in the Bubble is gelijk een lekkere binnenkomer. De zware accordeon overdubt met synthesizers en lekker pompend basspel. Een politiek geladen nummer, Apartheid wordt natuurlijk niet vermijt op een mede Zuid-Afrikaans album. Dat is natuurlijk ook al bijzonder, de Apartheid heerst nog in Zuid-Afrika en de grote (bij wijze van) Paul Simon neemt daar even een album op met de originele Zuid-Afrikanen. Nelson Mandela zit zelfs nog vast. Een erg sterk nummer.

We belanden snel aan bij het absolute prijsnummer Graceland. Prachtig. De eerste keer dat ik het hoorde vond ik dat de drums nogal gedateerd aanklonken. Nu niet meer. Mooie teksten worden subtiel in gezongen door Simon. Pompend basspel en subtiel gitaarspel wat me ietwat aan Mark Knopfler doet denken. Zoals Paul Simon in de docu al mooi zij:’’De teksten vond ik zo mooi dat ik ze niet aan wou passen, ik moest ze maar op een bepaalde manier inzingen.’’ En dat doet hij geweldig. Een geweldig nummer, absoluut!

Na het prachtige Graceland komen we bij het echte Afrikaanse spektakel: I Know What I Know. Harde drums, pompend basspel, fijne gitaarakkoorden en mooi samenzang met de Zuid-Afrikaanse artiesten. Erg mooi nummer.

Gumboots is wat meer uptempo. Een snel nummer met accordeon en snelle drums. Een nummer wat ietwat minder is. Komt erg over als albumvulling. De saxofoon is dan wel weer erg mooi en voegt veel toe maar het nummer word er niet heel veel beter van.Een wat middelmatig nummer.

Diamonds on the Soles of Her Shoes is een nummer geschreven met Joseph Shabalala.Een rustig intro mooi in harmonie gezongen door Simon en zijn Afrikaans collega’s. Het nummer krijgt na het intro een lekker ontspannen Afrikaans sfeertje. Er zit zwoel in en ik beeld mezelf al weer in, rustig in de zon uitkijkend over het mooie strand en palmbomen met een White Russian in mijn hand. Heerlijk tijdens de zomer op Lanzarote luisteren. Althans als ik daar wel naar toe ga… Een lekker ontspannen nummer. Niet meer en niet minder en dat hoeft ook niet, het is zo mooi zat.

Dan nu de prachtige single You Can Call Me Al. Een zelfreflectie van Paul Simon, fijne herhaling in het 2de complet. Pompende bas met de welbekende achterstevoren bassolo, een fluitsolo, een fantastische melodie en je hebt een fantastische hit zoals de technicus in de documentaire wel opgemerkt vertelde. Fantastisch nummer en een van de beste nummers van Graceland.

Under Afrikan Skies is een duet met Linda Ronstadt. Paul Simon belde haar op en vroeg haar waar het liedje over moest gaan. Ze praatten over haar jeugd en waar ze opgroeide.In het nummer wordt gerefereerd naar Tuscon, Arizona waar Linda opgroeide. Haar favoriete plek was het missionaris gebouw San Xavier.

Homeless is te danken aan Joseph Shabalala en is prachtig ingezongen door Ladysmith Black Mambazo. Echt prachtig, harmonieën, prachtige stemmen. Een perfect a capella nummer.Schitterend om lekker achterover te liggen en het gewoon aan te horen. Paul Simon komt meezingen en de muziek wordt gemaakt met de stemmen van het koor. Een uiterst origineel nummer, waanzinnig gewoon.

Daarna volgt Crazy Love, Vol II. Een rustig subtiel nummer met gitaarklanken zo subtiel als golfend water in een beekje. Er wordt snel gedrumd terwijl het rustig aanvoelt. Dat is mooi gedaan. Een catchy nummer met een zeer mooi refrein. Dit nummer voelt aan als een Afrikaans liefdesliedje op een Paul Simon tekst, dat is het natuurlijk ook maar het valt goed op, maar dat is zeker fijn.

Een feestnummer, dat is wat That Was Your Mother is. Accordeon met sneller wordende roffelende drums. Paul Simon blijft rustig zingen totdat de saxofoon rustgevend uit de kast wordt getrokken. Een leuk nummer dat gelukkig kort is wat bijster bijzonder is het niet.

Dan blijft er nog 1 nummer over, er was een heel gedoe over dat nummer en ik had liever gehad dat Paul Simon het nummer van zijn album had afgehaald. Het is niet eens zo’n verkeerd nummer maar niet voor op dit album. De drums van All Around the World or the Myth of Fingerprints klinken veel te gemaakt en er was natuurlijk controverse om. Hier een quote van wikipedia van Saxofonist van Los Lobos en van Paul Simon zelf:

"It was not a pleasant deal for us. I mean he [Simon] quite literally — and in no way do I exaggerate when I say — he stole the songs from us... We go into the studio, and he had quite literally nothing. I mean, he had no ideas, no concepts, and said, 'Well, let's just jam.' ...Paul goes, 'Hey, what's that?' We start playing what we have of it, and it is exactly what you hear on the record. So we're like, 'Oh, ok. We'll share this song.' ...A few months later, the record comes out and says 'Words and Music by Paul Simon.' We were like, 'What the fuck is this?' We tried calling him, and we can't find him. Weeks go by and our managers can't find him. We finally track him down and ask him about our song, and he goes, 'Sue me. See what happens.'"

Paul Simon answered:
"I just said at this stage I don't care whether the album comes out without Los Lobos on it. I was getting really tired of it—I don't want to get into a public slanging match over this, but this thing keeps coming up. So we finished the recordings. And three months passed, and there was no mention of 'joint writing.' The album came out and we heard nothing. Then six months passed and Graceland had become a hit and the first thing I heard about the problem was when my manager got a lawyer's letter. I was shocked. They sent this thing to my manager, not me. If there was a problem, they could have contacted me direct. They've got my home number; we talked a lot. If you ask me, it was a lawyer's idea. You know, 'The record's a hit, and there's $100,000 in it.' They had nine months from the recordings to talk to me about all this, but I heard nothing. And it's still not sorted out, because they still keep bringing it up—I heard they'd done this interview for you. I don't want to get into a public slanging match with them, because I really like their music."

Het nummer zelf is ook geen waardige afsluiter, dat is nogal zonde.

Het album zelf is geweldig. Het is jammer dat ik er niet bewust bij was in 1986. Dit album lijkt mij veel beter in die tijdsgeest met de nog heersende Apartheid en met de populariteit.
Mijn favoriete nummers zijn; Graceland, You Can Call Me Al en Homeless en ik verhoog mijn stem van 3* naar 4*!

Pauline Oliveros - Accordion & Voice (1982)

4,5
Zo, dat komt binnen. Wat een immens mooie muziek. Alsof je naar Terry Riley's nooit eerder vertolkte accordeon solo's zit te luisteren. Dit moet fans van Eliane Radigue, John Cage en dus ook Riley toch zeker wel smaken. Dat de accordeon een wonderschoon instrument kan zijn, bewijst mevrouw Oliveros met verve. Bizar hoe ik aan het einde van de rit totaal niet heb gelet op ritmes, melodieën en andere muzikale nonsens. Nee, geen poespas; gewoon aandachtig luisteren en proberen NIET te kwijlen.

Dit moest ik echt even op me laten inwerken en dat wil op een warme nacht ook wel goed lukken. Ik waan me dan al heel snel op andere plekken, dan waar ik werkelijk ben. Simpelweg een mystiek - haast religieus - album van deze pionier in de elektronische muziek. Soms is het verbazingwekkend hoe minimalistische muziek nochtans zo rijk aan klanken en (iets minder verbazingwekkend; soms geldt nou eenmaal ''less is more'') emotie kan zijn.

Goed, wat zit ik toch weer met m'n beschonken kop te bazelen. Gewoon een 4,5/5 aan sterretjes.

Pauline Oliveros, Roscoe Mitchell, John Tilbury & Wadada Leo Smith - Nessuno (2016)

3,5
Op papier natuurlijk een van de meest interessante collaboraties ooit in de wereld van experimentele (improvisatie-)muziek. Vier legendes op leeftijd uit diverse muzikale scholen die (voor het eerst in deze samenstelling) samen komen tijdens een driedaags Italiaans festival ter bemoediging van experimentele muziek in 2011.

Roscoe Mitchell en Wadada Leo Smith komen oorspronkelijk uit de freejazz sector en zijn bekende namen uit de hoogtij-jaren (late 60's, early 70's) van dat genre. Ze komen ook beiden voort uit de AACM-vertakking van het genre. Sterker nog; zij bevonden zich direct vanaf het ontstaan van deze beweging te midden van het gebeuren als zijnde de grote vernieuwers. Deze plaat kun je dan ook goed plaatsen in het verlengde van diezelfde jazzbeweging waarin jazzcomponisten werden aangemoedigd om vrij te denken omtrent wat het begrip ''jazzmuziek'' inhoudt (of dit begrip juist los te laten) en te experimenteren met Europese postmoderne (kamer)muziek, doch ook met Afrikaanse - meer tribale - muziek. Muziek in welke diverse instrumenten met elkaar, of/alsook met de luisteraar, in dialoog treden.

Pauline Oliveros (reeds overleden in 2016) was een artieste die uit een heel andere richting kwam. Zij kwam meer uit de post-moderne school en was een invloedrijke naam binnen de elektronische avant-garde muziek. Ze was in de jaren 50 en 60 bijvoorbeeld actief met tape/sound manipulator Morton Subotnick en leerde ondertussen veel van muziek door actief naar John Cage en Terry Riley te luisteren. Later zou ze die invloeden in de praktijk toepassen op haar eigen opnamen waarop ze haar accordeon-sound manipuleerde (met bewerking van tape-opnamen, en door haar accordeon aan versterkers te hangen en zo met toonhoogtes te ''klooien'') en liet dronen. Zo probeerde ze, geïnspireerd door de stilte van de natuur en haar aangeleerde meditatietechnieken, een vorm van transcendentale ''deep listening'' te creëren.

John Tilbury sluit ietwat meer aan op Oliveros in de zin van dat ook hij oorspronkelijk uit de post-moderne school komt, maar Tilbury experimenteert meer op de klassieke manier door middel van dissonant (geprepareerd) pianospel. Hij is vooral bekend van vrije interpretaties van werk van Morton Feldman en John Cage, maar heeft bijvoorbeeld ook samengewerkt met freejazz legende Evan Parker. Zijn pianospel voelt vaak 'gebroken' en minimalistisch aan en doet mij vaak denken aan Derek Bailey's gebroken gitaarspel. Dat hij nog weleens met AACM-muzikanten neigt samen te werken is zodoende, ondanks zijn andere achtergrond (of misschien juist wel dóór zijn achtergrond), geen raadsel.

Dat geeft uiteindelijk deze line-up:
Solisten: Wadada Leo Smith - trompet; Roscoe Mitchell - saxofoon, fluit.
Bas: Pauline Oliveros - digitale accordeon; John Tilbury - piano.

De eerste compositie voelt wat aftastend aan. Uitsloverij is uit den boze zodat men geen lange solo's hoeft te verwachten. De ene muzikant schiet een noot af in de groep, waarop de ander reageert met een even zo lange noot. Dat herhaald zich continu. Dat komt misschien ook wel doordat Tilbury de boel wat te strak dirigeert met zijn tonaties op piano zodat de andere drie geen moment kunnen ontsporen als het ware. Dat vermindert de spanning en doet het optreden voorzichtig aanvoelen. Oliveros lijkt ook nogal schuchter hier in een soort bijrol. Dat is niet gek, daar ze meer solist dan ensemblist is geweest in haar leven. Ze is weinig te horen en speelt korter dan de anderen. Dat verandert gelukkig enigszins in de tweede compositie - de langste van het stel. Deze lijkt wat meer geprepareerd. Tilbury en Oliveros vormen op de achtergrond gezamenlijk een rustige basis alsof het hun rol is om alles in het gareel te houden. Wadada Leo Smith is hier in zijn element als de pure solist die met zijn trompetspel continu te horen is. Roscoe Mitchell anticipeert hierop en speelt zo nu en dan door hem heen, of gebruikt een vallende stilte voor een aanval met een eigen solo. De eerste afwachtende 30 minuten zijn zodoende wel vergeten.

De laatste compositie, als toegift helaas ook het kortste, boeit het meest. Oliveros manifesteert zich hier met haar gemanipuleerde accordeon sterk op de voorgrond en doet je afvragen waarom ze dat in godsnaam niet eerder deed. Ze begint als basso continuo zodat Tilbury en Mitchell flink kunnen soleren, en wisselt op den duur met Tilbury om zelf een van de hoofdrollen te vervullen en tovert de ene na de andere bijzondere texturen uit haar accordeon. Tilbury durft de touwtjes wat los te laten en gaat zelf in het begin ook aardig tekeer, terwijl Smith de rest de ruimte geeft om te soleren. Zodra zij even stoppen, pakt hij zijn kans om als wisselspeler vlagende salvo's uit zijn trompet af te vuren. Desalniettemin blijft het jammer dat dit slechts 5 schamele minuutjes duurt.

Hoe dan ook erg mooi om deze vier legendes in deze samenstelling gehoord te hebben. Een perfect optreden is het niet direct. Dat is eveneens een risico wanneer men vier muzikanten voor het eerst in een samenstelling laat improviseren, maar er is genoeg moois om van te genieten zodat deze opname het uitzoeken zeker waard is.

Penguin Cafe Orchestra - Music from the Penguin Café (1976)

4,0
Leuke plaat met 2 kanten. Vrolijke en opzwepende nummers worden afgewisseld door rustige en zware nummers. Soms wat apart, maar vooral een mix van leuke en verrassende stijlen. Soms komt er in de opzwepende nummers een ukelele om de hoek kijken wat het album ook een leuk ska tintje geeft. Het intronummer is prachtig en doet eigenlijk wel denken aan klassieke muziek. Daarop volgen de leuke en korte Zopf nummers waarin de veelzijdigheid van deze groep duidelijk word. The Sound of Someone You Love Who's Going Away and It Doesn't Matter mag dan wel een niet zo subtiele titel hebben, maar de muziek is dat echter wel. Ongelovelijk mooi en prachtige muziek op de avond in het donker. Een mooi arsenaal van instrumenten zorgt voor een bindend geheel en ik begin eens met een 4*. Met kans op meer denk ik eigenlijk wel.

Peter Frampton - Thank You Mr. Churchill (2010)

3,0
Eerste luisterbeurt afgerond en ik sta nu op 3.5*
Het is allemaal niet bijster origineel, maar het is wel fris en Peter Frampton laat zien dat hij rustige liedjes alleen op de acoustische gitaar kan spelen maar ook hard kan rocken. Hij soleert er rustig op los en hij doet zijn eigen ding.

Het begint goed met nummers 1 en 2. Hierin rockt hij goed.

Nummers 3 en 4 vind ik niet veel aan.

En vanaf nummer vijf begint het pas:

5. is echt geweldig. het subtiel,rustig en het rockt.
6. is een geweldige rocker.
7. Is een nummer van bijna 8 minuten. Geweldig nummer met een schitterende solo van Peter Frampton.
8. Een lekkere rocker
9. Is een korte versie van Stranglehold van Ted Nugent. Al vind ik De Peter Frampton versie beter.
10. Is een lekkere swingend nummer.
11. Een prachtig subtiel nummer.

Peter Gabriel - So (1986)

4,0
Peter Gabriel is al tijden 1 van mijn favoriete artiesten, simpelweg door zijn verassende albums en zijn fantastische stem. Voormalig frontman van Genesis, de progressieve Genesis wel te verstaan. Het is niet zo dat Genesis gelijk commercieel is geworden na Peter's vertrek en ik zou wel graag willen weten waarom dan wel.
enfin. Dit album is een stuk commerciëler dan zijn voorgaande albums die nog verschillende thema's hadden. Toch is het verassend waarom So een succes werd.
Het bevat natuurlijk het catchy in het gehoorliggende Sledgehammer en het swingende Red Rain of het duet met Kate Bush die natuurlijk ookal flink succesvol was, maar toch.
Wat is nou de succesformule van So?

Red Rain is een aanklacht tegen de de wereld, de mensen vervuilen de Aarde wat voor de rode regen zorgt. Zure regen. Gabriel zingt dichtgeknepen, dichtgeknepen als de aarde die niks kan doen tegen zijn bewoners die maar blijven vervuilen. Een swingend nummer wat fijn in het gehoor ligt.
Dan komen de Indianen met hun panfluit, misschien een aanklacht tegen de Amerikanen hoe zij kijken tegen de oorspronkelijke bewoners.
Alsof de blanken het land bezitten terwijl het land van de Indianen is.
De tekst zal het niet doen vermoeden dat het daarover gaat.
I wanna be your Sledgehammer, That will be my task, het bouwen van de reservaten. Fantastich nummer om mee te zingen. De grote hit van Peter. Verdient ook. Fantastisch als je zo'n melodie kan bedenken. Vaak heb ik bij die jaren 80 hits dat je dat zelf ook wel kan verzinnen maar hier niet, echte vakmansschap. Echt een fantastisch nummer en het zou zo in mijn top 10 favoriete nummers kunnen staan. Muzikale extase met Peter Gabriel die helemaal uit zijn dakgaat om in het volgende nummer weer serieus en rustig uit de hoek te komen.
Een man raakt werkloos terwijl zijn vrouw toekijkt. Don't Give Up zegt ze. Haar man zit zo in de put, hij had dromen die niet uitkomen. Een vervormd wereldbeeld. The American Dream zal voor hem niet gelden. Kate Bush blijft in Peter vertrouwen. Zij heeft geloof in haar man, terwijl hij al zowat geen hoop meer heeft. Hij kijkt liever terug naar vroeger. De man mag nog altijd blij zijn hoor, uithuilen bij vrouwlief Kate Bush die haar man probeert te troosten. Peter krijgt weer wat vertrouwen, eerst wil hij nog van de brug springen maar hij houd de hoop en verhuist in de hoop om een baan te krijgen. Een prachtig verhaal en een subtiel duet tussen Kate Bush en Peter Gabriel met heerlijke muziek eronder.
That Voice Again is weer wat harder dan de voorganger. Dat was erg zwaarmoedig dus gaan we weer wat sneller verder. Een lekkere melodie met lekkere drums en de mooie stem van Peter Gabriel. Een nummer over de schade van roddels. Hij wil een vrouw maar de roddels houden hem tegen. Een drama-nummer, wat erg verassend is. De muziek doet anders vermoeden maar Peter kan een heel lied vervormen door zijn serieuze zang. Weer sterk gedaan.

In Your Eyes is echt prachtig, rustig maar met tempo en pit. Een nummer wat inderdaad nogal eens live kwam en ik herinner mij nog een duet met Youssou N'Dour. Lekker nummer.
Voor de afwisseling zal Peter wel gedacht hebben toen hij met het idee van Mercy Street kwam. Leuk is het dan ook als dit 1 van de beste nummers van dit album is.
Weer aparte teksten van Gabriel. Hij kan vermoedelijke liefdesliedjes door gebruik van mooie woorden en woorden waar je niet zomaar op komt hele lastige songs maken.
Een heel rustig en subtiel nummer. Erg mooi.
Big Time is weer wat bekender. Een echt popliedje wat heerlijk swingend in het gehoor ligt.
Fijn nummer. Sterk basspel en dit nummer had volgens mij zomaar op een Genesis album kunnen staan, misschien zelfs op een solo album van ome Phil.
Wel weer een sterke hitsingle.
We Do What We Are Told (Milgram's 37) is dan weer een heel aangenaam rustig nummer, het originele eind. Serieuze muziek wat door de hoge piano klanken ook weer iets dromerigs heeft. De synthesizers worden heel subtiel gebruikt als escapade. Achtergrond zang wat het allemaal wat versterkt en die heerlijke drums. Het achtergrond komt op de voorgrond. Dan zakt dat af om Peter Gabriel te laten zingen.

This Is the Picture (Excellent Birds)
Staat niet op elke versie van het album, wel op de mijne dus dit nummer review ik ook nog maar. Een zeer welkome aanvullig op een al uitstekend album. Fijn Afrikaans sfeertje.
Lekker swingend. Dit nummer had zomaar in deze tijd kunnen zijn geschreven. Dat had ik mij de gevaren van Sociale Media voorgesteld. Peter Gabriel had duidelijk voorspellende gaven

Een leuk album met veel sociale en maatschappelijke invloeden die duidelijk tot uiting komen in de teksten van het album. Afrikaanse invloeden worden hier ook zeker niet gemeden.
Apartheid, vervuiling van de Aarde, sociale ongelijkheid en werkloosheid zijn hier thema's die niet gemeden worden.

Toch ga ik in mijn waardering omlaag. Het is allemaal niet goed genoeg voor 4,5*. Don't Give Up en Sledgehammer zijn hier mijn favorieten en het album bevat geen slechte nummers maar het is allemaal wel erg leuk maar zijn andere albums doen me toch net wat meer.
Maar nog steeds een nette 4*

Peter Green - The End of the Game (1970)

4,5
Sterke psychedelische tripplaat waar goed valt te horen hoe Peter Green in die tijd was. Een hallucinante mengeling van jazz, fusion en blues. Peter speelt niet met de minste muzikanten samen en dat is goed te horen ook. Alleen al het beginnummer is ongelovelijk richtinglose jam die echter wel magistraal is. Peter laat hier helemaal horen wat voor 'n goede muzikant hij wel niet was.

Dit album bevalt mij een stuk beter dan zijn Fleetwood Mac werk. Dit klinkt veel gedurfder en voelt aan als een lekkere mindtrick. Jammer dat de man hierna niet echt veel bijzonder werk heeft gemaakt, wat net zo goed is als dit. Helaas dat zo'n goede muzikant zo getript is. Echter maakt dat de boel beter op dit plaatje en daarom een nette 4*.

Pinegrove - Elsewhere (2017)

4,0
Ben echt helemaal verkikkerd op deze liveplaat. Als dit de setlist is (plus, zo neem ik aan, wat aanvullend materiaal van Everything So Far en enkele covers) voor de aankomende concerten, dan is Pinegrove live niet te missen. Ben verrast hoe goed deze band live klinkt, en met name de zanger welke identiek klinkt als op studio-opnames. Vooral de liveuitoveringen van Angelina (magisch, doch tragisch kort), Cadmium, Size of the Moon (daar is nu een zeer indrukwekkende videoclip van uitgekomen over een jongedame die om probeert te gaan met de chronische ziekte van Lyme) en New Friends (zo dienen breakupsongs te worden geschreven) zijn uitstekend. Heerlijke muziek!

Primus - Sailing the Seas of Cheese (1991)

4,0
Sterke opvolger van Frizzle Fry. Op dit album lijkt de band de abstrace lijn van het vorige album door te voeren. Wat volgt is een sterke fusie van jazz, rock, heavy metal en funk. De funky bass van Les Claypool, het psychedelische gitaarspel van Larry LaLonde en het strakke gedrum van Tim Alexander vormen toch wel een hoogtepunt in de rockmuziek van de jaren 90.

En hoewel de 3 muzikanten fantastisch spelen is er natuurlijk toch eentje die er tussenuit springt, basvirtuoos Les Claypool. Hij moet toch wel één van de beste bassisten ooit zijn. Op de eerste drie nummers laten ze hun talenten zien door zeer sterke toegankelijke rocksongs te maken. Vooral op American Life zijn de drie perfect op elkaar in gespeeld. Op Jerry Was a Race Car Driver en Fish On (Fisherman Chronicles, Chapter II) laten ze vooral hun virtuositeit zien. Sterke fusion met een goede dosis funk en heavy metal riffs.

De teksten en de zang zijn lekker luchtig en bij vlagen zeer grappig. Het album doet echter wel wat onder voor Frizzle Fry, maar nu ik dit stukje schrijf moet ik toch wel verhogen. Het is een erg sterk en luchtig album die knap laat zien hoe apart de band eigenlijk wel niet is. Bijzonder ook hoe de band zo populair is geworden, terwijl ze toch niet heel toegankelijk zijn. 4*

Psychedelic Speed Freaks - Psychedelic Speed Freaks (2019)

4,0
Psychedelic Speed Freaks is de nieuwe band van de Japanse noiserockveteraan Asahito Nanjo; onder meer bekend van trendsettende bands uit de 80's en 90's als Kousokuya, High Rise, Mainliner en Nijimu, alsook tientallen andere meer obscure bands. Allen uiteraard voornamelijk bekend van het legendarische P.S.F. label. De band- en albumtitel is derhalve treffend als nostalgische verwijzing gekozen. Zeer welkome release. Knetterende fuzzy noiserock met rap drumwerk, flitsend snerpende gitaarsolo's en stollende basloopjes. Daarmee hebben we ook alle instrumenten gehad die op het album de revue passeren. Gewoon klassiek beukwerk in trioformaat zoals we dat van Nanjo kennen. Al lijkt Nanjo hier ook een beetje af te kijken bij zijn generatiegenoten van Dead Moon als we het over sound en stijl hebben. Hoe dat ook zij; dit is ouderwets smullen geblazen.