menu

Hier kun je zien welke berichten henrie9 als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

A Murder in Mississippi - Reverie (2024)

4,0
Er was eens ergens aan de voet van de Franse Alpen, in La Roche, de organisator van Europa's grootste bluegrass-festival, die voor zijn befaamde editie 2023 in plaats van zuiver blauw gras als afsluitende extra toch nog iets speciaals wilde toevoegen. Kwam hij god weet hoe, maar hoe dan ook met veel succes met de Belgische band A Murder In Mississippi op de proppen. Het zestal daagde op vol enthousiasme, smile van oor tot oor en ze gaven er daar zo'n lap op dat in een mum van tijd de blijheid heel zijn alpenwei overspoelde.

Je hebt van die echte bluegrassers als The Vanguards, overigens ook aanwezig daar in La Roche, en consoorten en die komen zingend op in combo's, omgord met traditionele instrumenten als gitaar, contrabas, viool, vijfsnarige banjo, mandoline, steelgitaar of dobro. Ook onze drie Gentse jonge heren en dames van A Murder In Mississippi hanteren naast hun stem rigoureus gitaar, banjo, viool en contrabas en evenmin drums, maar ze voegen er en surplus wat handpercussie aan toe naast vooral ook keyboard.

Daarmee hebben ze dus zeker ook al de bluegrass in hun DNA, maar uiteindelijk snoepen ze net zo graag van andere walletjes en blazen ze je op hun platen of spetterend live, zonder dat je het echt doorhebt mooi een wasem country-, blues-, folk- en zelfs klezmer-vibes in het gezicht. Wij maken 'americana' stelde Leander Vandereecken laatst op de Vlaamse Radio Klara stellig. Met hevig verlangen ziet de flamboyante frontman van de groep daarbij dan tegelijk weidse Amerikaanse horizonten voor zich en de streek van de Mississippi in het bijzonder. Maar het is evengoed 'new roots' wat we doen, vulde zangeres-zus Mirthe nog aan. Soit, met een dergelijke veelheid aan instrumenten bespelen ze wel gewoon harmonieus, fris en eigentijds alle mogelijke sentimenten en die evenwichtige melange maakt nu precies het aparte uit van hun A Murder In Mississippi-stijl. Eigen songs vervaardigen die onmiddellijk zo natuurlijk aandoen als echte traditionals.

Ze kwamen daar in La Roche trouwens net van een tour die hen ook al tot in Spanje en Portugal bracht. Een groep ervaren rotten dus met al heel wat noten op hun zang, waaronder die resem songs uit hun twee eerdere albums, aangevuld met mooie covers als die voortreffelijke 'Ring of Fire' van Johnny Cash.

Hebben ze dus al een poos een fraaie setlist samengescharreld, wat ze hier dan ineens met hun derdeling 'Reverie' brengen doet toch echt weer wat monden van bewondering openvallen. Na de storm nu tijd voor reflectie, zeiden ze bij het verschijnen eerbiedig, hiermee ongetwijfeld ook doelend op het overlijden van hun mentor, de grote Gentse bluesman Tiny Legs Tim, die hen als eerste tekende op zijn Sing My Title-label en die Leander zelfs zijn gitaartechnieken bijbracht.

Die eerste vijf nummers op hun plaat, vóór 'Whirlwind' - 'Black Train', 'Highfield Lane', 'Mary Lou', 'Midnight Roller', 'Banjer City' - die rollen als een aanhoudende werveling van tumbleweeds over je heen. Het ijzersterke 'Black Train', met viool en banjo als fijnste smeerolie, de regelrechte rodeostamper op het ritme van een donkere sneltrein. De video ervan, evenals het artwork van 'Reverie' is van Costin Chioreanu. Verrassend, want die werkte eerder alleen voor metalgrootheden als Opeth, Ghost of Napalm Death. De flitsende banjosnaren van 'Highfield Lane', van hetzelfde laken als 'Black Train' en daarvan zo mogelijk nog een beter pak. 'Mary Lou', als een nostalgisch forties-saloonnummer, waar de dames zich als heuse Tennessee Sisters overheerlijk vooraan wringen, Leander daar als eenzaam huilende wolf op de achtergrond achterlatend. 'Midnight Roller', alle hens aan dek en swingen maar, een wrange tribale song in een speels uptempo-countryjasje. 'Banjer City', huppelende banjo-, trippelende vioolpizzicato's als inleiding op een duistere meedeiner. Een verbluffende als metalman Serj Tankian steeds hoger kelende Vandereecken en ergens daarbij ook dat mooi klarinetgeluid.

Daarna gaat A Murder In Mississippi zoals het in een 'Reverie' past meer dagdromen en voor hun doen zelfs meer experimenteren. Een superbe ballad is het in alle richtingen meanderende 'Medicine Man', dat daardoor zelfs voor het eerst de negen minutengrens voorbijgaat en dat na zijn zoete start al vlug overwaait in een heerlijk ophitsend uptempo. Wat een zanger is die Leander Vandereecken toch, wat een schitterend samenspel zeker ook van die hele geroutineerde band. Ook in het gemoedelijke 'Kingfisher' schittert hij met zijn solozang, naast de banjo en viool. Van de blues over naar de gospel in één song, het nummer evolueert tot een sierlijke handclaps-samenzang van het hele gezelschap. Dat 'Whirlwind' dan is het gevoelslied over het terugzien van vrienden, waarin een voortreffelijke Mirthe Vandereecken eenmalig de leadzang voor rekening neemt. Pakkend.

'Black Cats Dance in the Barn' is dan weer de springerige country die bands als Commander Cody in herinnering brengt en met het intense 'Bright City Lights' tenslotte hebben ze zelfs nog de mooist mogelijke uitdover in petto.

A Murder In Mississippi, da's dus toch echt wel een fenomenale live-band, een hechte groep gepassioneerde muzikanten die met 'Reverie' een sterk, zowel opzwepend als ingetogen album afleveren waarin alles prachtig samenkomt. De songs ervan klinken overwegend zo vrolijk en swingend, maar ze hebben inhoudelijk ook daar precies die tegengesteld donkere pit. A Murder In Mississippi blijft bovenal een verademing en dus ook de aangenaamste uitweg voor wie straks ongewild een teveel aan 'Jingle Bells' opheeft.

Leander Vandereecken - zang, gitaar, componist
Mirthe Vandereecken - percussie, zang
Lore Heyerick - banjo, zang
Dieter Vanhede - toetsen
Alexandra Van Wesemael - viool
Stijn Bontinck - contrabas

A Murder In Mississippi is te zien op :
18/01/2025 - Boogie Town (Gent)
07/02/2025 - 't Beest (Goes, NL)
10/05/2025 - Alte Schlosserei (Wuppertal, D)
31/05/2025 - Arscene (Nevele)

ABBA - Voyage (2021)

4,0
Kwam dan zowaar de twijfel opsteken. Doen of toch maar beter niet. 'Voyage' van ABBA, er is al zoveel gezegd en erover geschreven. Nu zeker met de release van 5 november 2021. Tsunami aan uitgebreide meningen is overgekomen, ook hele boeiende bovendien daar waar ik zelf al eens een reviewtje drop. Maar vóór dit alles, die kwestie, hoezeer zit een mens nog op ABBA 2021 te wachten? Zullen ouwe zeventigers in een comeback 40 jaar na datum hoegenaamd nog genoeg voorstellen om aan het muziekgild van nu hoe dan ook nog iets bij te dragen? Anyway, 'Voyage', 't is dan ook nog zowat de meest gehypete plaat van '21, toch? Van dat melig ABBA, waarvoor vroeger zovelen zich misprijzend wegdraaiden...

Nu goed, het etiket pulpmuziek van luitjes vol glitter en plateauschoenen is mettertijd toch wel serieus afgebladderd. Vele jaren later kwamen er zelfs loftirades uit de rockmiddens en zongen U2's en Portisheads vrolijk 'Dancing Queen' of ander moois mee uit de ABBA-cataloog. Je moet nu bijna van slechte wil zijn om te ontkennen dat ABBA toch een der invloedrijkste bands in de geschiedenis van de populaire muziek is geworden.

Maar laat ik bij de bedenking ook mezelf eens niet volledig wegcijferen. Zat nog op de middelbare schoolbanken toen ze daar debuteerden, Oslo 1974 en luisterde sindsdien even intens naar Pink Floyd, Zappa, Yes, Roxy Music, Beethoven als schaamteloos naar disco en...  ABBA. Kon toen in verre verte nog niet bedenken om over al die kleppers ook maar iets te gaan neerschrijven, doe dit ook nu trouwens maar sporadisch en ook pas sinds minder dan een jaar. Ging later wel met evenveel verwachting en blij opgewekt naar een heerlijke ABBA-afgetrainde tributeband als naar een of ander rockoptreden. Stak zelfs vóór 't ABBA-museum in Stockholm als fake-ABBA-tar resoluut en met smile de kop door 't gat boven 't lijf van Bjorn. Kan dan iemand, nooit een zweem ABBA-kritikaster, bij de nu meest geanticipeerde, belangrijke comeback in de Popmusic History met gelegenheid tot een eigen tribute zomaar afzijdig blijven? Neen dus, over en out.

De definitieve aankondiging  via videopresentatie vanuit Londen op 2 september laatst. Na jaren geruchten en druppelsgewijs inkomende feiten, zaten daar ineens Zoe Ball en Benny en Bjorn op YouTube. Het had iets onwezenlijks. Komt er niet alleen een heel nieuwe afgewerkte plaat, maar ook een heuse 'Voyage'-concertreeks vanaf mei 2022,  mààr, zonder de vier senioren, wel met hun jong gebleven hologrammen als het plaatsvervangend ABBA. 22 hits zouden ze brengen. Daarna zal het voor hen en voor iedereen definitief finito zijn met ABBA.

Die plaat, ja de plaat. Wat zien we eigenlijk op de hoes, is dat nu een zonsopgang of is het een definitieve ABBA-zonsondergang? Wees gerust, los van het feit dat het met 'Voyage' inderdaad voorgoed stopt, leveren ze hier sowieso weer een echte klassieker af. Een plaat die ze vooreerst al absoluut niet voor de 'Money, Money' opnamen, ze katapulteert je met een flits doodleuk terug tot naar het prille begin in 1974. 'Just a Notion', die glamrock-boogiewoogie, ik dacht, hier begint 'Waterloo'! Maar effenaf heel de 'Voyage'-jukebox zit vol met van die op en top uptempo-ABBA-hittunes en knipogen naar hun eigen verleden. Inmiddels aan die intussen al honderdduizenden voormalige fans om dat zelf-luisterend nostalgisch op te snuiven en om iedere van de tien songs van hun eigen onwrikbaar scheidsrechterlijke appreciatie te voorzien.

Maar het is bijna een statement zo rigoureus als het viertal hier heeft vastgehouden aan de sound van hun hele liedjesindex. Wilden echt wel bewust alles behalve hedendaags klinken, vandaar dat ze 't hele productieproces zo goed en nauwgezet in eigen handen namen. Zeker, ze bewijzen dat ze het nog steeds kunnen, popliedjes maken met een ultieme catchiness, met de pakkendste hooks uit het hele poprepertorium. Songs met een seventies-, begin eightiessound, die ook nu, met die schare van miljoenen fans van hen, regelrecht weer de onsterfelijkheid ingaan, hoe de zeis der kritiek tijdelijk ook mag maaien.

Bjorn Ulvaeus en Benny Andersson, het is hen elders al met zoveel woorden toegedicht. Ze hebben  een compositorisch branie dat past in een lange rij van Beethoven, Mozart tot de Beatles. Ook hún negende is supergeorkestreerd, daar is ook het 'Mamma Mia'-musicalinterludium na 'The Visitors' niet vreemd aan. Neem de ballad 'I Still Have Faith in You'. Als een musical, weelderige, impressionante orkestratie en samenzang van de twee zangeresjes. Heerlijk opbruisende bombast en dartele fluitjes. Of hun 'Ode to Freedom', gewoon prachtig filmisch volkslied,  walsnummer dat opstart en uitrolt als 't Slavenkoor meets Tsjaikovski.

En ja, de twee zangeresjes. De meest harmonische stemmen aller tijden. Tedere, droeve Agnetha Fältskog en mezzosopraan Frida Lyngstad. Breekbare intimiteit, nu gerijpt als goede wijn. Vrijwel altijd melancholisch klinkend, hoe opgewekt ook de deun. Wonderlijk tegenstrijdig dus, dat vrolijk dansen met tears in your eyes. Er zit heus ook wel wat leed uit de voorbije decennia verborgen in hun persoonlijke 'Voyage'. 'Don't Shut Me Down' bijvoorbeeld, over terugkeer naar wat ooit een huwelijksnestje was. Ingetogen musicalopeningszang ontploft met een geheide discobeat in de grootste springer van de plaat. Of synthesizersong 'Keep an Eye On Dan' met nachtclubbeat -die eindigt met een piano-eindtune uit 'S.O.S.'!- : gaat over moeilijke kinderoverdrachten bij gescheiden (ABBA)-ouders. 'No Doubt About It' heeft het upbeat rockend hups en wel over moeilijke interpersoonlijke verhoudingen.

Verder vooral, als altijd en overal, melodieuze  kriskrasnummers, vol oorwurmen, vintage ABBA. Het riverdancenummer 'When You Danced With Me', grootse popjig met roffelend Ierse snaredrums, muzikale kruising van pop met keltische folk zoals McCartney indertijd ook zonder verpinken deed met  'Mull of Kintyre'. En klimaatsong 'Bumble Bee', 'Fernando'-lookalike of weer gewoon een Irish tune? Het tedere countrynummer 'I Can Be That Woman', gaat over verslaafde vrouw met hond. Klinkt als een saluut aan countryvrouw Tammy Wynette, al heet oneerbiedig de hond wel juist Tammy.  Pianoliedje 'Little Things', prominent op de derde plaats op 'Voyage' blijkt als een all-in-kerstsingle al in de startblokken naar december. Kreeg al gelijk plaats in m'n eigen Spotify All-Time Christmas Top 500. Jaja, belletjes en engelenzang, maar nog altijd stukken beter dan de jaarlijks eindeloos herkauwde verveling op basis van traditionals en songs van anderen.

Draai of keer het, ook hier, ABBA is vooral muziek. Alles ondergeschikt aan niks anders dan die topmix van melancholische popsongs en volle blijheid. Zo kan je het uit ABBA's tekst in 'When You Danced With Me' in volle vrijheid zelfs evengoed als een bekentenis parafraseren: 'We are just here for the music, that's all, or could it be you miss the good old times when you danced on us'...

ABBA heeft hier dus z'n onsterfelijkheid op verre na niet verloren. ABBA klinkt letterlijk en figuurlijk nog steeds als ABBA. Voor ABBA moet je wel vatbaar zijn. Het was toen altijd zo en het is nu niet anders. Al zal deze plaat wellicht weinigen bekeren, tegelijk zal ze massaal enthousiasmeren. Meer nog dan de revolutionaire ABBA-tarspektakels on the road vanaf 2022 zal vooral deze 'Voyage ' The Album aan ABBA 's eeuwige songbook toegevoegd worden en vanaf nu -en straks ook als 't doek is gevallen- overleven in de huiskamers van de fans.

PS. Is interviewen een eer, reviewen is het evenzeer. Zeker een uniek werkstuk als dat van ABBA. Mamma Mia, thanks again for the music, is me dat een comeback!

Adrian Crowley - The Watchful Eye of the Stars (2021)

4,5
Ongelooflijk dat deze klepper op Labadoux nog in een bijna lege tent speelde! Omringd door de besten timmert hij intussen voort aan de weg. Met een magistrale bariton à la Bill Callahan en literair talent à la Dylan. Hier bevestigt hij andermaal zijn status een der grootste singer-songwriters van deze eeuw te zijn. Heeft blijkbaar ook poëtische voorliefde voor vogels. Na zijn eerdere 'The Magpie Song' is er nu de 'Crow Song' en 'A Shut In's Lament'. Prachtig.

Alex Roeka - Nieuwe Dromen (2022)

4,5
Nederland heeft zo ook z'n eigen Dylan, z'n eigen ongekroonde Brel, hij is 77 en heet Alex Roeka. De Nobelprijs Literatuur voor Zangers signatuur Dylan kreeg hij nog niet, wel ooit al 's een Annie M.G. Schmidt-prijs, Edison of Nederlandse Oeuvreprijs. Dat dus toch. Op basis van zijn nieuwste tour de force gaat zijn ster gezwind weer een stuk hoger, heeft hij nog maar eens een nieuwe prachtplaat 'Nieuwe Dromen' op zak, dubbelaar zelfs, na het al zo schitterende 'Rauwe Genade', en daarop dat nu al memorabel episch gezongen gedicht 'In dit Sterrendal'. Liefst 37 (!) strofen, met z'n 50 minuten langste ononderbroken zangstuk ooit der Lage Landen. Ah ja, in maart 2020 - voor Roeka wellicht niet toevallig - maakte z'n toen 78-jarige evenbeeld Dylan in gelijkaardig literair parlando al 17 prachtige minuten vol in het ononderbroken eerbetoon voor John F. Kennedy.

Maar driemaal helaas, zeker bij ons Vlamingen, en jawel, bij ook heel veel van z'n landgenoten, laat de naam van deze weemoedige muzikale bard, geniale singersongwriter, al van meetaf aan geen warme belletjes rinkelen. Misschien even onder wielerliefhebbers kreeg hij zekere 'bekendheid' dankzij twee grandioze wielerliederen, 'De Muur van Geraardsbergen' vol lof bezingend wat een renner voelt als hij in De Ronde van Vlaanderen de legendarische helling op moet. Of 'De rode vod' dan weer over wat er allemaal door het hoofd van een rennersknecht spookt als hij door toeval toch een keer zelf voor de overwinning kan strijden tegen het jagende peloton. Iemand noemde het toen geroerd beste sportlied ooit.

Waaraan ligt het, het voortdurend moeizaam zingen in de woestijn? Moeilijk. Hier krijg je 'alleen maar' luisterlied, vol uit de box ongepolijst luisterlied, dat enkel open en vrij ademt in de knusse woonkamer bij schemerlicht. Die fluwelen geleefde karakterstem, z'n gedreven proza dat zich, net als bij die andere op leeftijd kwelende Cohens en Dylans, bovendien versterkt weet door de meerwaarde van de veelzijdige band. Zijn band, evengoed magiërs van de muziek die naar voren treden om Roeka te helpen om het koude, lege gat van de wereld voor even opnieuw met nieuwe dromen te vullen. Reijer Zwart en Jeroen Kleijn en anderen. Bernard Gepken in 'In dit Sterrendal', met z'n akoestische en 12-snarige gitaar.

Soit, laatbloeier Roeka is als componist, hoe lofwaardig, nog steeds in staat zomaar een akkoord aan te slaan, flarden tekst die spontaan in hem opborrelen op te schrijven om dan de rest zich als vanzelf te zien ontvouwen. In aanloop naar 'Nieuwe Dromen' schreef hij liefst een vijftigtal nummers, waarvan er twaalf de eerste cd van deze dubbelaar haalden. De nummers, veelal autobiografisch, gaan over de fatale last van het leven, herwonnen levenslust, de hemel en hel van de liefde, de zielige zoektocht vaak naar genot en genoegdoening. In de slepend elektrische opener 'Maak Me Wakker' is Roeka klemgezet en gevangen in z'n dromen, maar neemt ie zich voor, tegen beter weten in, het leven groots en verheven te bezingen. Je denkt bij zijn stijl hier onwillekeurig aan die andere Noord-Brabander Dimitri Van Toren. Het Caraïbisch huppelend liefdeslied 'Lach in Lege Dagen', in mooie samenzang, is reizen door stomende tijden, in lief en leed. De sombere dramatiek van 'Dora's Lied', tekent het in zwalpen teloorgaand leven. Dan die gevoelige countrydeun 'Het Laatste Uur', over verslavend wilde nachten en het leven op krediet. 'Hemel en Hel', met z'n mooie strijkers, emotionele pracht van een Zjef Vanuytsel-nummer haast. Volgt een verrassend swingende reggaespringer over het leven zoals het is 'Langs het Kanaal'. Keer op keer betoverende poëzie! Ook in het meewarig terugblikkende 'Kinderen van Toen'.

Droeve pianoakkoorden van 'De Blauwe Golf', gedachten zwervend naar Saint-Tropez in een ver verleden. Mondharmonica! In die inderdaad fulminerende Dylan-blues 'Als de Afgrond Opengaat' raast de fraaist mogelijke protesttirade tegen allerlei verrotting en lulkoek. Het heerlijk intieme 'Dunne Lippen', met een prachtige lyriek, is vroeg-Cohenesk aangekleed met sobere gitaar en meedogend opduikende strijkers. Gegarandeerd fel opveren daarna bij de potige 'Brown Sugar-rocker 'Ik Rommel Maar Wat in het Rond', Roeka gedreven debiterend als een Thé Lau in z'n sas. Even stevig en imposant is het slotnummer van Deel Een, 'Terug Naar Ravenstein', waar Alex, met zijn krassen en kerven op lichaam en ziel, gelaten teruggaat naar zijn geboortestad. Immers, nergens is de stroom zo helder als bij de bron.

Deel Twee dan, het fenomenale 'In dit Sterrendal'. Kolossaal zangstuk waarin de oud geworden singersongwriter zijn herinneringen niet wil laten wegwaaien, als gelouterd langzaam door zijn leven schrijdt, zuinig maar vloeiend akoestisch begeleid door akoestische gitaren, piano, orgeltoontje, een enkele elektrische snaar.
Ruim vijftig minuten autobiografie in liedvorm die er voor de luisteraar niettemin zacht als door de boter heensnijden. Z'n eerste zin luidt: ‘Ik ben hier aangekomen toen de hoop begon.’ En z'n laatste: ‘Alsof er nooit iets is geweest in dit sterrendal, in dit diepe sterrendal.’ Tussen deze twee frazen van hoop en vergetelheid speelt zich zijn leven en dood af, als onrustig kind dat in het gezin moet opboksen tegen grotere broer, kostschooljongen, student, matroos, zwerver, psycholoog, bohemien, vader, liedschrijver, artiest en ontheemde. Eén aansluitende, chronologische reflectie op z’n wel heel bewogen bestaan, waarbij hij als een minnestreel door zijn leven meandert. Het beschrijft momenten van plezier en extase maar ook van verdriet en pijn, zon versus de duisternis. De opname werd met z’n drieën samen in gang gezet en ongelooflijk, slechts twee keer onderbroken, eenmaal verkeerd akkoord en eenmaal foutief gezongen.

Alex Roeka, wat een innemende, breekbare meesterverteller-spraakwaterval. Het nieuwe dubbelalbum van hem bevat de stille pracht en de imposante uitstraling van de weidse sterrennacht. Net als voorheen steeds wankelend op de rand maakt hij hier weer zijn verbluffende spreidstand tussen licht, donker en schaduwkant. Lieflijk, wijs, zelfbewust, bitterzoet, met donker trillende stem is hij die kleine man met een levensgroot charisma. Maar in dit sterrendal is hij ondanks zijn unisono sterrendiscografie, voor dit 'Nieuwe Dromen' incluis, nog niet voor het sterrendom geboren. Staande ovatie, intussen.

Alex Roeka - In Dit Sterrendal - Liedtekst

Alexisonfire - Otherness (2022)

4,0
Hier nog wat zomerse hardcore vol gitaarwerk en rockpower voor je eerstvolgende trip richting exploderende uitgelatenheid. Inderdaad, daarvoor is er deze schitterende vijfde plaat van Alexisonfire. In de exploitatie van spierballen heeft Alexisonfire al een bijtende voorgeschiedenis die hen regelrecht tot founding fathers van de post-hardcore bracht. Nu, dertien jaar na hun laatste exploot 'Old Crows/Young Cardinals' etaleert het Canadese vijftal, met z'n drie zangers, schreeuwer George Pettit, de wat gruiziger Wade MacNeil en de zachte cleansinger van Dallas Green, koorzanger bijna, dat ze nog geen greintje van hun krachtige identiteit hebben verloren, dat ze in hun uitstekende samenhang nog steeds geen decibel geforceerd klinken. Durven op dit 'Otherness' hier en daar zelfs het experiment aan.

Wat een indringende opener krijgen we daar. De wilde dynamiek van 'Committed to the Con' zit hem al in de eerste noten, een dreigend spannende intro met pulserend hoekige gitaarlijnen tot de drie vocalisten samen met woest donderende drums mee in het kolkende bad springen. Aan welke kant staan jullie allemaal, luidt de krakend eindigende screamo. Op en top klassieke Alexisonfire. Met single 'Sweet Dreams of Otherness' zet het vijftal gezwind verder in op de zware rocktexturen, een nieuw postrock-volkslied zowaar, gedrenkt in heldere gitaren, adrenaline en rock and roll, alles netjes opgedeeld volgens het hard-zacht principe. Met in het zacht de gouden stem van Green, uiteraard. Over de drang om weer te leven en roekeloos te dromen over anders-zijn. Alexisonfire, de groep die zich altijd al achtervolgd wist door het gevoel buitenstaander te zijn en die emotie via de fraaie poezie van de hand van Chris Steele ook binnenin dit album weet te leggen.

Tegen de galmende achtergrond van hardcore is single 'Sans Soleil', op die enkele schreeuw na, dan weer verrassend proggy, rustgevend, een en al sfeervol in zijn melodie en harmonische stemmenpracht. Over het hoopvol overwinnen van de depressieve dagen 'sans soleil', waarin het makkelijker was om van anderen te houden dan van jezelf.
Het filosofische 'Conditional Love' is een knaller, superieure, ritmische stonerrock met gruizige riffs en coupletten die tegen het refrein aancrashen. Doorheen het epische 'Blue Spade' dwaalt de retoriek van progrock, in een donkere waas van slow doom, met chaotisch fuzzy gitaren en pittig hardcore-geschreeuw, maar dus ook weer akoestisch begeleide mooie gezangen en melodieën. Net zo'n anthemische progrock is daaropvolgend het grootse 'Dark Night of the Soul', dat als een gospelsong a-capella opent en doorschakelt voor nog zo'n helse psychedelische reis die zich al riffend en solerend naar zijn posthardcore-hoogtepunt slingert. Een song met een oproep: schaduwen versmelten uit het vuur, schilder de Alexisonfire-schedel ergens op je gezicht.

'Mistaken Information', weer een stuk ambient vol sereniteit, een fantastisch duet Green-Pettit met de bijna religieus aandoende poëzie van Chris Steele ten top. Wat een contrast met het verbijsterende 'Survivor's Guilt', griezelig zware synths leiden mokerende hardcore in, roodgloeiende gitaren, heen en weer-geschreeuw en de voortdurend als mantra in de groezelige duisternis terugkerende "not anough survivor's guilt". Single 'Reverse the Curse' is een rechttoe rechtaan heavy rocknummer, melodisch van begin tot einde, met een spervuur van volbloed gitaarsolo's, de schreeuwende en cleane vocalen perfect in balans en onderliggend zowaar de inbreng van een sierlijke orgelpartij.

Het lange 'World Stops Turning' is afsluiter en ontegensprekelijk het topstuk van het album, een weids anthem vol passie. Na z'n rustigst mogelijke akoestische intro, barst het open met jankende gitaren, zijn repeterende hooks en sublieme solo's. Glansrol weer voor de vocalen van Dallas Green, wiens falsetto tot ijle hoogten weet op te stijgen, al die transcendente spiritualiteit dijt uit in hetzelfde akoestische snarengeluid als waarmee het opstartte.

'Otherness' is zelfs meer dan zomaar een cool album van een legendarische groep die zich niet in een keurslijf van ouwe formules wil laten persen. Integendeel, als een hechte vriendengroep gingen ze hier morsen met hun bakken inspiratie en met bruisende vitaliteit brengen ze anno 2022 misschien nog wel een geluid dat ergens nog klinkt als vroeger, maar waarmee ze doordacht en met succes nóg verder zijn gegaan. Dit hier is Alexisonfire op zijn best!

Alluvial - Sarcoma (2021)

4,0
Waarom nu ook niet even tijd nemen voor 't onderbelichte  'Sarcoma', tweede van de deathmetallers van Alluvial, 4 jaar na hun uitstekende 'The Deep Longing for Annihilation'? Verkasten ze inmiddels naar Nuclear Blast, blijkt op 'Sarcoma' enkel gitarist Wes Hauch nog aan boord. Hmm, horen we goed, ook 't Alluvial-geluid is drastisch aangepakt. In plaats van de gave, louter instrumentale technische metal van de voorganger komen ze hier - en waarom dan ook niet- met een behoorlijke brok vocals in 't veld en Wes, die neemt zelfs de cleane partijen voor z'n rekening. Maar doen ze 't ermee dan ook beter? 't Vat rauwe, agressiviteit gulpt met de gesofisticeerde, schitterende opener 'Ulysses' alvast royaal over met, vol in de picture, een brute aanwinst als brulbeer Kevin Muller, ex-Suffocation. Samen met een rits verstoorde ritmes,  lekkere blastbeats en verpletterend wilde thrashriffs, 'n intense entrée die toch wel kan tellen! Volkomen beklijving die ze van dan af constant overeind houden. Neem nu titelsong 'Sarcoma', kernbomminiatuur van behendigheid, die alles samenvat waarvoor deathmetal aan snelheid en heaviness voor staat. 't Slepende 'Sleepers Become Giants', traag, clean melodisch opbouwend akkoordenspel naar weer 't totale, strakke riff- en beukwerk. Het drieste 'The Purid Sunrise', dé ultieme sneltrein van de plaat. Samen genomen krijgen we dus 10 relatief korte songs met pakken nuance, in tal van stijlen, probate, moderne progressieve metal, atmosferische lagen, met her en der erin verwerkt ook de energieke (djent)feel die we van bij Meshuggah en Periphery kennen. Nou, 't is globaal ook wel meer melodisch, zelfs catchy. Maar 'n goed gevoel overheerst overal, 't is verfrissend, levendig, een enkele keer zelfs funky. Kortom, ondanks die onderlinge onmiskenbare verschillen vormen de Alluvialsongs toch één harmonieuze brok metal. De langste track op de plaat is dan toch voor de enige, meesterlijke proginstrumental 'Sugar Paper'. Initieel wat sfeervol inkabbelend, muteert die allengs ondergronds groeiend dreigender en finaal is 't met 't hele muzikale arsenaal opdrijven maar naar de kolkend rode massa.
Alluvial is met z'n tweede zwaar andere horizonten gaan opzoeken, zoals al aangegeven binnen, maar zelfs duidelijk buiten de eigen comfortzone. De unieke vibe van '40 Stories' bijvoorbeeld, 'n partieel clean gezongen, zelfs rustige jazzy lap psychedelische progmetal, even avontuurlijk en wendbaar als een Gojira. Of wat dacht je van het hijgende panfluit(?)-capriooltje 'Zero'... Zal met al dit 'n deel van de fans van 't genre het niet behoorlijk op de heupen krijgen, we vrezen het.
De mannen van Alluvial blijven hier echter met hun techniciteit even impressionant en meedogenloos als voorheen. Echt een schare supercompetente, virtuoze vaklui, onmiskenbaar. De band lijkt nu dus wel degelijk z'n juiste draai te hebben gevonden. Hauch heeft Alluvial met z'n nieuwe zet bovendien nu ook de juiste stem gegeven. Dergelijke platen grijpen onmiddellijk vast en laten je alleen maar met aangenaam ongemakkelijke verbazing achter. Alluvial anno 2021 is richtingevend geworden!
En ja, die nieuwe vocals, waar hebben die 't dan over?
Wes Hauch, als gewezen militair, veteraan van de 'Iraqi Freedom Operation', blikt terug op z'n wel erg bewogen leventje en de kanker ('Sarcoma') die ontstaat door de hele 'death and distruction' die lui elkaar aandoen. De man weet dus écht waar ie het in z'n deathmetal over heeft...

alt-J (∆) - The Dream (2022)

4,5
Dit volwassen Alt-J weet zich anno 2022 niet alleen te handhaven, ze zetten zich zelfs nog kwiek en fris weer helemaal vooraan in de muziekklas. Eigenzinnig als ze zijn hebben ze het blijkbaar in zich om dat waarin ze goed zijn in stijl te herdefiniëren en er dan nog met verve mee te scoren ook.
Met hun diepzinnige (zelf)reflecties vertoeven ze tegenwoordig overwegend in Hollywoodsferen en vooral ook dromen, vandaar ook de plaattitel, waar de onrustige en donkere waas van leven, dood en seks vrij kunnen rondwaren - brrr, vooral zanger Joe Newman blijkt hevig fan van huiverige truecrime-podcasts. Maar de muziek die ze daarop vertalen klinkt verrassend zo hemels dat het dan toch een melancholische ode wordt aan leven en menselijkheid. Nee, zo catchy en toegankelijk, song na song, hoorde je ze ook nog niet. Heel wat minder handigheidjes en kunstgreepjes dan vroeger bovendien in het geluid en nooit wordt het formulematig. Dit is een plaat in volle rust gemaakt en in een lockdown die nooit opjoeg met deadlines. Zo creëerden ze hier nieuwe weelderige instrumentaties voor de meest uiteenlopende nummers, gevoelige beschouwende ballads en uptempo pop.
In zekere zin is het allemaal ergens zwevend psychedelisch, de sound is een patchwork met fijne stukjes Elvis, The Beatles, filmsountracks, opera, sixtiesgeluid, samples en nog veel meer, alles op één sierlijke lijn gebracht door die prachtstem van Newman.

De aangenaam bizarre Cocacola-song 'Bane' trapt donderend af met filmisch koor en Newman's stem als rode leidraad tijdens een onderzoekstrip naar uiteenlopende ervaringen van verslaving.
Klepper 'U&ME' is een ingetogen ritmisch zomers liefdesverhaal dat luistert als een drugstrip, met video waar Alt-J themselves hun ziel veil hebben voor de hoogst mogelijke duivelsprong in het skatepark. Klepper twee, pulserende Beach Boys-surfpopper 'Hard Drive Gold', tienerfantasie over hoe ooit miljonair te worden. 'Happier When You’re Gone' is gedrenkt in de geur van brandend vee, het bizarre alternatieve Jimi Hendrix-'Hey Joe'-moordverhaal, met treurende strijkers, waarbij nu de vrouw haar vervolger neerlegt.

'The Actor' is een heerlijk rocknummer over wanhoop, drugs en dood en de zoektocht naar the American Dream in het Chateau Marmont Hotel in L.A.
'Get Better' dan, emotioneel het eerlijkste nummer dat Newman ooit schreef, een bijna Don McLean-liefdesballade gegroeid tijdens de pandemie, krachtig in z'n simpliciteit. Het met zowel dramatische opera, piano als stompende Daft Punk opgesmukte 'Chicago', als twee afzonderlijk lijkende, dreigende songs, weidt uit over broer, zus en het onweer over de stad dat een van hen neermaait.

Grootse song is de beatlelesk glinsterende diamant 'Philadelphia', met contrabas en strijkers, een John Barry meets Sergeant Pepper-Abbey Road-Montserrat Cabbalé. 'Walk a Mile' is even eenzame slowtrekker als oude orgelblues, maar wat een verrassende arrangementen, helemaal tot stand gekomen op basis van wiet-improvisaties. 'Delta', een enige spirituele gospel over het heldere licht over de moerassen van de Mississippi.
Het in donker stompend anthem evoluerend 'Losing My Mind', trieste Fleet Foxes- slowcore over vermiste kinderen, met een serie-kindermoordenaar aan het werk.
Alsluiten dan direct daarna met een positief, lichtvoetig 'Powders', immens mooie, trage ballade over een tienerromance vol intens geurende 'powders'.

Een memorabele comeback is dit van Alt-J, met een harmonisch, subtiel album, dat dan ook enkel van hen kan komen. Tegenwoordig blijken ze wel tevreden met het kleine, maar ze vertalen het o zo groots en prachtig in regelrecht hun beste plaat sinds jaren.
Als een fenomenaal mooie droom die uitkomt.

Amenra - De Doorn (2021)

4,5
Een vuurritueel, Gent 2019, over verlieservaring, loslaten en verwerking, brandend kunstwerk, verlaat die duisternis, ga naar het licht! De introspectieve soundtrack, 't ingezongen kader eromheen kwam uit de nieuwe, aangrijpende De Doorn-score, schitterende postmetal van Amenra. De doorn, universeel symbool van afschermen van dreiging, pijn en zelfbescherming of tot bloedens toe verwond worden. Op de hoes symbolisch de 6 Amenra-medewerkers, ondanks doornranken met elkaar verenigd. Ook nog voorafgaand aan de release, in Menen en Diksmuide, gelijkaardige Amenra- performances met 'De Doorn'-nummers.
De score die paste voor Gent: het verbijsterende 'De Evenmens'. Weidse geluidsmuren vol trage, bezwerende plechtstatigheid, daarbinnen poëzielijnen van ontroerende schoonheid. Gezongen, geschreeuwd, perfect in interactie met elkaar gebracht door frontman Colin en, verrassend, Caro Tanghe van Oathbreaker. Ook nog 'Ogentroost', opener nu van de plaat, uit nachtnevels opkomende dreigende drones, verdwijnend in een Carmina Burana op z'n Amenra's, eerste van meerdere tien minuten overschrijdende klankborden vol ontzettende broeierigheid. Het intense 'Het Gloren' dan, rond voordracht in doodse stilte, angstscreams, getormenteerd, met krachtige grooves. Amenra, het zijn meesters in het creëren van atmosferisch evenwicht tussen sludge en doom, tussen luid en stiller. Binnen de klanktapijten laten ze aan jou de ruimte voor de invulling van betekenissen.
Pas binnen zijn ze bij 't nieuwe Relapse-label, debuteert het vermetele Amenra al direct in 't Vlaams! De switch werkt bevrijdender dan ooit. De teksten zijn verbazingwekkend sterk, al gaan ze bij de screams wel wat verloren. Colin legde er zich samen met Peter Verhelst, schrijver, op toe, met in het achterhoofd de inspirerende lyrics uit de kleinkunst.
De finale. Er gleden bij Amenra ook muzikale reflecties overheen Flanders Fields. Het fenomenale 'Voor Immer' zwerft als op een zompige, zotte morgen (de Vanuytsel-sound is niet veraf) over verwoest, door bommenkraters verslagen oorlogslandschap. Een sacraal in verzen gedebiteerd postmetalrequiem, als in één slepend optrekkende dronebeweging, dat finaal met messcherpe riffs en screams openbarst in oorverdovende flitsen van herinnering, dààr was de bloedige gruwel, het immens onmenselijk inferno. Na die catharsis : verpletterende explosiviteit verzacht in louterende terugkeer.
Dergelijke hectische, rauwe sludge-hardcoremomenten zijn toch schaarser geworden op 'De Doorn', hun vijfde dus na de energievretende Mass-reeks. Eigenlijk krijg je nu meer postrock, met empatische, verdiepende spoken-wordpassages en dito meer akoestisch instrumentarium.
Amenra blijft groots, het spreekt met zijn duistere composities, zijn zuiverende, bevrijdende performances intussen al veel meer volk aan dan alleen de diehard metalfan. Een ongekend dynamisch epos als dit getuigt des te meer van hun maatschappelijke engagement en mentale sterkte, daar kunnen ze zowel op plaat als live indrukwekkend mee uitpakken. Amenra met 'De Doorn' is gewoon wereldtop.
'A Solitary Reign' was al terecht een classic in De Zwaarste Lijst. StuBru, is er straks ook nog plaats voor 'De Evenmens' of 'Voor Immer'?

En ja ... bij Amenra heeft 2021 nóg een project in petto, met Igor Cavalera, ex-mepper van Sepultura. 't Kan dus gewoon niet op! Goe bezig, jullie.

Amyl and the Sniffers - Cartoon Darkness (2024)

4,0
Muziek verzacht de zeden. In dat rijtje moet in deze tijden, speciaal voor acute gevallen van verkiezingskater, 'Cartoon Darkness' van Amyl and The Sniffers het perfecte antidotum zijn. Komaan, zet al je pijnen aan de kant voor deze flitsende bende losgelaten Australiërs, een vuige punkrock'n'rollersband die van het van zich afschreeuwen een heel schone kunst heeft gemaakt. Maar pas wel even op, wiens songs je zomaar bij de kladden zullen grijpen en die zo machtig energetisch gloeien dat je je er onoplettend ook hard aan kan schroeien.

Want zeker, zo infectueus zijn ze, van zodra je Amyl and The Sniffers hebt gehoord krijg je hun catchy geluid niet meer uit je hoofd. Omwille van de geniale charmante eenvoud in al die springlevende nummers, een onmiddellijke eigenschap waarvan je dacht dat die enkel voor fris debuterende groepjes als The Sex Pistols, Nirvana of The Strokes was voorbehouden. Maar intussen hebben ze met hun als een komeet gerezen populariteit de weg van doorbraak op de grote festivals al gevonden en konden ze dit album zelfs opnemen in Foo Fighters' 606 Studio's met Nick Launay, producer - alsjeblieft - van Idles en Nick Cave.

De grootste kleppers op het album zijn 'U Should Not Be Doing That', 'Chewing Gum', 'Big Dreams', 'Pigs' en 'Jerkin' '. Maar in al die dertien songs draaiden ze zelfs geen greintje eenheidsworst. Ze lanceren alles in een gevarieerde resem aan stijlen, op en neer, chaotisch, ruig en explosief. Drieëndertig onweerstaanbare minuten die je zo in een razend tempo voorbijschieten.

De felle blondine Amy Taylor is je charismatische Courtney Love van dienst. Rebels scanderend, waar nodig feministisch onpreuts met de borstjes bloot en er met expliciete humor hard en ketterend tegenaan schoppen.

Er moet haar daarbij blijkbaar veel van het hart. Een vat vol maatschappelijke bewogenheid, zo bijvoorbeeld over de grieven van jongeren die de rotte wereld rond hen verguizen en gepassioneerd zelf aan de bak willen of over gedreven vrouwen-issues. Met haar 'Cartoon Darkness', zegt ze, drijft ze frontaal het duistere onbekende tegemoet. Maar ook de breekbare persoonlijke onderwerpen worden niet geschuwd en worden afgehandeld met een punky cool om u tegen te zeggen.

Verwacht van deze gitaarband dus vootal veel bonkend drumwerk, fascinerende riffs en maffe gitaarsolo's, veel van die ritmische hooks op volle speed vooruit. De woedend doorpompende opener 'Jerkin' ' staat daarbij model voor al wat volgt. Zie ze maar eens bezig op die goor fulminerende video ervan, zo helemaal doordrammend dat het helemaal leuk wordt. Luister bovendien naar die meedogenloze headbangers als 'Tiny Bikini', 'Doing In Me Head', 'Do It Do It' of het ultrakorte maar gigantische 'It's Mine'.
Er zitten zowaar ook tragere nummers tussen zoals de introspectieve relatiesong 'Bailing on Me' of het ingetogen 'Big Dreams' (met zijn alternatieve 'Born To Be Wild'-video!). Maar kijk, ook die zijn even briljant.

Prachtig dus toch dit leuke aussiepunkfeestje dat weer van helemaal down under tot bij ons is geraakt. Het viertal deed het zo eerder al tweemaal, met al dat zout, die peper en die pit van hun eerdere albums. Op deze bevrijdende derde doet deze voormalige cultgroep het net zo pretentieloos authentiek en opwindend, met wervelwinden die je rauw uit je sokken blazen. Sterk gewoon in één ruk en van begin tot einde. Dit is kortom één van die onverschrokken pure punkplaten van 2024. Niet te missen, laat ze knallen.

Amyl and the Sniffers - Comfort to Me (2021)

4,5
Hier een vurig oppeppertje voor in tijden van onbetaalbare energie. Heel onlangs zette ik al 'GLOW ON' van Turnstile bij in mijn Heavy Heaven 2021. Moet daaraan al gelijk Amyl & The Sniffers worden toegevoegd. Zijn de Sex Pistols soms terug? Nee, natuurlijk niet, maar, waaw, wat een rauwe orkaankracht op de schaal van onvervalste Punk weten die Aussies hier te ontwikkelen.

Hebben duidelijk van de lockdown gebruik gemaakt om hun supercatchy stijl op te vijzelen tot perfectie. Hadden ook de tijd om stil te staan bij hun existentiële levensvragen. "I'm not looking for trouble, I'm looking for love" ('Security'). Prominent in the picture komt nu daarmee brutale frontpunkster Amy Taylor die haar wilde glassnijdende lyrics over liefde, zelfperceptie en verlangen naar vrijheid dominant declamerend overheen een uitstekend volgende band uitschreeuwt.  Actualiteit, geen platte teksten meer. Even stoer en macho schaduwboksend komt vaak haar onzekere ziel bloot, zo in 'Laughing' of bij de vrouwenhaat en persoonlijke onveiligheid in het meest 'rustige' grungy 'Knifey'.

Maar toch. Als een hete blizzard van opgekropte furiositeit razen ze vanaf sublieme openingsheadbanger 'Guided By Angels' met een zee van almaar afwisselende kolossale riffs doorheen de plaat, bitse gitaren, trashy solo's, opgejaagd rommelende drums. Dertien pretentieloze, maar wel ultradirecte oorwurmen van songs in een complexe mix van woeste punk, moshy hardcore, hiphop-zangstijl en vintage hardrock van de landgenoten AC/DC.

Een oneerlijke keuze van highlights. Naast topper 'Guided By Angels', het aanstekelijke, explosieve 'Freaks to the Front', met heerlijke AC/DC-solo. De duizelende hardcore van 'Choices', stomp in the face van misogyne dickheads. Het schuimende 'Security', dijk van een single, met joelende riffs en gitaarsolo's. Het fantastische funky, zich met melodische groove en wervelende solo opstapelende 'Hertz'. Of hun eigen pure punkrock&roll-lieveling, het meedogenloze 'Don't Need A Cunt (Like You To Love Me). Of 'Laughing', met z'n onstilbare staccato-riff.

Amyl & The Sniffers horen daarmee, met hun uit de duizend herkenbare sound, voortaan autoritair thuis bij de punkvernieuwers. Wat een talenten, wat een sensationele uitstraling, wat een charismatisch uitblinkende frontvrouw. Met een weergaloos frisse stortvloed van songs, waarvan werkelijk elk nummer juweeltje is.

'Comfort For Me', 'Troost Voor Mij'. Maar hun punk is af. Juist, supertroost voor ons.

 

Anaïs Mitchell - Anaïs Mitchell (2022)

4,0
Singer-songwriter Anais Mitchell maakt een plaat met enkel haar naam als titel, dat maakt nieuwsgierig. Anais Mitchell die we al zo groots leerden kennen met haar Broadway-werkstuk 'Hadestown', van de hitplaat 'Young Man In America' en wiens naam alhier pas echt boven water kwam met haar bijdragen op de laatste Big Red Machine van Aaron Dessner en Justin Vernon.
Ze trok zich nu in volle lockdown hoogzwanger terug uit New York in haar geboortestad Vermont en schreef er van daaruit vol heimwee een akoestisch folkmeesterwerkje, vol warme gezelligheid. Want Anais met enkel minimale piano, gitaar, fluitje, alles luistert ineens volgens het less is more- principe. Een verrassend mooie, onbekende kant van een echte artieste. Ze komt met sprookjesachtige en toch volwassen songs, tien kleine charmante waarheden, van 'Broadway Bridge' tot 'Watershed', alles luistert betoverend, melodieus en vol gratie. Haar weemoed gaat recht naar het hart.

Een groot artieste verlaat dus maar even het grote podium, even wennen, maar ze schittert evengoed voor het kleine voetlicht. Kleine songs die zich nestelen, songwriting in zijn puurste vorm. Alles is perfect op zijn plaats gevallen.

Persoonlijke favorieten : 'Brooklyn Bridge', 'Bright Star', 'On Your Way'.

Angel Olsen - Big Time (2022)

4,5
"De veranderingen die mij overkwamen, zo'n hoeveelheid had ik nooit kunnen plannen. Niet te beschrijven hoe magisch het [maken van Big Time] was. Alles was emotioneel om mij heen in mijn leven. En toen ik aan het opnemen was, had ik een plek om het te plaatsen." - Angel Olsen.

En met dit 'Big Time' ontbolstert Angel Olsen zich zo niet alleen weer als singersongwriter pur-sang, ze kroont zich met haar suite van tien nieuwe, zalige countryfolksongs tot een heuse americana-queen. De rust hier, na haar met synthesizers doordrongen 'All Mirrors', haar vorige, en de vurigheid die het nieuwe zesde album uitstraalt is gewoon een geschenk voor elke diepgangzoeker. Want neen, voor Angel verliepen de zaken dus een tijdlang verre van vlotjes. Een understatement voor haar gang door de hel en er weer uit, voor haar weg naar persoonlijke groei. Het geluk van het zich op haar 34ste nog kunnen outen van haar queer-identiteit en daarmee haar liefdesrelatie met schrijfster Beau Thibodeaux werd onmiddellijk doorkruist door de eropvolgende dood van haar pa én kort daarna zelfs die van haar ma. Het zette een rollercoaster van tegenstrijdige, heftige gevoelens in gang.

Het bracht vooral rechtstreeks een eerlijk melancholisch album voort, vol getuigende hartbrekende emotie en verdriet na het terugvinden van geluk. Het komt van een zangeres die haar ziel, kwetsbaarheid en haar persoonlijkheid teder blootlegt. En of dat verhaal aan de ribben kleeft.

Samen met het verschijnen van het album werd bovendien als eerbetoon aan haar moeder ook de 'Big Time Film' uitgebracht, een korte film-noirprent waarin enkele van die hele sterke 'Big Time'-songs als in een donkere droom tot leven komen en raak de essentie van haar 'dark country' illustreren. Net als op het album richt het verhaal zich tegelijk op schuldgevoelens die opduiken wanneer je met verlies wordt geconfronteerd, haar onbewust omgaan met een onderdrukte seksuele identiteit en het loslaten van verleden om naar zelfrealisatie te kunnen overstappen. Bij de vertolking van 'Big Time'-the song verschalkt de film aanvankelijk met genderconforme rollen, terwijl Angel en haar hoofdzakelijk non-binaire en niet-genderconforme cast met iedere dansrotatie levendiger en vrijer uit de verf komen en de bewegingen intenser, de ruimte lichter en vol vreugde raakt. Wat een prachtig kader dus voor de op zich al hoogtepunten 'All the Good Times', 'Big Time','Through The Fires' 'Chasing The Sun'.

Op het album even sterk werk overigens van co-producer Jonathan Wilson. Veel mooie, warme instrumentatie met heel wat strijkers, piano, blazers, akoestische gitaren, waaronder vooral ook de steelgitaar, uiteraard. Ze begeleiden filmisch en deinend de vele emoties en de fraai uitzwermende melodieën. Bij dit alles Olsen's charismatische stem met het heerlijke vibrato, nu eens vrouwelijk, dan weer mannelijk en je krijgt finaal een lieve, elegante plaat die zeker steun zal bieden aan wie het nodig heeft. Een grootse prestatie waarmee ze haar plaats consolideert in het rijtje waar ook een Lana del Rey, Sharon Van Etten, Taylor Swift of ja, Brandi Carlile al thuis zijn. Voor een even superieure als aangename 'big time' kan je dus zeker bij Angel Olsen terecht.

Anne Soldaat - Facts & Fears (2021)

4,0
Muzikale routinier en bezig bijtje Anne Soldaat van ooit het Nederlandse Daryll-Ann had twaalf liedjes klaar en vond eindelijk wat tijd om die aan z'n nieuwe soloplaat te slijten. Soloplaat, nee samenwerkingsplaat eerder, want op z'n weg vond ie Pablo van de Poel als medestander, meer dan een kwart eeuw jonger, begenadigd zanger-gitarist van het Nederlandse DeWolff. Hoe uitstekend dat samen allemaal uitpakt horen we hier. Echt een speels, relaxt feelgoodalbum is het geworden, met bijzondere plaats voor de retrosound en de gitaar van Pablo. Met heel uiteenlopende, melodieuze songs. Poppy, rocky, folky, country, ragtime, groovy, gospel, wat psychedelisch, wat melancholisch. Alles evenwel prettig, gemoedelijk onder één boog samengespannen door de kundige afmixer-producent, weer Pablo. Openen doen ze rocking in de sixties, met het catchy 'One Book, One Life', wiegende stamper met mooie beatleleske allures, handclaps en achtergrondzang. 'You're Hard to Find' gaat fijn op dit sixties-élan door. Ook 'Water Flowing', schiet met een kanjer van een gretige riff uit de blokken, 't gitaarwerk drijft dan aangenaam verder op een onderlaag van orgeltjesnoten. 'An Angel, a Crook and a thief', aanstekelijke poprocker, trapt weer af met de reverbgitaar, ontbolstert zich dan verder tot een stevige dixielandswing. 't Verrassende 'Meet the Other Side' landt vredig met de inschakeling van 'n godsdienstig retraiteliedje vanuit je schooltijd. 'The Bad Town' dan weer, huppelend bluesnummer met opnieuw 'n sterrol voor de gitaarsound. 'I Was Lost', trage retrorocker tussen Neil Young en The Go-Betweens, uitdeinend met schone strijkers. Stersong 'Flip Decision', springerig als 'n Gruppo Sportivo, met onderliggend weer die flatteuze rol voor het Doors-orgeltje en de pa-pa-pa-eindvocals. 'Suffer Silently', da's een zuivere country meeklapper! En ingetogen dan, het zweverig mijmerende 'Pain Train'. 'Hibernation Generation' vervolgens : achter sprankelende melodie, stuwende gitaar en la-la-la-ënd achtergrondkoortje schuilen toch donkerder lyrics. De Anne-singersongerwriter blikt dan op 't einde, in 'The Long Goodbye', in weemoedigheid fraai terug op z'n geliefde geboortehuis. Wat een spontane en zwierige plaat! Om moeiteloos zelfs natte coronazomers mee op te fleuren, dus!

Antimatter - A Profusion of Thought (2022)

4,5
Het palet is behalve zoet ook floraal, met aroma's van vlierbloesem, granny smith en verveine die je neus blijven prikkelen. Je verdiept je in fruitige geuren met perzik en witte bloemen, tot je ook hints van toast en zelfs een vleugje vanille meekrijgt. Amandel en aanwezige bisquit zorgen voor de rijke en volle afdronk...

Zalig fantaseren over uitstekende nieuwe platen als die van Antimatter, het soloproject van de Brit Mick Moss, is net als met een goeie neus al aan de eindejaarswijn zitten. Bij Antimatter grijpt je al onmiddellijk van bij de inkomende rust van 'No Contact' die subtiele klokstem als van Pearl Jam's Eddie Vedder, of ok, evengoed ook die van Bush' Gavin 'Glycerine' Rossdale. Proeven we in het geurig boeket ook weer van die bedrukt dreigende sferen à la Madrugada. Ja zelfs hangt daar, waar telkens de nuchtere sax opduikt, een walmpje Pink Floyd in de lucht. Wis en zeker zit er voorts ook een portie ingetogen Metallica van ten tijde van 'Nothing Else Matters' in de mélange. Dat krachtig trage 'No Contact', emotioneel geladen met zijn herhaald eenzame "I can't feel no contact", het opent het album helemaal sober met akoestische gitaar, maar het gaat tegelijk wonderlijk samen met die ijzer doorsnijdende elektrische geluidsmuren en deemsterige elektronica. Dit alles wordt het album door op z'n eentje gedragen door die voluminineuze stem van Mick Moss. Want, hier is dus inderdaad, voor de achtste keer, Antimatter weer. Ooit gegroeid uit Duncan Patterson's Anathema, tot Mick Moss in 2004 met veel bravoure solo overnam en hij tegenwoordig nog steeds meesterlijk originele mixen blijft serveren uit genres als artrock, grunge, metal en prog.

Dan zeggen dat dit sterke 'A Profusion of Thought' in de pandemie was voortgekomen uit een gevoel van burn-out in de nasleep van het vorige album 'Black Market Enlightenment'. Dan toch maar weer tien kwaliteitsongs op een rij hier, weliswaar eerder en al deels geschreven over een tijdspanne van twintig jaar tijdens de sessies van vroegere Antimatter-platen. Dit Antimatter da's nog steeds manusje-van-alles Mick Moss, die o.a. zang, gitaar, bas, keyboards en percussie zelf voor zijn rekening neemt, maar nu voor de gelegenheid naast sax, fluit en puntviool, o.a. ook Liam Edwards op drums en backing vocaliste, ene Irish Cuyos, voor bijkomende kleur en geluid laat zorgen. Mick doet hier een schoon werk van pure naastenliefde door z'n onaffe songs toch af te maken. Neem het wondermooie akoestische 'Breaking the Machine' dat, in al zijn terughoudendheid, al in 2003 voor het 'Light Out'-album in de steigers stond. Let daarbij wel, dit zijn allesbehalve restjes, er is bovendien finaal grote eenheid van 'sound and thoughts', het geheel kreeg een superieure productie én een artistiek hoogstaande lay-out. Infeite kan je ze nog het best de ideale instapplaat voor het oeuvre van Antimatter noemen, een springplank naar 's mans discografie vol hoogtepunten.

Na de opener groeien in 'Paranoid Carbon' verder ambient en rockgitaren gestaag naar elkaar, met zo'n élan dat Moss het in z'n somber resonerende serenade nog hopelozer lijkt uit te schreeuwen. Eenzelfde balans ook in het fijnbesnaarde 'Heathen'. Daar wil je eigen aanvoelen, ondanks piano, elektronica en fraaie saxofoonfranjes, eerst weer naar de heavyness van grunge, maar neen, dit is wel degelijk, groots en atmosferisch, de emotionaliteit, de melancholie van Antimatter ten voeten uit. In 'Templates' vallen de transcenderende syntheziserbassen en oriëntaalse snaren van de qamancha op. Daaroverheen sluipt Moss' overvloed aan diepgravende gedachten minutenlang ingehouden aan, tot de song finaal met gitaren en al stevig de lucht inschiet. Dan 'Fold', de single, schitterend akoestisch ingeleid, is in fraaie laagjes opgebouwd en er wordt tot aan het intense slot weer zo hartverscheurend gezongen. In het evocatieve 'Redshift' zit Moss dan wat hoger in de stem. Hoor ook die stijlvolle dwarsfluit en vooral weer dat sierlijke saxofoonintermezzo. Antimatter zet de deuren op zijn eigen expressieve wereld open, op zijn breedst.
De zevenminutensong het vurige 'Fools Gold' dan. Doet eerst wat folkrockerig aan in zijn gitaren en met z'n verre Anderson-dwarsfluitnoten, maar alles evolueert naar een prog-universum waarin ongetwijfeld ook Pink Floyd prima zou aarden. 'Entheogen' doet dan net als 'Templates' weer oosters aan en de kwiek springende synths begeleiden dartel de bas en de drums. Slotnummer, het spannende 'Kick the Dog' is gejaagd voorttikkende elektronica die Moss' klagende vocals flankeert tot bij weer die heerlijk vervormde gitaren. Waarrond zich dan finaal ook nog eens een enige gitaarsolo mag ontspinnen.

Mick Moss is een charismatisch heerschap met aangrijpende podiumpresence en gezegend met een van die prachtige vibrerende stemmen in de rock. Komt hier op 'A Profusion of Thought' met zijn meest flexibele en memorabele vocale performance. Man, met wat een scala aan stemklankkleuren laat die rosse bard je zomaar voortdurend alle hoeken van de kamer zien. Vol beroepsernst bouwde hij die tien carrièreoverspannende songs op, smeedde ze om tot een indrukwekkend, robuust en volwassen album dat, zoals een mysterieus droefgeestig Madrugada in zijn beste dagen, bovendien regelrecht door het muzikale hart snijdt. Het project Antimatter zit met betoverend spelplezier (verder) in de allerhoogste regionen van de atmosferische rock. Tijdloze songs, traag en krachtig, die middenin veel duisternis in een trance van sound zolang het licht proberen hoog te houden.

Zoniet eerder, begroeten we Mick Moss en Antimatter dus overgraag op Graspop, op 17 juni 2023. Intussen, zoet met nog zo'n topper van een eindejaarsplaat.

Arno - Opex (2022)

4,0
In 'Opex', Oostende, liggen de roots van Arno, Vlaanderen's mooiste. De Vuurtorenwijk, 'Ostende Phare et Extension'. Zoals 't volk het daar zei: "hij is van 'Opex', een visser, arbeider, uit de wijk daar aan de rechterkant van de haven." Met dit 'Opex'-album groet Arno zijn geboorteplaats andermaal als met een geliefd 'Oostende Bonsoir'. Maar 'Opex' doet ook veel meer, het is zijn in lengten emotioneelste prestatie.

'Vivre' van Arno met de goddelijke piano van Sofiane Pamart was in 2021 al zo'n indrukwekkend intieme retrospectieve van zijn oeuvre. Met op 'Opex' overigens een even prachtig en ontwapenend vervolg ervan met de frisse pianoversie van 'Court-Circuit Dans Mon Esprit' van Santeboutique . Maar intussen stuwde Arno's bootje zijn leven kronkelend verder over de rivier, moedig alle pijn ontwijkend, onderweg liefst gewoonweg lol trappend en zeverend als vanouds. Kan passie voor muziek misschien een eigen vorm van chemotherapie worden? Kan muziek soms je pijnstiller zijn? Kan de drive om toch nog één ultieme plaat te maken je bij het leven houden, je met unieke strijdlust en wilskracht het bloed ondanks alles toch voor honderd procent door de aderen jagen? Het moet ongetwijfeld wel zo zijn. Want zo onverklaarbaar gefocust en helder was alvast Arno, midden zijn kankerbehandeling, midden een pandemie. Vanaf begin 2020 keek hij, meer nog dan naar geplande optredens, toch veruit het meest uit naar dat finale muzikale eindpunt, naar die laatste volwaardige nieuwe plaat die zijn echte muzikale testament moest worden. De meeste songs moesten in één take opgenomen worden, tijdens de resterende goede momenten van de verzwakkende zanger. De band bleef net als Arno supergeconcentreerd en speelde volgens een Bob Dylan-'ik speel en jullie volgen'-principe. Spelen en doorgaan telkens zolang de maestro het aankon.

Maar daarom niet onmiddellijk geslagen zwartgalligheid of louter ingetogenheid op Arno's 'Opex', integendeel. Kijk bijvoorbeeld al maar naar de schitterende grijze albumcover van fotograaf Danny Willems, ogenschijnlijk vol tristesse met een Arno turend over het strand van Oostende, zijn laatste rustplaats. Maar het spiegelbeeld verraadt evenwel zijn gekende jolige kant, Arno draagt een carnavalshoedje. Arno ware ook Arno niet als niet op zijn allerlaatste ook het rockbeest in hem zou blijven opveren. 'I Can't Dance', 'One Night With You', 'Honnête', 'Boulettes'... Die laatste, een à la Tom Waits hortende song vol arnoïstisch frans, kreeg Arno's overduidelijk verhelderend motto mee: "On s'en fou, on fait la fête, embrasse mes deux boulettes."
Ja, en met ook 'One Night with You' erop, dat o zo belangrijke plaatje van Elvis dat Arno - zijn woorden - ooit een muzikaal orgasme bezorgde en triggerde. Bloedstollende prestatie zeker en vast, Arno met de microfoon wiegend in een zetel een Elvis-tribute brengend op zijn fragielst, rauwst schreeuwend, alles eruitpersend.

Zoals, wanneer het einde nadert en je terugkeert tot bij wie en wat je lief was, toont dit 'Opex' overvloedig Arno's innige verwevenheid met familie en vrienden. 'Opex' staat dan ook vol tributesongs en songs met verwanten of vrienden. 'Opex', familieman Arno's persoonlijke 'familiealbum'. Broer Peter blikte bij de release van het album al even terug over hoe hun oma een café had in Opex, op de hoek van de Voorhavenlaan. Over hoe Arno daar net als hem als jong gastje heel vaak is geweest. Over hoe beide ouders gingen werken en moeder's jongere zussen op hen pasten. Hoe oma zong in de cinema als begeleiding bij de stomme films. Maar hoe ook in het café de hele tijd haar stem weerklonk. In het nummer ‘Mon grand-père’ op 'Opex' brengt hij opa Charles Hintjens voor het voetlicht, hij die Arno en Peter meenam naar volksbals en hen toonde hoe de vrouwen te verleiden.

In het van zijn 'Plat du Jour' herwerkte 'I Can't Dance', met het zeer toepasselijke 'My mind doesn't follow my legs', eert Arno evenzeer allereerste compagnon de route Paul Cauter van Tjens Couter en T.C.Matic. Het was begin 2021 dat hij aandoenlijk persoonlijk afscheid is gaan nemen van zijn zielsbroeder. Twee ten dode opgeschreven patiënten samen daar op een palliatieve afdeling voor een allerlaatste jam, kort voor zijn overlijden en het verschijnen van diens even memorabele slotakkoord 'Domisoldo'.

In de gedreven new-waver 'I'm Not Gonna Whistle' plande Arno, zelf galmend bluesy op mondharmonica, dan weer een onuitgegeven wervelend duet met broer Peter op saxofoon, de harmonica en sax vinden zich als vanzelf en, even uitzonderlijk, worden de elektronische beats uitgezet door Felix, Arno's zesentwintigjarige zoon. Evenzo ondersteuning van Felix in de beklijvende opener 'La Verité', Arno's harde waarheid : “Gisteren bestaat niet meer, en morgen bestaat niet. Ik leef vandaag”...
Is daar ook het treurlied 'Take Me Back', met eenzaam repeterende elektrische gitaarakkoorden, waar hunkerende Lonesome Zorro Arno als zwervend over de Oostendse stranden mijmert over een van zijn voorbije liefdes.

'La Paloma Adieu' was tijdens de 'Opex'-sessies Arno's allerlaatst ingezongen lied. Goed, had hij dat lievelingslied zeker ooit al beter gezongen, hier werd het toch het meest dramatische nummer van het hele album. De laatste zucht van de terugkijkende, wegkwijnende zanger. Arno's bijna fluisterend adieu in het meest broze parlando in een zo vurig verlangd, maar enkel in gedachten gehoord duet met Mireille Mathieu. Eerst door corona gescheiden, daalde uiteindelijk zijn Franse engel toch af en dubde ze ongeweten 'La Paloma' in toen Arno al voorgoed was heengegaan. In tranen kon de Franse legende alleen nog maar een ontroerend 'Ave Maria' uitbrengen.

'Opex' is een onbetwistbaar testament, geen postume plaat, zíjn plaat. Een van die albums waarvan je nadien, als epiloog op Dominique Deruddere's 'Charlatan'-documentaire misschien, de making-of ervan zou willen terugzien met de commentaren van alle zo nauw betrokkenen: muzikale rechterhand, producer, bassist Mirko Banović, studio engeneer Michel 'Shelle' Dierickx, jongere broer Peter Hintjens, fotograaf Danny Willems en de vele anderen. Maar zelfs zonder aangrijpende beelden: deze plaat is zonder meer indrukwekkend.
Sedert 23 april 2022 is chevalier Arno Charles Ernest Hintjens voorgoed op bezoek vertrokken bij zijn moeder... Sa vie, c'était magnifique!

Arno & Sofiane Pamart - Vivre (2021)

Alternatieve titel: Parce Que - La Collection

4,5
In Arno's oeuvre liggen de pakkende songs voor 't grijpen. Als de Vlaamse Gainsbourg dan tot een uitgepuurde blind date met enkel piano en bas wordt verleid zoals hier, ja, dan kan dit enkel nog maar meer beklijvende chemie opleveren. De brute emotie van de altijd geïnspireerde Arno, zijn classics nu op de wijze van Tom Waits, de subtiele vingerzettingen van sublieme conservatoriumrapper Sofiane, de overweldigende magie van de arrangementen...Nee, zo'n plaat is dus echt geen klein post-scriptum op de schitterende 'Charlatan'-documentaire-biografie van Dominique Deruddere. Integendeel, weer erg sterk materiaal is dit, in al zijn emotie én eenvoud. Na corona dus graag vliegensvlug het podium op jullie twee! Want 'vivre et jouer,' dat is nationaal erfgoed Arno, chevalier français, z'n leuze, tot zijn laatste dag. Hou je aub zo goed mogelijk, Arno!

At the Gates - The Nightmare of Being (2021)

4,5
ATG, veteranen van de Zweedse deathmetal, kunnen die hier nog wel hun bestaansrecht bewijzen? Een nieuw opus, valt daar nog sterren mee te oogsten of proberen ze gewoon wat beter te klinken door een of ander experimenteel gedraai? Nu pas goed op, ze wáren al buitenbeentje in 't genre. Ze openen dan ook weer zo, vóór 't grote  metalfest begint, in de verte een rommelend onweer, met vredige klassiek-spaanse gitaarpingels...  en die worden brutaal elektrisch gekaapt in een eerste klepper van formaat, 'Spectre of Extinction', waar 't razend geweld, de vuige riffs, de roffelende polka's en boosaardige grunts je de zwarte diepten van de kosmos insleuren. De bakens zijn verzet, 't onvermijdelijke uitzicht op je cataclystische uitroeiing staat klaar. Die dreigende trein, die raast onverminderd verder, doorheen het sinistere 'The Paradox', waarin je laatste sprankel hoop zal worden omgezet in pikzwart pessimisme. De titeltrack dimt dan sonische vaart, voor het eerst, laat zich wat binden op tragere, bijna akoestische gitaarakkoorden. In 'Garden of Cyrus', je schrikt even, neemt een atmosferische deathmetalsax het dan plots over van de voorheen mooi meanderend dansende gitaren. Maar owee, de relatieve rust in die proggy tuin is wel vals, alleen dreiging is er daar opgebouwd. Via een onheilspellende symfonische promenade waarmee 'Touched by the White Hands of Death' opstart, beland je toch weer in 't dode oog van de storm. Wat werkt die opbouw van ATG dus toch weer fantastisch! Heb je dan nog 'The Fall into Time' niet gehad. Schitterend episch, orkestraal, volle Carl Orff-bombast, steeds weer opduikend rondomheen de vijf fel en vernuftig musicerende Zweedse masters. 'Cult of Salvation', met subtiel pianomotiefje dat overleeft tussen zwiepende gitaren. Ook een verbijsterend sterk 'Cosmic Pessimism', in clean diep postpunk parlando, filosoof Eugene Thacker's donkere lyrics gedebiteerd op een fenomenale groove, helemaal buiten de lijntjes, Tool waardig! Dit alles liefst zes maal onderbroken door een scanderend "We do not live, we are lived. Pessimism, the last refuge of hope"! Pas na de allerlaatste in pijn uitdovende noten van 't benauwende 'Eternal Winter of Reason' kunnen de vertwijfelde oogjes in spleetjes weer open. Is de droom, die existentiële nachtmerrie over?
ATG kijkt het genre hier autoritair aan, hun avontuurlijke sound die staat er nog, als een huis. Hun zevende telt alleen maar 45 boeiende, complexe minuten, vol nuances en  schitterende arrangementen. Supermario Jens Bogren werkte alles weer af. Stond ATG ooit aan de wieg,  wel ze staan nu nog steeds, als vernieuwende gidsen zelfs, helemaal voorop, 'At The Gates' van de melodische deathmetal. 't Zijn dus toppers zeker?

AURORA - The Gods We Can Touch (2022)

4,0
Hebben die Noren dan misschien iets met de morgenstond ? Na het welbekende Madrugada is er nu ook een Aurora. Singer-songwriter Aurora, voluit Aurora Aksnes. Ze is evenwel met die voornaam geboren en tegelijk ook met die uitzonderlijke stem van haar. Met die laatste is haar ster pijlsnel gelanceerd aan het popfirmament. Was eerder in 2016 al TikTok-sensatie en streamingtopper met het 'Runaway' dat ook Billie Eilish inspireerde. Recent kreeg haar engelenstem zelfs een mooi plaatsje op de soundtrack van Frozen 2.

Aurora staat voor sprookjesachtige Scandinavische folkpop, bijna dromerig en wat absurdistisch, alles versmolten in akoestische en elektronische texturen en speelse frivoliteit. Met die betoverende opwinding en mystieke intensiteit zit dit hedendaags supertalent inmiddels al op haar top. Ze is bovendien zomaar in staat om in haar soms duistere teksten nieuwe futuristische werelden voorstelbaar te maken.
Op deze plaat evenwel weinig filosofie over wereldverbetering, integendeel ze gaat hier helemaal terug naar het gevoelige innerlijke. Zoals in die blijmoedige song 'Giving In To The Love', met een zekere Cranberries-sound, daar debiteert een op haar eigenheid en onafhankelijkheid steunende Aurora zelfs als opmerkelijkste stelling 'Ik heb het nooit met de wereld gehad, waarom zou ik er dan voor veranderen?'.

Haar plaat vertrekt ergens van en is geïnspireerd op Griekse mythologie waar voor elk van de vijftien nummers telkens iets in verband met een Griekse god aan het heden wordt gerelateerd. Als wijze levensles geeft ze mee dat het menselijk wezen verre van perfect is, meer, dat perfectie blijkbaar ook niet bestaat. De lyrics zijn dan haar verregaande zoektocht naar grote Liefde, maar ook de confrontatie met eventuele kwalijke uitwassen ervan. Eigenzinnige zangeres dus met een visie en mentale sterkte. Maar evengoed hier een vredige plaat vol oprechte liedjes, met tussen de tristesse veel positieve boodschappen en subtiele menselijkheid waarmee de wereld dan toch wel een betere plek zou kunnen worden.

'The Forbidden Fruits of Eden' begint al met betoverende sirenenzang net als die Aurora ook presteerde in de vele-miljoenen-song 'Into The Unknown' van Frozen 2. In het prachtige 'Everything Matters' focust ze - als een volleerde Kate Bush - met hemels opkringelende stem op het belang van de kleine mirakels des levens. Wisselend lieflijke en dreigende piano, met in de achtergrond mistig frans parlando van ene Pomme. Het donkere 'Cure for Me' is dan weer een off-beat Madonna-banger voor de dansvloer, over seksuele vrijheid, wars van de 'normaliteit' die heel vaak door religie of samenleving wordt verwacht.

Een minimalistisch op keyboards drijvend 'You Keep Me Crawling', met intrigerend refreinmelodietje, fungeert dan in haar queeste naar liefde als rustgevend overgangsnummer. Prachtnummer 'Exist for Love', weemoedig slaapliedje met bevend hoog stemmetje over Aphrodite en het spirituele van de liefde, wat een hemels klinkende muziek van Aurora! En 'Heathens' dan nog, met bijbelse Eva die de mensheid in de keuze tussen goed en kwaad de vrije wil schonk te opteren voor het leven in full- color.

Het schitterend wilde, pure 'The Innocent', weer met lieflijk Cranberries-stemmetje en prettig huppelend house-pianootje. Je zal onschuldig naakt dansen voor de open haard, aldus Aurora, tot seksualisering alom er dan toch iets anders zal in gaan zien. Het ingetogen breekbare 'Exhale Inhale', over vrij ademen tegen angst voor jezelf en de wereld en je eigen verantwoordelijk daarin. 'A Temporary High', met doordrammende elektronica, over de fascinatie voor een ongrijpbare vrouw.

Het basic 'A Dangerous Thing', akoestische gitaartokkels overheen kwaad en lelijkheid verscholen in schoonheid.
'Artemis' is een sierlijk walsje met akoestische gitaar en, toch passend hier, hoog solerende bandoneon.
En het als westernscore opstartende 'Blood in the Wine' is een krachtige, weidse song over bloed en wijn en de complexe religieuze symboliek ervan. 'This Could Be a Dream', een ingetogen folksong die aanmoedigt in het duister. Ontdek en ontwikkel je eigen kracht! Het mooie aanhangsel tenslotte, als in een sprookje, spiritueel slaapliedje uit vergeten tijden, is 'A Little Place Called the Moon', van waar Aurora, genietend en hoog op alles neerkijkend, ten afscheid zingt.

Hier dus een unieke alternatieve zangeres die sterk is doorgegroeid tot in de mainstream en nu een monumentale popplaat heeft afgeleverd. Haar spirituele werelden blijven er niettemin even divers als voorheen in verweven en haar goden, ja, zelden toch zagen we de hemel zo tastbaar dichtbij. Grote klasse.

Avishai Cohen - Two Roses (2021)

4,0
Classical meets jazz! Met zijn trio én een 70-koppige Gothenburg Symphony Orchestra tilt grote jazzman Avishai zijn oeuvre nog wat hoger. Dat zijn muziek bovendien vol zit van Arabische en Israelische kleuren doet daaraan geen afbreuk. Wel integendeel!