menu

Hier kun je zien welke berichten Lura als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Fabian Holland - A Day Like Tomorrow (2015)

In 2013 verraste Fabian Holland vanuit het niets met een ijzersterk debuutalbum. Vooral zijn indrukwekkende gitaarspel was het eerste wat opviel. Maar ook de voordracht van zijn liedjes was prima, een echte verhalenverteller. Luister maar eens naar het geweldige Mad Eric, een van de hoogtepunten op dat debuut.

Reikhalzend werd dus uitgekeken naar de nieuwe, A Day Like Tomorrow, of hij aan de hoge verwachtingen kon voldoen. Het antwoord daarop is, volmondig ja. Het duurde even voordat de songs me echt wilde aanspreken, maar langzaam maar zeker begonnen ze toch onder de huid te kruipen. Het is duidelijk dat hij gegroeid is, zowel als liedjesschrijver maar ook als performer.

Vooral zijn ingetogen zang op dit album bevalt me buitengewoon. Wilde hij op zijn debuut weleens iets te veel zijn geweldige techniek op gitaar ten toon spreiden, hier staat alles in de dienst van het liedje. Het niveau van de songs is een stuk consistenter dan op het debuut.

Het bestaat voornamelijk uit eigen werk. Twee covers, House Carpenter en Nobody’s Fault But Mine. Laatstgenoemde traditional werd bekend in de uitvoering uit van gospel blueszanger Blind Willie Johnson.Sindsdien talloze malen gecoverd. Fabian voegt hier een indrukwekkende folkversie aan toe. Zijn eigen liedjes hebben regelmatig interessante onderwerpen.

Opener Four Inch Screen handelt over mensen die optredens en/of vakanties meer beleven van achter de camera van hun Smartphone, dan dat ze daadwerkelijk echt iets mee krijgen van wat er gebeurt. Een jaar of vier geleden kocht Fabian een boot die hij helemaal zelf opknapte. Tijdens die periode leerde hij aan het kanaal waar de boot ligt bijzondere mensen kennen. Hij verhaalt daarover in River.

In zijn periode dat hij in Italië leefde, woonde hij naast een aparte oude vrouw die vanaf haar zevende op het land had gewerkt. Het gerucht ging dat zij in de oorlog zowel affaires met Duitse als met Engelse soldaten had gehad. Dit inspireerde hem tot de song Islay.

In de herfst van 2013 overleed zijn oma op de gezegende leeftijd van 97 jaar. Bij het opruimen van haar woning vond hij de oude tabaksdoos van zijn opa terug. The Old Tobacco Tin handelt hierover. Maar er zijn meer songs met interessante verhalen te vinden.

A Day Like Tomorrow kan daarom gezien worden als een prachtige verzameling verhalende songs.

Fabiano do Nascimento - Dança Dos Tempos (2015)

In tegenstelling tot wat het persbericht van Now Again Records beweert, is dit niet het debuut van Fabiano do Nascimento. In 2012 bracht hij reeds Violao Alma Brasil uit, een album voornamelijk gevuld met werk van Antônio Carlos Jobim, de belangrijkste exponent van de bossa nova.

Fabiano is een nog jonge gitarist, geboren 29 jaar geleden in Rio de Janeiro, maar tegenwoordig woonachtig in Los Angeles. Daar leerde hij zangeres Mia Doi Todd kennen. Hij speelt mee op het vorig jaar van Mia Doi Todd uitgekomen Floresta, overigens in Brazilië opgenomen.

Hierop staat de overbekende traditional Ewé, wat ook op Dança dos tempos terecht is gekomen. Dit opgewekte lied wordt hier prachtig sensueel gezongen door Kana Shimanuki. De legendarische percussionist Airto Moreira, onder andere bekend van Weather Report, speelt ook mee op dit en nog twee andere nummers.

De enige andere musicus op het album is verder nog Ricardo “Tiki” Pasillas, die op 6 tracks meespeelt. De bijnaam Tiki is overigens niet uit de lucht komen vallen, hij speelt namelijk op zeer lichtvoetige wijze trap drums. Het is duidelijk te merken dat Ricardo en Fabiano al heel lang samenwerken, de wisselwerking tussen de twee is enorm groot. Ze voelen elkaar blindelings aan. Fabiano bespeelt op virtuoze en gevoelige wijze de seven string gitaar.

Op Dança dos tempos staan nog een aantal traditionals, zoals het bekende Minha Ciranda, wederom heerlijk gezongen door Kana Shimanuki. De andere twee bekende traditionals zijn Primeira estrella en Nanã, beiden gezongen door Fabiano zelf. Het klassieke tintje aan de cd wordt gegeven door Etude, van de bekende componist Heitor Villa-Lobos. Net als Fabiano geboren in Rio de Janeiro.

Ook vertolkt hij Forro Brasil en O Ovo, van de in Brazilië zeer geliefde muzikant Hermeto Pascaol. Pascaol speelde trouwens heel lang met Airto Moreira samen, onder andere in het Sambrasa Trio. Canto de iemanja is een bekende song van de eveneens in Brazilië zeer geliefde muzikant Baden Powell.

Dança dos tempos eindigt met het zelf gecomponeerde Tupí. Tupí doet niet onder voor de rest van het gebodene. Het is dus te hopen dat een volgende plaat meer eigen werk zal gaan bevatten. Alle songs werden live opgenomen zonder overdubs.

Ondanks de sobere begeleiding op Dança dos tempos weet het van begin tot einde te boeien, met name door de afwisseling van up-tempo nummers en meer ingetogen werk.

Fabrizio Cammarata - Lights (2019)

Anderhalf jaar geleden besprak ik met enthousiasme zijn album Of Shadows. Het liedje Naked for You daarvan behoorde voor mij tot de mooiste liedjes van 2017.

Zijn carrière startte overigens zo’n vijftien jaar geleden met sterk door Nick Drake beïnvloedde muziek. Hij vernoemde zijn begeleidingsband zelfs naar Second Grace, een obscure Nick Drake vinyl bootleg.

Lights is inmiddels zijn zesde album. In opener All Is Brighter valt direct de gelijkenis met de stem van Peter Gabriel op. Van invloeden van Nick Drake is allang geen sprake meer. Hij is in de loop der jaren richting rockmuziek opgeschoven.

De uit Palermo afkomstige zanger zingt in het Engels, maar wel met veel Italiaans temperament. Hij is een uitstekend zanger, die op optimale wijze zijn stem benut. Naast ritmische uptemponummers vindt men ook wat meer ingetogen liedjes als Blue, waar hij op inventieve wijze gebruikmaakt van zijn kopstem.

Lights ligt in het verlengde van Of Shadows, wellicht iets toegankelijker en zeker niet minder mooi. Net als de voorganger kwam het mede tot stand dank zij het Italiaanse ministerie van Cultuur en Toerisme. Helaas komt Cammarata deze keer niet naar Nederland om het album te promoten. Liefhebbers van Of Shadows zullen volgens mij ook Lights weer weten te waarderen.

Fabrizio Cammarata - Of Shadows (2017)

4,0
In eigen land is Siciliaan Fabrizio Cammarata al jaren een gerespecteerd singer-songwriter. Zijn debuutalbum Rooms kwam uit in 2011 en sindsdien deelde hij reeds het podium met Patti Smith, Ben Harper, Iron & Wine, Emiliana Torrini en van de week nog met Carmen Consoli.

Dat het wel snor zit met zijn talent, blijkt ook wel uit feit dat Of Shadows in Duitsland op het kwaliteitslabel Haldern Pop uitkomt, waar ook artiesten als Chris Pureka en The Slow Show onderdak vinden.

Verrassend is dat Cammarata in het Engels zingt. Toch hoor je natuurlijk regelmatig zijn Italiaanse temperament terug, zoals in afsluiter Mi Vida. Naast liefdesliedjes vormt het veelvuldige reizen een thema in zijn songs.

Zijn prettige stem vertoont bij uithalen in het hogere bereik enigszins gelijkenis met Phil Collins. Voorafgaand aan de release trok single en opener Long Shadows de nodige aandacht.

Vanaf track vijf, Lorca’s Roses met zijn onderhuidse spanning vind ik het repertoire een stuk sterker dan de eerste vier nummers. Vooral Naked for You kent een spannende ritmische opbouw en behoort tot de fraaiste songs, die ik dit jaar hoorde. Overigens is het de enige song, waarop ik mijn tanden op stuk bijt om te doorgronden waar het over gaat.

Naast de gitaar maakt hij op subtiele wijze gebruik van elektronica. Alleen in I Don’t Belang Here maakt hij gebruik van de piano. Producer van dienst was Dani Castelar (Paolo Nutini, Editors).

Of Shadows kwam mede tot stand dank zij het Italiaanse ministerie van Cultuur en Toerisme. Zouden wij in Nederland een voorbeeld aan kunnen nemen, helaas wordt hier alles wegbezuinigd. Of Shadows wist mij al na enkele luisterbeurten te overtuigen.

False Lights - Salvor (2015)

Soms gaan dingen razendsnel. Van de week stuurde ik een Facebookberichtje naar Jim Moray om hem te complimenteren met zijn werk als producer van het album van Tir Eolas. En tevens de vraag wanneer ik een recensie zou kunnen schrijven over de opvolger van het prachtige solo album Skulk. Tot mijn verbazing kreeg ik binnen enkele minuten antwoord en was ik een Bandcamp downloadcode voor Salvor van False lights rijker!

False lights werd door hem en Sam Carter opgericht tijdens een avondje hangen aan de bar van een pub. Het idee was om een folk-rock groep in de stijl van de late jaren zestig op te richten. Beiden zijn al gevestigde namen in de folk en hebben al diverse solo albums op hun conto. Sam Carter behoort tot de beste finger-picking gitaristen van Engeland. Verder werden Nick Cooke (melodeon), Tom Moore (viool), Jon Thorne (bas) en Sam Nadel (drums) gerecruteerd.

De naam van de groep is ontleend aan het boek The Wreckers van Bella Bathurst. De valse lichten staan in dit boek voor nep vuurtorens om schepen op de klippen te laten lopen. En Salvor staat voor degene die wrakstukken bergt.

De meeste van de traditionals op Salvor zijn terug te vinden in de Round Folk Song Index, waarin bijna 25.000 songs zijn verzameld door de voormalige bibliothecaris, Steve Roud. Zijn index is een combinatie van de Broadside-index en de bronnen van Francis James Child (The Child Ballads).

Al in opener The wife of Usher’s well (Child ballade 79) wordt duidelijk dat je niet te maken hebt met een doorsnee folk-album, met name door het zeer aparte koortje en de energierijke manier waarop het gebracht wordt. Bekend geworden door onder andere Steeleye Span en Karine Polwart.

Mooi is het gitaarspel in Polly on the shore. Andere bekende vertolkingen hiervan zijn van Fairport Convention en van Trees op het vergeten klassieke folkalbum On the Shore. Bijzonder origineel is de toevoeging van een mondharmonica aan The banks of Newfoundland, geschreven door opperrechter Francis Ford in 1820.

Behoorlijk opzwepend is, vooral door de drums, Skewball, vernoemd naar een achttiende eeuwse paardenrace. De heerlijke instrumental The Charlesworth hornpipe, gespeeld in 3/2, is het meest moderne stuk op Salvor. Het is geschreven door Ian ‘Sam’ McGrady en is terug te vinden op zijn album Northern Frisk uit 1988.

Het gedragen, ingetogen en prachtig gezongen The indian’s petition, is ontleend aan het liederen- en hymneboek van William Walker uit 1866. Ook een religieuze achtergrond heeft How can I keep from singing? Op de cd compilatie Wake the valted echoes van Peter Bellamy vond men de traditionals Tyne of harrow en The maid of Australia. Oh death is een Amerikaanse folktraditional, bekend geworden door Dock Boggs. Heel mooi is afsluiter Crossing the bar, dat gedragen wordt door orgel en trompet.

Salvor krijgt overigens in Engeland al de nodige zeer positieve kritieken, waaronder van autoriteit op het gebied van folk, Froots. Zij beloonden Salvor met de maximale score, en spraken bovendien de verwachting uit dat het misschien tot een opleving van de folkrock kan leiden.

Salvor kenmerkt zich door gevarieerdheid, avontuur, originaliteit en de energie waarmee de songs gebracht worden. Tevens kan het gezien worden als een schatkamer van het (her)ontdekken van andere prachtige folk.

Faten Kanaan - Afterpoem (2023)

4,0
De mysterieuze componiste Faten Kanaan groeide gedeeltelijk op in het Midden-Oosten (Syrië, Palestina, Jordanië en Libanon) en in Walsrode, precies in het midden gelegen tussen Hamburg, Bremen en Hannover. Tegenwoordig woonachtig in Brooklyn, New York.

Veel is er verder niet over haar bekend. Aangezien ze veel gebruik maakt van repetitieve structuren zoals in het moderne minimalisme en haar muziek verder doorspekt wordt door Barok invloeden neem ik aan dat Kanaan klassiek geschoold is. Daarnaast gebruikt ze contrapunt als verhalend instrument om muziek te creëren die mysterieus, smoezelig en diep melodieus is.

Vooral het mysterieuze element maakt haar muziek bijzonder aantrekkelijk voor mij. Vanaf de eerste beluistering werd ik dan ook meteen het instrumentale Afterpoem ingezogen. Verder laat zich de muziek moeilijk omschrijven, behalve dat die uniek is.

Kanaan over haar intenties met muziek : "I find pleasure in music as a language that nudges and hints. There's a potential that lives in things left unsaid... meanings drifting in and out of focus... hovering like spirits. It's a romantic and earnest album... of yearning for lost places and people, while still looking out at the world with tenderness and humour".

Bron : Music that needs attention - musicthatneedsattention.blogspot.com

Fatoumata Diawara - Fenfo (2018)

Alternatieve titel: Something to Say

4,5
Als twaalfjarige was ze behoorlijk recalcitrant, wat onder andere bleek uit haar weigering nog langer naar school te willen gaan. Het noopte haar ouders om haar disciplinair te straffen en haar naar Bamako te sturen, om daar verder door een tante te worden opgevoed.

Haar tante was actrice en zo bevond ze een paar jaar op de set van een film, waar ze door haar uiterlijk aandacht trok van de regisseur, die haar uiteindelijk een piepklein rolletje gaf in de film “Taafe Fangan”( The Powe of Women).

Reeds op haar achttiende vertolkte ze in Parijs de klassieke Griekse rol van Antigone. Vele filmrollen volgden. Tijdens het wachten op de filmset doodde ze dan regelmatig de tijd met zingen, wat uiteindelijk ook leidde tot een muzikale carrière (ze is trouwens ook nog danseres).

Zeven jaar geleden werd haar magnifieke debuutalbum Fatou, zowel door pers als publiek bijzonder enthousiast ontvangen. Het bestond voornamelijk uit redelijk ingetogen repertoire.

Op Fenfo werkt ze samen met de bekende Franse zanger en producer Matthieu “M” Chedid. Diawara was vorig jaar te horen op zijn bekroonde album Lamomali. De keuze is wonderwel goed uitgevallen. In tegenstelling tot het debuutalbum is er deze keer veel ruimte voor vrolijke, energieke en swingende Afrobeat ritmes.

Het levert een aantal aanstekelijke liedjes op, met misschien als beste voorbeeld Dibi Bo. Zo klinkt Negue Negue voor mij als een Afrikaanse variant van Talking Heads op Remain in Light. Ze zingt ook nu weer in haar moedertaal en heeft zo als de titel aangeeft het nodige te vertellen.

Single Nterini gaat over het steeds groter wordende migratieprobleem in de wereld. Een warme ode aan haar moeder vormt Mama. Verder bezingt ze onderwerpen als respect, armoede, uitzichtloosheid, nederigheid en over een betere wereld voor de toekomst.

Onlangs kon tijdens een uitverkocht concert in de Amsterdamse Tolhuistuin het publiek al kennismaken met het ijzersterke nieuwe album. 5 augustus is ze terug voor een concert in de grote zaal van het Concertgebouw en aanstaande zondag is ze vanaf 10.30 uur te zien in het onvolprezen programma Vrije Geluiden.

Faye Webster - Atlanta Millionaires Club (2019)

4,0
De nog maar eenentwintigjarige talentvolle singer-songwriter Faye Webster is met Atlanta Millionaires Club al toe aan haar derde album.

Op haar zestiende debuteerde ze met het in eigen beheer uitgebrachte americana album Run & Tell, met naast eigen nummers een cover van Springsteens Dancing in the Dark. Op dit album is ze nog duidelijk op zoek naar een eigen geluid.

Dat eigen geluid begint op haar titelloze tweede album gestalte te krijgen en dat ze nu definitief gevonden lijkt te hebben. Webster komt uit een zeer muzikale familie, zo was bijvoorbeeld haar opa een Texaanse bluegrass gitarist, vandaar de countryinvloeden.

Ze vertoefde ook geruime tijd in hiphopkringen en is geluidtechnisch Aaliyah haar belangrijkste invloed. Hierdoor klinkt regelmatig moderne R&B door in haar liedjes.

De relaxte opener Room Temperature klinkt of je naar een moderne uitgave van De Kilima Hawaiians zit te luisteren, een gevoel wat zeker versterkt wordt als je online de bijbehorende video bekijkt. De steelgitaar speelt dus een belangrijke rol, maar ook de regelmatig subtiel aanwezige Wurlitzer.

Spil in het geheel is echter de veelal lome stem van Webster. De liedjes zijn allen erg persoonlijk, die veelal over hartzeer en andere liefdesperikelen gaan. In eerste instantie was Webster bang om het beestje bij de naam te noemen, maar liet dat idee uiteindelijk varen.

Prijsnummer Jonny gaat dus daadwerkelijk over een jongen die zo heet. Een liedje waarin ze zichzelf erg kwetsbaar opstelt : “Jonny, do you see what you’re doing? What you’re making me think about? This wasn’t supposed to be a love song, but I guess it is now.”. Het kent een sublieme opbouw, waarvoor zelfs strijkers uit de kast gehaald worden en de kers op de taart aan het slot de saxofoon is.

De eerste helft van de songs neigt meer naar country en de andere naar moderne R&B. Helaas beschik in niet over de credits, maar haar geweldige begeleiders zijn een absolute meerwaarde. Hopelijk begeleiden ze Webster als ze op 31 mei optreedt op het Best Kept Secret Festival en het verslavende Atlanta Millionaires Club wordt voorgesteld.

Faye Webster - I Know I'm Funny Haha (2021)

4,5
Voormalig president Barack Obama is niet alleen een sympathiek en intelligent man, maar blijkt daarnaast een uitstekende muzieksmaak te hebben. Hij rekende Better Distractions van Webster tot zijn favoriete liedjes van vorig jaar. Deze vooruitgesnelde single meandert heerlijk voort op de onweerstaanbaar lome zang van Webster. Het is de opener van haar inmiddels vierde album I Know I’m Funny haha. Ook deze keer vervult de pedal steel van Matt “Pistol”Stoessel een belangrijke rol. De meeste songs worden bijzonder subtiel en relaxt ingekleurd. Zo is bijvoorbeeld de fluwelen trompet van Henry White te horen in A Dream With a Bass Player en een heerlijke toetsenpartij van Nick Rosen in Kind Of. Als haar grootste muzikale invloed noemt Webster de Japanse zangeres mei ehera. Ze wist mei ehara te strikken voor een duet in Overslept. Voor A Stranger gebruikte Webster een grote hoeveelheid strijkers. Een overstuurde gitaar zorgt voor een psychedelisch tintje in Cheers. In afsluiter Half of Me bewijst ze haar grote talent, ze nam het in haar eentje thuis bijzonder sober op. Toch weet ze de aandacht van de luisteraar gemakkelijk vast te houden. Op I Know I’m Funny haha zijn de uitstekende liedjes nog meer uitgekristalliseerd naar een eigen geluid. Ze overtreft hiermee de reeds uitstekend ontvangen voorganger Atlanta Millionaires Club.

FEET - What's Inside Is More Than Just Ham (2019)

Hoe grillig het weer in Engeland kan zijn, bleek maar weer eens de afgelopen week tijdens het wereldkampioenschap wielrennen in Yorkshire.

Hetzelfde gaat op voor de liedjes op het debuutalbum What’s Inside Is More Than Just Ham van de groep FEET. Deze jonge honden, die barsten van de energie, scheppen er een genoegen in om hun liedjes te voorzien van de nodige tempowisselingen.

Deze voormalige studenten aan de Universiteit van Coventry besloten op 30 januari 2016 voor de lol een bandje te beginnen. Tot hun grote verbazing hadden ze eind 2017 meteen succes met hun 7 inch Petty Thieving/Macho Macho. Petty Thieving is trouwens terug te vinden op hun debuut.

In het persbericht wordt hun muziek omschreven als Britpop meets indie-punk en wordt gesteld dat ze beïnvloed worden door Shame, Parquets Courts en Blur. Maar ik hoor ook bijvoorbeeld invloeden van The Jam en The Clash. Wie goed luistert hoort ook invloeden uit andere genres, zoals bijvoorbeeld uit de Braziliaanse muziek in Chalet 47 tot aan doowop invloeden in het titelnummer.

Overigens komt het Engelse weer te sprake in English Weather. In het refrein zingen ze “You better pack an umbrella.”. Voor hun muzikale carrière lijken ze die paraplu niet nodig te hebben, want ik zie een zeer zonnige toekomst in het verschiet. Eerder dit jaar waren ze reeds te zien op Eurosonic, ik verwacht niet dat het lang gaat duren voordat dit energieke gezelschap hier de podia opnieuw onveilig gaat maken.

Femi Kuti - Stop the Hate (2021)

Alternatieve titel: Legacy +

4,0
Femi en Made zijn respectievelijk de zoon en kleinzoon van de legendarische Fela Kuti, die met zijn Afrobeat de Afrikaanse muziek vernieuwde. Afrobeat is een combinatie van jazz, Yorubaanse muziek, funk en highlife. Met zijn eerste band Koola Lobitos maakte Fela Kuti begin jaren zestig furore in het Londense clubcircuit. In 1969 nam hij met deze band een album op in Los Angeles, wat acht maanden zijn thuisbasis werd. Hij raakte daar bevriend met Sandra Isidore, die hem onder andere liet kennismaken met het gedachtegoed van Malcolm X. Sindsdien zou zijn muziek compleet in het teken staan van sociale ongelijkheid, (rassen)discriminatie en corruptie. Fela’s moeder was trouwens een vooraanstaand politicus in zijn geboorteland Nigeria. In de jaren zeventig brak hij wereldwijd door mede dankzij grote hits als Lady en Gentleman. In 1983 trad Kuti op in het Concertgebouw. Dat concert werd twee jaar later op cd uitgebracht. Zoon Femi werd in 1962 in Londen geboren, maar groeide op in Lagos, Nigeria. Muzikaal gezien onderging hij een harde, bijna Spartaanse, leerschool in de band van zijn vader. In 1986 verzamelde hij de moed om onder het zware juk van zijn vader vandaan te komen en startte zijn eigen band Positive Force. Heel lang bleef Positive Force in de schaduw van zijn vader’s band staan. Anno 2021 is Femi allang een zeer gerespecteerd musicus. Stop the Hate is inmiddels zijn elfde album. Ook Femi kaart thema’s als sociale ongelijkheid, (rassen)discriminatie en corruptie aan. Maar ook onderwerpen die nog dichter bij hem staan. Young Boy/Young Girl is opgedragen aan zijn zoon Omorinmade. Intussen staat een andere zoon, Made, aan de muzikale poort te rammelen om het stokje te gaan overnemen. Vanaf een jonge leeftijd speelt Made al in de band van zijn vader. For(e)ward is zijn debuutalbum, wat al in 2019 af was. Vlak erop begonnen vader en zoon aan Stop the Hate en Femi opperde het idee om na voltooiing beide albums samen uit te brengen en zo geschiedde. Op For(e)ward zoekt Made meer de grenzen op van de Afrobeat en probeert duidelijk een eigen signatuur aan zijn muziek te geven. Het eindresultaat, twee spetterende en urgente albums, die de erfenis van de naam Kuti nog groter maakt.

Fern Maddie - Ghost Story (2022)

4,5
Net als het bijzonder fraaie Scoundrel van Sam Burchfield werd het debuutalbum Ghost Story van Fern Maddie mij onlangs getipt door mijn Amsterdamse muziekvriend Henk (nogmaals dank). Ook dit album is voor mij een schot in de roos.

Fern Maddie is een jonge geitenhoeder, multi-instrumentalist, singer-songwriter en heeft een podcast over traditionele muziek (Of Song and Bone). Haar leven brengt ze voornamelijk door in haar houten hut in het noorden van de bergen van de Amerikaanse staat Vermont. Daar werd gedeeltelijk haar debuutalbum opgenomen. De rest werd vastgelegd in Colin McCaffrey’s studio in East Montpelier, Vermont. Naast coproducer speelt McCaffrey bas, viool en altviool.

Ghost Story bestaat uit een uitgekiende combinatie van eigen werk en traditionals, die ze volledig naar haar eigen hand zet. Door haar vader kreeg ze in haar jeugd de Britse en Ierse traditionele muziek met de paplepel ingegoten. Dat is duidelijk terug te horen in de vertolkingen van The Maid on the Shore, Ca’ the Yow, Northlands en Hares on the Mountains. Laatstgenoemde traditional werd recent ook glansrijk vertolkt door Bella Hardy op haar nieuwste album Love Songs.

Haar muzikaliteit erfde ze van haar betreurde, veel te vroeg overleden vader Mark Sutton-Smith. Het album is aan hem opgedragen. In de toepasselijk getitelde afsluiter You Left This zit een korte pianosample verborgen van diens compositie In Memory Of. Naast invloeden uit de traditionele muziek, zijn ook sporen te vinden van artiesten als June Tabor, Kate Rusby, Rhiannon Giddens, Diane Cluck en Joni Mitchell.

De meeste composities klinken redelijk traditioneel, maar soms ook meer experimenteel, zoals in het ingenieuze en instrumentale Green Grass Growing, met fantastische percussie van An Erbaum. Regelmatig klinkt ook het desolate door in haar muziek van haar woonomgeving. Ghost Story werd door The Guardian tot folkalbum van de maand juli verkozen en kreeg daar vijf sterren, volgens mij geheel terecht.

Findlay Napier - Glasgow (2017)

4,5
In eigen land is Findlay Napier allang een gerespecteerd singer-songwriter, buiten het Verenigd Koninkrijk wil het nog niet zo vlotten. Zijn solodebuut Very Interested Persons werd al bedolven onder lovende kritieken, hetzelfde gebeurde ook al de afgelopen weken met zijn nieuwe album Glasgow.

Folkradio UK noemde hem terecht “One of the finest songwriters and storytellers of the contemporary Scottish folk scene”. De opvallende hoesfoto is van Pulitzer Prize winnende fotograaf Raymond Depardon, genomen in Glasgow.

Alle songs hebben betrekking op deze stad en worden tussendoor verbonden door toepasselijke straatgeluiden. Zo begint het album met het luiden van kerkklokken, omdat opener Young Goths in the Necropolis zich afspeelt op een kerkhof.

Producer Boo Hewerdine, zelf een begenadigd singer-songwriter, heeft gekozen voor een zeer sobere benadering. Hierdoor wordt de indringende voordracht van Findlay nog eens versterkt. Er is gekozen voor het gebruik van slechts twee gitaren, piano (in slechts één nummer) en achtergrondzang (in enkele nummers).

Ook was het Hewerdines idee om te kiezen voor ongeveer de helft aan covers, een keuze die wonderwel goed heeft uitgepakt. Fraaie covers onder anderen van A Walk Across the Rooftops van The Blue Nile, Glasgow van Julia Doogan en Cold Liver Oil and the Orange Juice, wat bekend werd door Hamish Imlach. Het is een hilarische bewerking van de gospel klassieker Virgin Mary Had a Little Baby. Vooral laatstgenoemde nummer wordt sterk gebracht.

Van de zelf gecomponeerde liedjes schreef hij er drie samen met Hewerdine, die zeker zo mooi zijn als de covers. Een groot voordeel van de sobere werkwijze is dat dit repertoire zich gemakkelijk laat vertalen naar het podium.

Het wordt hoog tijd dat deze geweldige performer op de Nederlandse podia te zien zal zijn. Een fan omschreef trouwens op de Facebookpagina van Findlay kort en bondig het album: “It's like Findlay is taking you on a city tour through space and time”. Hier zou ik in plat Nederlands aan toe willen voegen, maar dan wel een verrekt mooie.

Fink - Bloom Innocent (2019)

4,0
Enige tijd geleden kwam ik de Britse singer-songwriter Fin Greenall, oftewel Fink, tegen in de credits van So It Turns van de Schotse zangeres Rachel Sermanni. Kennelijk had hij haar kunnen motiveren om weer een album te gaan opnemen. Hijzelf heeft dat niet nodig, regelmatig verschijnen zijn albums.

In Nederland begon het balletje echt te rollen in 2014, dankzij het nummer Looking Too Closely van het album Hard Believer. Een album waaraan de Nederlandse zanger en pianist Ruben Hein meewerkte. Bloom Innocent is intussen zijn zevende album en de tweede onder de productionele leiding van Flood.

Slechts acht, vrij lange nummers, waarvan er verscheidene live zijn opgenomen : "It's a spacious, capacious, eight-track wonder glowing with a delicate piano, ear-tingling guitar and soulful, woody vocals. The sonics have been lost a little bit these days. Think of the great Pink Floyd records or classic Radiohead records. I yearn for that time, for that attention to detail, for that sonic landscape. It’s not just about guitar, bass, drums and keys. It’s about creating an atmosphere.", aldus Fink.

Doordat de muziek nogal gelaagd is, dient de luisteraar flink wat tijd te investeren om de muziek goed op zich te laten inwerken, maar wordt dan dubbel en dwars terugbetaald. Het is maar de vraag of er in deze huidige, snelle maatschappij nog veel muziekliefhebbers zullen zijn, die dat willen doen, ik in ieder geval wel. Een mooi, atmosferisch album was mijn beloning.

Fink - IIUII (2021)

Alternatieve titel: It Isn't Until It Is

4,5
IIUII kan gezien worden als een logisch vervolg op het vorig jaar verschenen Bloom Innocent - Accoustic. Samen bracht hij daarop met Tim Thornton en Guy Whittaker live een aantal akoestische versies van het prachtige, atmosferische album Bloom Innocent. Deze keer koos Fin Greenall voor een prachtige bloemlezing van essentiële nummers uit zijn oeuvre tot nu toe. Het drietal toog deze keer naar de JRS studios in Berlijn en nam daar live een dozijn songs op. Ongeveer voor de helft akoestisch. Op de overige songs is ook een elektrische gitaar van de partij. Het goed op elkaar ingespeelde trio kleurt wederom de songs op inventieve en andere wijze in en voegt zodoende nieuwe relevantie eraan toe. Zelf ben ik Fink beginnen te volgen vanaf het album Perfect Darkness. Uiteraard ontbreekt van dit album Warm Shadow niet. En uiteraard ook niet songs als Biscuits en Sort of Revolution. Maar de overige songs doen er eigenlijk niet voor onder. Fink staat bekend vanwege zijn uitstekende live reputatie, dus is het een goede keuze geweest om de songs live in de studio op te nemen. Bij IIUII zit trouwens een prachtig vormgegeven tekstboekje. Ook voor wie alles van Fink al in huis heeft, vormt IIUII een welkome aanvulling. Voor eind maart/begin april staan optredens gepland, hopelijk gaan die door.

Fink live :

28 maart: Nijmegen, Doornroosje
29 maart: Zwolle, Hedon
30 maart: Groningen, Oosterpoort
1 april: Utrecht, TivoliVredenburg
2 april: Amsterdam, Paradiso
3 april: Amsterdam, Paradiso

Finn Andrews - One Piece at a Time (2019)

4,5
Al in 2014 liep Finn Andrews, de frontman van The Veils, met plannen voor een soloalbum rond. Eind 2014 speelde hij op het festival Stille Nacht in Rotterdam al het fraaie What Strange Things Lovers do en een aantal andere nieuwe liedjes, die het album overigens niet haalde.

Eind 2017 had Nederland tijdens een korte solotoer wederom de primeur om als eerste One by the Venom, The Spirit in the Flame en One Piece at a Time te horen. Drie liedjes die toen meteen indruk maakten. Eerstgenoemde is trouwens in een geheel afwijkende versie op One Piece at a Time terechtgekomen.

Een goede voedingsbodem vormde zijn in 2016 op de klippen gelopen relatie. Hij verruilde hierna Londen voor Nieuw-Zeeland om aan zijn soloplaat te gaan werken en om de juiste muzikanten om zich heen te verzamelen.

One Piece at a Time is een wonderschoon, ingetogen, melodieus en rijk gearrangeerd album geworden. Met name de strijkers spelen een belangrijke rol in het geheel, het beste voorbeeld hiervan is waarschijnlijk de opzwepende strijkers in One by the Venom. Die ingenieuze strijkersarrangementen werden verzorgd door Victoria Kelly.

Naast een aantal liedjes over de verbroken relatie is Hollywood Forever een verwijzing naar een begraafplaats in Los Angeles. En Al Pacino waren de eerste twee woorden die zijn vader, de bekende muzikant Barry Andrews, hem leerde.

Het album werd live opgenomen in The Lab in Auckland en gecoproduceerd door Tom Healy (Tiny Ruins). Op het album wordt Finn Andrews onder andere ondersteund door bassist Cass Basil, drummer Alex Feer, Tom Healy en de zangeressen Reb Fountain, Nina Siegler en Victoria Kelly.

Ondanks dat One Piece at a Time nog geen vierendertig minuten duurt maken de tien snel beklijvende liedjes grote indruk. Bovendien is het een album waar je zeer gemakkelijk naar teruggrijpt. Gelukkig komt Finn in mei naar België en Nederland om dit wonderschone album te promoten.

Finn Andrews live met volledige band:

16-05 GENT: Minard Theater
19-05 DEN HAAG: Paard
20-05 AMSTERDAM: Paradiso Noord
22-05 NIJMEGEN: Doornroosje
23-05 APELDOORN: Gigant
24-05 GRONINGEN: Vera

Fionn Regan - Cala (2019)

Sinds halverwege de jaren van het vorige decennium volg ik de carrière van de Ierse singer-songwriter Fionn Regan nauwgezet. De in Bray geboren en getogen zanger kon meteen vanaf zijn debuut The End of History op de nodige bijval rekenen, zowel van publiek als pers. Zo werd hij onder anderen genomineerd voor de Mercury Prize. Ook werd hij gesampled door Bon Iver en acteur Rhys Ifan (vooral bekend van Notting Hill) liet de tekst van Be Good or Be Gone op zijn arm tatoeëren. Cala is intussen zijn zesde album. Regan ziet vergelijkingen met zijn debuut The End of History, vooral qua toonzetting. Bovendien werden beide albums geschreven in Regan’s huis in Bray. Geen wonder dan ook dat in zijn teksten regelmatig de woorden stars, moon, ocean en sun opduiken. Cala is trouwens volgens google translate het Spaanse woord voor kreek. Zijn fraaie vertellingen worden zoals gewoonlijk ondergedompeld in subtiele, voortkabbelende, ingetogen muziek. Regelmatig treedt akoestische fingerpicking op de voorgrond, af en toe de piano en elektronica. Zijn rustgevende stem is voor mij echter de kers op taart. Cala is een prachtige aanvulling op zijn toch al uitstekende oeuvre.

Fionn Regan - The Meetings of the Waters (2017)

Pitchfork had op 2 februari de videoprimeur van het titelnummer van The Meeting of the Waters. Sindsdien is het ook te beluisteren op Spotify, wat intussen al meer dan twee miljoen keer gebeurd is. Terecht volgens mij, want in het nummer wordt op inventieve wijze gebruik gemaakt van dynamiek en bezit het een heerlijk ritme.

Lucinda Williams noemt hem “his generation’s answer to Bob Dylan” en daar kan ik me redelijk in vinden. Folk vormt de basis van zijn muziek, alhoewel hij net als Dylan midden jaren zestig de akoestische voor de elektrische gitaar verruild op The Shadow of an EmPire en meer rockgeoriënteerde muziek ging maken. Gelukkig keerde Regan hierna terug naar het rustige folk idioom.

Overigens kwam ik Regan pas in 2011 op het spoor door de buitengewoon enthousiaste recensie van Krenten uit de pop over 100 Acres of Sycamore, wat ook direct op mij grote indruk maakte. Meteen schafte ik ook zijn andere albums aan. Naast 100 Acres of Sycamore werd zijn debuut The End of History uit 2006 volledig door mij omarmd.

De nieuwe cd liet een behoorlijke tijd op zich wachten en laat een meer avontuurlijker geluid horen, vooral door het gebruik van elektronica. Gelukkig gebeurt dit op een organische wijze. Intussen is ook het bijzonder fraaie Cormorant Bird als video vrijgegeven. Op zijn website is trouwens geen enkele informatie over het album te vinden, gelukkig spreekt de fraaie muziek voor zich.

Zo wordt Turn the Skies of Blue on opgesierd met subtiele percussie. In sommige nummers, Cape of Diamonds is er een van, kiest hij voor een wat commerciëler geluid. Het gebruik van trommels is hier iets uitbundiger, denk aan bijvoorbeeld Home van Dotan. Persoonlijk spreekt mij dat niet zo aan. Dat commerciëlere geluid geldt ook voor Book of the Moon en Up into the Rafters, echter deze songs kunnen mijn goedkeuring wel wegdragen.

Bijzonder aanstekelijk is Babushka – Yai Ya, waarbij stilzitten onmogelijk is, helaas aan de korte kant. Er zijn ook twee instrumentale, hypnotiserende tracks te vinden, het ruim twaalf minuten durende Tsuneni Ai en het korte broertje ervan Ai. De fraaiste liedjes vind ik Wall of Silver, met subtiele elektronica en percussie, en absolute hoogtepunt het ingetogen Euphoria. Uiteraard is zoals gewoonlijk zijn zang zijn sterkste troef.

Of The Meeting of the Waters zijn mooiste album is, durf ik nog niet te zeggen. Het is in ieder geval wel zijn meest avontuurlijke.

Fischer-Z - Swimming in Thunderstorms (2019)

Eind zeventiger, begin tachtiger jaren bezorgden de albums Word Salad, Going Deaf for a Living en Red Skies over Paradise Fischer-Z grote populariteit, vooral in Nederland. Een van de hoogtepunten in die tijd vormde het Pinkpop optreden in juni 1981.

Helaas werd kort hierna de stekker eruit getrokken en ging frontman John Watts solo verder. Echter na een jaar of vijf begon hij ook weer, met wisselend succes, onder de naam Fischer-Z albums uit te brengen. Echt terug in de belangstelling raakte Fischer-Z met het vorige, erg goed ontvangen album Building Bridges.

Beluistering van Swimming in Thunderstorms leert dat er eigenlijk weinig veranderd is in de afgelopen tweeënveertig jaar en dat is in dit geval positief bedoeld. Op zijn unieke stem na, die een octaaf lager is geworden en dat tegenwoordig zijn zaken behartigd worden door zoon Eric.

Ook anno 2019 is Watts nog steeds politiek en sociaal geëngageerd, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het zeer aanstekelijke The Islamic American. Ook een eigenschap die hij nog steeds niet verleerd is, het schrijven van liedjes, die snel bij hangen.

Maar ook ontbreken fraaie liefdesliedjes niet en liedjes met interessante invalshoeken en onderwerpen. Vooral die laatste groep liedjes maakte Fischer-Z vanaf het begin interessant voor mij. Op het eerste album stonden liedjes als The Worker en Pretty Paracetamol, die ervoor zorgden dat ik instant fan van de groep werd en nog steeds ben.

Bovendien zijn de teksten altijd kernachtig. Dat de band van John Watts met Nederland nog steeds groot is, blijkt wel uit het feit dat Swimming in Thunderstorms in Amsterdam werd opgenomen. Hij verhaalde er onlangs op nostalgische wijze over :

“We recorded the new album at the Schenk Studios in Amsterdam. It has a beautiful natural light, you got lovely views of the water, they have vintage gear and there is a truly relaxed atmosphere. Jan Schenk recorded and then he did the initial mixing with me. Arriving at the studio on a bicycle really sets you up very well for a day's recording. The Netherlands has always been good to me. The first time I came to Amsterdam was 44 years ago as a 20-year-old student with Steve Skolnik in his mini. As you would expect much has changed since then. The modern disadvantage of beautiful capital cities if they are compact and small in area is that they are in danger of becoming international theme parks. The advent of very cheap foreign travel mean cities like Amsterdam can get easily be overrun with tourists on box ticking tours. Back in 1975 the red light district was gloriously seedy and exotic for me. When bands played shows at the Paradiso in the late 70s, they never knew whether their van or its tyres would still be intact when they went back to it after the show! Safe cities have been achieved at the expense of character and excitement - business over experience. Once I was playing soccer with Fischer-Z against the Oor music magazine before our first show at the Melkweg. It was a tough game and I reckon that they slipped in some professionals! I had done so much shouting on the football field that I was a bit concerned about singing later that evening. I also remember the first time that we drove into Amsterdam as professional musicians to do a TV show, also the first time I’ve ever flown business class on an aeroplane - so novel and exciting. It was winter time and there was snow everywhere. When we drove to Hilversum the next day I realised that I’d moved from working in mental hospitals to perform big magic Christmas markets! And I also will never forget performing at the Pinkpop Festival in 1981, because we had come from nowhere to playing half-way up the bill on the biggest festival in Holland in a matter of two years. That performance represented one of the pinnacles of the first era of Fischer-Z”.

Verstokte fans als ik kunnen gerust zijn, Swimming in Thunderstorms behoort tot het beste wat Watts ooit uitbracht.

Fischer-Z live:

06-09 IEPER: Frietrock festival
16-10 HEIST-OP-DEN-BERG: CC Zwaneberg
17-10 VENLO: Grenswerk
18-10 UTRECHT: TivoliVredenburg
19-10 BRUGGE: Cactus Club

Fischer-Z - Til the Oceans Overflow (2021)

Ruim vier decennia al schrijft John Watts liedjes met een (politieke) boodschap en/of bijzondere invalshoek. Voor zijn nieuwste worp Til the Oceans Overflow is dat niet anders. Het album is verbonden met het veertigjarige jubileum van de iconische release Red Skies over Paradise. De setting is weer Berlijn, waar de initiële opnamen in de befaamde Hansa Studio ook plaats vonden. John over zijn intenties : “Til the Oceans Overflow contrasts the personal, political and social changes between 1980 and 2020. The internet and social media has radically affected people’s freedoms and manipulability. Characters mentioned in the 1980’s songs have been brought forward 40 years in their lives to illustrate some of these changes.”. Daarnaast maakt hij zich druk over de staat van onze planeet. In opener Choose zingt hij :

“Saving the world in a desperate situation
Saving the world with the power of education
Saving the world must be the cause of every nation
You have a voice and you have a choice
So CHOOSE”

Maar gezien de deplorabele staat van ons milieu en het veranderende klimaat is het natuurlijk allang geen multiple choice meer, maar is het eerder twee minuten voor twaalf. Ook werpt hij een kritische blik op kunstmatige intelligentie. John zingt nog steeds met dezelfde bevlogenheid als zo’n vier decennia geleden. Natuurlijk kreeg hij hulp van zijn band, maar produceerde het album alleen, mixte het samen met Steve Forward, arrangeerde het samen met Tony Mac. Het artwork en design verzorgde hij samen met Jamie Bush. Muzikaal gezien is John allang niet echt vernieuwend meer, gelukkig maar, zo doen de songs al snel vertrouwd aan. Muziekliefhebbers die niet bekend zijn met deze muziek, zou ik toch willen aanraden eerst kennis te maken met de eerste drie albums van Fischer-Z. Aanstaande vrijdag komt John Til the Oceans Overflow alleen promoten met een instore in Concerto. Belangstellenden dienen zich echter wel van tevoren via de website van Concerto aan te melden.

Fischer-Z live :

08-10 AMSTERDAM : Concerto instore (van tevoren aanmelden)
24-11 HENGELO : Metropool
26-11 AMERSFOORT : Fluor
27-11 LEEUWARDEN : Zalen Schaaf
28-11 ZOETERMEER : Boerderij
11-01 AMSTERDAM : Paradiso

Flock of Dimes - Head of Roses (2021)

4,0
Bekendheid vergaarde Jenn Wasner vooral met Wye Oak. In 2006 gevormd samen met middelbare schoolvriend Andy Stack, in eerste instantie onder de naam Monarch. Enige tijd later transformeerde de band tot een duo en bracht tot nu toe een zestal albums uit. Daarnaast werkte Wasner onder andere samen met Bon Iver en Dirty Projectors. Rond 2011 startte ze het redelijk onder de radar gebleven soloproject Flock of Dimes. In 2016 verscheen het debuutalbum If You See Me, Say Yes, waarop onder andere Andy Stack op saxofoon te horen is. Ook op Head of Roses is Andy Stack te horen, ditmaal op cello. Een grotere rol is weggelegd voor coproducer Nick Sanborn, die bas speelt, synthesizers en elektronica. Nog meer instrumenten neemt Wasner zelf voor haar rekening, waaronder de piano, die ze reeds op zeer jeugdige leeftijd leerde bespelen. De piano is, naast de pedal steel, te horen op het titelnummer, het meest sobere nummer van de plaat. Op de eerste kant (helft) zijn de iets meer experimentele liedjes te horen. Op kant twee (helft) zijn de liedjes meer organisch van toon. De laatste soort heeft duidelijk mijn voorkeur, omdat haar fraaie, ietwat hese stem hier het best tot zijn recht komt. Op het wonderschone Lightning viel mij de opvallende gelijkenis van haar stem op met die van Beth Orton. De saxofoon van Kris Hilbert vormt enkele malen een prettige toevoeging. De eerste vijf songs hadden iets meer tijd nodig om te beklijven. De liedjes schreef Wasner in enkele maanden tijd in haar huis in North Carolina. Een aantal liedjes hebben als thema het leven in isolatie tijdens de huidige pandemie, de overige hebben betrekking op recent liefdesverdriet.

Fotheringay - Fotheringay (1970)

5,0
Nadat Sandy Denny Fairport Convention had verlaten wilde ze zich gaan concentreren op zelf geschreven liedjes. Samen met haar man Trevor Lucas richtte ze vervolgens de folkrockgroep Fotheringay op. Hun gelijknamige debuutalbum Fotheringay uit 1970 werd met recht een klassieker in het genre. Het album werd geproduceerd door de legendarische Joe Boyd (onder andere Nick Drake, Fairport Convention, Pink Floyd).

Drie van de nummers zijn covers, The Way I Feel van Gordon Lightfoot en Too Much of Nothing van Bob Dylan. Het album sluit af, met een fraaie, uitgesponnen versie van de traditional Banks of the Nile. Het zijn vooral de door Denny alleen geschreven nummers, die mij het meest kunnen bekoren, mij het meest weten te raken. Vooral haar song The Sea bezorgt me nog elke keer als ik het hoor dik kippenvel. Maar ook Nothing More, Winter Winds en the Pond and the Stream komen diep binnen.

Lucas schreef het nummer The Ballad of Ned Kelly. Het gaat over de bekendste bushranger van Australië. Als jongeman had Ned Kelly conflicten met de lokale politie. Na de moord op drie politieagenten werden hij en enkele vrienden vogelvrij verklaard. Na zijn gevangenneming werd hij ter dood gebracht door ophanging. Zijn levensverhaal werd meermaals verfilmd met onder andere Mick Jagger en Heath Ledger in de hoofdrol.

Latere heruitgaven bevatten een viertal live opgenomen songs tijdens het legendarische Holland Pop Festival, gehouden in Kralingen. Een driedaags festival met een fantastisch bezetting. Fotheringay behoort al tientallen jaren tot mijn vaakst beluisterde albums.

Bron : Music that needs attention - musicthatneedsattention.blogspot.com

Francis Alban Blake - Passages (2022)

4,0
Singer-songwriter Frank Bond zal menigeen kennen als de frontman van de Volendamse indiefolkband AlascA, waarin zijn broer Paul toetsenist is. Onlangs debuteerde broer Paul op voortreffelijke wijze met de EP Sunset Blues.

Wat beide broers gemeen hebben is dat ze Engelse literatuur aan de Universiteit van Amsterdam gestudeerd hebben. In zijn Masterscriptie “Bob Dylan Lyrics versus the Academics” beargumenteerde Frank aan de hand van Bob Dylans werk hoe en wanneer songteksten een onderwerp van academisch onderzoek kunnen zijn én presenteerde hij zijn eigen analysemethode. Zijn scriptie werd gepubliceerd en wordt nog steeds regelmatig geraadpleegd door academici wereldwijd.

Ook in zijn muziek speelde de literatuur, net als bij zijn broer Paul, al een belangrijke invloed. Zo was het tweede album Prospero van AlascA losjes gebaseerd op “The Tempest” van William Shakespeare.

Het nieuwste project van Paul heet Passages onder de naam Francis Allan Blake. Volgens het persbericht was Francis Alban Blake het pseudoniem van dichter, filosoof en musicus Frans de Blaak, die sinds 2018 wordt vermist. Familie en vrienden zijn er met behulp van zijn dagboeken, gedichten en notitieboekjes achter gekomen dat zijn verdwijning een vrijwillige keuze was.

Voordat Francis Alban Blake verdween werkte Frank Bond met hem in de studio aan Passages. Na zijn verdwijning kreeg Bond van de familie toestemming om het album af te maken. Bond beweert dat hij in dat proces een manier heeft ontdekt om de verdwenen De Blaak terug te roepen. Daarvoor heeft hij een ritueel bedacht met salie, thee, wijn en een klein klokkenspel in combinatie met een tekst en een choreografie.

Het is een prachtig album geworden, wat bij mij snel onder de huid kroop. Naast de nodige gitaren maakt Frank gebruik van instrumenten als de zither, xylofoon, de nodige percussie, een orkest, een tapemachine en hier en daar opvallende koortjes. Hij krijgt onder andere hulp van AlascA maatje Martin Tol (bas).

Passages is opgedragen aan Julius van Zelk. Het was het pseudoniem van kunstenaar Sander Tuijp (1974-2020). Zijn werk bestaat grofweg uit ongeveer honderd schilderijen en honderden tekeningen. De werken an sich zijn gevuld met tegenstrijdigheden en zijn even fantasierijk als rigide, even rationeel als misleidend. Sander was een kunstenaar met uitzonderlijke kunde en techniek in de vingers die monnikenwerk niet schuwde. Twee uitersten die dit en de rijkdom van zijn werk samenvatten, zijn de architectonische tekeningen en zijn oude meesters serie met speelgoed in de hoofdrol.

Vanavond proberen Frank en AlascA om Francis Alban Blake op te roepen tijdens de Rituele Release Show Passages van Francis Alban Blake in Pop & cultuurhuis PX Volendam.

Fruit Bats - The Pet Parade (2021)

4,0
De Amerikaanse singer-songwriter, filmcomponist, producer en multi-instrumentalist Eric D. Johnson bouwde sinds halverwege de jaren negentig een behoorlijke staat van dienst op. In eerste instantie gebeurde dat met de door hem geformeerde formatie I Rowboat, een groep die zich vooral liet inspireren door The Velvet Underground. Ook speelde hij in dezelfde periode een blauwe maandag in Califone. Met twee leden van I Rowboat, gitarist Dan Strack en drummer Brian Belval, begon Johnson in 1997 in Chicago het indie folkrock project Fruit Bats. Dankzij voormalige Califone collega’s Tim Rutili en Ben Massarella mocht het trio hun debuutalbum Echolocation in 2001 opnemen voor het label van dit tweetal. Sinds het tweede album is Eric D. Johnson nog de enige constante factor in Fruit Bats. The Pet Parade is inmiddels het achtste album van Fruit Bats, in 2014 bracht hij ook nog een album uit onder de artiestennaam EDJ. Begin vorig jaar stond Johnson volop in de belangstelling met het trio Bonny Light Horseman en hun gelijknamige album Bonny Light Horseman, wat veel lof kreeg toegezwaaid. Dit trio bestaat verder uit Anaïs Mitchell en Josh Kaufman (oa The National). Kaufman produceerde The Pet Parade, hetgeen niet zo’n gemakkelijke taak was omdat de muzikanten apart op diverse locaties werden opgenomen. Het waren overigens niet de minsten, die meewerkten : drummers Joe Russo en Matt Barrick (The Walkmen, Fleet Foxes, Muzz), singer- songwriter Johanna Samuels, pianist Thomas Bartlett (Nico Muhly, Sufjan Stevens) en violist Jim Becker (Califone, Iron & Wine) Ondanks de manier van werken heeft de intimiteit van het album er niet onder geleden. De meeste songs werden reeds voor de pandemie geschreven. Overigens had ik tijdens de beluistering af en toe associaties met de muziek van Bonny Light Horseman. The Pet Parade is typisch zo’n album dat langzaam maar zeker onder de huid kruipt.