menu

Hier kun je zien welke berichten Lura als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Saint Sister - Where I Should End (2021)

4,0
Oorspronkelijk komt Morgan MacIntyre uit Belfast en Gemma Doherty uit Derry, maar beiden verkasten in dezelfde periode naar Dublin. In 2014 studeerden ze daar allebei af aan Trinity College. Multi-instrumentalist Doherty studeerde muziek compositie en droomde ervan om filmcomponist te worden. Daarnaast gaf ze piano- en harples. Ze groeide op met een mix van klassieke en traditionele muziek.

Terwijl Doherty zich meer richtte op het verbeelden van de muziek was en is MacIntyre meer gefocust op het schrijven van teksten. Sinds haar jeugd een obsessie, met Leonard Cohen en Joni Mitchell als haar grote voorbeelden. Ze bracht al muziek onder eigen naam uit en kreeg toen de nodige lof van Snow Patrol’s Gary Lightbody en Joan Armatrading. Echter ze haar gefrustreerd door de beperkingen van het alleen componeren en ging op zoek naar iemand om mee samen te werken.

Beiden kenden elkaar al vaag via wederzijdse vrienden en zagen elkaar al optreden. Tijdens een gezamenlijk kopje koffie bleek dat het klikte en dat ze eenzelfde muzikale visie hadden. Hierna ging al snel voorspoedig voor het tweetal in eigen land. Hun debuutep Madrid werd geproduceerd door Alex Ryan (Hozier). Hun debuutalbum Shape of Silence vergrootte in 2018 dat succes en ontving het nominaties voor de Choice Music Prize en de Northern Irish Music Prize. Het duo speelde al op SXSW, Glastonbury, Electric Picnic, Reeperbahn, Latitude en zo’n vijf jaar geleden op Eurosonic.

Ondanks een drietal aanbiedingen van grote labels besloten de jongedames hun tweede album Where I Should End in eigen beheer uit te brengen, een goede keuze. Ze wilden volledige artistieke vrijheid en dat levert nu een gevarieerd en avontuurlijk album op. Ze omschrijven hun muziek als atmosfolk, een mix van soulvolle vocale harmonieën, dromerige synths en electro-akoestische harp.

Op zijn frivoolst horen we ze in Karaoke Song, een zeer aanstekelijke song met een discobeat. Hier duidelijk een vreemde eend in de bijt. De muziek wordt voornamelijk beïnvloed door traditionele muziek en folk uit de jaren zestig, zij het regelmatig ingekleurd met elektronica. Maar men maakt net zo gemakkelijk gebruik van een strijkkwartet. Ook wist men zangeres Lisa Hannigan te strikken voor The Place I Work. Een liedje dat verwijst naar de tijd dat MacIntyre nog in een boekenzaak werkte.

Naast de luchtige tekst van het liefdesliedje Karaoke Song is er ook plaats voor een meer beladen song als Manchester Air. Het gaat over een jong Iers koppel dat geconfronteerd wordt met een onverwachte zwangerschap en zich genoodzaakt ziet een abortus te laten plegen in Manchester. Zelfs nu nog hangt er in Ierland vaak een taboe rond dat onderwerp. De Magdalene Laundries hebben helaas enige eeuwen tot in de jaren negentig voor onvoorstelbaar veel leed in Ierland gezorgd.

Hun sociale betrokkenheid bleek ook toen ze Dreams van The Cranberries zongen op de begrafenis van Lyra McKee, die vermoord werd door The New ITA in april 2019. Dat nummer werd een jaar later hergebruikt door een collectief van Ierse zangeressen (waaronder het duo) voor financiële hulp aan de liefdadigheidsinstantie Safe Ireland, als gevolg van het huiselijk geweld tijdens de Covid-19 lockdown.

Het album werd opgenomen door Rian Trench in een prachtige omgeving gelegen The Meadow in County Wicklow. Onder andere legende Van Morrison ging het duo hier voor. Het avontuurlijke en gevarieerde Where I Should End zou de doorbraak in Nederland kunnen worden voor dit sympathieke Ierse duo. Ze hebben mij er in ieder geval als fan bij.

Sam & Julia - Something Somewhere (2021)

4,5
De debuutep So Far, So Good van Amsterdammers Sam van Ommen en Julia Schellekens kreeg in 2019 zelfs aandacht van het helaas ter ziele tv-programma Vrije Geluiden. Hun labelbaas Tim Knol van I Love My Label sprak toen terecht lovende woorden over hen. Knol is trouwens een muziekliefhebber in hart en nieren, die net zo bevlogen over andere muziekgenres praat. Ooit brak hij DWDD een lans voor de niet zo bekende soulzanger William Bell. Uiteraard verschijnt hun debuutalbum Something Somewhere op diens label, echter in samenwerking met het sympathieke Excelsior Recordings. De liedjes werden in één zomer geschreven op hun snikhete Amsterdamse zolderkamer. Het vastleggen in de studio vergde echter veel meer tijd. Julia hierover: “Eigenlijk heeft het maken van deze plaat ervoor gezorgd dat we allebei in therapie gingen. Juist bij de liedjes die zo persoonlijk en verstild zijn, vond ik het confronterend om ze in te zingen. De klank van mijn eigen stem vond ik ineens niet meer mooi en ik ging elke noot overdenken. Uiteindelijk vonden we samen een manier om het goede gevoel terug te krijgen en ben ik nu enorm blij met hoe alles erop staat. Ik heb geleerd dat het soms nodig is om op je bek te gaan en dan weer met nieuwe inzichten op te staan.”. Sam vult hierop aan : “We merkten dat we allebei meer dan ooit kampten met stress, angsten en andere mentale barrières, zoals veel millennials en zoomers. De generatie van het vergelijken en torenhoge verwachtingen. Als jonge twintigers zijn we op zoek naar ons plekje in deze wereld. En de struggle van die zoektocht hoor je terug in de muziek.”. Het album werd opgenomen in de befaamde Wisseloord Studio’s. Het eindresultaat mag er meer dan wezen, het lost de belofte van de EP meer dan in. De luisteraar wordt niet alleen getrakteerd op prachtige samenzang, maar ook op regelmatig inventief en spannend gitaarspel en soms op een dromerige Wurlitzer. Opener Easy triggert de luisteraar meteen. De persoonlijke teksten zijn tragikomisch. Zo gaat Crying at the Zoo over Sam’s paniekaanval in de dierentuin van Praag. Een groot aantal van de liedjes gaan over hun talloze oersaaie dates. Op Something Somewhere worden ze begeleid door hun band, wat het resultaat zeker ten goede is gekomen. Normaal gesproken benader ik alle nieuwe muziek wat uit onze hoofdstad komt, met de nodige reserve. Maar voor Sam & Julia en hun debuut Something Somewhere maak ik absoluut een uitzondering, prachtplaat.

Sam Baker - Land of Doubt (2017)

4,5
Het leven van Sam Baker werd in 1986 op een verschrikkelijke wijze overhoop gegooid. Hij overleefde ternauwernood een terroristische aanslag in een trein op weg naar Cuzco, Peru. De schade aan zijn lichaam was enorm; een slagaderlijke bloeding, hersenbeschadiging, gescheurd trommelvlies, een verbrijzelde hand en nog een aantal andere verwondingen. Om zijn lijf enigszins te fatsoeneren onderging hij maar liefst achttien operaties.

Geestelijk had het natuurlijk ook de nodige sporen achtergelaten. Een van de vragen, die hem erg bezighield was, waarom hij de aanslag had overleefd en vele anderen niet. Hij begon zijn gedachten op papier te zetten, in eerste instantie waren dit veelal teksten zonder samenhang. Maar uiteindelijk begon hij ook liedjes te schrijven, sommigen gingen daadwerkelijk over de aanslag, zoals Steel op het album Mercy en Broken Fingers op Pretty World.

Zijn eerste drie albums, Mercy, Pretty World en Cotton vormen samen een trilogie, met volgens Baker als thema “everyone is at the mercy of another one’s dream”. Cotton is overigens het enige album, dat niet in eigen beheer werd uitgebracht. Het verscheen op Music Road Records, het label van de onlangs betreurde Jimmy LaFave.

Maar de meeste liedjes gaan toch over anderen, hij is een uitstekend observator. Allmusic vergelijkt hem terecht met Guy Clark en Townes van Zandt. Net als hen is Baker literair onderlegd. De afgelopen weken heb ik door omstandigheden weinig muziek kunnen luisteren, echter deze nieuwe schijf Land of Doubt kwam regelmatig voorbij.

Zoals Sandra Zuidema, de zakelijk behartiger van Sam Baker in Nederland, in de nieuwe Popmagazine Heaven aangeeft, je moet Baker’s album een aantal keren horen, voordat het kwartje valt. Daarna word je iedere keer volledig meegezogen in zijn met veel bezieling gebrachte songs.

De liedjes zijn bovendien bijzonder fraai gearrangeerd. Daarnaast beschikt hij over fantastische begeleiders als Will Kimbrough. Hij bewandelt wat, niet al te schokkende, nieuwe muzikale wegen. Net als Rootstimecollega Yvo Zels vind ik dat Baker zichzelf overtroffen heeft met Land of Doubt. Jammer genoeg komt hij pas in januari naar Nederland voor concerten, tot die tijd zal ik het moeten doen met deze nieuwe schijf, maar dat is geen enkel probleem.

Sam Brookes - Black Feathers (2020)

5,0
Het schitterende Black Feathers werd mij een dag na de release door iemand getipt op dit onvolprezen muziekforum. De prachtige stem van Sam leerde ik in 2014 kennen door zijn medewerking aan het album Nothing Can Bring Back the Hour van Josienne Clarke en Ben Walker. In mijn recensie schreef ik toen “In A Simple Refrain vertolkt Josienne samen met Sam Brookes een schitterend duet. De stemmen matchen wonderwel met elkaar. Een samenwerking die zeker een vervolg verdient.”. Helaas kreeg die samenwerking geen vervolg. In de periode die volgde, overleed zijn vader, liep zijn lange relatie spaak en verloor hij zijn beste vriend. Vervolgens moest hij afrekenen met een depressie, waar hij langzaam maar zeker uit raakte. Drie jaar terug begon hij, nadat hij van Londen naar Bristol was verhuisd, aan het schrijven van de songs van Black Feathers, wat een helende werking op hem had. Hij weet de regelmatig ontroerende teksten te verpakken in wonderschone, subtiele en inventieve arrangementen. Zijn hemelse stem vertoont gelijkenissen met Tim en Jeff Buckley. Een stem met een bereik van vier octaven. Na het horen van opener Ekarma was ik al verkocht en onderschrijf dan ook volledig het enthousiasme van Bob Fish in zijn recensie op Folk Radio UK. Voor mij behoort dit alt-folk album zonder meer tot de fraaiste en de meest indringende van 2020.

Sam Burchfield - Scoundrel (2022)

4,5
Regelmatig krijg ik tips van mijn Amsterdamse muziekvriend Henk. Een van de mooiste van dit jaar is zondermeer Scoundrel, het tweede album van de in Jasper, Georgia woonachtige singer-songwriter Sam Burchfield. Sam werd echter geboren in Seneca, gelegen in de Blue Ridge Mountains van South Carolina en studeerde Business & Music aan University of Georgia. In zijn jeugd kreeg hij folk, gospel, country en southern soul door zijn muzikale moeder met de paplepel ingegoten.

Sam prijst zijn nieuwe album aan met de woorden “Welcome to the Scoundrel saga; a tale of greed, betrayal, heartbreak, revenge and redemption.”. Zijn songs zijn doorspekt met invloeden uit zijn jeugd en hij blijkt een geboren verhalenverteller. De meeste liedjes schreef Sam zelf. Bonnie werd geschreven door Zach Light-Wells, de titelsong door Andy Kahn en Howl is van de hand van Dango Rose. Don’t Cry schreef Sam samen met zijn moeder.

Dat Sam uit goede hout is gesneden blijkt uit sobere Arms of a Lover, waarop hij zichzelf alleen op gitaar begeleidt. Het klinkt als een eeuwenoude traditional. Onlangs is het album in een gelimiteerde versie op vinyl verschenen. Ook werden acht van de elf songs 15 juli onder de naam Wrestling Me op ITunes uitgebracht. Scoudrel gaat hoog eindigen in mijn eindejaarslijst, dat is een zekerhei

Sam Lee - Old Wow (2020)

4,5
Tot de belangrijke hoeders van de Engelse folkmuziek behoort zeker de veelzijdige Sam Lee. Naast een geweldige zanger en getraind danser werkt hij voor de radio, spreekt hij natuurdocumentaires in en is hij activist. Ook vindt hij nog tijd om traditionals te verzamelen. Als een moderne Alan Lomax trekt hij er geregeld op uit om veldopnames te maken. En dat levert geregeld prachtige parels op.

Ook heeft Lee een groot historisch besef. Opener The Seeds of Love, hier omgedoopt tot The Garden of England, is niet zomaar een fantastisch opgebouwde traditional. Aan dit lied heeft namelijk de muziekwereld te danken dat een groot aantal traditionals bewaard zijn gebleven.

Tijdens een bezoek in 1903 aan dominee Charles Manson hoorde Cecil Sharp diens tuinman John England zachtjes The Seeds of Love zingen en werd er door gebiologeerd. Hij haalde meteen zijn notitieboek te voorschijn en legde zowel tekst als muziek vast. Nog diezelfde dag bracht Sharp het met de eveneens aanwezige zangeres Mattie Kay ten gehore en werd het zeer enthousiast ontvangen.

Het werd het begin van een levenslange zoektocht van Cecil Sharp naar stokoude traditionals. Zo putte bijvoorbeeld vorig jaar Ben Walker nog volop uit deze schatkamer voor zijn fraaie album Echo.

Overigens, zoals wel meer gebruikelijk bij traditionals, werd het lied ook onder andere namen bekend, waarvan Let No Man Steal Your Thyme de bekendste is. Ook gebruikelijk is dat de tekst regelmatig aangepast wordt, wat ook hier gebeurde. Ook de titel van het album werd aan dit lied ontleend.

In de loop der tijden werden vele traditionals vastgelegd door moderne folk artiesten. Zo ken ik bijvoorbeeld Spencer the Rover al heel lang in de versie van John Martyn. Dat is het mooie aan het doorgeven van deze liedjes, dat er iedere keer weer een nieuwe dimensie aan gegeven wordt.

Lee werd omringd door uitstekende musici, waaronder The Gloaming’s Caoimhin O Raghallaigh en Elizabeth Fraser, bekend van Cocteau Twins. Met laatstgenoemde zingt hij het prachtige duet in The Moon Shines Bright. Het album werd meer dan voortreffelijk geproduceerd door Bernard Butler. Old Wow is een integer gemaakt album en voor mij als rechtgeaard folk liefhebber als balsem voor de ziel.

Sam Lee - songdreaming (2024)

4,5
Het lag voor de hand dat de samenwerking met producer Bernard Butler een vervolg zou krijgen na de bijzonder fraaie voorganger Old Wow. Een album dat bedolven werd onder lovende recensies. The Daily Telegraph concludeerde “A sublime album that demands to be heard in the 21st century” en The Observer omschreef het album als “A dazzling fusion of nature and song”. Ook op zijn vierde album songdreaming is de natuur een belangrijk thema.

Dat blijkt al uit opener Bushes and Briars, gemaakt in combinatie met de documentaire “The Nightingale’s Song” met Sam Lee, die vanaf mei 2024 online te zien is via Emergence Magazine. Voor deze bestaande traditional Bushes and Briars, schreef Sam een nieuwe tekst. Het is een ode aan de nachtegaal, die helaas in het Verenigd Koninkrijk met uitsterven wordt bedreigd. Naast documentairemaker is Sam activist en is hij een moderne uitvoering van Alan Lomax en Cecil Sharp, die allebei oude songs vastlegden.

Regelmatig haalt hij inspiratie uit die stokoude traditionals, zo ook voor het andere, reeds vrijgegeven nummer Meeting Is a Pleasant Place. Hierop wordt Sam begeleid door het Londense gospelkoorTrans Voices, bestaande uit transgenders. De basis van de songs op songdreaming wordt gevormd door contrabas, percussie en viool, maar daarnaast hoor je de nodige andere instrumenten, waaronder uitheemse als de Arabische Qanun en Zweedse Nyckelharpa.

Uiteraard werden de songs andermaal mede gearrangeerd met James Keay. Vaak zijn het voortmeanderende songs, soms op akoestische basis en soms ondersteund door drones soundscapes. Het album is rijk aan muzikaliteit en inventiviteit. Maar als altijd is de herkenbare, wat zalvende stem van Sam de kers op de taart. Voor mij als balsem voor de ziel. Songdreaming is andermaal een grote stap voorwaarts voor Sam. Liefhebbers van vernieuwende, vooruitstrevende folk weten volgens mij genoeg.

Bron : Music that needs attention - musicthatneedsattention.blogspot.com

Samantha Crain - Under Branch & Thorn & Tree (2015)

5,0
De carrière van Samantha Crain kwam in een stroomversnelling, nadat Rolling Stone haar een paar jaar geleden tipte als must see act van het SXSW festival in Austin, Texas. Het leverde haar de belangstelling op van muzikant en producer John Vanderslice (o.a. Mountain Goats, Spoon), die zijn diensten aanbood. Deze samenwerking leverde het schitterende album Kid Face op.

Een referentiekader voor de muziek op Kid Face aangeven is praktisch onmogelijk, omdat het eigenlijk met geen enkele andere artiest te vergelijken is. Zo is bijvoorbeeld haar manier van zingen uniek. Het is voor mij een van de mooiste cd’s van het lopende decennium, misschien wel de mooiste.

Inspiratie ervoor vond ze in de platenverzameling van haar vader : van Neil Young, Bob Dylan en Woody Guthrie tot aan Flaming Lips, Jason Molina en Sufjan Stevens. Het lag voor de hand dat de samenwerking met John Vanderslice gecontinueerd zou worden, na het artistiek en commercieel gezien uiterst succesvolle Kid Face.

Het was voor mij behoorlijk wennen aan Under Branch & Thorn & Tree, wat duidelijk meer een groei album is dan Kid Face. De liedjes hebben duidelijk meer tijd nodig om onder de huid te kruipen, op het buitengewoon catchy Big Rock na dan. Na een keer luisteren zit dat al in je geheugen gebeiteld.

Ook zijn de liedjes over het algemeen meer ingetogen van aard, zoals bijvoorbeeld You Or Mystery, wat over haar jong gestorven buurman gaat. Ze was behoorlijk ontdaan door zijn overlijden, ondanks het feit dat ze nog nooit contact met hem had gehad.

If I Had a Dollar gaat over het terugdenken aan een ex-geliefde. Soms krijgt ze teksten voor een liedje zo toegeworpen. Elk City is een beschrijving van de levensgeschiedenis van een oudere vrouw, die ze ontmoette in een restaurant in dit oliestadje. Zonder aanleiding begon ze haar levensverhaal te vertellen aan Samantha.

Soms heb je vriendschappen, waarin je veel tijd steekt, maar die toch gedoemd zijn te eindigen. All in handelt daar over. Ook de overige liedjes hebben interessante onderwerpen. Haar teksten zijn voor mij absoluut een meerwaarde. Maar muzikaal is alles ook weer dik in orde.

Sterker nog, dit album kan gemakkelijk wedijveren met het vorige. U dient er echter wel iets meer tijd in te steken om het te doorgronden. Bij de aankoop van een vinylplaat krijgt men overigens de bonustrack Cold Hands geleverd.

Samantha Fish - Belle of the West (2017)

4,5
De pas achtentwintigjarige blueszangeres en gitarist Samantha Fish is met Belle of the West toe aan haar vijfde album. Eerder dit jaar verscheen het coveralbum Chills & Fever, waar een gedeelte van haar fans schijnbaar niet op zat te wachten vanwege het gekozen repertoire .

Op een bekend muziekforum werd nogal kritiek gespuid op Chills & Fever. Zelf vond ik het wel een fijn album en vond ik het van durf getuigen om out of the box te denken.

Ook op de nieuwe schijf Belle of the West zoekt ze nieuwe uitdagingen. De focus ligt op de zang en de composities, geen scheurpartijen op elektrische gitaren, maar functionele akoestische gitaarspel.

Acht van de liedjes schreef Fish zelf, ze vertellen het verhaal van een jonge vrouw opgegroeid in de Midwest. Ze is duidelijk gegroeid als songschrijfster maar ook als zangeres, zoals het fraaie Nearing Home van Lillie Mae bewijst. Ook het gitaarspel is regelmatig om je vingers bij af te likken, misschien is afsluiter Gone for Good wel het beste voorbeeld.

De andere twee covers zijn de titeltrack, geschreven door Jimbo Mathus en het overbekende Poor Black Mattie van R.L. Burnside wat een zeer beklijvende vertolking krijgt. Absolute favoriet is voor mij Cowtown.

Overigens hoorde ik direct bij de eerste tonen van de fluit in opener American Dream dat het album, net als het succesvolle Wild Heart, geproduceerd is door Luther Dickinson. Na een paar luisterbeurten was ik al overtuigd, dit is haar fraaiste album tot nu toe.

Samantha Fish - Kill or Be Kind (2019)

De dertigjarige blueszangeres Samanta Fish bracht reeds met stijgend succes vijf albums uit op Ruf Records. Niet alleen haar succes steeg, maar ook haar kwaliteiten als gitarist, zangeres en performer.

Haar zesde album Kill or Be Kind is haar debuut op Rounder Records. Haar doel voor dit album : “Really set these songs up so that they have a life of their own” en “Strong messages from the heart – that’s what I really set out for.”.

Haar grootste progressie die ze volgens mij in de loop der jaren boekte is, dat ze steeds meer in staat is om een goede melodie te schrijven (een uitstekend voorbeeld is Fair-Weather). Daarvoor kreeg ze op dit album overigens hulp van Jim McCormack, Eric McFadden, Parker Millsap, Katie Pearlman en Patrick Sweany, die meeschreven aan het repertoire.

Het bevat elf eigen nummers, variërend van de Mississippi sound van Bulletproof tot de zoete Memphis R&B van Trying Not To Fall in Love With You. Met haar door Luther Dickinson geproduceerde albums Wild Heart en Belle of the West bewees Fish al ruimschoots uit het goede hout te zijn gesneden en is inmiddels uitgegroeid tot een gevestigde naam in de blues.

Het door drievoudig Grammy-winnaar Scott Billington geproduceerde en door tweevoudig Grammy-winnaar Steve Reynolds gemixte album verstevigd nog eens die status.

Samantha Fish live:

11-03 LEUVEN: Depot
12-03 UTRECHT: De Helling
13-03 ARNHEM: Luxor Live
14-03 TILBURG: 013

Samantha Fish - Wild Heart (2015)

4,5
In 2009 bracht Fish haar debuut Live Bait uit, een album waar ze tegenwoordig met een ontevreden gevoel op terugkijkt. Direct bij haar debuutalbum voor Ruf Records Runaway, ontving Samantha Fish lovende kritieken en viel ze in 2012 in de prijzen op de Blues Music Awards met de prijs voor de Best New Artist.

Opvolger Black Wind Howlin’ was van hetzelfde kaliber en vergrootte haar populariteit alleen nog maar verder. Intussen kan ze op 26-jarige leeftijd gerekend worden tot de grote madammen van de blues, samen met dames als Beth Hart en Layla Zoe.

Het aantrekken van Luther Dickinson als producer schiep behoorlijk hoge verwachtingen voor haar nieuwe werkstuk Wild Heart. De zeer productieve Dickinson is de laatste jaren erg actief, zowel solo als in groepsverband maar ook als producer en telkens slaagt hij weer met vlag en wimpel. Zo ook weer met Wild Heart. Hij weet Samantha Fish naar een nog hoger niveau te tillen. De inbreng van Luther Dickinson is bijvoorbeeld goed te horen in Turn It Up.

Als inspiratie voor deze cd luisterde Fish vooral veel naar Son House en Skip James. Wat me erg bevalt aan Wild Heart is de goede afwisseling tussen up-temponummers en heerlijke, relaxte songs. En in beide soorten liedjes weet Fish met gemak te overtuigen.

Vijf nummers schreef ze met ervaren songschrijver Jim McCormack, die voor legio artiesten grote hits schreef. Een samenwerking die mogelijk in de toekomst een vervolg zal krijgen. Verder zijn heerlijke covers te vinden van Charley Patton’s Jim Lee Blues pt. 1 en van Junior Kimbrough’s I’m in love with you. De overige nummers schreef Fish zelf.

Het voortreffelijke gitaarwerk op Wild Heart wordt voornamelijk door haarzelf verricht. Alleen op een van de hoogtepunten Turn It up en op Bitch on the Run wordt de lead gitaar bespeeld door Luther Dickinson. Naast gitaar speelt hij ook nog basgitaar en mandoline. Hét hoogtepunt op het album is voor mij Lost myself, wat vrij ingetogen begint en waar vervolgens naar een geweldige climax wordt toegewerkt.

Maar ook al het overige songmateriaal is ijzersterk. Maar ze is niet alleen gegroeid als songschrijver, maar ook als zangeres en gitarist. Een bluesartieste waar we dus in de toekomst nog veel fraais van mogen verwachten.

Samantha Whates - Waiting Rooms (2019)

5,0
“The waiting is over” staat op de binnenkant van het klaphoesje van Waiting Rooms te lezen. Gelukkig voor Samantha, maar zeker ook voor mij, heeft haar fraaie debuutalbum Dark Nights Make for Brighter Days eindelijk een opvolger gekregen.

Samantha heeft in het verleden veel tijd doorgebracht in verscheidende soorten wachtkamers en regelmatig ontstonden daar ideeën voor nieuwe songs. Ze kwam op het idee om die songs als het ware “terug te geven” aan de omgeving waar ze ontstonden. In zes livesessies opgenomen in de periode juni 2017 tot begin dit jaar.

Sommige songs konden lang rijpen zoals Dark Waters, wat al een aantal jaren oud is. Net als op haar debuut speelt haar broer Douglas een belangrijke rol, hij speelt niet alleen shruti, elektrische en staande bas, maar is ook verantwoordelijk voor een zestal wonderschone arrangementen.

Haar naam zal waarschijnlijk bij weinig Nederlandse muziekliefhebbers een belletje doen rinkelen. Ze werkt echter al heel lang samen met Josienne Clarke, die samen met Ben Walker lange tijd een bekend folkduo vormde. Samen maken de dames deel uit van het interessante kwartet PicaPica.

Samantha beschikt over een van de mooiste stemmen, die ik ken, waarmee ze me geregeld kippenvel bezorgd, vooral in Sailors, Dylan’s Truth en Sometimes Somethings. Misschien een boude uitspraak, maar ik denk dat Nick Drake trots geweest zou zijn, als hij laatstgenoemde song geschreven zou hebben.

Wellicht had haar carrière al een grotere vlucht genomen als haar debuut niet in eigen beheer was uitgebracht, maar op een gerenommeerd label. Gelukkig zag deze keer het label WONDERFULSOUND, bekend van onder andere singer-songwriter Nev Cottee, wel terecht brood in om het album uit te geven.

Toeval of niet, Waiting Rooms verschijnt een week voor In All Weather van haar goede vriendin en collega Josienne Clarke, beide albums behoren voor mij tot de allermooiste albums, die ik dit jaar hoorde.

Sara Forslund - Summer Is Like a Swallow (2018)

5,0
Gareth Dickson, Nick Drake en John Wood spelen een belangrijke rol in de muzikale ontwikkeling van de Zweedse singer-songwriter Sara Forslund. Een optreden in 2012 van Gareth Dickson maakte grote indruk op Sara. Net als Dickson begon ze hierna fluisterzacht te zingen. Dickson liet haar ook kennismaken met Nick Drake, waarvan hij zo idolaat is, dat hij ooit onder de naam Nicked Drake, diens Pink Moon vrijwel integraal coverde.

Vervolgens vroeg Sara aan legende John Wood of hij haar debuut Water Became Wild (wat verscheen op Volkoren, het label van de Nederlandse muzikant Minco Eggersman) wilde mixen en dat was niet zomaar. Wood was geluidstechnicus op alle drie albums van Nick Drake en produceerde Pink Moon. Wood werkte met nog een ongelofelijk groot aantal andere artiesten, waaronder zelfs Pink Floyd. Hij moedigde Sara niet alleen aan, maar stond haar met raad en daad bij.

Op Summer Is Like a Swallow is de rol van Wood nog groter, want hij mixte het niet alleen, maar is ook co-producer. Op het debuut werden de liedjes vooral ingekleurd door piano, cello en trompet. Op het nieuwe album is dat het wat uitgebreider, naast eerder genoemde instrumenten, zijn bijvoorbeeld een harp, orgel, synthesizer, ukelele, dobro en celeste te horen.

Bovendien wordt er af en toe gebruik gemaakt van geluidscollages, zoals in afsluiter Toad, waarop opnames te horen zijn, die op een groot aantal plaatsen in de wereld zijn opgenomen (waaronder Nederland). Het pianospel in Toad associeerde ik overigens direct met dat van mijn ultieme zondagmorgenplaat From Gardens We Feel Secure van Virginia Astley.

De songs weten me duidelijk meer te beklijven dan het debuut, mede door de inventieve invulling van haar begeleiders. Dat kan soms op een eenvoudige manier zijn, Johan Eckeborn fluit op het fraaie Achilles Heel. Die toevoeging is buitengewoon doeltreffend. Ook horen we net als op het debuut subtiele trompetbijdrages.

Uiteraard horen we de invloed van Nick Drake, niet alleen in het stemmen van haar gitaar, maar zitten er soms ook in haar teksten verwijzingen naar Drake. In Hard refereert ze bijvoorbeeld aan Drakes liedje Black Eyed Dog. De grootste inspiratie voor dit liedje vond ze echter in de muziek van Terry Callier. Het artwork van Christina Henrysson is een grote meerwaarde, zeker omdat het album op vinyl verschijnt.

Summer Is Like a Swallow is gevuld met delicate fluister folk, wat volgens mij veel luisteraars zal weten raken.

Sara Forslund - Water Became Wild (2015)

4,5
Al enige maanden terug verscheen Water Became Wild van Sara Forslund. Deze release werd gelukkig door Marc, een van mijn vele tipgevers, onder mijn aandacht gebracht, anders was hij meer dan waarschijnlijk onbekend voor mij gebleven. Het is uitgebracht op het kleine Nederlandse Volkoren label, die alleen maar producten van hoge kwaliteit op de markt brengt, waar men volledig achterstaat.

Sara Forslund is een singer songwriter die geboren is in Borgvattnet, een klein plaatsje in het hoge noorden van Zweden, maar tegenwoordig woonachtig in Stockholm. Ze startte overigens in 2000 als dichteres, nadat haar vader aan de gevreesde ziekte was overleden en zij een uitlaadklep zocht voor haar emoties. Favoriete dichters van haar zijn onder anderen John Keats en Sylvia Plath. Het boek The Bell Jarr van laatstgenoemde was overigens het onderwerp op Hypoxia, de laatste cd van Kathryn Williams.

In 2010 werd de dichtbundel Hugg mig Kärlek van haar uitgegeven. Vervolgens werd het ook tijd voor een muzikale carrière in de folk/drone band Birch and Meadow, die in 2013 Butterflies And Graves uitbracht. Het zien van een optreden van de Schotse singer-songwriter Gareth Dickson maakte in 2012 grote indruk op haar, vooral diens dromerige, ingetogen stem. Dát was wat zij ook wilde, haar liedjes op fluisterwijze brengen.

De twee maakten kennis en vervolgens liet Gareth Sara de muziek horen van zijn grote voorbeeld Nick Drake. Ook diens muziek bracht Sara inspiratie, want zeer snel volgde de eerste songs voor Water Became Wild. Na David Åhlén is Sara de tweede Zweedse act op Volkoren. David Åhlén speelt een belangrijke rol, want hij produceerde en arrangeerde zeven van de songs samen met Sara (de overige drie door Gustaf Spetz)Bovendien was hij en zijn familie gastheer tijdens de opnames.

De cd staat vol met verstilde, melancholische liedjes. Belangrijke rollen zijn weggelegd voor cello, trompet en piano. Op Morning is leaving wordt ze alleen begeleid door piano. Het had geschreven kunnen zijn door iemand als Virginia Astley of Agnes Obel. De geest van Nick Drake waart rond in Under the Sun.

In Did You Ever, Tree of Dreams en Singing me through wordt de sfeer voornamelijk bepaald door een trompet. Als je deze nummers hoort vraag je jezelf af, waarom dit instrument zo weinig wordt gebruikt in de folk muziek. Fans van bijvoorbeeld Fernhill en Sarah McQuaid’s cover van John Martyn’s Solid air, weten hoe mooi dit instrument kan zijn. De cellopartijen van Svante Henryson zijn wonderschoon en vormen een duidelijke meerwaarde.

De cd is voorzien van prachtig artwork en een tekstboekje. Op de binnenhoes wordt Albert Camus geciteerd, haar favoriete schrijver. Het is overigens muziek die langzaam maar zeker onder de huid kruipt. Vooral geschikt om ’s avonds laat of ’s morgens vroeg te beluisteren en helemaal in op te gaan. Iets wat ik zeker nog vaak zal gaan doen in de komende, donkere wintermaanden!

Sarah McCoy - Blood Siren (2019)

5,0
Zoals de hoes me al deed vermoeden komt Sarah McCoy oorspronkelijk uit Amerika, om precies te zijn, ze werd geboren in het gehucht Pine Plains, New York. Als kind verhuisde Sarah naar het warme aan de oceaan gelegen Charleston, South Carolina. Ze genoot daar van een gelukkige jeugd, totdat een paar dagen na elkaar haar vader en grootmoeder overleden.

Sarah veranderde in een introverte, excentrieke, maar ook opstandige puber, die constant ruzie met haar moeder maakte. Haar reddingsboei werd de piano, ze ging klassieke piano studeren en begon tevens liedjes te componeren om haar sombere, donkere gedachten onder woorden te brengen. Haar traumatische jeugdervaring en een verbroken liefdesrelatie zouden daarna een nomade van haar maken.

Ze trok kriskras door Amerika en begon op straat op te treden. Uiteindelijk kwam ze in februari 2011 in New Orleans terecht, waar ze zich meteen thuis voelde. Ze begon daar op te treden in iedere kroeg, die haar maar wilde hebben. Het gebeurde dan regelmatig dat ze laat op de avond stond te spelen voor een paar beschonken toehoorders. Ze speelde in die tijd heel vaak nog zonder microfoon.

Ook formeerde ze een band, the Oopsie Daisies, welke qua bezetting nogal eens aan verandering onderhevig was. In 2013 werd ze ontdekt door de Franse filmregisseur Bruno Moynie, die haar manager werd en een documentaire over haar maakte, maar nog belangrijker, een concertreeks voor haar in Frankrijk regelde.

Uiteindelijk leverde dat een welverdiend platencontract bij het fameuze Blue Note label op. Als producers werden Chilly Gonzales en Renaud Letang aangetrokken, die vaak een middernachtelijke sfeer neerzetten. Welke gecreëerd wordt door het gebruik van de piano, cello, celesta, subtiele elektronica en genoeg stilte. Dat laatste wordt dan weer gecreëerd door het af en toe op Satie gelijkende pianospel van Sarah.

Het pianospel wordt verder beïnvloed door Rachmaninoff en Kurt Weil. Overigens draagt Sarah op het podium nog steeds extravagante kleding en gebruikt bijzondere make-up. Met haar indrukwekkende voordracht weet ze toch het publiek gemakkelijk te laten focussen op de muziek. Begin november was het album op haar eigen website al te koop, maar sinds afgelopen vrijdag wereldwijd .

Op 8 december was ze support act van Chilly Gonzales in Carré, maar volgens mij is het slechts een kwestie van tijd dat ze hier zelf hoofdact is. Met Blood Siren levert de nu drieëndertigjarige McCoy een indrukwekkend debuut af.

Sarah McQuaid - If We Dig Any Deeper It Could Get Dangerous (2018)

4,5
Drie jaar geleden ontmoette Sarah levende legende Michael Chapman voor het eerst op het Village Pump Festival in Wiltshire, Engeland, waar beiden op het affiche stonden. Sindsdien ontwikkelde zich een hechte vriendschap.

Tijdens een bezoek van Sarah aan de boerderij van Chapman in Cumbria, stelde Chapman zelf voor om haar nieuwe album If We Dig Any Deeper It Could Get Dangerous te produceren. Zelf had ze het niet durven vragen, maar greep de kans met beide handen aan en gingen de tegenpolen aan het werk.

Aan de ene kant de zoals altijd minutieus voorbereide Sarah en aan de andere kant Chapman, die zelfs van tevoren geen van de op te nemen songs gehoord had. En wonderwel klikte het uitermate goed in de studio tussen de twee. Na afloop merkte Chapman op : “The precision and sophistication of the writing and playing blew me away. I was so glad to be involved.”.

De geweldige opener en titelsong zet direct de toon. Sarah wordt hier begeleid door Chapman op een Gibson slide gitaar uit 1961 en het spannende trompetspel van Richard Evans. Enigszins vreemde eend in de bijt is One Sparrow Down, omdat er geëxperimenteerd wordt met ritme. Een gastrol is weggelegd voor haar kat Nightshine. Het centrale thema van de songs is vergankelijkheid.

Net als op vorige albums graaft Sarah weer in de muziekhistorie van lang geleden. Dies Irae is bekend uit de rooms-katholieke dodenmis van vele eeuwen geleden en werd eerder door vele bekende klassieke componisten op muziek gezet. Het wordt gezongen in het Latijn.

De enige andere compositie die niet door Sarah zelf geschreven is Forever Autumn. Het werd oorspronkelijk geschreven door Jeff Wayne als een jingle voor een Legoreclame. Later werd er tekst aan toegevoegd en ingezongen door Justin Hayward (The Moody Blues) op The War of the Worlds.

Forever Autumn en het bijzonder fraaie en klein gehouden The Silence Above Us zijn de enige twee nummers, waarin Sarah gebruik maakt van de piano.

Ook erg geslaagd zijn de twee instrumentale stukken. The Day of Wrath, That Day, waarvan de titel is afgeleid van de eerste regel van Dies Irae. Sarah eist hier de hoofdrol op, vanwege de wonderschone klanken die zij hier uit elektrische Ibanez gitaar tovert.

Het andere, kortere instrumentale stuk getiteld New Beginnings, schreef ze ter gelegenheid van het huwelijk van haar goede vriendin Zoë Pollock, bekend van de hit Sunshine on a Rainy Day. In 2009 brachten ze samen als het duo Mama het album Crow Coyote Buffalo uit.

Er zit trouwens nog een Nederlands tintje aan het album, de master werd gemaakt door Sander van der Heide in de befaamde Wisseloord Studios. If We Dig Any Deeper It Could Get Dangerous is mede dankzij Michael Chapman een uitermate coherent album geworden en in korte tijd uitgegroeid tot mijn favoriete album van Sarah. Het is trouwens altijd een genot om haar de uit duizenden herkenbare stem te horen, gelukkig kan dat binnenkort ook weer live.

Sarah McQuaid live:

23-02 STEENDAM: Podiumcafé Peter en Leni
24-02 ZEELAND: Tangelder Presenteert (huisconcert)
25-02 OISTERWIJK: Groeten uit Oisterwijk
26-02 UTRECHT: De parel uit Zuilen
10-03 LANDGRAAF: Theater Landgraaf

Sarah McQuaid -- New Album Promo for Jan 2018 - YouTube

Sarah McQuaid - The St Buryan Sessions (2021)

4,0
Door de beperkende maatregelen vorig jaar besloot singer-songwriter Sarah McQuaid haar zesde album The St Buryan Sessions alleen live op te nemen in het middeleeuwse kerkje van St Buryan, niet ver van haar woonplaats in West Cornwall. Door het uitgekiend plaatsen van de microfoons maakt ze optimaal gebruik van de daar aanwezige akoestiek. Ze begeleidt zichzelf op akoestische gitaar, piano, elektrische gitaar en tom drums. Ze brengt een bloemlezing uit haar reeds vierentwintig jaar omspannende carrière. Haar laatste album If We Dig Any Deeper It Could Get Dangerous werd geproduceerd door de onlangs overleden folklegende Michael Chapman. Ondanks hun totaal verschillende werkwijzen en karakters leverde het een uitstekende plaat op en ontstond een mooie vriendschap. Voor haar nieuwe album kreeg Sarah een elektrische gitaar te leen van Chapman. Sarah covert op piano diens song Rabbit Hills en daarnaast ook nog de jazz klassieker Autumn Leaves. De gevoelige, wat hese stem van Sarah komt in deze omgeving bijzonder goed tot zijn recht. De opnames werden ook op beeld vastgelegd. De afgelopen maanden verschenen reeds de nodige songs op single. Sarah is een graag geziene gast op de Nederlandse luisterpodia. In februari en maart zal ze naar Nederland komen om The St Buryan Sessions te promoten.

Sarah McQuaid - Walking Into White (2015)

4,5
Haar eerste drie albums werden geproduceerd door Gerry O’Beirne. De eerste twee verschenen al in de jaren negentig, nummer drie The plumtree and the rose pas in 2012. Dat kwam doordat ze van 1994 tot 2007 in Ierland werkzaam was als muziekjournalist. Door familiale omstandigheden verhuisde ze in 2007 naar Cornwall. Daar pakte ze de draad van haar muziek carrière weer op.

Vooral het in 2012 verschenen The plumtree and the rose kreeg zeer positieve kritieken. Ondanks dat besloot ze voor de nieuwe cd geen beroep meer te doen op Gerry O’Beirne. Voor Walking into white trok ze van Cornwall, Engeland naar het kleine plaatsje Cornwall in Amerika, waar haar neef Adam Pierce een studio heeft.

Adam Pierce produceerde samen met zijn vriend Jeremy Backofen de plaat. Met het aanstellen van hen nam ze een risico, omdat beiden geen ervaring met folkartiesten hebben. De keuze viel op hen omdat Sarah nieuwe muzikale wegen wilde inslaan. De eerste drie albums waren prachtig, maar kennen niet al te veel dynamiek.

Drie songs op Walking into white zijn gebaseerd op de serie kinderboeken getiteld Swallows and Amazons geschreven door Arthur Ransome. De boeken gaan over vakantie avonturen van kinderen. Ooit las ze deze boeken voor aan haar eigen kinderen, Lily Jane en Eli. Over haar zoon schreef ze het nummer Yellowstone.

Direct in Low winter sun is de invloed van Adam en Jeremy duidelijk, een duidelijk andere sound , een gitaar die klinkt als een piano en het gebruik van een jaren 80 synthesizer zorgen voor een bijzondere sfeer. Where the wind decides to blow is een heerlijk ritmisch, ietwat heavier up-temponummer. Vooral het halverwege invallen van de drums is geweldig.

The tide is een prachtig ingetogen song was ze samen zingt met Adele Schulz. In de voortreffelijke instrumental I am grateful for what I have wordt de klassieke gitaar subliem bespeeld door Dan Lippel. Net als in Solid air op The plumtree and the rose schittert in de titelsong een trompet, ditmaal bespeeld door Gareth Flowers.

Zeer bijzonder is Jackdaws Rising, oorspronkelijk een instrumental van de groep Brocc en getiteld 13 moons. Sarah schreef er een tekst voor. De melodie is 4/4 maar de percussie is in 5/4! Meerstemmige vocalen worden begeleid door handgeklap en stampvoeten. Een ongelofelijk ingewikkeld nummer, wat bijna onmogelijk wordt om live te spelen.

Yellowstone is een prachtige, ingetogen song over haar zoon Eli. Het roept bij mij associaties op met At seventeen van Janis Ian. De klassieke gitaar doet hier Spaans aan. Het uptempo The silver lining was al bekend als single. Leave it for another day, voorzien van een verrukkelijke melodie, schreef ze samen met Gerry O’Beirne. Een lied wat geheel via e-mail tot stand is gekomen. Ze is terecht trots op het resultaat.

De cd sluit af met twee covers. Canticle of the sun is gebaseerd op de zeer bekende hymne Lasst uns Erfreuen uit 1623. De oorspronkelijke tekst is van Franciscus van Assisi en later aangepast door William Henry Draper. Afgesloten wordt met de Ewan MacColl evergreen The First time I saw your face. Dit lied wilde ze al heel lang opnemen.

Het inslaan van nieuwe wegen is wonderwel geslaagd met dank aan de producers met hun verfrissende kijk op het geheel. Walking into white is haar mooiste album tot dusver.

Sarah Shook & The Disarmers - Revelations (2024)

De groepsnaam Sarah Shook & The Disarmers deed geen enkel belletje bij mij rinkelen. Frontvrouw Shook van deze alt-country en indie rock vijfmansformatie gebruikt tegenwoordig River als voornaam. Wellicht heeft die naamsverandering iets te maken met het afzetten tegen het streng Christelijk milieu waarin ze opgroeide. Ze mocht in haar jeugd alleen luisteren naar klassieke en religieuze muziek. Ze is volledig autodidact, ze leerde zichzelf op jonge leeftijd piano en vervolgens akoestische gitaar spelen. Naast muzikant maakt ze zich hard voor de LGBT gemeenschap en burgerrechten. Ze is trouwens non-binair.

River schreef alle liedjes voor Revelations. En zoals de titel al doet vermoeden neemt ze in haar teksten bepaald geen blad voor de mond, waarbij cynisme vaak nooit ver weg is. Een goed voorbeeld is de derde vrijgegeven single Motherfucker. Ze schreef het nummer voor iedereen die ooit te maken heeft gehad met personen die voortdurend problemen uit het niets creëren, je vaak tot wanhoop drijven en over het algemeen een waardeloze, liegende klootzak is. Revelations had bij mij enige tijd nodig om te landen, maar is uiteindelijk een bijzonder prettige eerste kennismaking met de muziek van Sarah Shook & The Disarmers geworden.

Bron : Music that needs attention - musicthatneedsattention.blogspot.com

Sarah Walk - Little Black Book (2017)

Little Black Book is het debuutalbum van de zesentwintigjarige, uit Chicago afkomstige singer-songwriter Sarah Walk. Ze studeerde aan het befaamde Berklee College of Music. Vorig jaar tekende ze voor One Little Indian en koos Steve Brown als producer.

Ze beschikt niet alleen over een androgyn uiterlijk, maar ook over een dito stem, met een heerlijk hees randje. Een stem, die ze ene keer krachtig inzet, maar soms ook ingetogen en breekbaar.

Haar liefdesliedjes lopen vooral over van woede, droefenis, angst en schuldgevoel. Het gaat dus vooral over de keerzijde van de liefde. De liedjes worden met grote geloofwaardigheid gebracht en weten diep te raken.

Centraal in haar muziek staat de piano, regelmatig worden de liedjes opgesierd met strijkers. En worden het, zoals ze zelf noemt, big songs, die erg meeslepend zijn.

Vorig jaar werd het album voorafgegaan door de single Wake Me Up, die al voor de nodige bekendheid zorgde. Op dit moment is Sarah op tournee met Tanita Tikaram in Duitsland, het lijkt me dat een bezoek aan de Nederlandse podia slechts een kwestie van tijd is.

Het album verschijnt op 1 november ook in een deluxe versie, naast cd, een tekst- en gedichtenboek plus t-shirt. Little Black Book is een debuutalbum, wat volgens mij geen enkele luisteraar onberoerd zal laten.

Sarah Walk - Wake Me Up - YouTube

Saranne - Dagen Dat het Anders Gaat (2020)

4,5
In 2012 bracht de Nijmeegse singer-songwriter Saranne Schümers haar nagenoeg Engelstalige debuutalbum Feather & Fools uit. Willem Jongeneelen omschreef het album toen als een herfstplaat, waarop Saranne naast verstild en verontwaardigd ook bijzonder krachtig, duister of licht aangebrand klonk. Verder roemde hij de bijzonder dynamische productie van BJ Baartmans. Het album sloot af met het Nederlandstalige Ga Dan. Het blijkt dan dat ze haar ei beter kwijt kan in het Nederlands. Sedertdien heeft ze in alle rust aan Dagen Dat het Anders Gaat gewerkt. Naast dat ze zich in het Nederlands gemakkelijker en beter kan uitdrukken, kan ze er als lerares Nederlands haar liefde voor de Nederlandse taal en literatuur in kwijt.

Het album opent met twee nummers, die geïnspireerd zijn op literatuur. Opener Voor Wie Ik Liefheb is ontleend aan de laatste regel van het beroemde gedicht “Mijn moeder is mijn naam vergeten” van Neeltje Maria Min. Saranne ziet het gedicht als een schreeuw om erkenning, een smeekbede om gezien te worden en vooral te mogen zijn wie je bent. Ze drijft hier overigens enigszins de spot met haar zelfmedelijden door er een zigeunersausje over te gieten in de vorm van het herkenbare en meeslepende vioolspel van Alex Akela. Alex ken ik vooral van zijn prachtige bijdrages aan de albums van Björn van der Doelen en Closer van Tom Neven.

Aan de Waal is gebaseerd op de tijdloze novelle “De Uitvreter” van Nescio. Het handelt over de wonderlijke Amsterdammer Japi, die leeft op de zak van anderen en na de dood van zijn onbereikbare liefde Jeanne uiteindelijk in Nijmegen zal belanden en waarbij de Waalburg dan een tragische rol zal gaan spelen. Saranne over Aan de Waal : “Het verhaal eindigt in Nijmegen bij de Waal die altijd maar naar het Westen zal stromen, hoe druk wij mensen ons ook maken en hoezeer wij ook tobben over ons leven. Hopelijk verleidt het nummer velen om ook het prachtige verhaal van Nescio te lezen of herlezen. Het is een pareltje van onze literatuur. Ik laat het verhaal, de woorden en de tokkel bewust voortkabbelen, zoals die Waal, de worsteling van Japi en vooral de tijdloosheid van dit nog altijd prachtige verhaal.”.

Naast inspiratie uit de literatuur vindt Saranne inspiratie van nabij, zowel over vreugdevolle als droevige zaken. In Wij zingt Saranne een fraai duet met levenspartner Sjoerd, met wie ze ook af en toe met bevriende musici zingt in de coverband 45 STEREO, waarmee men klassiekers van onder andere Johnny Cash, The Beatles en Canned Heat vertolkt. Ze schreef Wij na de geboorte van haar dochter en wat de gevolgen ervan waren, maar vooral over hoe de geboorte haar relatie verrijkte en de onvoorstelbaar grote liefde die ze nu voor haar kinderen voelt.

Zowel Kom Hier als het titelnummer Dagen Dat het Anders Gaat schreef ze voor haar zoon en dochter. Ze ziet veel van zichzelf terug in hen, bovendien schreef ze de liedjes met de intentie te laten weten er altijd voor hen te willen zijn, onvoorwaardelijke liefde dus, zoals alleen een ouder dat kan voelen. Naast liedjes over kinderen, ook een liedje over het kind in jezelf, Berceuse van de Wind.

Maar naast de lach ook een traan in Hartenkoning, geschreven naar aanleiding van het overlijden van twee dierbare personen. Mooie afsluiter vormt Onder de Toare, geschreven en gezongen in het Tienders. De eerste achttien jaar van haar leven woonde Saranne in Tienray, gelegen in Noord-Limburg. Haar huis had uitzicht op de kerk en hoorde ze daar met grote regelmaat het carillon spelen. Het gaat over mooie herinneringen, maar ook over geborgenheid en je ergens thuis voelen. Overigens heeft ze haar moeder en een vriendin van vroeger gevraagd het nummer te controleren op spelling.

Vooral Onder de Toare raakte bij mij een gevoelige snaar, omdat ik veel mooie jeugdherinneringen koester aan Noord-Limburg, omdat ik er menig geslaagde vakantie doorbracht. Saranne is een verhalenverteller pur sang, die zingt over universele onderwerpen, waar iedereen mee te maken krijgt. Bovendien weet ze met haar zuivere stem en voordracht de luisteraar aan zich te binden en vaak diep te raken.

Muzikaal bedient Saranne zich vooral van de muziekstijlen americana en folk, afgewisseld door invloeden uit blues, bluegrass en gipsyfolk. Een belangrijke rol is wederom weggelegd voor multi-instrumentalist en producer BJ Baartmans, die de composities zonder uitzondering prachtig arrangeerde. Saranne maakte trouwens het artwork zelf.

Saillant zijn overigens de overeenkomsten met het vorig jaar verschenen album Liever Vieze Voeten van Iris Penning. Allebei Nederlandstalig, geproduceerd door een uitstekende Brabantse producer en uitgegeven op een label van platenzaak. Maar belangrijker, allebei bloedmooi. Nederland is weer een woordkunstenaar en verhalenverteller rijker.

Sarathy Korwar - KALAK (2022)

4,0
Sorry, cosmic kid, regels even vergeten, bijgaand mijn stukje op mijn blog :

Korwar’s vorige wapenfeit was Night Dreamer Direct​-​to​-​Disc Sessions met UPAJ Collective. Het album werd op een dag, 6 juli 2019, opgenomen in de Artone Studio in Haarlem. Hierop wordt spirituele jazz op organische wijze vermengd met authentieke klassieke muziek.

Sarathy Korwar is een India opgegroeide, maar tegenwoordig in Londen woonachtige drummer, producer, componist en bandleider. Sarathy behoort tot de meest originele en intrigerende muzikanten in de Britse jazzscene. Hij kwam reeds op vroege leeftijd in aanraking met zowel Indiase muziek en de muziek van jazzgiganten als Ahmad Jamal, Cannonball Adderley en John Coltrane.

In de tussentijd begon hij zich te bekwamen op de tabla. Dankzij zijn leermeester Rajeev Devasthali opende zich een hele nieuwe wereld van ritme, patronen en creativiteit voor hem. Waarvan hij heden ten dage nog steeds de vruchten plukt. Zijn album More Arriving uit 2019 was volledig politiek getint. Hij tekent er zijn ervaringen op als Brit van Indiase komaf in een door Brexit verdeeld land.

Het nieuwe album Kalak is een op de toekomst gericht manifest. De luisteraar komt oren te kort, de soms declamerende en/of hypnotiserende zang wordt vergezeld door intrigerende ritmes van Korwar. Spirituele jazz en Indiase muziek worden op inventieve wijze vermengd met onder andere elektronische muziek en hip-hop.

Onder de gastmuzikanten bevinden zich Danalogue van The Comet Is Coming, Kushal Gaya van Melt Yourself Down, elektronica artiest Noni-Mouse en het Japanse drum ensemble Kodo. Het vernieuwende en tijdloze Kalak kreeg volgens mij terecht al vijf sterren van The Guardian.

Saugeye - Saugeye (2021)

4,5
De veelzijdige band Saugeye werd mede opgericht door multi-instrumentalist, geluidstechnicus en producer Jared Tyler. Tyler ken ik vooral van zijn samenwerking met Malcolm Holcombe en met John Moreland. Helaas was mij onbekend dat Tyler ook het drietal soloalbums Blue Alleluia, Here with You en Dirt on Your Hands op zijn naam heeft staan. Tyler blijkt namelijk over een bijzonder aangenaam stemgeluid te beschikken. De groepsnaam is ontleend aan een bepaalde vis, een kruising tussen een sauger (Nederlandse naam mij onbekend) en een snoekbaars. Het is de favoriete vis van Tyler om te vangen. Naast Tyler bestaat Saugeye verder uit Seth Lee Jones, Jake Lynn en Casey van Beek (geboren in Leiden), ook zeer ervaren muzikanten uit Tulsa. Hun repertoire bestaat uit een laagdrempelige, onweerstaanbare mix van folk, blues, country en rock. Na opener To the Land ging ik al finaal voor de bijl. Zelf bevelen ze hun muziek aan aan muziekliefhebbers die graag naar Amos Lee, John Fullbright en Malcolm Holcombe luisteren. Zelf verwacht ik dat er maar weinig luisteraars zullen zijn, die niet ingepakt zullen worden door hun debuutalbum Saugeye. Ere wie ere toekomt, het album werd me getipt door mijn forumgenoot Henk. Vanaf nu heb ik niet alleen graag vis op mijn bord, maar ook op mijn draaitafel!

Savourna Stevenson + Steve Kettley - Wine of Life (2023)

4,0
Volgens het begeleidend persbericht zou Wine of Life aanstaande vrijdag de vierentwintigste moeten worden uitgebracht, maar volgens hun Bandcamppagina verscheen het album al op 20 januari.

Een oude band van meer dan 20 jaar geleden is nieuw leven ingeblazen: de buitengewoon virtuoze harpiste Savourna Stevenson en saxofonist Steve Kettley hebben een duo gevormd dat voornamelijk haar composities speelt. Savourna staat erom bekend stilistische barrières te doorbreken met behoud van haar Schotse roots. Ze werkte samen met musici als Aly Bain, Eddi Reader en Toumani Diabate en wordt geprezen om haar recente orkest- en koorwerken.

Hun eerste optreden was op “Harp on Wight”, in Ryde op het Isle of Wight, in oktober 2017. Recente concerten waren onder meer het Noia Harp Festival in Spanje, het Edinburgh Harp Festival en de Edinburgh Fringe. Zonder het weten zullen velen al onlangs een compositie van haar gehoord hebben tijdens de uitvaart van koningin Elisabeth II. Er werd een koorversie van haar Psalm 121 ten gehore gebracht in de kathedraal van St. Giles in Edinburgh.

Overigens begon Savourna al op haar vijfde piano te spelen en te componeren met haar vader, de componist Ronald Stevenson. Ze maakte haar concertdebuut op haar vijftiende in de Queen Elizabeth Hall in Londen. Sindsdien verschenen een tiental albums van haar.

Zoals al eerder aangegeven is de basis voor haar muziek haar Schotse roots, waarbij haar clarsach (Gaelic harp) het uitgangspunt vormt. Ze vermengd haar Schotse achtergrond op unieke, baanbrekende wijze met klassiek, folk, wereldmuziek en jazz. Wine of Life wordt praktisch alleen door harp en saxofoon ingekleurd en weet ondanks dat mateloos te boeien. Op dit moment is Savourna alweer aan een interessant project (in opdracht) begonnen, The Secret Life of a Piano, waarop de muziek en vriendschap tussen Gershwin en Ravel worden verkend.

School Is Cool - Things That Don't Go Right (2020)

Sinds de komst van het eigenzinnige T.C. Matic in 1980 maakte de Belgische rockmuziek een grote ontwikkeling door. Sindsdien schoten de nieuwe groepen als paddenstoelen uit de grond, waarvan dEUS uiteraard de bekendste is en de meeste invloed had en heeft.

Zo’n decennium geleden werd in Berchem School is Cool opgericht. Hun eerste ep en cd werden nog in eigen beheer uitgebracht, maar dankzij de nodige air play op Studio Brussel groeide hun populariteit snel, ook in Nederland. Bovendien wonnen ze Humo's Rock Rally. De samenstelling van de groep was af en toe aan verandering onderhevig, vaste waarden vanaf het begin waren frontman Johannes Genard en Matthias Dillen.

Op hun nieuwste album Things That Don’t Go Right wordt de groep herenigd met producer Reinhard Vanbergen (Das Pop), die ook de productie van hun debuut Entropology voor zijn rekening nam. Het debuut werd gedomineerd door tachtiger jaren synthesizers en energieke drums met veel donkere, apocalyptische teksten.

Ook deze keer gaan de teksten niet over “the bright side of life”, maar over stukgelopen relaties, lusteloosheid, de schijnwerkelijkheid van sociale media, fear of missing out (de angst om iets belangrijks of leuks te missen), het concept mannelijkheid en Australische reality programma’s. Kortom over Things That Don’t Go Right.

Gelukkig is de muziek een stuk luchtiger van toon, waarin regelmatig een belangrijke rol is weggelegd voor het toetsenspel van Hanne Torfs. Net als op het debuut is de percussie erg energiek. Soms liggen de liedjes goed in het gehoor zoals single Close, dat ongetwijfeld op veel air play zal mogen rekenen.

Ook is er geregeld uitstekend gitaarspel te horen, zoals in Thunder & Lighting. Wie goed luistert naar on the Halfway line hoort trouwens heel kort de bekende gitaarsound van The Allman Brothers terug. Naast uptemponummers ook ingetogen nummers, die me persoonlijk beter bevallen.

Af en toe klinken er recente invloeden door, zoals bijvoorbeeld van War on Drugs. De finale van afsluiter en titelsong herinnerde me overigens meteen aan de meeslepende finale van The Stones klassieker You Can't Always Get What You Want. Het schilderij op de cover is van Bent van Looy (Das Pop).

School is Cool live:

16-04 GENT: Charlatan (Uitverkocht)
17-04 UTRECHT: Ekko
18-04 ANTWERPEN: Trix
24-04 BRUSSEL: AB (Uitverkocht)

Scout LaRue Willis - Scout LaRue Willis (2022)

4,0
Scout LaRue Willis (30) is een van de drie dochters van Bruce Willis en Demi Moore. Willis kwam enkele maanden geleden op minder positieve wijze in het nieuws, doordat hij aankondigde te stoppen met acteren vanwege afasie.

Dat hij een imposante carrière als acteur had opgebouwd wist ik. Hij speelde in meer dan honderd films, waaronder in “Pulp Fiction” en “The Sixth Sense”. Wat ik echter niet wist is, dat hij ook muzikaal is. Eind jaren tachtig bracht hij twee albums uit met voornamelijk blue-eyed soul. In 1987 had hij zelfs een top tien hit met een cover van Under the Board Walk.

De talentvolle Scout is niet alleen muzikaal, maar is daarnaast ook actrice, schrijfster, influencer en een mode icoon. Scout LaRue Willis heet haar overtuigende debuutalbum. Alle liedjes schreef Scout zelf. Ze bracht het album uit om het publiek een inkijkje te geven van haar kwetsbare kant. Een uitstekend voorbeeld hiervan is opener Love Without Possession, waarin zichzelf zowel letterlijk als figuurlijk blootgeeft.

De (liefdes)liedjes gaan vooral over volwassen worden in een gecompliceerde wereld. Muzikaal gezien zweeft het ergens tussen folk en Americana in. De instrumentatie is niet doorsnee, zo wordt af en toe gebruik gemaakt van de theremin, therevox en de mellotron. De kers op de taart is echter de zang van Scout. Ze maakt uitstekend gebruik van dynamiek en haar stem heeft een heerlijk hees randje.

Ze produceerde het album zelf, samen met Greg Papania. Scout LaRue Willis werd me overigens getipt door mijn Amsterdamse muziekvriend Henk, die me ongeveer dagelijks van tips voorziet. Helaas is Scout LaRue Willis alleen digitaal en op vinyl verkrijgbaar is. Ik neem aan dat Bruce apetrots is op dochter Scout.

Sean Taylor - Flood & Burn (2017)

4,5
Het lag voor de hand dat Flood & Burn voor de vierde keer op rij opgenomen zou worden in Congress House Studios in Austin, Texas. De ervaren producer was andermaal Mark Hallman, die in het verleden werkte met bijvoorbeeld Carole King. In het begeleidende persbericht wat ik van Sean kreeg wordt Hallman’s belangrijke bijdrage aan dit album niet onder stoelen of banken gestoken. Naast de productie bespeelt Hallman net als op de voorgangers de nodige instrumenten.

Op Flood & Burn zijn alle genres, welke Sean muzikaal beïnvloed hebben en vaak ontroerd hebben te vinden. Run to the Water en de titelsong zijn bluesnummers. The Cruelty of Man schuurt tegen jazz aan. Erg mooi is hier het trompetspel van Ephraim Owens. In dit nummer veegt hij de vloer aan met onze huidige, vaak oppervlakkige maatschappij.

De thema’s staan deze keer weer wat dichter bij hemzelf. Op voorganger The Only Good Addiction Is Love liet hij zich inspireren door kunst en literatuur. Afsluiter Better Man gaat over het voorrecht om muzikant te mogen zijn, maar dat het tegelijkertijd niet altijd een gemakkelijk bestaan is. Overigens heb ik het nummer zelf omgedoopt tot Thirsty Man, omdat vooral het begin lijkt op de muziek van de bekende biercommercial van Grolsch, vakmanschap is meesterschap.

Bad Case of the Blues had Sean niet kunnen schrijven als hij de muziek van Tom Waits niet gekend had. Het zeer aanstekelijke Troubadour en Life Goes On speelt Sean al jaren live, en zijn uiteraard in de tussentijd een stuk gegroeid. De enigszins ambient aandoende opener Codeine Dreams, waarin het fraaie saxspel van Joe Morales te horen is, laat Sean blijken dat hij zich nog steeds verder ontplooid als liedjesschrijver.

Ook deze keer ontbreekt de viool van Hana Piranha niet, zij het dat ze deze keer iets minder prominent aanwezig is. En natuurlijk zou het album niet compleet zijn zonder de inbreng van de inmiddels zevenenzeventig jarige levende legende Danny Thompson. Welke andere muzikant kan zeggen dat hij gewerkt heeft met Nick Drake, John Martyn, Tim Buckley en Richard Thompson?! Danny is te horen in afsluiter Better Man. Sean schreef het met de staande bas van Danny in gedachte.

Sean had al zeven prachtalbums op zijn conto staan en voegt er met Flood & Burn nummer acht aan toe. Hij kan met zijn intussen indrukwekkende oeuvre gerekend worden tot de belangrijkste Engelse singer-songwriters. Naar verwachting zal Sean in oktober Nederland aandoen voor concerten.

Sean Taylor - The Only Good Addiction Is Love (2015)

5,0
De teller van uitgebrachte albums van deze Engelse singer-songwriter wordt met The Only Good Addiction Is Love intussen op zeven gebracht. Tot op heden brachten zijn platen nog maar zeer weinig bekendheid op in Nederland.

Dit nieuwe werkstuk moet daar maar eens voorgoed verandering in brengen, want hij behoort tot de absolute top in het genre. Hij wordt al jaren op handen gedragen door mensen als Eric Bibb en Willy Vlautin. Voor de derde keer op rij vonden de opnames plaats in Congress House Studios in Austin.

De producer was andermaal Mark Hallman, onder andere bekend van zijn werk met Carole King en Ani Di Franco. Op voorgaande cd’s was vooral zijn harde leven als muzikant in Londen vaak onderwerp van zijn liedjes. Voor de thema’s op The Only Good Addiction Is Love zocht hij zijn inspiratie in meer esthetische onderwerpen.

Hij liet zich veelal inspireren door zowel schilderkunst als literatuur. De titel is overigens een uitspraak van de voormalige president van Uruguay Jose ‘Pepe’ Mujica, die negentig procent van zijn salaris uitgaf aan liefdadigheid en een boerderij als woning prefereerde boven het presidentiële paleis.

Prachtige opener is het titelnummer, waarin een hoofdrol is weggelegd voor de klassiek geschoolde violiste Hana Piranha. Zij keert nog een keer op fabuleuze wijze terug in Les Rouges Et Les Noirs, geïnspireerd op het bekende schilderij van Paul Klee, die overigens zelf ook een fantastisch violist was. Verrassend genoeg speelt ze met haar eigen band punkmuziek! Een samenwerking die zeker een vervolg verdient.

Veel inspiratie vond hij al vaak in het werk van de bekende Spaanse dichter Federico Garcia Lorca. Het leverden het schitterende instrumentale, Spaans getinte Lorca en Tienes Mi Alma En Tus Manos op. De titel van laatstgenoemde is afkomstig van de Don Winslow novelle The Power Of The Dog.

Rothko is een hommage aan de abstracte schilder Mark Rothko. Jack Kerouac’s novelle Desolation Angels komt aan bod in het heerlijke gelijknamige nummer. Slotnummer The White Birds is een op muziek gezet gedicht van William Butler Yeats.

Erg knap aan het album vind ik dat Taylor aan ieder nummer precies de juiste instrumentatie meegeeft. Ook mag de rol van producer Mark Hallman niet onderschat worden. Hij speelt op praktisch ieder nummer mee en bespeelt daarbij de meest uiteenlopende instrumenten. Onder de gastmusici bevindt zich legende Danny Thompson, met wie hij overigens regelmatig live optreedt.

Dit prachtige album behoort voor mij tot een van de mooiste van 2015.

Sem Jansen - Uncle Sem (2023)

4,0
Het debuutalbum Uncle Sem kent een bijzonder verhaal. Tot zo’n vijf jaar geleden ging zanger en gitarist Sem Jansen door het leven als zangeres Britt van de Leif de Leeuw Band, maar besloot toen de transitie tot man in te zetten. Maar voordat hij het traject van vrouw naar man inging werd de basis van de eerste zes songs opgenomen.

De Americana songs op het album vertellen het verhaal van de transitie. Over alle onzekerheden die er vooraf bij komen kijken. Zoals, hoe gaat mijn omgeving erop reageren? De zware gesprekken vooraf met psychologen over dit onomkeerbaar proces. Gelukkig voor Sem waren de reacties positief, waaronder ook van zijn bandleden van de Leif de Leeuw Band, met wie Uncle Sem werd gemaakt.

Maar ook voelde Sem zich waarschijnlijk geruggensteund door zijn trouwe viervoeter Admiraal, met wie hij staat afgebeeld op de binnenhoes. Een hond trouwens met een eigen Facebook en Instagram account. Het prachtige, stripachtige artwork vol met symboliek werd gemaakt door Douwe Dijkstra. In het nummer Goodbye, een duet met zichzelf, neemt Sem afscheid van zijn oude, hoge stem. Een song waarin de onzekerheid doorklinkt van het verliezen van die oude, hoge stem, getuige de regel “And when I’m scared to lose you in this fight called life”.

Uncle Sem is niet alleen fraai album, maar kan ook een steun in de rug zijn voor anderen die om wat voor reden moeite hebben om uit de kast te komen. Vanaf 12 januari gaat Sem samen met zijn band toeren met de show Who the F*ck is Britt?!". In een show van 1,5 uur neemt hij het publiek mee in zijn proces via het zingen van songs, aangevuld met videobeelden en verhalen. Hij gaat in duet met zijn vroegere zelf die op het videoscherm aanwezig zal zijn. De eerste twee shows in de Cacaofabriek in thuisstad Helmond zijn al uitverkocht. Voor de overige shows zie zijn website.

Seth Avett & Jessica Lea Mayfield - Sing Elliott Smith (2015)

Heel erg bekend werd de Amerikaanse singer-songwriter Elliott Smith niet. Hij schreef echter de nodige tijdloze en veelal breekbare liedjes. Zes albums liet hij op 34-jarige leeftijd achter, overleden onder zeer mysterieuze omstandigheden. Op zijn minst twee van zijn albums, Either/Or en XO, zouden naar mijn mening in geen enkele muziekcollectie mogen ontbreken.

Seth Avett en Jessica Lea Mayfield zijn beiden grote fans van zijn werk. Ze trokken een aantal jaren uit om de songs van hun held onder de knie te krijgen, voordat ze de moed hadden om een tribute-cd te maken. Er werd gekozen voor een sobere instrumentatie. Men riep slechts af en toe de hulp in van Paul Defiglia (bas), Joe Kwon (cello), Tania Elizabeth (viool) En Scott Avett (banjo).

Hun stemmen passen wonderwel bij het songmateriaal van Elliott Smith. Bovendien wijken hun versies niet te veel af van de oorspronkelijke, uit respect voor de kwaliteit van de gekozen liedjes. Ze worden dus op dezelfde ingetogen manier gebracht, zoals Elliott Smith dat zelf deed.

En het moet gezegd, de selectie van de gekozen liedjes is uitstekend! Klassiekers als bijvoorbeeld Baby Britain, A Fond Farewell en Pitseleh ontbreken uiteraard niet. Speciale vermelding verdient Twilight. Het arrangement hiervan is buitengewoon mooi!

Het is een prachtig eerbetoon geworden aan een veel te vroeg overleden singer-songwriter, wiens muziek niet in de vergetelheid mag geraken.