menu

Hier kun je zien welke berichten Lura als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Maartje Teussink - Organic Cities (2018)

“De songs geven een indruk van een constante wereld van gevoelens tijdens het opdoen van al deze indrukken en ervaringen in een stadsbewegende wereld” omschrijft het begeleidende persbericht kernachtig Teussinks album Organic Cities.

Maartje Teussink is een Nederlandse multi-instrumentalist, componist en zangeres. Zij studeerde af aan de Toneelschool & Kleinkunstacademie Amsterdam en voltooide daarnaast een aantal muzikale studies. Ze is intussen een grote naam op het gebied van muziek voor het theater, ze schreef voor een groot aantal gezelschappen, zowel nationaal als internationaal.

Daaronder bevinden zich klinkende namen als Orkater, Ro Theater, de Bloeiende Maagden en Theater Bremen. Momenteel speelt het laatstgenoemde gezelschap het stuk “Der Schimmelreiter”, naar de bekende novelle van Theodor Storm. In mijn tijd op de middelbare school trouwens een veel voorkomend boekje op de gelezen boekenlijst.

Maartje heeft wel iets met literatuur, in No Nearer zet ze een gedeelte van het beroemde gedicht “The Hollow Men” van T.S. Eliot op muziek, misschien wel het meest geciteerde gedicht uit de twintigste eeuw. De overige achttien, veelal persoonlijke composities schreef ze wel compleet zelf, zij het dat Drawn to See geïnspireerd werd door “The Wild Duck” van Henrik Ibsen.

De nummers zijn tijdens reizen in het buitenland geschreven en (deels) opgenomen. De uitwerking en afwerking is deels onderweg en in haar thuisstudio en in Schiebroek gebeurd. Dat opnemen had nogal wat voeten in aarde, omdat ze zelf alles inspeelde. Ze maakt gebruik van maar liefst tweeëntwintig instrumenten.

Haar liedjes hebben vaak een atmosferisch karakter (waarbij af en toe elektronica een voorname rol speelt). Ze dwingen de luisteraar tot echt luisteren. Haar vaak veel gelaagde liedjes hebben ook enige tijd nodig om doorgrond te worden. Maartje heeft een opvallende, ietwat hese stem.

Heel diep weet Maartje me te raken in het reeds gememoreerde, live gezongen Drawn to See. 1 juni zal het releaseconcert plaatsvinden in de Pelgrimvaderskerk in Rotterdam. Wie bereid is stevig zijn tanden te zetten in Organic Cities zal mijns inziens een gevarieerde prachtplaat rijker zijn. Warm aanbevolen.

Maddie Morris - Upstream (2022)

4,5
Afgaand op haar uiterlijk zou menigeen kunnen denken dat Maddie Morris een punker is. Niets in minder waar, Maddie maakt gevoelige folk/singer-songwriter muziek. Ze begon reeds op haar dertiende liedjes te schrijven, maar ook liedjes te coveren, waar ze vervolgens een volledig eigen signatuur aangaf.

Haar interesse in traditionele folkmuziek ontstond op jeugdige leeftijd toen ze Child Ballads van Anaïs Mitchell & Jefferson Hamer ontdekte. Onlangs had ze voorrecht hetzelfde affiche te delen met haar grote voorbeeld Mitchell. De BBC beloonde Maddie enkele jaren terug met de Young Folk Award Winner 2019. Vorig jaar november studeerde ze cum laude af aan het Leeds Conservatorium met de Peter Robers CBE herdenkingsprijs voor de hoogste graad in de stadsregio Leeds.

Upstream is Maddie’s tweede EP, haar vorige EP Purgatory verscheen twee jaar terug. Opener is de bekende traditional Down by the Greenwood Side, deze murder ballad is wellicht bekender als The Cruel Mother. Maddie heeft een van de mooiste stemmen, die ik ooit hoorde en die me dik kippenvel bezorgt. Bovendien wordt ze begeleid door geweldige muzikanten, Kath Ord (strijkers), Archie Moss (melodeon) en Jen Ord (piano).

The Cruel Mother werd talloze malen eerder gecoverd, maar deze uitvoering behoort tot de mooiste versies, die ik ken. In de bekende mountain song Barbara Allen heeft ze helemaal geen begeleiding nodig. Ze leerde hen in de versie van Jean Ritchie.

Het reeds als single verschenen, buitengewoon fraaie Philomela schreef Maddie zelf. “Philomela is een personage uit de Griekse mythologie die het misbruik van haar zwager Terrius overleeft. Nadat ze is aangevallen, snijdt Terrius Philomela's tong eruit zodat ze niemand kan vertellen wat er is gebeurd. Ze begint wandtapijten te weven om haar verhaal te delen, en als vergelding verandert Terrius haar in een nachtegaal.

Velen geloven dat dit de reden is waarom de nachtegaal zo'n droevige en verdrietige klaagzang heeft. Het is schrijnend dat ondanks dat ze duizenden jaren oud zijn, verhalen zoals die van Philomela nog steeds in onze cultuur worden gespeeld, en dat zovelen van ons ervaringen delen van belasterd en tot zwijgen gebracht worden.”, aldus Maddie.

Ook The Selkie’s Daughter schreef ze zelf en klinkt als een eeuwenoude traditional. Het beste bewaarde Maddie, wat mij betreft, voor het laatst, het zeer persoonlijke The Salmon. De song waaraan de titel Upstream is aan ontleend.

Het heeft met haar seksuele geaardheid te maken. Mensen met een andere seksuele geaardheid vinden over het algemeen minder gemakkelijk een partner, net als een zalm die een moeilijke reis moet afleggen om zich voort te kunnen planten. Los van het feit dat anders geaarden vaak moeite hebben om uit de kast te komen.

Op 20 oktober deelt ze samen met Angeline Morisson het podium van Cecil Sharp House, de bakermat van de traditionele folk. Ze zal daar met haar liedjes van het wonderschone Upstream meer dan waarschijnlijk net zoveel indruk gaan maken als op mij.

Madisen Ward and the Mama Bear - Skeleton Crew (2015)

4,5
Wat goed is komt snel. Een aantal maanden geleden verzorgden Madisen Ward en zijn moeder Ruth praktisch alleen concerten in hun woonplaats Kansas City. Een optreden in het programma van David Letterman in februari bracht hun carrière in een stroomversnelling.

Eind april volgde ook nog eens een optreden in de show van Jools Holland en op 1 mei speelden ze in hier in de Vondelkerk. Ze beschikken intussen over een overvol rooster, wat hen onder andere op het Newport Folk Festival zal brengen.

Moeder Ruth Whitlock werd in 1952 geboren in Gary, Indiana. In haar jeugd luisterde ze vooral naar rock en folk en had idolen als Janis Joplin, Jimi Hendrix en Laura Nyro. Op haar negentiende leerde ze pas gitaar spelen en ging ook optreden en bleef dat doen totdat ze haar man Kenneth Ward leerde kennen.

Ze kregen drie kinderen, waarvan alleen de jongste, Madisen geboren in 1988, interesse in muziek kreeg. Ook hij leerde pas op zijn negentiende gitaar spelen en begon akoestische optredens te verzorgen in Independence en St. Louis.

Een paar jaar geleden besloot hij om samen met zijn moeder een duo te gaan vormen. Ze kregen een groeiende schare fans in Kansas City, wat in 2013 resulteerde in de EP We Burned the Cane Fields.

Voor het debuut Skeleton Crew werd een beroep gedaan op de bekende Engelse producer Jimmy Abbiss (o.a. Adele en Artic Monkeys), die gelukkig gekozen heeft voor een zeer sobere productie. Hierdoor komt de flexibele stem van Madisen goed tot zijn recht.

Er wordt regelmatig gebruik gemaakt van beurtzang. Ook de stem van moeder Ruth is zeer aangenaam om naar te luisteren. Alle songs werden door moeder en zoon samen geschreven. Veel ervan ademen de sfeer van het zuiden van Amerika van lang geleden uit.

Hun muziek is een mix van vooral folk, maar ook van blues en gospel en is behoorlijk uniek. Sommige ervan liggen erg goed in het gehoor, zoals bijvoorbeeld Silent Movies. Mijn persoonlijke voorkeur gaat echter meer uit naar meer ingetogen songs, zoals het indrukwekkende Dead Daffodils en het prachtige Fight On. De onderwerpen variëren nogal. Van liefde, oorlog tot aan taart en Coca Cola!

Skeleton Crew is voor mij een van de grootste verrassingen van 2015 tot nu toe.

Magazine - Real Life (1978)

5,0
Heel vaak blik ik niet muzikaal terug, daarvoor komt er tegenwoordig nog steeds te veel mooie muziek uit. Op een van die fraaie, binnenkort te verschijnen albums speelt tot mijn grote verrassing toetsenist Dave Formula mee. Hij maakte eind jaren zeventig deel uit van de groep Magazine.

De groep werd begin 1977 in Manchester opgericht door voormalig Buzzcock lid Howard Devoto. Eind 1977 verving Formula Bob Dickinson, een toetsenist met een avant-garde en klassieke achtergrond. Dickinson schreef overigens nog wel mee aan het nummer Motorcade.

De eerste single Shot by Both Sides, geschreven door Devoto samen met Pete Shelley, zorgde direct voor commercieel succes. Het legendarische debuutalbum Real Life werd opgenomen in de Abbey Road Studios in Londen. Richard Branson was er als de kippen bij om de groep contractueel vast te leggen.

Branson’s Virgin label werd succesvol met het allereerste album wat het uitbracht, Tubular Bells van Mike Oldfield, wat eerder door alle grote platenlabels was geweigerd. Ook pikte Branson direct zijn graantje mee bij de opkomst van punk en new wave. Hij bracht de single God Save the Queen van de controversiële punkgroep Sex Pistols uit, wat ondanks de boycot op de radio de tweede plaats van de Britse hitlijsten wist te bereiken.

De muziek die Magazine maakte was in mijn ogen een stuk interessanter dan de punk van de Sex Pistols. Magazine werd dan ook beïnvloed door bijvoorbeeld een groep als Roxy Music, wat goed terug te horen is in het nummer Burst. Ook nu nog staat Real Life fier overeind vooral door het geweldige toetsenwerk van Formula en de intrigerende en indringende zang van Devoto.

Van 2009 tot 2012 was de band van Devoto en Formula nog even terug te zien op de grote festivals, waarna het doek definitief viel. Maar gelukkig is ook in 2019 het prachtige toetsenwerk van de tweeënzeventigjarige Formula nog steeds te bewonderen.

Malcolm Holcombe - Another Black Hole (2016)

4,5
Vaak wordt aangenomen dat A Far Cry From Here uit 1994 het eerste album was, dat Holcombe uitbracht. Zijn eerste album was echter een duo album uit 1985 samen met Sam Milner, getiteld Trademark. Op dit album vertolken beiden vijf nummers.

Holcombe ontdekte ik pas bij de release van Gamblin’ House. Na het horen van de vrolijke openingstrack My Ol’ Radio was ik direct verkocht. De cd zou een lange tijd een van mijn trouwe metgezellen op mijn dagelijkse treinreis van Den Bosch naar Amsterdam worden.

Another Black Hole is intussen Holcombe’s twaalfde reguliere soloalbum, maar toch is hij helaas bij de gemiddelde luisteraar onbekend. Naar de radio luister ik niet, maar ik geloof niet dat hij veel gedraaid zal worden in Hilversum. Als een artiest uitermate geschikt is om gedraaid te worden op de radio dan is hij het wel.

Een uit duizenden herkenbare stem. Hetzelfde gaat op voor zijn karakteristieke akoestische gitaarspel. Maar ook zijn liedjes zouden een groot publiek moeten kunnen aanspreken. De songs zijn redelijk conventioneel. Bovendien zijn de meesten voorzien van zeer sterke refreinen. Luister maar eens naar de titeltrack op het nieuwe album, na een keer luisteren nestelt het al in je brein.

Door collega’s wordt hij echter al heel lang op juiste waarde geschat, zo toerde hij al met artiesten als Merle Haggard, Wilco en Shelby Lynne. En leverden zwaargewichten als Emmylou Harris, Steve Earle en Darrell Scott al bijdragen aan zijn albums.

Wat valt er te zeggen over het nieuwe album?! Uiteraard is het weer van het hoge niveau dat we van Malcolm mogen verwachten. Graag had ik wat meer over de achtergronden van de teksten willen vertellen, maar Malcolm laat liever de luisteraar zelf de songs interpreteren. Muzikaal gezien zijn vooral de achtergrondkoortjes van Drea Merritt en de elektrische gitaar van Tony Joe White belangrijke, nieuwe ingrediënten.

Regelmatig wordt het belang van achtergrondkoortjes onderschat. Ten onrechte, probeert U zich maar eens Gimme Shelter of Walk on the Wild Side zonder die achtergrondvocalen voor te stellen. Zelf noemt hij zijn repertoire folkmuziek, maar country is natuurlijk nooit ver weg. Papermill Man op de nieuwe plaat gaat zelfs richting rock en vormt een aangename afwisseling met zijn gebruikelijke songstructuren.

Mijn favoriet is Don’t Play Around, een song met onderhuidse spanning en geweldige achtergrondvocalen van Drea Merritt. En met intrigerende regels als:

“She was only fourteen in ’65,
Ye know a change is comin’,
Twenty-six stitches in the back o’ her head,
On a bridge in Selma”.

Trouwe fans kunnen met een gerust hart dit album aanschaffen. Hopelijk levert het ook nieuwe luisteraars op, want hij behoort tot de allerbeste songschrijvers in zijn genre.

Malcolm Holcombe - Bits & Pieces (2023)

4,5
“One of the best damn songwriters in the world!”, zo noemt Jared Tyler zijn vriend en collega Malcolm Holcombe. En hij kan het weten want hij deelde het podium en/of studio al met topmuzikanten als Emmylou Harris, John Moreland, John Fulbright en Jimmy Lafave. En volgend jaar is het alweer 25 jaar geleden dat Malcolm en Jared begonnen samen te werken.

Het nieuwe album Bits & Pieces werd vorig jaar opgenomen, vlak nadat bij Malcolm kanker was gediagnosticeerd. Niet wetende wat de toekomst zou gaan brengen, besloot het duo het nieuwe album slechts met zijn tweeën op te gaan nemen. Deze twee muzikanten voelen elkaar na zo’n lange samenwerking perfect aan. Jared is een buitengewoon goede muzikant, die onder andere excelleert op de nodige snareninstrumenten. Bovendien voelt hij intuïtief precies aan wat de liedjes nodig hebben.

Het is intussen alweer Malcolm’s achttiende album, maar hij gromt nog altijd even gedreven en geëngageerd. In al die jaren heeft Malcolm zijn eigen, unieke met niemand vergelijkbare stijl geperfectioneerd. Liefhebbers van zijn muziek zullen ongetwijfeld Bit & Pieces wederom liefdevol in hun armen sluiten.

Bron : Music that needs attention - musicthatneedsattention.blogspot.com

Malcolm Holcombe - Come Hell or High Water (2018)

4,5
Sinds ik tien jaar geleden zijn aanstekelijke liedje My Ol’ Radio hoorde, volg ik de carrière van Holcombe nauwgezet op de voet. Hij is een artiest naar mijn hart, authentiek, wars van uiterlijk vertoon en volledig zijn eigen koers varend. Niets aantrekkend van moderne trends.

In de loop der jaren heeft hij ook steeds meer een eigen stijl ontwikkeld en is zijn typische gepluk aan de akoestische gitaar altijd herkenbaar, net als zijn gruizige stem.

Op zijn nieuwste album Come Hell or High Water horen we een groot aantal duetten met Iris DeMent. Een zangeres met een gelijkaardig opvallend stemgeluid. Bovendien zijn ze zielswanten en is DeMent tevens voor mij een van de meest authentieke muzikanten, die er in de muziek business rondlopen. De keuze voor haar was een gouden greep, want de stemmen pas wonderwel bij elkaar.

Naast duetten met DeMent ook eentje met Kerri Powers. Aan inspiratie kennelijk geen gebrek, want Malcolm trakteert ons op een dertiental ijzersterke songs. Daarnaast verscheen er ook nog een single, Sell Me a Gun met het echtpaar DeMent en Brown, dat niet op het album staat.

Op de nieuwe schijf is er zelfs ruimte voor een kerstliedje, gelukkig niet een klef, maar eentje, dat je het hele jaar kunt beluisteren. Uitgesproken favorieten heb ik niet en dat zegt misschien wel genoeg. Helaas voor zijn fans, komt Malcolm dit jaar niet naar Nederland, zodat ze dit ijzersterke album niet live kunnen gaan horen.

Malcolm Holcombe - Pitiful Blues (2014)

5,0
Zelden waren mijn verwachtingen voor een album zo hooggespannen als bij het uitkomen van Pitiful Blues. Zijn vorige album Down the River was voor mij niets minder dan een meesterwerk.

Op Down the river werd hij bijgestaan door een keur aan rasmuzikanten, zoals Russ Pahl, Tammy Rogers-King, Emmylou Harris, Steve Earle en Darrell Scott. Het vormde tot dan het hoogtepunt in zijn carrière. Een album, waar overigens het gezaghebbende Allmusic geen recensie aan wijdde. Schande! Door een collega als Tim O’Brien wordt hij wel op juiste wijze gewaardeerd. Die schreef over Down the River : “Malcolm Holcombe’s music is essential and timeless and it makes the world a better place”. Korter en bondiger had ik het zelf niet kunnen omschrijven.

Op deze cd gromt hij zoals gewoonlijk zijn teksten en plukt hij als vanouds aan zijn akoestische gitaar. De songs liggen in het verlengde van die op Down the River. Al ligt de nadruk in deze songs iets meer op de melodie dan op het ritme.

Het album opent met het indrukwekkende Pitiful blues. Holcombe is als geen ander in staat om de luisteraar naar zich toe trekken. Hij schrijft teksten van vlees en bloed, waarmee hij de luisteraar weet te ontroeren. Amper bekomen van de prachtige opener volgt het schitterende Roots. De fiddle van Luke Bulla maakt dit nummer tot een van de hoogtepunten. Het gitaarwerk van Jared Tyler op Sign for a Sally is geweldig. Tyler produceerde trouwens op voortreffelijke wijze samen met Holcombe deze plaat. Savannah blues is het volgende hoogtepunt. De zang in dit nummer is zeer indringend en onheilspellend, evenals de tekst! Another despair is een zeer catchy nummer met een heerlijke slide. In By the boots veegt hij de vloer aan met politici. De gitaar van Jared Tyler excelleert wederom in dit nummer! Dit nummer vormt ook een van de hoogtepunten. In Words not spoken komt een regel voor als Words down your throat won’t go away. Holcombe is in staat op eenvoudige wijze dingen zeer plastisch uit te drukken. Words of december vormt voor mij het hoogtepunt van het album. Prachtige tekst en melodie! The music plays on bevat wederom fantastisch gitaarwerk. Het prachtige, ingetogen For the love of a dad vormt een waardige afsluiter.

Dit album is zeker net zo mooi als voorganger Down the River. En behoort daarmee tot het allermooiste wat 2014 tot nu toe te bieden heeft. Wie weet levert het nu wel een recensie op op Allmusic, het zou niet meer dan terecht zijn!

Malcolm Holcombe - Pretty Little Troubles (2017)

Een van mijn favoriete albums van het lopende decennium is Down the River van Malcolm Holcombe. Het is het enige album, waar bij beluistering het volume steevast opgeschroefd wordt. Het zijn niet alleen geweldige songs, maar Malcolm wordt hier omringd door klasbakken als Russ Pahl, Tammy Rodgers-King, Emmylou Harris, Steve Earle and last but not least Darrell Scott.

Het nieuws dat Pretty Little Troubles door Darrell geproduceerd zou worden, werd door mij met groot enthousiasme vernomen. Darrell’s laatste twee albums recenseerde ik ook, waaronder zijn fraaie eerbetoon aan Ben Bullington, Ten. Het produceren van een album van Holcombe stond al heel lang op de bucketlist van Scott. Hij heeft er zich niet met een Jantje van Leiden van afgemaakt.

Niet alleen was Scott producer, maar bespeelt hij een groot aantal instrumenten. Hij laat weer regelmatig horen, dat hij tot de beste muzikanten op deze aardbol behoort. Het aanbod is behoorlijk gevarieerd, hij bedient zich in The Eyes O’Josephine zelfs van Ierse traditionele folk. Good Ole Days is een zeer aanstekelijk liedje, net zo aanstekelijk als het allereerste liedje wat ik ooit van Malcolm hoorde, My Ol’ Piano.

Muzikaal gezien behoort Pretty Little Troubles tot zijn allersterkste albums. Tekstueel gaat het weer zoals gebruikelijk over onrecht en de zwakkeren in de samenleving. Het album is opgedragen aan vluchtelingen en immigranten, alhoewel dit thema van alle tijden is duikt het de laatste tijd regelmatig op in de muziek, zoals bijvoorbeeld op het eveneens fraaie Migration Blues van Eric Bibb.

Dat hij deze problematiek over vluchtelingen een warm hart toedraagt bewijst hij met Liberty Circus. Samen met RB Morris, Alan Kaufman en Al Maginnes treedt hij geregeld belangeloos op, om geld in te zamelen door de goede zaak. Zoals gebruikelijk verschijnt Pretty Little Troubles weer in Nederland eerder, de Europese release staat namelijk pas gepland op 26 mei.

Gelukkig zou ik zeggen, want de nieuwe schijf behoort tot zijn allerbeste werk.

Malcolm Holcombe - The RCA Sessions (2015)

Deze keer geen nieuw materiaal, maar een terugblik op de twintig jaar dat hij al solo albums maakt. Tot nu toe bracht hij 10 albums en een EP uit. De opnames vonden plaats in de legendarische RCA Studios in Nashville, waar bekende artiesten als Elvis Presley, The Everly Brothers, Roy Orbison en recenter Gillian Welch hem voor gingen. De naam van de studio is overigens tegenwoordig, RCA Studio B.

Op The RCA Sessions wordt hij bijgestaan door ervaren muzikanten als Jared Tyler, David Roe Rorick, Tammy Rogers, Jelly Roll Johnson en Siobhan Maher-Kennedy, die hem reeds eerder op albums en ook live begeleidden. De gebrachte uitvoeringen vormen zeker een aanvulling op de bestaande versies, zeker doordat er gekozen is voor een directere benadering tijdens het opnemen. Ook is de stem van Malcolm in de jaren steeds doorleefder gaan klinken.

Met de gekozen nummers zullen de meeste fans wel vrede hebben, denk ik. Het beste aan bod komt Down the River, met het titelnummer, Butcher In Town, I Call the Shots en The empty jar. Waarschijnlijk wel terecht, want het is misschien wel zijn mooiste album. De grote live favoriet, Mouth harp man, staat uiteraard ook op de cd. Een van de meest indrukwekkende uitvoeringen krijgt To Drink the Rain.

Gelukkig ontbreekt My ol’ radio niet. Het eerste liedje wat ik ooit van hem hoorde en sindsdien een van mijn persoonlijke favorieten. Bovendien een liedje wat altijd een glimlach op mijn gezicht tovert. Tevens een belangrijk lied voor Malcolm zelf. Het gaat over de oude radio die hij van zijn buurman kreeg en die uiteindelijk tot zijn muziekcarrière zou leiden. Gamblin’ house was in 2007 zonder twijfel mijn meest gedraaide plaat van dat jaar.

Zonder het indrukwekkende Pitiful blues zou de cd niet compleet zijn. Op fraaie wijze wordt afgesloten met A Far Cry From Here, een mooi duet met de bekende Ierse folk zangeres Maura O’Connor. Bij de cd wordt ook een DVD geleverd. The RCA Sessions geeft een mooi overzicht van zijn carrière tot nu toe, met songs gestoken in een nieuw jasje.

Een aanrader voor zowel zijn huidige, maar ook voor nieuwe fans.

Malcolm Holcombe - Tricks of the Trade (2020)

4,5
Het was voor mij flink balen toen november vorig jaar Tricks of the Trade alleen op vinyl verscheen. Vooral omdat voorganger Come Hell or High Water weer een ijzersterk album was. Een album waarop hij een groot aantal duetten zong met Iris DeMent. Gelukkig werd mijn ongeduldig wachten op een cd-versie beloond met deze luxe uitvoering. Alleen deze cd-versie wordt uitgebracht met de bonustrack Windows of Amsterdam. Deze keer verzorgen legende Mary Gauthier en diens levenspartner Jaimee Harris de achtergrondzang. De nog vrij jonge Harris debuteerde drie jaar terug nog glansrijk met Red Rescue, een van mijn favoriete albums van dat jaar. Een album van Malcolm is niet echt compleet zonder oudgedienden Dave Roe (bas) en Jared Tyler (gitaar). Dave bracht zijn zoon Jerry mee, die drums speelt op de meeste nummers. Van Jared en zijn nieuwe band Saugeye verscheen eerder dit jaar hun gelijknamige, fantastische album Saugeye. De prachtige cello van Ron de la Vega is te horen in Lenora Cynthia. De overige instrumenten worden bespeeld door Miles McPherson. De geweldige opener Money Train zet meteen de toon. Het bevat alles wat een Holcombe nummer nodig heeft. Het kenmerkende, excellente gitaarspel van Jared, uitstekend basspel van Dave, soulvolle zang en uiteraard de gedreven zang van Malcolm. Ook tekstueel is Malcolm nog altijd gedreven en bevlogen. Het misschien wel meest sociaal bewogen nummer van het album is Your Kin, een aanklacht tegen Trump’s toenmalige, rampzalige vluchtelingenbeleid. Regels als : “not a chance in a man made hell, for a mother at the border wails, where's the heart in a white man’s skin” spreken voor zich. Gelukkig weerhoudt een fragiele gezondheid Malcolm er niet van om aan de lopende band prachtige, gedreven albums als Tricks of the Trade uit te brengen. En ook gelukkig dat bevlogen mensen als Joanna Serraris, Nederlandse liefhebbers van zijn muziek hen in gelegenheid stelt om te genieten van zijn liveoptredens. Het album werd trouwens voortreffelijk geproduceerd door Jared, Dave en Brian Brinkerhoff. De afgelopen decennia heeft Malcolm een volstrekt authentieke en unieke sound ontwikkeld, die ik vanaf nu Holcombicana ga noemen. Malcolm levert met Tricks of the Trade andermaal een ijzersterk album af. Hopelijk zien we hem hier weer snel op de podia!

Malford Milligan & The Southern Aces - I Was a Witness (2021)

4,5
De charismatische zanger Malford Milligan staat in trance afgebeeld op de hoes van I Was a Witness. Met zijn indrukwekkende voorkomen en geweldige, soulvolle stem weet hij op het podium de aandacht veelal op zich te vestigen. Toch mag de rol van begeleider en producer Jack Hustinx zeker niet onderschat worden. Net als Milligan is Jack door de wol geverfd. Deze autodidact speelt al sinds eind jaren zeventig in bands als Arti Rhythm, Soul Survivors en The Backbones. Zijn grootste bekendheid in Nederland kreeg hij met Shiner Twins, die drie geweldige albums afleverden. Op de laatste van de drie is Malford te horen. De twee kennen elkaar intussen al zo’n twintig jaar, ze werkten al in 2002 samen op Sweet Cherry Soul van Malford Milligan Band. Ze werden goede vrienden, die samen songs begonnen te schrijven. De samenwerking werd hernieuwd op Jacks prachtige album Over Yonder, waarop Jack voornamelijk de zang zelf voor zijn rekening nam. Vanwege het grote succes verscheen vervolgens in 2018 het nog succesvollere Life Will Humble You, een van mijn favoriete albums van dat jaar. Het verschil met de voorganger was dat Jack als zanger een stapje terug deed voor Malford. Echter wel weer omringd door een klasbak als Roel Spanjers en de geweldige nieuwkomer, gitarist Eric van Dijsseldonk. Voor I Was a Witness schreven Jack en Malford weer een aantal songs samen. Maar Malford schijnt ook een goede klik wat dat betreft te hebben met van Dijsseldonk. Ik denk dat Malford door met name zijn vriendschap met Jack openhartiger in zijn teksten geworden is. Onderwerpen die vroeger taboe waren, zoals het zingen over problemen als Afro-Amerikaan en albino zijn. Zo zingt hij in het schitterende I’m So Tired “Would you let me in, despite my skin”. Een liedje wat Malford trouwens schreef met de voor mij volkomen onbekende singer-songwriter Christon Kloosterboer. Die blijkbaar ook al liedjes schreef voor onder andere artiesten als Aloe Blacc, Lost Frequencies, Ziggy Marley, Mathieu Koss, Hardwell, Guus Meeuwis en Ronnie Flex. Uiteraard is het album niet compleet zonder een cover van een nummer van de betreurde Stephen Bruton, in dit geval het toepasselijke This Old World. Ook nog een fraaie cover van JW Roys Until the Rain, waarop de fantastische zangeres Sheree Smith te horen is. Malford wordt naast door Jack verder weer fantastisch begeleid door Roel Spanjers, Eric van Dijsseldonk, Fokke de Jong en Roelof Klijn. Alle spelen volledig in dienst van de liedjes. I Was A Witness is een zowel muzikaal fraai als tekstueel dapper album geworden. Het gebruikte schilderij voor de prachtige hoes is trouwens van de hand van Carla van Lieshout. De heren zullen binnenkort de songs live gaan spelen, de data van de optredens zijn terug te vinden op Milligans website.

Malford Milligan & The Southern Aces - Life Will Humble You (2018)

4,5
Mijn verwachtingen waren hoog gespannen na de voortreffelijke voorganger Over Yonder. De lead zang is deze keer niet handen van voormalig Shiner Twin Jack Hustinx, maar van zijn goede vriend Malford Milligan. Milligan had al de hoofdrol op Life Will Humble You en het fantastische I Won’t Surrender op het vorige album, deze liedjes zijn ook hier terug te vinden.

Deze keer is het aantal muzikanten minder uitgebreid, wat de homogeniteit ten goede is gekomen. Helaas ontbreekt deze keer de geweldige zangeres Sheree Smith, enige nieuwe gezicht is Eric van Dijsseldonk. Het vorige album was wat uitbundiger en kende bijvoorbeeld een heerlijk uitstapje naar de texmex.

Deze keer is de focus iets meer komen te liggen op ingetogen stukken en op de mogelijkheden van de fantastische soulstem van Malford. Jack en Malford kennen elkaar al sinds 2002 en schrijven sinds die tijd ook regelmatig samen. Beiden zijn intussen zestigers en beschikken dus over bakken levenservaring, wat je terug hoort in de teksten, maar ook in de titel van het album. Zo’n titel verzin je alleen als je al een leven met de nodige ups & downs achter de rug hebt.

Dat levert dan een aantal hartverscheurend mooie liedjes op, zes om precies te zijn. Daarnaast zeven goed gekozen covers, zoals het ingetogen Getting Over You van Stephen Bruton, met schitterend, warm accordeonspel van Roel Spanjers. Overigens een muzikant waar ik al vele jaren letterlijk en figuurlijk tegen op kijk.

Daarnaast ook een fraaie vertolking van Slow Train van de helaas in Nederland vrij onbekende soulzanger William Bell. De geweldige afsluiter Feel Like Going Home van Charlie Rich zal bij menig luisteraar beter bekend zijn. Het is trouwens een fantastisch duet tussen Malford en Jan Willem Roy.

Naast eerder genoemde muzikanten schittert ook nog het ritmeduo Roelof Klijn en de veelzijdige drummer Nicky Hustinx (Marlene Bakker, Katie Melua). Helaas zie ik nog geen concerten vermeld staan op de website van Jack, maar die zullen ongetwijfeld snel volgen.

Life Will Humble You is the real deal!

Mandy Marylane - Mandy Marylane (2020)

5,0
Zo’n half jaar geleden attendeerde Jim Wurster van Y&T Music mij al op de talentvolle zangeres Mandy Marylane uit Miami. Op dat moment stond ze op het punt haar debuutep op te gaan nemen in Room C van Criteria Studios in Miami. Hier namen legendes op als Aretha Franklin en James Brown, tevens geboortegrond voor albums als Layla and Other Assorted Love Songs van Derek and the Dominoes en Hotel California van Eagles.

Mandy begon op haar dertiende gitaar te spelen en ontwikkelde een stijl, waarbij ze slechts twee vingers gebruikte. Ze werd toegelaten tot de fameuze Berklee College of Music, maar koos echter om financiële redenen toch voor Miami Dade College, welke studie ze op het punt staat af te ronden. Hier leerde ze klassiek gitaar spelen.

Op haar debuutep Mandy Marylane bevatten vier van de vijf composities klassieke intro’s. Het best geïntegreerd is het bekende Romance Anónimo (waarschijnlijk afkomstig uit Spanje) in opener The Dance. Die Spaanse invloed hier is niet zo vreemd. De echte naam van de zesentwintigjarige Mandy is namelijk Ammanda Marie Pardiñas, wier voorouders uit Galicië komen. Ze heeft overigens het voornemen zich daar ooit te gaan vestigen.

Midnight Morgan wordt voorafgegaan door Schuberts Avé Maria, The Sinking Sun door Étude no. 19, opus 20 van Matteo Carcassi en Seventeen Men door Estudios Sencillos no. 6 van Cubaan Leo Brouwer. Bij vreemde eend in de bijt Summer Lovin’ Blues blijft een intro achterwege. Een compositie waaruit blijkt dat ze ook over de nodige kwaliteiten beschikt in het bluesgenre.

Mandy heeft een voorliefde voor oudere muziek, het begon allemaal ooit met Johnny Cash. Wat later werd ze beïnvloed door powerhouses als Grace Slick, Janis Joplin en Stevie Nicks en door songschrijvers als Leonard Cohen, Simon & Garfunkel en Donovan.

Ook Mandy beschikt over een imposante stem met de nodige vibrato. Daarnaast maakt ze op mij veel indruk met haar tijdloze composities. De songs werden zeer sober ingekleurd, alleen stem en klassieke gitaar en wordt er verder slechts een keer gebruik gemaakt van drums en tamboerijn.

De drums zorgen voor een marsritme in afsluiter Seventeen Men, wat Mandy schreef voor een Vietnamveteraan. Op empathische wijze verplaatst Mandy zich in de schoenen van deze oorlogsveteraan, die tijdens de Viernamoorlog zeventien tegenstanders doodde.

Net als onze eigen Pitou is ze eigenzinnig en weet precies wat ze wil, ze is van plan haar studie nog een vervolg te geven aan het Conservatorium van Amsterdam. Half januari bezoekt ze daar de open dag om zich te laten informeren.

Y & T Music blijkt trouwens een goede neus voor muziek te hebben, want lang geleden ontdekten ze The Mavericks en Arlan Feiles. Van laatstgenoemde werd diens debuutalbum trouwens geproduceerd door legende Tom Dowd. Mandy Marylane bevat tijdloze songs van een jonge zangeres met een oude ziel, die alles in zich heeft om een hele grote te worden.

Eventueel reeds te bestellen op WowHD : Mandy Marylane Mandy Marylane Extended Play on WOW HD NL - wowhd.nl

Manolo Redondo - A Drop About to Drown (2015)

Mijn kennis van de hedendaagse Franse muziek is uiterst gering. De enige Franse artiest die ik zelf ontdekte en sindsdien volg is Benjamin Biolay. Bijvoorbeeld de geweldige folk-bluesgroep Moriarty was zeker aan mij voorbij gegaan als ik er niet door iemand op zou zijn gewezen. Hetzelfde lot zou ook A Drop About To Drown beschoren zijn geweest als het niet bij mij door platenmaatschappij Microcultures in de schoot zou zijn geworpen. Onlangs recenseerde ik van dit label, het eind juni uitgekomen No Song No Spell No Madrigal, een meeslepend album van The Apartments.

Manolo Redondo is geen Spanjaard, maar de artiestennaam van de Fransman Manuel Dedonder. Hij werd geboren in een voorstad van Parijs, maar bracht het grootste deel van zijn jeugd door in Grenoble, gelegen in de Franse Alpen. Daar ontstond zijn liefde voor de natuur en het graag buiten zijn. Het vormt het belangrijkste thema op zijn solo debuut, geïnspireerd door Chad VanGaalen.

Andere belangrijke invloeden voor hem zijn onder anderen Neil Young (ook opgegroeid in de bergen), King Crimson, Talking Heads en The National. Laatsgenoemde hoor ik af en toe terug in zijn muziek. Je zou het album ook als een roadmovie kunnen zien. Zo zingt hij bijvoorbeeld over surfen in Ecuador en over de kliffen in Zuid Portugal. Zijn afkeur voor de maand januari bezingt hij in January, een afkeur die ik overigens hartgrondig met hem deel. Maar ook een serieuzer thema als de onbeduidenheid van het leven.

A Drop About To Drown is trouwens niet zijn debuut in de muziekwereld. Hij speelde in indie-popgroep Modern Folks en de psychedelische band The Squared Circle. Sinds januari 2013 vormt hij met gitarist Carl Vermont een duo, dat vooral veel optreedt in zijn huidige woonplaats Parijs. Verder verdient hij de kost als maker van filmmuziek. De sonore stem van Manuel en de relaxtheid van de muziek sprak mij direct erg aan. Bovendien zet hij zijn stem veelzijdig in. Hij maakt op slimme wijze gebruik van dynamiek en herhaling. Bij meerdere beluistering valt ook de sterke opbouw van de composities op.

Een belangrijke rol is weggelegd voor broer Dimitri. De cd werd opgenomen in zijn studio. Hij verzorgt de inventieve percussie. Maar ook Dick Turner levert essentiële bijdragen op trombone. Verrassend is dat op een song na, hij al zijn liedjes in het Engels zingt. En dan gelukkig niet met zo’n Frans accent als we kennen van inspecteur Clouseau uit de Pink Panther reeks. De prachtige foto op de cover en het artwork is gemaakt door goede vriend Daniel N Johnson. Het album is 8 juni ook op vinyl verschenen.

A Drop About To Drown maakt duidelijk dat er in Frankrijk ook goede folk/popmuziek gemaakt wordt en dat Microcultures een label is dat vanaf nu zeker door mij in de gaten zal worden gehouden.

Manu Delago - Environ Me (2021)

4,0
Soms heb ik even genoeg van traditionele muziekinstrumenten en dan laaf ik me aan het geluid van de Hang ook wel handpan genoemd. Het is een modern percussie instrument, gebaseerd op de Caribische steelpan. De beroemdste handpan speler is Oostenrijker Manu Delago, die zijn tijd grotendeels verdeelt tussen Londen en de Oostenrijkse Alpen. Hij werkt regelmatig samen met grote namen als Björk, Anoushka Shankar, Ólafur Arnalds, Nitin Sawhney en The Cinematic Orchestra. Hij is ook een van de eerste pioniers van het instrument. Environ Me is intussen zijn zevende soloalbum. Zelf prijst hij het album als volgt aan : “Environ Me is een audiovisuele reis begeleid door een verzameling vakkundig gemaakte films. Elke nummer vertegenwoordigt een ander element en bevat zijn eigen geïnspireerde en individuele concept, variërend van het gebruik van dieren in het wild, vuur en water tot door de mens gemaakt staal, tandwielen, klittenband en meer. Geconstrueerd met behulp van zijn kenmerkende percussieve vaardigheden, evenals elektronische manipulatie en geluiden die rechtstreeks zijn opgenomen uit een reeks natuurlijke bronnen, is het album een dynamische en aangrijpende verkenning die het beste van Manu Delago's avontuurlijke geest en unieke visie benut.”. In Corona tijd kreeg Delago noodgedwongen een nog hechtere band met zijn omgeving in de Oostenrijkse Alpen. waarbij al snel het concept voor het nieuwe album ontstond. Het levert twaalf bijzonder gevarieerde nummers op. Delago is heel moeilijk in een hokje te plaatsen, hij maakt gebruik van de nodige muzikale genres. Hij is erg begaan met de staat van de natuur. Zo staat in de nieuwe single Trees for the Wood de ontbossing centraal. “Stel je een muzikaal bos voor bestaande uit 20 contrabassen, elk geplaatst op een boomstronk in een gekapt bos met hun spelers erachter. Het stuk begint met een kettingzaag-achtig intro, waarbij sonisch een boom wordt omgehakt. Maar dan neemt het nummer een zeer rustige wending met een rustgevend handpanpatroon vergezeld van het contrabasbos dat direct in de natuur is opgenomen.", aldus Delago. Zijn bezorgdheid over de natuur blijft trouwens niet alleen bij woorden. Alle betrokken muzikanten hebben hun vergoedingen voor het project gedoneerd om bossen te planten. De jonge iepen zullen CO2 opslaan en bescherming bieden tegen stormen en erosies naarmate ze groter worden, terwijl ze de omliggende naaldbossen stabiliseren die lijden onder de opwarming van de aarde. De grootste verandering ten opzichte van zijn vorige albums is, dat die volledig akoestisch waren. Op Environ Me doet op inventieve en avontuurlijke wijze elektronica zijn intrede. In november komt Delago met zijn ensemble naar Nederland, wat ongetwijfeld een audiovisueel spektakel zal worden. Liefhebbers van onder andere het Portico Quartet zou Environ Me goed kunnen gaan bevallen.

Manu Delago live :

27-11 DEN HAAG : Paard van Troje
28-11 AMSTERDAM : Bimhuis

Margo Cilker - Valley of Heart's Delight (2023)

4,0
Haar debuutalbum Pohorylle twee jaar terug was me volledig ontgaan. De titel was een verwijzing naar de Duitse fotograaf Gerta Pohorylle, die vooral bekendheid kreeg door zijn foto’s gemaakt tijdens de Spaanse burgeroorlog. Erwin Zijleman van het populaire blog “Krenten uit de pop” betitelde het album als sfeervol en authentiek.

Opvolger Valley of Heart’s Delight lijkt me in het verlengde van dat debuut te liggen, wederom is Sera Cahoone producer van dienst en is John Morgan Askew (Neko Case, Laura Gibson) de geluidstechnicus. Daarnaast wordt ze omringd door dezelfde geweldige muzikale begeleiders, Jenny Conlee-Drizos (Black Prairie, The Decemberists) op piano, orgel en accordeon, Rebecca Young (Lindsey Fuller) speelt bas, Kelly Pratt (Beirut) op hoorn, haar zus Sarah Cilker verzorgt de harmoniezang, Paul Brainard (M. Ward, Richmond Fontaine) op pedal steel en telecaster, Annie Staninec (Mary Gauthier) op fiddle en Caleb Klauder op mandoline.

Op een na zijn alle songs van Cilker’s hand, hier en daar leverde haar man Forrest Van Tuyl (ongetwijfeld Nederlandse roots) wat ideeën aan. Om artistieke en thematische redenen covert ze Steelhead Trout van Ben Walden. Bovendien vindt Cilker het gewoon een geweldige song, die ze graag wilde opnemen. Hij zingt en speelt harmonica op de song.

Direct vanaf het begin valt de muzikaliteit van haar begeleiders op. In tegenstelling tot Erwin Zijleman vind ik haar zang beter tot zijn recht komen in de uptempo songs dan de meer ingetogen nummers. Wellicht komt dat mede doordat de uptemponummers op het album me beter bevallen. De songs gaan vooral over de omgeving waar zij, en vier generaties voor haar, opgroeide. Valley of Heart’s Delight is een prettige, eerste kennismaking met haar muziek.

Bron : Music that needs attention - musicthatneedsattention.blogspot.com

Margot Merah - Take Heart (2022)

4,5
Door Corona kwam het vele toeren met het succesvolle folkduo The Lasses tot stilstand. Vervolgens doodde Margot de tijd met een online solo concert en zong daarbij voornamelijk eigen nummers. De reacties waren enthousiast en ontstond een niet eerder gekoesterde wens om een solo album te maken. Eigenlijk wel opvallend, Margot bracht in de afgelopen twee decennia al acht albums uit in samenwerking met anderen.

Binnen enkele minuten had ze een longlist met meer dan twintig nummers die in aanmerking kwamen om opgenomen te worden. Ze vroeg haar goede Schotse vriend Alan McLachlan om samen te werken. Deze multi-instrumentalist en producer maakte furore met The Scene, Sjakoo en B-movie Orchestra. Gewapend met uiteindelijk een lijst van dertien songs trok het tweetal naar Studio Snackbar Diemen van Hector Wijnbergen. In slechts enkele dagen tijd werden hier de basistracks opgenomen.

Helaas sloeg in oktober 2020 het noodlot toe voor Margot. Bij haar werd een zeldzame vorm van kanker gediagnosticeerd. Het gevolg was een noodzakelijke, succesvol verlopen operatie. Terwijl Margot volop aan het herstellen was, werkte Alan in zijn thuisstudio vele dagen en soms ook nachten aan de basistracks. Hij probeerde vele sounds, solo’s en fills uit. De meeste instrumenten werden door hem ingespeeld. Waaronder gitaar, banjo, accordeon, mandoline, piano, dobro en slide gitaar. Toen Margot’s energieniveau na acht maanden weer op peil was, werden de songs verder afgewerkt.

Haar debuutalbum Take Heart is op originele wijze verpakt, in een soort cadeauverpakking met daarop hartjes afgebeeld. Op de binnenzijde zijn de teksten, credits en een uitvoerig verslag van het ontstaan te lezen. De titel van haar album is ontleend aan het Amerikaanse naslagwerk Merriam-Webster. Volgens dit naslagwerk is de betekenis van take heart : “To gain courage or confidence, to begin to feel better and more hopeful”. Zeer toepasselijk op Margot de afgelopen periode, ze had wat mij betreft geen betere titel kunnen bedenken.

Het is een prachtig album geworden, waar Margot en Alan hun volledige hart en ziel in gestopt hebben. Het was me trouwens al langer bekend dat Margot prachtige nummers kon schrijven. Het schitterende Hunter Moon was in 2019 al terug te vinden op Undone van The Lasses. Een maand daarvoor had mijn blog trouwens al het genoegen gehad van de singleprimeur van Hunter Moon.

Uiteindelijk belandden er negental eigen nummers op Take Heart. Veelal folk getint, soms met de nodige Americana invloeden en Know Me doet zelfs wat jazzy aan. Bij het schrijven van teksten heeft ze vaak vrienden in gedachten en soms zichzelf. Vaak bestaan ze uit een combinatie van gevoelens en observaties. Ook bevatten ze ruimte voor meerdere interpretaties, zodat veel luisteraars er zich in kunnen herkennen. Victory Girl is een bijzonder fraaie, nooit eerder uitgebrachte song van haar vriend Timothy Hull, met wie ze ook het duo Rona vormt. Aan de andere cover If I Go schreef de bekende singer-songwriter Gregory Alan Isakov mee.

Naast de muzikale bijdrages van Alan zijn verder Gerco Aerts op contrabas en Eildh Martin op cello te horen. Op Hunter Moon wordt de contrabas bespeeld door Allen Hunter van Eels. Verder kreeg Margot nuttige, muzikale adviezen van multi-instrumentalist Janos Koolen. Persoonlijke favoriet is het melancholische Bowley’s Dance, wat mij het meeste kippenvel bezorgt. Op 13 februari wordt het album m.m.v. Alan McLachlan en Gerco Aerts tijdens twee voorstellingen voorgesteld in De Roode Bioscoop.

Al meer dan twintig jaar bewijst Margot tot de beste zangeressen van Nederland te behoren en blijkt nu ook een excellente songschrijver te zijn.

Margot Merah live :

13-02 AMSTERDAM : De Roode Bioscoop Releasehows 16: 00 en 20.00 uur

Mariecke Borger - Bright Sky (2020)

4,0
Mariecke Borger is een telg uit een zeer muzikaal gezin uit Ermelo. Net als haar broers Johan en Theodoor kreeg ze de genen van haar muzikale vader mee. Zeven jaar kreeg geleden kreeg Mariecke bekendheid dankzij haar succesvolle debuutalbum Through My Eyes. Een fraai album vooral over mislukte liefdes en waardevolle vriendschappen.

Daarna toerde ze samen met broer Johan onder de naam Willow Garden (waarschijnlijk vernoemd naar de bekende murder ballad Down in the Willow Garden). Ook was ze lid van de bluegrassband Casual Hillbillies en tevens verdiende ze haar sporen door mee te werken aan tientallen albums.

Het geraamte voor haar nieuwe album Bright Sky werd thuis opgenomen samen met haar man Floris de Vries, multi-instrumentalist en sessiemuzikant bij o.a. Tangarine en Douwe Bob. Werd op haar debuutalbum veel van de liedjes geïnspireerd door en geschreven tijdens het ochtendlicht, deze keer was de overweldigende natuur van Ierland de grote inspirator. In 2016 bracht ze er een vakantie door en de weidse landschappen gaven haar een ander perspectief om gedachten in woorden en muziek te vangen.

Mariecke blijkt duidelijk gegroeid als muzikant en als liedjesschrijver. Haar begeleiders zijn niet bepaald de minsten. Bertolf Lentink speelt mee op dobro, lap- en pedalsteel, Joost van Es (o.a. Douwe Bob, Bluegrass Boogiemen) op fiddle, Rients Kuik (bandgenoot bij Casual Hillbillies) op contrabas en op drums wederom Mischa Porte (o.a. Pitou, Luwten, Mensenkinderen).

Haar begeleiders zorgen voor een uiterst subtiele begeleiding. Maar het stralende middelpunt blijft echter de prachtige stem van Mariecke. Het album bevat helaas slechts acht pareltjes, waarvan Seven Days mijn favoriet is. De prachtige mix was in handen van broer Theodoor, die binnenkort zelf met een nieuw album komt van zijn interessante project samen Minco Eggersman, Unifony.

De houtsnede print op de cover is speciaal voor dit album gemaakt door muzikant/kunstenaar Jeroen Jongsma. Als ik me niet vergis zijn daar in de verte de bekende Cliffs of Moher afgebeeld. Haar debuut was mooi, maar wordt op alle fronten overtroffen door opvolger Bright Sky.

Marina Allen - Candlepower (2021)

4,5
Het debuutalbum Candlepower van Marina Allen telt een luttele negentien minuten. Maar die zijn meer dan voldoende om de buitengewone kwaliteiten van deze zangeres en songschrijfster uit Los Angeles volledig te etaleren. Tot haar belangrijkste invloeden rekent zij Karen Carpenter, Carole King en vooral Joni Mitchell. Laatstgenoemde was de eerste vrouwelijke zangeres, die als artiest veel aanzien vergaarde. Nog steeds is Joni Mitchell een belangrijke inspiratiebron voor haar. Mitchell werd ooit ontdekt door talentscout en labeleigenaar David Geffen, die haar album For the Roses uitbracht. Hij was tevens de ontdekker van de eigenzinnige zangeres Laura Nyro, waarmee Allen af en toe ook wordt vergeleken. Vooral in afsluiter Reunion hoor je de invloed van Nyro terug. De invloeden uit de late jaren zestig en jaren zeventig zijn dan ook volop aanwezig in haar songs. Allen ziet zichzelf in de eerste plaats als een zangeres. De melodieën van haar liedjes komen op een natuurlijke manier tot haar. Het schrijven en arrangeren van de songs kosten haar meer moeite. Toch denkt Allen terecht dat Candlepower een samenhangend geheel geworden is. Daar zou ik nog aan willen toevoegen dat beluistering ervan een verslavend effect heeft. Mocht Geffen dit album ter ore komen dan zal hij waarschijnlijk net als ik net zo enthousiast zijn als toen hij kennis maakte met de muziek van Nyro en Mitchell. Ik moet me sterk vergissen, maar volgens mij is Allen een blijvertje. Candlepower verschijnt 4 mei digitaal, maar fysiek een maand later.

Marina Allen - Centrifics (2022)

4,5
Vorig jaar maakte singer-songwriter Marina Allen indruk met haar amper negentien minuten durende debuut Candlepower. Op dit debuut was duidelijk de invloed te horen van muziek uit de late jaren zestig en zeventig, met name die afkomstig uit Laurel Canyon. Kan bijna niet anders, want Allen is afkomstig uit Los Angeles. Ook hoorde je regelmatig de invloed van Joni Mitchell en Laura Nyro terug.

Dat geldt andermaal voor opvolger Centrifics. Af en toe doet haar timbre me terugdenken aan de veel te jong gestorven zangeres Judee Sill (vooral in Foul Weather Jacket Drawing). Centrifics is een stuk avontuurlijker geworden, er wordt nog meer het experiment gezocht, vooral in de manier van zingen (gebruik kopstem).

Allen over het ontstaansproces : “I went into writing Centrifics knowing I wanted to give myself permission. I was fed up with hiding myself and a fierceness started to enter the songs, which I leaned into. The entire time I was writing, I just kept saying “yes”, that was my only rule. In a way, these songs became a bridge for me to get to the other side and so Centrifics became aspirational. I threw the stone into the ocean as far as I could and then figured out how to swim to it. Instead of trying to get it perfect, the album works as a ladder to confront and hoist myself over all the hurdles, walls, setbacks and suffering. In that way imagination became a tool I desperately clung to rather than a place to recede.”.

Allen blijkt naast in folk repertoire ook uit de voeten te kunnen in meer jazz georiënteerd materiaal, getuige het lome en dromerige New Song Rising. Centrifics is een interessante, nog voortdurende zoektocht naar een eigen geluid. Zeer benieuwd waar die haar uiteindelijk gaat brengen.

Marinero - Hella Love (2021)

4,0
Jess Sylvester alias Marinero groeide op in de San Francisco Bay Area. Z’n vader was zeeman vandaar Marinero, de betekenis van het woord in het Spaans. Muzikaal gezien is Hella Love een allegaartje. Opener Fanfare verraadt duidelijke Spaanse invloeden. Vervolgens schiet het alle kanten uit, een vermenging van vele invloeden. Naast de nodige Latijns Amerikaanse invloeden (bossa nova en Latin pop), ook van internationale artiesten uit de jaren zestig en zeventig als Los Terricolas, Ennio Morricone, Esquivel, Carole King en Serge Gainsbourg. Maar tevens liet hij zich inspireren door hedendaagse artiesten als Chicano Batman, Connan Mockasin en Chris Cohen. De onderwerpen op Hella Love lopen nogal uiteen. De titelsong handelt over hoe zijn ouders in de San Francisco Bay Area terecht kwamen. Het eerste couplet gaat over de zeereizen van zijn vader eind jaren zestig naar de west. Het tweede couplet over zijn moeders verhuizing naar de wijk The Mission. Zijn moeder heeft een Mexicaans-Amerikaanse achtergrond. Ze groeide, zoals reeds gememoreerd, op in de Katholieke wijk The Mission, ooit gesticht door de Franciscanen. De single Nuestra Victoria vertelt het verhaal over de (brood)bakkerij La Victoria. Ooit een dierbare plaats voor zijn moeder. De teksten bevatten volgens Sylvester de nodige “easter eggs” voor mensen afkomstig uit de regio en voor mensen die zijn muziek volgden in het verleden. Ook een song, Isle of Alcatraz, over het nog steeds tot de verbeelding Alcatraz, waar lange tijd beruchte misdadigers als Al Capone gevang gehouden werden. En ook de plek waar enige uitstekende films werden opgenomen als “Murder in the First”, “Birdman of Alcatraz” en “Escape from Alcatraz”. Hella Love is zowel een soundtrack door de tijd, als wel een lofzang op zijn ouders en de San Francisco Bay Area.

Marinus G. de Valk - Het Leven in Lage Kwaliteit (2016)

4,0
Marijn de Valk koos Marinus G. de Valk als artiestennaam, omdat die meer tot de verbeelding spreekt. Bovendien wilde hij onnodige verwarring voorkomen met de bekende Vlaamse toneelspeler en zanger Marijn Devalck. Marijn heeft taal- en cultuurstudies gestudeerd in Utrecht. Hij verdiepte zich daar in de Nederlandse taal en muziek.

Zijn voornaamste broodwinning is sinds maart van dit jaar programmeur van de concertzaal Luxor in Arnhem. Daarnaast werkt hij ook nog als platenverkoper, maar per januari stopt hij hiermee omdat het niet meer te combineren valt met zijn andere baan.

Het zal U waarschijnlijk niet verbazen dat vanwege zijn gevolgde studie de teksten van zijn liedjes erg belangrijk zijn. Niet voor niets is iemand als Drs. P een groot voorbeeld voor hem. Maar daarnaast ook Alex Roeka, broeder Dieleman, Jack Poels en Jeroen Kant.

Direct in de opener Alleen de Maan valt de opvallende inkleuring van zijn songs op. Het gebruik van een harmonium is niet alledaags, daarnaast valt hier het mooie vioolspel van Judith Döhne op. Samen met Imke Loeffen zingt hij het van een vrolijke melodie voorziene Dag Lief. De tekst handelt over hartzeer.

Imke maakt overigens net als Marijn deel uit van het muziekgezelschap La très illustre compagnie du Chat Noir, die begin vorig jaar La Vendange uitbracht, een album met mooie Franse chansons. Aan Flessenblazer werd de afbeelding van de hoes ontleend : “Tot die tijd hou ik me vast. Aan onze theezakjes , samen in een glas”.

Over frustraties die een relatie met zich mee kunnen brengen en dat die zodoende gedoemd is te mislukken, vormen de thema’s van Ik Wacht de Ganse Dag. Het stompende pianospel doet hier aan Drs. P denken. Met een mooie tekst en melodie is Vallende Bladeren gezegend. Over de kilheid van het bestaan wanneer je geen relatie hebt en geen uitzicht hierop, handelt De Moed Der Wanhoop.

Frustraties over onderling onbegrip in een relatie gaat Dichte Deuren: “Oh, ik heb me murw gebeukt. Tegen jouw dichte deuren. Ze zijn van metaal en koud staal. En ze gaan voorlopig niet open. Ik heb me murw gebeukt”. De op een kettingzaag lijkende solo op elektrische gitaar is hier zeer toepasselijk.

Samen met Imke Loeffen schreef Marijn De Kat en de Kolder. Het betreft een oude, onafgemaakte song van een aantal jaar geleden, die voor het album werd afgemaakt. De tekst vind ik nogal cryptisch. Een van mijn favorieten vormt het slechts drie regels tellende Irrealis: “Als we de tijd konden verslaan. Als we de angsten en de schroom konden weerstaan. Dan zou de liefde niet vergaan”. De gekozen titel lijkt me duidelijk. De swingende saxsolo van Nord Strik hier is geweldig.

Maar afsluiter Ik ga door is voor mij toch wel de mooiste van de hele cd. Op de meest onverwachte momenten duikt de melodie van dit nummer in mijn hoofd op. De tekst hiervan is ook de meest opbeurende. De bijdrage op trompet door Jos Hendriks is bijzonder fraai.

Marijn blijkt in zijn teksten niet bepaald een lachebekje. Hij is het type van het glas is halfleeg. Townes van Zandt is niet voor niets een van helden. Marijn heeft een bijzonder goede neus voor het optimaal inkleuren van zijn liedjes. Imke Loeffen en Sammy Ariëns verzorgden de schitterende vormgeving.

Het Leven in Lage Kwaliteit is een debuut met prachtige, persoonlijke teksten, maar heeft ook muzikaal veel te bieden.

Mark Eitzel - Hey Mr. Ferryman (2017)

5,0
The Guardian noemde hem ooit America’s Greatest Living Lyricist. En voor die bewering is een hoop te zeggen. Hij maakte met American Music Club negen albums en daarnaast ook nog eens meer dan tien soloalbums. Vanaf California maakte deze groep een viertal fantastische albums met als hoogtepunt de cd Everclear.

Hij schrijft teksten die regelmatig op meerdere manieren zijn uit te leggen. Lees voor de aardigheid eens de discussie op het populaire muziekforum MusicMeter bij het album California. Helaas heeft American Music Club nooit de status bereikt, die deze groep absoluut verdiende.

Ook met zijn soloalbums bereikte hij nooit het grote publiek, zelfs het fantastische Don’t Be a Stranger vijf jaar geleden werd bijna volledig genegeerd. Daar konden uiterst lovende recensies in Popmagazine Heaven en op het populaire blog Krenten uit de pop weinig aan veranderen.

Net als Erwin Zijleman schaar ik Mark Eitzel onder de belangrijkste muzikanten van de afgelopen decennia. Aan de stem van Mark kan het zeker niet liggen, want die is bijzonder aangenaam.

Hey Mr Ferryman opent met het zeer goed in het gehoorliggende The Last Ten Years. Aan dit nummer is de titel van het album ontleend. Een andere song die ook direct bij de eerste beluistering blijft hangen is La Llorona, met een glansrol op gitaar voor Bernard Butler (Suede).

Butler is tevens producer en speelt ook nog bas, piano, percussie en drums. Voor de overige, over het algemeen meer ingetogen songs zal de luisteraar wat meer moeite moeten doen. Maar de songs kruipen al zeer snel onder de huid.

Ook tekstueel valt er weer veel te ontdekken, zoals bijvoorbeeld in Mr Humphries. Inderdaad, het gaat over de bewuste Mr Humphries uit de bekende Britse serie Are you being served. Gelukkig heeft hij in Nederland nog de nodige support, zij worden terecht genoemd bij de credits.

En over Nederland gesproken, op 1 maart is Mark live te zien in Het Zonnehuis in Amsterdam. Het wordt hoog tijd dat deze man eindelijk eens de erkenning gaat krijgen, waar hij allang recht op heeft. Met Hey Mr Ferryman voegt hij weer een essentieel album toe aan zijn oeuvre.

Marlene Bakker - Oaventuren (2023)

4,5
Oorspronkelijk zong Marlene in het Engels. Gelukkig kreeg ze tijdens haar opleiding aan de Rockacademie in Tilburg last van heimwee naar Groningen en begon daardoor regelmatig naar de muziek van Ede Staal te luisteren. Hierdoor besloot ze uiteindelijk in het Gronings te gaan zingen.

Vijfenhalf jaar terug debuteerde Marlene in het Gronings met RAIF, een prachtplaat vol indiepop. Een belangrijke rol op het album was weggelegd voor Bernard Gepken, met wie Marlene samen zeven van de elf liedjes schreef. Een aantal van de liedjes werden voorzien van fraai strijkersarrangementen door Reyer Zwart. Op het debuut was naast eigen werk ook een cover te vinden van Tina Dico’s You Know Better.

Op het nieuwe album Oaventuren staat een dozijn songs, die Marlene met Bernard schreef. Voor het schrijven van Verlaizers kreeg het tweetal hulp van Reyer Zwart. Het album werd grotendeels opgenomen in SSE Noord en de Exalto Studio in Haarlem, waar ook de laatste albums van Daniël Lohues werden opgenomen.

De keuze voor de titel Oaventuren is volgens Marlene :” Het leven is een avontuur. Zodra je je dat beseft kan je volgens mij veel meer aan, en wat lichter in het leven staan. Het leven is iets prachtigs, elke fase is weer nieuw. Je geluk en verdriet vormen je, iedereen gaat door emoties en levensfases, je lijden is niet uniek. Oaventuren gaat over het loslaten van onnodige ballast, schaduwwerk doen, accepteren wat er is gebeurd, accepteren wat je wel en niet kan veranderen en accepteren wie je bent. Dat geeft lucht, en de ruimte voor het ontplooien van het avontuur. Het ontwikkelen van jezelf = oaventuren.”.

Sleutelsong is volgens Marlene het ingetogen, reeds vrijgegeven Zolaank. De meest positieve song. Het gaat over helemaal opgaan in de liefde, maar begrijpt dat die vergankelijk is en daardoor nog intenser wil beleven. Wat Is Der Loos? gaat over Marlene’s verontwaardiging richting macht en domheid. Met name de social media, waar mensen elkaar regelmatig in de haren vliegen, haar een doorn in het oog. In onze verharde samenleving is de polarisatie een levensgroot probleem.

Het meest dierbare liedje is voor Marlene Sloaplaidje. Ze zingt daar over datgene dat niet tastbaar is maar je sterk kan voelen, een connectie met iets groters, de verbondenheid met de natuur en je plaats daarin.

Zelf reken ik Roemte, Neudeg en Witte Wieven tot mijn favoriete liedjes. Laatstgenoemde is volgens Marlene de vreemde in de bijt van het album : “Voor mij is het een hele mooie manier om aandacht te vragen voor de prachtige Groningse en Nedersaksische volksverhalen. Je hoeft geen kind te zijn om te kunnen genieten van/weg te dromen bij deze prachtige mythische volksverhalen.”.

Muzikaal gezien vind ik album nog beter dan de voorganger. Kan ook niet anders met de geweldige muzikanten waardoor Marlene wordt omringd, naast Bernard en Reyer, werkten ook Nicky Hustinx, Arjen de Bock, Ferry Lagendijk, Jan Kooper en Allard Robert mee. Oaventuren werd op voortreffelijk wijze geproduceerd door Bernard. Voor optredens van Marlene de komende tijd, zie hier. Oaventuren kruipt trouwens nog dieper bij mij onder de huid dan de voorganger. Het zal andermaal hoog gaan eindigen in mijn eindejaarslijst, dat is een zekerheidje.

Bron : Music that needs attention - musicthatneedsattention.blogspot.com

Trailer van het album : https://www.youtube.com/watch?v=mXKVBono3tU&t=14s

Marlene Bakker - Raif (2018)

4,5
De Groningse Marlene Bakker kreeg landelijke bekendheid, doordat haar single Wondern van Mien Stee, een vertaling naar het Gronings van Adele’s Home Glory, regelmatig op de radio te horen was. Haar single Loat Grunnen Nait Zakken (over de aardbevingen in Groningen) werd zelfs geciteerd in de Tweede Kamer!

Het gaat Marlene duidelijk voor de wind, want haar in eigen beheer uitgebrachte debuutalbum RAIF staat nu zelfs in de lijst van bestverkopende cd’s van Concerto, dé platenzaak van de Amsterdamse grachtengordel. Gisteren verzorgde ze er nog een instore.

RAIF is het resultaat van vele jaren van noeste arbeid. Een belangrijke rol in het stand komen van de cd speelde Bernard Gepken. Beiden groeiden op op het platteland, Marlene in Groningen (Smeerling), Bernard in Drenthe (Barger-Compascuum). Dat was volgens mij mede bepalend voor de thematiek van het album.

Ze schreven samen zeven van de elf liedjes, waaronder de schitterende titelsong en de eerste single Waarkhanden, wat gekozen werd tot beste Groningse single van 2017. RAIF kan vooral gezien worden als een ode aan Groningen, zowel aan de mensen als aan het magische landschap. Maar ook over de pijn van een gebroken hart (Golven en Te Nuchter) en het met de jaren wijzer worden (Hai Hai en Genog Veur Mie).

Medebepalende rollen hadden Reyer Zwart door een aantal fraaie strijkersarrangementen (RAIF, Waarkhanden en Golven) en toestenist Arjen de Bock. Naast eigen werk, een cover van Tina Dico’s You Know Better, wat nu Doe Waist Beter heet.

Naast dat het een album vol prachtige indiepop is, ben ik in korte tijd verslingerd geraakt aan de stem van Marlene. Ondanks dat ik van onder de rivieren kom, zijn de teksten op een enkel woord na (zoals roakeldais) goed te volgen voor mij en kan dus volgens mij geen belemmering vormen voor niet- Groningers. Het fraaie artwork is van zuslief Miriam.

De officiële releaseshow zal donderdag 8 maart plaatsvinden in het Grand Theatre in Groningen. Voor andere liveshows, zie haar website. In korte tijd is RAIF uitgegroeid tot een van mijn favoriete albums van 2018 en staat nu al genoteerd voor mijn eindejaarslijstje.

Marry Waterson & Adrian Crowley - Cuckoo Storm (2024)

4,5
In het verleden bracht Marry Waterson al de nodige duoalbums uit. Met neef Oliver Knight, Emily Barker en als laatste twee albums met David A. Jaycock. Het laatste album Death Had Quicker Wings Than Love met Jaycock maakte de nodige indruk op Crowley. Cuckoo Storm zou er misschien nooit zijn geweest, ware het niet dat Crowley een bericht op sociale media schreef tijdens een winterse nachtelijke wandeling in een rustige wijk van Dublin tijdens de lockdown. Getroffen door Watersons vorige album wilde hij het moment markeren en drukte op ‘send’ de ether in zonder te weten wat er zou volgen.

De single Watching the Starlings geschreven door Adrian dateert alweer van een paar jaar geleden. Hij mocht van een vriend een tijdje verblijven in Londen in een afgelegen hofje met vossen en blauwe gaaien in de omgeving, niet ver verwijderd van een heide. “Dat is waar dit nummer zich afspeelt. In het lied geeft de verteller instructies, bijna alsof je iemand de weg wijst, als een uitnodiging die beschrijft hoe je daar moet komen; de doodlopende straat, de poort, de boog, nummer 11. En in het lied wacht de verteller op de komst van deze persoon. Het is het einde van de dag met de verandering van het licht. En er ontstaat een soort stille euforie door het gevoel aan de vooravond van een moment te staan dat levensbevestigend en absoluut is.”, aldus Adrian.

Hun stemmen matchen wonderwel op Cuckoo Storm, de uit duizenden herkenbare stem van Marry en de warme bariton van Adrian. Het album opent met het goed in het gehoor liggende, voort meanderende Undear Sphere, wat op het einde verrassend wordt ingekleurd met de saxofoon van Jake McMurchie (Get The Blessing). Regelmatig vormen blazers, mede bespeeld door Pete Judge (Get The Blessing) trompet, flugelhorn en Seán Mac Erlaine bas klarinet een verrijking van de songs. Adrian bespeelde zelf ook de nodige instrumenten ; piano, elektrische gitaar, mellotron, harmonium, music box klarinet, marxofoon, synthesizer). Producer van dienst was Jim Barr (Portishead). Hoogtepunt vormt voor mij het lang uitgesponnen Heavy Wings, waarbij de zang van Marry diep bij mij binnenkomt. We mogen blij zijn dat Adrian dat berichtje geplaatst heeft op sociale media, hopelijk krijgt Cuckoo Storm ooit een opvolger.

Bron : Music that needs attention - musicthatneedsattention.blogspot.com

Marry Waterson & David A. Jaycock - Death Had Quicker Wings Than Love (2017)

4,5
Lal, Norma en Mike Waterson zijn grote namen in de rijke Britse folkhistorie. Lal en Mike zijn ons helaas al ontvallen, maar hun cultklassieker Bright Phoebus uit 1972 stond door de recente heruitgave weer volop in de belangstelling.

Het was een baanbrekend album, dat nieuwe impulsen gaf aan de wat vastgeroeste traditionele folkmuziek in die tijd. De oorspronkelijke opnames werden mede door Lal’s dochter Marry opgekalefaterd.

Marry behoort samen met nicht Eliza Carthy tot de vaandeldragers van de hedendaagse folk. Beiden bewandelen nieuwe wegen. Eliza bracht onlangs met haar Wayward Band het voortreffelijke Big Machine uit.

Marry werkte eerder samen met broer Oliver Knight, met wie ze twee mooie albums maakte. Twee jaar terug begon ze samen te werken met David A. Jaycock, wat nu een gouden greep blijkt te zijn.

Two Wolves werd unaniem lovend ontvangen in de pers. Het is een volstrekt uniek album, gevuld met liedjes met een volledig eigen signatuur.

Marry’s stem en frasering zijn net zo apart als die van haar moeder Lal. Haar moeder schreef teksten die cryptisch en mysterieus waren, ook daarin gaat de vergelijking tussen moeder en dochter op.

Haar manier van liedjes schrijven is opmerkelijk, doordat ze geen enkel instrument bespeelt. Ze begint gewoon met flarden tekst, welke daarna eerst in een melodie worden gegoten en vervolgens ontstaat het ritme. Daarna legt ze het vast op haar Iphone. Vervolgens laat ze het aan anderen horen.

Op deze wijze ontstond ook Two Wolves. David voelde de rudimentaire opnames goed aan en wist ze samen met Marry tot prachtig uitgewerkte songs te vervolmaken.

Voor Death Had Quicker Wings Than Love heeft Marry de ambities nog wat opgeschroefd, omdat ze met producer Adrian Utley (Portishead, Patti Smith) wilde samenwerken.

Utley liet het bij de productie gelukkig vooral draaien om Marry’s stem en David’s gitaar, slechts spaarzaam werden andere instrumenten ingezet. Dat komt de homogeniteit ten goede zonder dat het eenvormig wordt. Utley besteedde erg veel tijd in de plaats van de opnames en de plaatsing van de microfoons.

De chemie tussen Marry en David is nog steeds volop aanwezig, het album en het artwork is van dezelfde klasse als zijn voorganger. Een album waar je niet snel op uitgeluisterd zult raken.

Marry Waterson & Emily Barker - A Window to Other Ways (2019)

4,5
Marry Waterson en Emily Barker ontmoette elkaar voor eerst tijdens een songschrijversessie gehouden door labelcollega Kathryn Williams. Er ontstond direct een klik tussen beide dames. Beiden hebben veel muzikale bagage.

Waterson maakte eerst albums met haar broer Oliver Knight en vervolgens een paar avontuurlijke met David A. Jackson. Ze is een telg uit de Waterson/Carty dynastie. Ook haar nicht Eliza Carty is trouwens iemand die de vernieuwing zoekt.

Emily Barker timmert ook al jaren aan de weg. Bij het grote publiek is zij wellicht bekend door Nostalgia, een compositie die gebruikt wordt voor de Engelstalige variant van de serie Wallander. Haar laatste album Sweet Kind of Blue werd in Memphis opgenomen met producer Matt Ross-Spang (Jason Isbell, Margo Price) en fantastische lokale sessiemuzikanten. Muzikaal gezien is Barker niet voor een gat te vangen, want dat album bevat een mix van soul, blues, country en folk ingrediënten.

Zelf omschrijven de dames het album kort en bondig als “an album of fly-on-the-wall observations of the contradictions and disconnections of modern life”. De titel A Window to Other Ways vind ik erg goed de muzikale lading dekken.

Het repertoire is op dat vlak erg gevarieerd, je hoort allerlei invloeden. Uiteraard uit de folk, maar ook uit de pop, indie, jazz tot aan blues. Daarnaast is het altijd genieten van de interessante, mysterieuze teksten van Waterson. Een kwaliteit die ze duidelijk geërfd heeft van haar moeder Lal.

Het levert tekstuele hoogstandjes op als Little Hits of Dopamine, dat verslaving aan sociale media als onderwerp heeft. Verder thema’s als eenzaamheid (I’m Drawn), JOMO (Drinks Two and Three), angst (It’ll be Good en All is Well) en de eigenaardigheden van vrienden (Twister).

Naast catchy songs als Little Hits of Dopamine treft je ook bloedmooie ingetogen liedjes aan als Drinks Two and Three. Gouden greep was Adem Ilhan als producer, hij voorzag de liedjes regelmatig van ingenieuze elektronica en weelderige strijkersarrangementen. Verder werkten twee leden van Barker’s liveband mee, Lucas Drinkwater (bas en gitaar) en Rob Pemberton (drums).

De dames en producer hebben duidelijk het beste bij elkaar naar boven gehaald en dat levert een zowel tekstueel als muzikaal fascinerend album op.

Martha and the Muffins - This Is the Ice Age (1981)

5,0
Op het populaire forum MusicMeter vraagt de actieve gebruiker Zaaf geregeld aan andere forumleden om een lijstje met hun favoriete albums van een bepaald jaar op te sturen. Op dit moment is dat het jaar 1981. Zoals gebruikelijk stuurde ik ook weer een lijstje in. Mijn onbetwiste nummer een van dat jaar is This Is the Ice Age van de Canadese new wave band Martha and the Muffins.

De lp heb ik in het verleden werkelijk grijsgedraaid. In 2005 verscheen het album in Canada op cd, helaas is die release toen aan mijn aandacht ontsnapt. Het wordt hoog tijd dat dit album opnieuw wordt uitgegeven, al was het alleen maar voor de twee extra nummers I'm No Good at Conversation en Twenty-Two in Cincinnati.

This Is the Ice Age was hun derde album, de eerste van de twee waarop Jocelyne Lanois bas speelt. De geweldige productie was in handen van haar toen nog onbekende broer Daniel Lanois. Zijn fraaie debuutalbum Acadie zou pas in 1989 verschijnen. Lanois’ productie is behoorlijk avontuurlijk en soms wat schurend, maar vooral baanbrekend. Direct vanaf de fantastische opener Swimming wordt de luisteraar het album in gezogen.

De meest liedjes werden door Mark Gane geschreven. Het schitterende One Day in Paris is echter van de hand van Martha Johnson. Een bijzonder gevarieerd album dat bij veel muziekliefhebbers in de smaak zou kunnen vallen. Helaas ontbreekt This Is the Ice Age op Spotify en Apple Music. Het blijft dus hopen op een heruitgave.