menu

Hier kun je zien welke berichten midnight boom als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

M83 - Hurry Up, We're Dreaming (2011)

4,0
Anno 2011 is het 'mode' om een kort album te maken. 'Mode? Ja, daaaaaggg'. Dat zal Anthony Gonzalez, frontman van de Franse elektroband M83, gedacht hebben. Gonzalez maakt met zijn band namelijk gewoon tegen de 'mode' in een dubbelalbum van een uur en 12 minuten. 'Beste meneer Gonzalez, een goede zet'. Hij legt een creatief ei, Hurry Up We're Dreaming is namelijk een redelijk geweldige plaat geworden.

Hurry Up We're Dreaming bevat in totaal 22 composities, eerlijk verdeeld over twee schrijfjes. Wie single Midnight City heeft gehoord, wist al even dat het zesde M83 album een release was om in de gaten te houden. Het nummer is een echte wereldsong. De dromerige zang en melodie passen perfect bij de harde synthesizers. Het nummer is niet voor niets al vijf keer grote kandidaat geweest voor de song van de week. Een van de beste songs van het jaar. Maar Hurry Up We're Dreaming bevat meer moois. Ik noem er een paar: Wait, New Map & Ok Pal zijn bijvoorbeeld ook hoogtepuntjes.

Het was even een haat-liefdes verhouding tussen mij en dit album. De ene keer ben ik laaiend enthousiast de andere keer vind ik het album maar zo-zo. Sommige nummers zijn mooi maar ook een beetje opvullertjes. De grote kracht van Hurry Up We're Dreaming is dan ook wel het geheel. In het geheel past elk liedje namelijk perfect. Het album weet over de gehele linie te boeien en heeft een bepaalde spanningslading over zich heen, dit maakt het geheel bijzonder. Bijzonder, maar ook vermoeiend. Er wordt namelijk veel gewisseld tussen mooi en rustig en harde en brute synths. Soms is het zelfs een muur van geluid, en ja... dat kan ervoor zorgen dat het veel energie van de luisteraar kost. Maar die energie betaalt zich zeker uit, want dit album is een ware belevenis!

Wat opvalt is dat M83 hip wil zijn. ik ben niet de eerste die het opvalt. Gonzalez en co hebben goed opgeld wat in indie-kringen 'populair' is. gebruik van Saxofoon, dromerige zang en zorgen voor een indrukwekkend geheel. Het is allemaal al eens eerder gedaan. Animal Collective maakte qua sfeer een 'soortgelijk' album in 2009 met Merriweather Post Pavilion, ook dienen zei als indirecte inspiratiebron (luister maar eens naar Soon, My friend). Soms klinkt het album ook behoorlijk jaren '80 achtig maar Storend is het niet.
Verder is Hurry Up We're Dreaming een groeiplaat van jewelste. Ik vind het geheel steeds beter worden en vind steeds meer sfeerstukken prachtig. Ik zal dan ook niet ontkennen dat ik het een aanrader vind.

Conclusie: je moet er even goed voor gaan zitten, even doorzetten, maar dan is de conclusie onvermijdelijk: Hurry Up We're Dreaming is een bijzonder fraai album.

van: http://daanmuziek.blogspot....

MADI - MADI (2014)

3,5
Zo ben je het ene moment een beginnend bandje en deel je het andere moment backstage met grote sterren als Dave Grohl, Ringo Starr en Chris Martin. De Limburgse zangeres Madi Hermsen en haar band overkwam het in 2011 door de Nu Of Nooit prijs te winnen waar traditioneel het openen van Pinkpop bij hoort. Daarna gingen meer deuren voor de band open. MADI speelde onder meer in De Wereld Draait Door en op Bospop. En dat alles zonder enig materiaal uitgebracht te hebben. De band raakte na deze korte succesperiode enigszins in de vergetelheid, maar daar kan zomaar weer verandering in komen met het uitbrengen van hun eerste, zelfgetitelde EP.

Sfeervol is die hoes hé? Dat vinden wij ook. En laten we meteen maar een spoiler weggeven: zo sfeervol klinkt de muziek bij tijd en wijlen ook. MADI maakt goed uitgevoerde en luchtige popmuziek met regelmatig uitstapjes naar genres als folk en jazz. Zo kent 'Minute By Minute' een subtiele saxofoonsolo, klinkt het folk-achtige 'Summer Sun' luchtig en opgewekt, en is single 'Kings' een springerig en aanstekelijk popliedje waar de luisteraar direct vrolijk van wordt.

Hoogtepunt van de zes liedjes is echter 'Heartbeat'. Een knap en spannend liedje waarin Hermsen klinkt als Florence (van the Machine) die zichzelf inhoudt. Het is een beladen, hoopvol en ietwat stemmig liedje, dat anders klinkt dan de rest van MADI. Optimisme voert verder de boventoon op deze fijne EP. De productie van Huub Reijnders is kraakhelder en Hermsen zelf zingt met groot gemak lastige melodielijnen. Het resulteert in een smaakvol plaatje dat doet hopen dat we niet weer twee jaar moeten wachten op een vervolg.

Van: Daans Muziek Blog

Marika Hackman - We Slept at Last (2015)

4,0
Stiekem gaat de naam Marika Hackman al langer mee. De Britse muzikante bracht sinds 2013 maar liefst vier EP's uit, tourde met Laura Marling en The Antlers, en was onder andere te horen als gastvocalist op Alt-J's ambitieuze This Is All Yours. Nu is de kans gekomen om haar status als belofte te verzilveren met het binnenkort te verschijnen debuutalbum We Slept At Last. En wát voor een debuut. Een authentieke neofolk plaat zoals je deze maar zelden hoort; verstild, dromerig, bezwerend en volstrekt eigenzinnig. Pas 22 lentes jong is Hackman, maar ze klinkt met haar ijle stem en manier van werken als een urgente kruising tussen Joanna Newsom, Sharon Van Etten en Grouper. Bol van het zelfvertrouwen en open voor het experiment. Het getuigt al van karakter om een plaat te openen met een stemmig en mysterieuze nummer als het vooruitgeschoven 'Drown', waarin vaste songstructuren ver te zoeken zijn. Een soortgelijke, geheimzinnige sfeer hangt als een deken over de eerste helft van de plaat terwijl er ondertussen een aantal bloedmooie liedjes in de vorm van het tamelijk magische 'Before I Sleep' en 'Claude's Girl' de revue passeren. Halverwege de plaat breekt plotseling het ijs met het wat luchtigere, meer uitbundige liedje 'Animal Fear', om vervolgens wat meer hapklare liedjes voor te schotelen. Maar nergens té hapklaar. Dankzij vele, niet alledaagse melodieën en onverwachte wendingen is We Slept At Last een sfeervolle en melancholische plaat geworden die tevens bij wijlen ongrijpbaar is. Zo worden doodleuk een xylofoon en blokfluit van stal gehaald voor respectievelijk 'In Words' en 'Monday Afternoon'. Werken doet deze muzikale schoonheid wel. Nee, We Slept At Last is niet in één luisterbeurt te begrijpen maar tegelijkertijd ook niet zo onverteerbaar dat er naar luisteren vermoeiend wordt. Hackman lijkt een gulden middenweg gevonden te hebben, maar toch zal ze op deze manier niet snel omarmd worden door het grote publiek, vanwege haar behoorlijk eigenzinnige en artistieke werkwijze. Weggelegd voor muzikale fijnproevers is ze des te meer. Belofte ingelost.

Van: Daans Muziek Blog

Mark Lanegan Band - Blues Funeral (2012)

4,5
De afgelopen jaren dook Mark Lanegan overal op. Hij maakte albums met Isobel Campbell, Soulsavers en the Gutter Twins. Druk druk druk. Maar solo was het even stil rondom de 47-jarige zanger. Was, inderdaad. Acht jaar liet de opvolger van Bubbelgun op zich wachten. Maar lang wachten loont

Soms is het apart hoe een nummer je totaal op het verkeerde been kan zetten. Dit is zeker van toepassing op Blues Funeral. Het album opent namelijk met het stevig rockende The Gravedigger's Song. Het nummer beloofd het meest vieze en ruige werk van Lanegan tot nu toe. Gek genoeg is het tegendeel waar; Lanegan's klinkt op Blues Funeral toegankelijker en ingetogener dan ooit. Maar zonder saai te worden. Op zijn zevende studioalbum komen eigelijk alle stijlen, die Lanegan het afgelopen decennia heeft bewandeld, voorbij. Zo horen we Queens of the Stone Age (Riot In My House), Soulsavors (Harborview Hospital) en Isobell Campbell (Leviathan) terug op Blues Funeral. Maar ook lichte disco (Ode To Sad Disco) en U2 invloeden (Quiver Syndrome, Harborview Hospital) komen voorbij. Je leest het: een behoorlijk gevarieerd album.

Gastoptredens worden dit maal verzorgd door Josh Homme en Greg Dulli, maar op Blues Funeral staat Mark Lanegan, himself, in de volle schijnwerpers. Zijn stem, dat is nog steeds het 'hoofdinstrument'. De warme, zware en doorrookte stem, maakt zelfs Trololo een kippenvel nummer. Zo blijkt wel weer in het prachtige 'Bleeding Muddy Water', wat een zanger. In het meest "mainstream" nummer 'Harborview Hospital' weet Lanegan een nieuwe snaar te raken. Hetzelfd geld voor 'Ode To Sad Disco', we horen de cultster hierin over synthesizers brommen. De conclusie is onvermijdelijk: 'disco' zit hem ook als een gegoten jasje. Hoewel hij er lang niet zoveel indruk mee maakt als het spookachtige 'The Gravedigger's Song' (het hoogtepunt van Blues Funeral). Dit zijn twee nummers die recht tegenover elkaar lijken te staan. Toch is er sprake van een evenwichtig album. Dank aan producer Alain Johannes. Samen hebben ze het op Blues Funeral helemaal voor elkaar. Elf nummers die bij elke luisterbeurt groeien, en mooier worden. Alleen Tiny Grain Of Truth vind ik geen schot in de roos. Het nummer staat Lanegan niet geweldig, dit komt omdat zijn stem niet goed tot uiting komt, en dan gaat het nummer met een speeltijd van zeven minuten al gauw te lang door. Jammer.

Met Blues Funeral heeft Mark Lanegan weer goed solowerk afgeleverd. Hij is terug van nooit weg geweest. Een mooie toevoeging aan zijn solocarrière. Een solocarrière waar je u tegen zegt. Maar toch, als je Blues Funeral vergelijkt met ouder werk, al die goede soloalbums, steekt hij er niet echt bovenuit. En toch verdiend dit album, dat binnen no-time in mijn collectie staat, door elke Lanegan fan gehoord te worden.

van: http://daanmuziek.blogspot....

Mayer Hawthorne - How Do You Do (2011)

3,5
Zalige soul platen, die komen er te weinig uit. Van die soul platen waarvan de zon spontaan gaat schijnen in huis. Mayer Hawthorne maakt zo'n plaat met How Do You Do. Het tweede album van Hawthorne staat, zoals single 'the Walk' al deed vermoeden, vol met zeer fijne liedjes. Ontspannen, vrolijk, swingend en wat gelikt. Heerlijke muziek.

Andrew Mayer Cohen maakt me vrolijk. Op het moment van schrijven is het ijskoud op mijn kamer. Een sjaal en handschoenen zijn bijna noodzakelijk om deze cd review te voltooien. De ijspegels hangen bijna aan mijn neus. Gelukkig bestaat er naast de verwarming nu ook de nieuwe plaat van Hawthorne. De plaat straalt warmte uit. Echt. De blazers klinken warm, de zang klinkt ook warm en naast dat alles swingt het bij vlagge de pan uit. De plaat nodigt uit tot dansen, stilzitten is dan ook vrijwel onmogelijk. Heel fijn.
Je hoort het: 'How Do You Do' is een lekkere plaat. Heel fijn, dat zeker. Maar 'How Do You Do' is ook totaal niet origineel of creatief. Wat Hawthorne doet is al tig maal eerder gedaan. Verassend is het dan ook zeker niet. Wel zijn de liedjes goed uitgevoerd, staan er geen missers op How Do You Do en is het schijfje goed geproduceerd. Het feit dat het album niet creatief/origineel is mag de pret dan ook niet drukken. Het tweede album van de 32 jarige Amerikaan is dan ook vooral een feestje voor het oor.
De muziek is vaak op het randje van glad en gelikt, maar storend is dit niet. Het luistert allemaal bijzonder lekker weg. Mijn favoriete nummer is Finally Falling. Heer-lijk nummer, Hawthorne op zijn best. Dieptepuntje nummer is in mijn ogen Can't Stop. Het nummer met Snoop Dogg valt een beetje uit de toon, is niet super, maar ook niet slecht. Als geheel is 'How Do You Do' een waardig tweede album geworden, die je, als je dit jaar niet echt de zomer gevoelt hebt, echt moet gaan luisteren.

Bijzonder fijne, maar niet originele plaat.

van: http://daanmuziek.blogspot....

Mevrouw Tamara - Zo Lang Mogelijk (2015)

3,0
Spinvismeisjes, zo worden (indie)zangeressen -op initiatief van 3voor12- genoemd die op een dromerige manier liedjes in hun moedertaal zingen. Eefje de Visser, Clean Pete, Iris Penning, Roosbeef en Mevrouw Tamara zijn voorbeelden van die Spinvismeisjes. De laatst genoemde bracht onlangs haar debuutplaat uit en bewijst daarmee dat je haar tekort doet door haar enkel het volgende Spinvismeisje te noemen. Daarvoor zijn de fijnzinnige Nederlandstalige indiepop liedjes van Zo Lang Mogelijk te eigenzinnig. De stem van Tamara van Esch - zoals vrienden en familie Mevrouw Tamara noemen - heeft veel weg van het stemgeluid van Eefje de Visser, hoewel dat geen straf mag heten. De muzikale invulling van haar liedjes, daarentegen, zorgt er wel voor dat de voormalige deelneemster van de beste singer-songwriter zich van de concurrentie onderscheidt. De arrangementen op Zo Lang Mogelijk zijn namelijk fraai en behoorlijk rijk. Soms klassiek, soms op een prettige manier psychedelisch en soms haast avant-gardistisch. Bij vlagen klinken de muzikale intermezzo's lang uitgesponnen en rijk georchestreerd. Zo horen we al vroeg op de plaat sierlijke violen, dromerige koortjes en jazzy blazers. Ook aanwezig is het karakteristieke gitaarspel van Anne Soldaat in onder meer het tamelijk sprookjesachtige 'Yvette', dat wel wat weg heeft van Efterklang. Later wordt de toon een tikkeltje donkerder en Pink Floyd-achtig in 'Evenaar' en 'Ervandorens'. De arrangementen zijn zo nu en dan zo mooi dat het nog wel eens de aandacht van de teksten weg wil nemen. Toegevend: ze zijn sowieso niet altijd even goed verstaanbaar en soms mag Mevrouw Tamara zelf best iets meer op de voorgrond treden. Soms klinkt Zo Lang Mogelijk nog wat te schetsmatig, soms nog niet dwingend genoeg en soms nog wat teveel lijkend op collegeartiesten. Daar staan enkele fraaie momenten tegenover. Krijg maar eens geen kippenvel van het perfecte popliedje 'Prooi' bijvoorbeeld. Voor nu is dit een sympathiek debuut met potentie.

Van: Daans Muziek Blog

Midlake - The Trials of Van Occupanther (2006)

4,0
Dit album is een en al mooiigheid

Miles Kane - Colour of the Trap (2011)

3,0
Miles Kane waar heb ik die naam eerder gehoord? Waarschijnelijk van the last shadow puppets, daar mee maakte hij samen met een vriend, ene Alex Turner (zanger Arctic Monkeys) een fantastisch album. Ook gooide hij mede dankzij die samenwerking hoge ogen met zijn eigen bandje the Rascals (die overigens niet meer bestaan). Vlak nu het fantastische solodebuut van TLSP maatje Turner komt Kane nu met zijn eige solocarrière: Colour of the Trap.

De 25 jarige Britt klinkt op Colour of the Trap als een kruising tussen The Last Shadow Puppets en The Rascals. Pakweg de ene helft zijn LSP achtige nummers en de andere helft heeft de scherpen hooks van The Rascals. Zo horen we bijvoorbeeld Come closer, Better left inside en Inhaler, dat het springerige heeft van the Rascals. De gitaren zijn dominant aanwezig en worden zelden geschuwd. Dit vind ik dan ook de beste nummers van het album. De rustigere nummers die meer weg hebben van the Last Shadow Puppets zijn aardig maar missen in mijn ogen de bijzondere Arrangementen waarmee de The age of understatement vol stond. De producite van deze nummers is strak en er wordt veel gebruik gemaakt van aanstekelijk ah en oe koortje. Dit zorgt voor een vrolijk Britpop sfeer.
Nu we het toch over Britpop hebben, de 'meester' van de Britpop Noel Gallagher komt ook een nummer meezingen. Mr Fantasy is het onverwachte dieptepunt. Het nummer leunt op een te makkelijke melodie en lijkt te erg op Oasis, echt gek is dit niet aangezien 'het brein' van Oasis zelf ook mee doet. Een andere invloed die ik hoor zijn the Kooks. Een nummer als Quicksand had niet misgestaan op het laatste album Konk. Het album klinkt soms in mijn oren soms doordacht simpel, alsof Kane erop uit is om enorm succesvol te worden. Dat is wel jammer.
Het album is onevenwichtig maar ademt een relaxte en zomerse sfeer. Een feel-good album.

Een vrolijk en fris debuut van Kane dus, maar hij weet het niveau van zijn collega Alex Turner nergens te passeren. Beter zal Kane ook nooit worden want Turner heeft een enorm talent en is een van de beste songschrijvers van het moment.

Maar dit soloalbum van Miles Kane mag er zeker wezen!

van: http://daanmuziek.blogspot....

Moderat - II (2013)

4,0
Begin jaren '00 sloegen het Berlijnse duo Modeselektor en het tevens Berlijnse Apparat de handen ineen. De optelsom heette Moderat waarmee in 2009 een redelijk succesvol album werd uitgebracht. Na een gezamenlijke tour scheidden de wegen van de drie dj's/producers. Er volgde soloplaten (Modeselektor deed het met Thom Yorke), mixplaten en tours om medio 2012 weer bijeen te komen voor de opvolger van Moderat. Deze ziet maandag, na zes maanden werk, het levenslicht als II.

In vier jaar tijd heeft Moderat een opvallende ontwikkeling doorgemaakt. Van enkel "Berlijnse elektronische-supergroep" heeft het trio anno 2013 een meer uitgebalanceerd geluid gevonden. Waar Sascha Ring (hij is Apparat) op Moderat slecht op twee nummers zijn zangkunsten liet horen, neemt hij nu de zang voor het hele album voor zijn rekening. Als zanger is hij gegroeid. Zijn stem klinkt breekbaar en subtiel, hetgeen uitstekend tot zijn recht komt door zijn beheerste manier van zingen. Muzikaal gezien gebeurt er veel. Loeiende en onheilspellende synthesizers uit het Modeslektor-kamp, beats en soundscapes die een ambient-achtige sfeer met zich meebregen. Het komt de mysterieuze (zei het: prachtige) sfeer ten goede.

Het trio slaat hiermee op II een brug tussen goede pop en clubmuziek. 'Let In The Light', de schitterende leadsingle 'Bad Kingdom' en 'Damage Done' zijn gewoon onvervalste popliedjes. Maar wel popliedjes die ingenieus in elkaar steken. Ze zijn melancholisch en soms eenvoudig meezingbaar maar bevatten ondertussen ook genoeg spanning om keer op keer iets dieper te gaan. Halverwege komt ook het instrumentale 'Milk' voorbij. Tien minuten pure en goed in elkaar zittende housemuziek, maar toch haalt het de vaart, door gebrek aan spanning, even uit het album. Jammer. II herpakt zich vervolgens sterk met 'Therapy' en blijft tot afsluiter 'This Time' boeien.

II is meer dan het debuut een plaat geworden met een eigen geluid, die nog steeds onmiskenbaar de optelsom van Apparat en Modeselektor vertegenwoordigt. Het geheel is een breekbare avant-gardistische dansplaat geworden die steeds iets dieper onder je huid weet te kruipen.

Van: Daan's Muziek Blog

Moderat - III (2016)

4,0
Supergroepen pakken zelden zo goed uit als dat het geval is bij Moderat. In 2009 sloeg extravert techno duo-Modeselektor de handen ineen met de introverte liedjesschrijver Apparat. Alle drie afkomstig uit Berlijn, al jaren de place to be wat betreft vernieuwende elektronische muziek. Met hun titelloze debuut (2009) en weergaloze doorbraak II (2013) vond Moderat ook zeker zo'n nieuw en eigen geluid. Een logische combinatie tussen nachtelijke elektronica en prachtige luisterliedje, bovendien. Voor het derde Moderat-hoofdstuk is er weinig veranderd aan die formule, maar III is wederom een intrigerende plaat geworden. Over het geheel genomen klinkt Moderat wat beheerster, maar zeker niet minder sexy. Nog altijd speelt het trio in op sfeer, spanning en sensatie zonder de ontroerende luisterliedjes van Apparat uit het oog te verliezen. Hij krijgt zelfs nog wat meer ruimte, zonder dat Modeselektor uit zicht blijft. Deze negen liedjes klinken helemaal van deze tijd en zijn een mooie aanvulling op het Moderat-repertoire. Vrijwel geheel instrumentale tracks als 'The Fool' en 'Finder' brengen de luisteraar binnen mum van tijd in een bedwelmende trance, terwijl leadsingle 'Reminder' en het spectaculaire 'Running' technisch fantastisch in elkaar steken. Bij beluistering van III blijkt al snel dat Moderat niks aan kracht heeft ingeboet. Nee, van deze plaat druipt juist de hechte band die de muzikanten de afgelopen jaren opbouwde. Dat kwam mede door opwindende en futuristische liveshows, die het in Nederland bijzonder goed doen. Binnen een minuut verkocht Moderat de Paradiso uit, en in oktober komt de band terug voor een show in de Heineken Music Hall. Het nieuwe materiaal klinkt niet alleen op plaat waanzinnig, het moet live ook indrukwekkend zijn. Een betere follow-up van II had niemand kunnen wensen.

Van: Daans Muziek Blog

Modest Mouse - Strangers to Ourselves (2015)

3,5
In 2013 leek Modest Mouse na een stilte van zes jaar weer naar buiten te treden met festivalshows op onder meer Best Kept Secret en Rock Werchter, maar op het laatste moment verdween de band weer de studio in en schrapte alle shows uit de agenda. Acht volle jaren werd er in totaal gesleuteld aan de zesde plaat, waardoor de verwachtingen door de jaren heen steeds hoger opliepen. Recent vooruitgeschoven singles als 'Coyotes', 'The Best Room' en 'Lampshades On Fire' deden het beste vermoeden en op basis van het respectabele CV van deze indierockband is dat niet verwonderlijk. In het verleden bracht Modest Mouse klassieke underground-albums (The Lonesome Crowded West en The Moon & Antarctica), aanstekelijke en onverwachte hits (doorbraaktrack 'Float On', 'Dashboard') en een studioplaat met legendarische Smiths-gitarist Johnny Marr uit. Toch lost het bijna een uur durende Stranger To Ourselves de verwachtingen maar gedeeltelijk in. Anders dan bij de vijf voorgaande albums komt de plaat lastig op gang en worden zwakkere broeders slim afgewisseld met (ijzer)sterke momenten. Prettig nerveuze liedjes als de eerder genoemde singles en tracks als 'The Tortoise And The Tourist' en 'The Ground Walks, With Time In A Box', dat gerust door kan gaan voor een Talking Heads liedje, zorgen voor genoeg goede momenten die aan de omvangrijke lijst van Modest Mouse-klassiekers toegevoegd kunnen worden. Hoge ogen gooit Modest Mouse dus wel degelijk, maar toch staat er tegenover ieder sterk liedje een matige(re) variant op de plaat. Het met kitscherige synthesizers aangeklede 'Wicked Campaign' kan door als twijfelachtige Killers b-side en de half gerapte disco-filler 'Pistol' mag gelden als het grootste misbaksel dat Isaac ooit geschreven hebt. Als geheel een verre van perfect album dat dankzij enkele memorabele momenten toch het beluisteren meer dan waard is. Laten we hopen dat het door Isaac beloofde vervolg weer voor de volle 100% op het glorieuze niveau van weleer zal zitten.

Van: Daans Muziek Blog

Moodymann - Moodymann (2014)

4,0
Hij maakt al sinds 1994 muziek voor fijnproevers en blijft ook na acht studioalbums urgent, hetgeen een hele prestatie is binnen de dance-scène. Detroit-Techno-held Kenny Dixon Jr., a.k.a. Moodymann, gaat op zijn nieuwe dubbelaar Moodymann verder dan hij ooit ging. Soul, funk, blues, disco en jazz doen op zeer effectieve wijze hun intrede in de onbezorgde deep-house van Moodymann. De 27 nummers, die qua speeltijd variëren tussen de 9 seconde en 12 minuten, klinken misschien eenvoudig maar niets is minder waar. Op J-Dilla-achtige wijze worden zowel artiesten als José James, Lana Del Rey en Muddy Waters als radio- en filmfragementen één met het ronduit intrigerende geheel. Voor ruim 75 minuten klinkt Moodymann constant onvoorspelbaar, door steeds weer een nieuw en onverwachte pad te bewandelen. Van onheilspelbaar en donker in ' Born 2 Die' en 'Got Dem Freaks Wit Me' gaat het via gemoedelijk en onbezorgd in het jazzy 'Desire' en het geweldige popliedje 'Lyk U Used 2' naar lange, geile funkjams waarin Parliament-Funkadelic doorklinkt. Het is allemaal even overtuigend. Lekker hoor. Moodymann is een absolute must-hear voor liefhebbers van warme dance met veel soul en funk.

Van: Daans Muziek Blog

Moon Moon Moon - I Want! I Want! (2014)

4,0
En toen was daar zomaar Moon Moon Moon. Het bewijs dat bijzondere muziek tegenwoordig net zo goed opgenomen kan worden in een Nederlandse slaapkamer. Debuutplaat I Want! I Want! was namelijk "recorded in a tiny bedroom somewhere on earth". Met deze subtiele informatie van maker Mark Lohmann moeten we het doen. Meer rondom dit debuut is niet bekend. Al even mysterieus zijn de vijftien dromerig in elkaar geknutselde liedjes die net zo sfeervol en speels zijn als de hoes van het album doet vermoeden. Alsof er in dat slaapkamertje ook nog een haardvuurtje stond te knapperen. Maak kennis met dé Nederlandse ontdekking van 2014.

I Want! I Want! is een plaat die zich beweegt in het holst van de nacht. Lohmann maakt lo-fi opgenomen folk-liedjes die hun geheimen pas na meerdere luisterbeurten prijsgeven. De merkwaardige en gelaagde liedjes worden met zachte stem en op pure wijze gezongen en hebben nog het meeste weg van Elliott Smith en Sparklehorse. I Want! I Want! klinkt soms wat aandoenlijk, knarst, kraakt en bevat veel sfeervolle achtergrondgeluiden, zoals een voorbij-rijdende trein, een kleine nies of een zacht kuchje. De soms wat schetsmatige plaat is mede daardoor bijzonder verslavend. Wanneer de vreemde en haast dissonante eerste tonen van albumopener 'The Pine Trees Pt. 1' de kamer vullen is er geen ontkomen meer aan: je wilt door luisteren.

De intrigerende drie kwartier die volgen neemt Lohmann je mee naar een andere wereld waarbij liefelijke momenten ('Window Frame', 'Autumn Night'), extreem dromerige momenten ('3 AM, Almost Sleeping') en onbegrijpelijke momenten ('Dream Numbness') voorbij komen. Maar belangerijker: het songmateriaal op zichzelf is van een hoog niveau. 'Jasmin, Vermont' is schitterend, het bijna negen minuten durende 'Oh Night, Oh Night' kent een bijzondere opbouw en 'Rippled Moon' had een verloren liedje van Elliott Smith kunnen zijn. "I love you like a reflection in the water" zingt Lohmann meermaals. Tekstueel bevat de plaat veel kleine woorden en metaforen die toch grote thema's aansnijden. Soms zelfs onverwacht donker: "One breezy autumn night far away is the same moment as now and I'm trying to understand that I won't be here for long".

Doordat I Want! I Want! zo mysterieus is, is het soms - net als bijvoorbeeld bij The Microphones of Neutral Milk Hotel - lastig om de vinger op de muzikale schoonheid van Moon Moon Moon te leggen. Er blijft dankzij vele gebreken, imperfecties en vreemde soundscapes veel te raden over. Maar juist in die imperfectie verschuilt een charmante perfectie.

Van: Daans Muziek Blog

Moses Sumney - Aromanticism (2017)

4,5
Eerder dit jaar zei Moses Sumney last-minute twee festivaloptredens af die makkelijk als springplank naar een groter publiek hadden kunnen fungeren. Geen Motel Mozaïque of Transition voor de in Ghana geboren Amerikaan, meer tijd in de agenda om te sleutelen aan het langverwachte debuutplaat. Dat Moses Sumney over een buitengewoon karaktervolle stem beschikt wist je al langer, toch overtreft Aromanticism de verwachtingen. Het is namelijk een mystieke plaat geworden met soms een bijna spookachtige sfeer. De productie is kaal en modern, hetgeen neo-soul artiesten als Lianne La Havas en Solange ook ver bracht. Toch is deze plaat een slag ontoegankelijker. Nummers missen vaak beats of drums, waardoor liedjes creatiever ingevuld moeten worden, wat resulteert in texturen met sferische geluiden. Hier en daar zijn de arrangementen wijds en jazzy, dan weer zwelt de muziek langzaam aan tot een niveau dat alle aandacht opgeëist wordt. Het slot van het sterke 'Quarrel' bijvoorbeeld, of in 'Lonely World', het nummer dat eindigt in met een flink orkestrale finale. Fascinerend is ook 'Doomed', een donker romantisch liedje dat zijn gelijke niet kent. Toch blijft het de hese, breekbare falsetstem van Sumney die constant de tijd stil zet. Het is een bedachte, soms wat lastig te doorgronden plaat die nieuwe deuren opent voor de luisteraar.

Van: Daans Muziek Blog

Moss - Ornaments (2012)

4,0
Altijd spannend. Het opvolgende album van een album die je helemaal te gek vond. Ornaments is zo'n opvolger. Het album van de Amsterdamse band Moss is de eerste plaat na het fantastische Never Be Scared/Don't Be A Hero (2009). Geen 11 nieuwe 'I Apologize', Moss houd het spannend. "Natuurlijk" zou je bijna zeggen; anders was Moss, Moss niet geweest.

De nummers op Ornaments zijn weer kwalitatief dik in orde en bevatten wederom gouden melodieën. Laat ik het meteen de titel: "knappe plaat" meegeven. Moss slaat namelijk nieuwe wegen in op Ornaments. De muziek is ritmischer en minder melodieus. De gitaar heeft plaats gemaakt voor het (experimentele) keyboard en de prachtige meerstemmige zang is minder nadrukkelijk aanwezig. Er schieten dan uiteraard ook namen te binnen: Vampire Weekend, Radiohead (anno nu), the Walkman & Bear In Heaven. Maar van een kopie is zeker geen sprake: hoe anders de sound dan mag klinken, Moss klinkt op Ornaments vooral als (typisch) Moss zelf.
De stuwende synthesizers in The Hunter komt lekker binnen, Give love to the ones you love kent mooie gitaar, en de percussie in Spelbound is onweerstaanbaar. We horen veel nieuwe Moss elemten. Gaaf natuurlijk al die nieuwe invloeden, maar de muziek blijft wel keurig binnen de lijntjes, Ornaments is daarom ook een tamelijk braaf plaatje. De muziek mist net een bepaalde spanningsboog, hoewel ik wel een vette uitzondering moet maken voor het imposante, negen minuten durende slotstuk Ornament. Dit is een prachtig nummer, en ook het absolute hoogtepunt van Ornaments. Een nummer waarin de elektronica om je oren vliegt. Een nummer waar Karin en Olof van the Knife ongetwijfeld jaloers op zijn.

Een belangerijk element ontbreekt op Ornaments: ik mis namelijk de prachtige meerstemmige zang. Anno 2012 is deze minder nadrukkelijk aanwezig. Niks tegen Marien Dorleijn's stem. Maar de meerstemmig Moss zang zorgde op Never Be Scared voor meer power. De kippenvel wekkende samenzang zorgde voor een soort van "magie". Ik kan me voorstellen dat de nummers op Ornaments nog beter klinken met de 'Moss-zang'. Wie weet hadden ze net nog iets beter kunnen worden. Maarja, wat zal het. De nummers zijn ook gewoon goed.

Op Ornaments verbreed Moss zijn horizon. Er worden nieuwe paden bewandeld, en we horen een nieuw geluid. Veel goede liedjes en een prima derde plaat. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het "groei-gehalte". Het (voor mij) klassieke Never Be Scared blijkt geen toevalstreffer te zijn.

van: http://daanmuziek.blogspot....

Moss - We Both Know the Rest Is Noise (2014)

4,0
Na de tour rondom het donkere en experimentele Ornaments (2012) dook Moss vrijwel direct weer de studio in. De Amsterdamse band had genoeg materiaal en met nieuwe bassist Koen van de Wardt voor de tweede keer sinds de oprichting in 2003 een nieuw bandlid. Het vierde Moss-album We Both Know The Rest Is Noise werd opgenomen in Götenborg in Zweden en kent dezelfde experimenteerdrift als Ornaments. Stampende drumritmes en zwevende synthesizer-klanken vliegen je om de oren in 'New Shape' en gejaagder dan in het door frontman Marien Dorleijn met zwijmelde vocalen gezongen 'She's Got A Secret' klonk de band niet eerder. Het al tijdens de vorige tour live-gespeelde 'Bruised' klinkt op plaat meer uitgekleed en introverter dan op de planken. Onvervalst hoogtepunt is 'Reset'. Een spannend liedje dat opent als The Knife, maar met dwingende bassen, tegendraadse drumritmes en spannende soundscapes die eindigen in meerdere vocale lagen die ergens aan Radiohead doen denken. Wat je noemt fantastisch. Ook tof: de echte liedjes-liedjes, die Never Be Scared - Don't Be A Hero tot meesterwerk maakten, zijn ook weer aanwezig. Het door een melodieuze baslijn gedragen 'Slower End' en 'Unilove' zijn gewoon onvervalste Moss-rockers. Conclusie: De houdbaarheidsdatum is met dit beter uitgebalanceerde album nog lang niet verstreken. Maar de verrassing, die is er helaas een beetje vanaf.

Van: Daans Muziek Blog

Mount Kimbie - Love What Survives (2017)

4,5
Mount Kimbie hadden we een beetje afgeschreven na de show op Catch eerder dit jaar. De Britse groep verloor zichzelf in lelijk geluid, slecht afgestelde instrumenten en slordig samenspel. Onnodig, want Love What Survives draait nu overuren op de platenspeler. Het Britse duo, begonnen in de slipstream van dubstep, beweegt nu vol overgave richting New Wave en Krautrock. Instrumentale nummers als 'Audition' en 'You Look Certain' klinken alsof Neu! in 2017 een plaat heeft gemaakt. Modern dus, gespeeld met echte instrumenten en synthesizers, en met flink wat rollen voor gastartiesten. Niet jeugdvriend James Blake, die op twee tracks meezingt, maar King Krule zorgt voor vuurwerk. Hij snauwt 'Blue Train Lines' naar een vroeg, haast maniakaal hoogtepunt. De jonge Brit draait al een aantal jaar mee, maar begint nu echt naam te maken (houd vooral zijn ambitieuze The OOZ in de gaten, halverwege oktober uit). Zo dampend wordt de plaat nergens meer, maar Love What Survives blijft continu prikkelen. Het is een fantastisch in elkaar geknutselde plaat: lekker dwars, dynamisch en onvoorspelbaar zonder onnavolgbaar te worden.

Van: Daans Muziek Blog

My Morning Jacket - Circuital (2011)

3,5
Circuital gaat net niet het Back to the basic album worden waar de meeste fans op aan het wachten waren. Met Evil Urges leverde My Morning Jacket een experimenteel album af, volgens vele mislukt, naar mijn mening geslaagd. Circuital klinkt eerder als een slechte Evil Urges 2 dan een nieuwe Z of It Still Moves. En dat is jammer want met Circuital leverd My Morning Jacket hun minste album tot nu toe af.

Waar Evil Urges mijn positief veraste met nummers als highly suspicious, libarian & touch me i'm going to scream verast Circuital mij alleen met het titel nummer. het ruim zeven minuten durende nummer is erg goed en meteen ook het hoogtepunt van het album. Dit is zoals we van My Morning Jacket gewent zijn. De overige 9 nummers zijn of aardig of mislukt.

Maar waarom zijn die nummer dan aardig of mislukt? ten eerste leunen de meeste nummers op een heel eenvoudige melodie plus klinkt de muziek meestal ontzettend simpel of juist vergezocht. Kortom: er mist inspiratie die vroeger de nummers juist zo bijzonder of goed maakte.

Op sommige momenten weet My Morning Jacket me voor het eerst in hun carrière echt teleur te stellen. In sommige nummers werkt de muziek namelijk op mijn zenuwen (Outta my system, First light).

Andere zijn weer wel aardig zoals opener Victory Dance en single Holdin' on black metal, maar voor My Morning Jacket niveau redelijk matig. De minder goede muziek licht iniedergeval niet aan de geweldige stem van Jim James want hij kan nog steeds geweldig zingen!

Teleurstellend album dus, ook na meerdere luisterbeurten weten mooie pareltjes zich niet te onpoppen, en dat is erg jammer. Dat zijn we niet gewent van My Morning Jacket. En omdat ruim de helft van de nummers in mijn ogen mislukt is krijgt het album (met pijn in mijn hart) een onvoldoende.

Evil Urges 1 was redelijk 'Evil Urges 2' slecht. Pleace Jim maak over een paar jaar geen 'Evil Urges 3'...

van: http://daanmuziek.blogspot....