menu

Hier kun je zien welke berichten BoyOnHeavenHill als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Queen - Queen (1973)

4,0
Prachtige plaat, met scherpe puntige composities, enorm gevarieerde gitaarpartijen en de koortjes al in volle glorie. Ik leerde Queen kennen via Killer queen en Sheer heart attack, ging daarna terug naar de eerste twee platen en genoot vooral van dít debuut, om daarna te bemerken hoe mega ze vanaf Bohemian rhapsody werden met een overdaad aan arty variëteit en variété, ik weet ook niet hoe ik het moet noemen. Queen 1 blijft na al die jaren nog altijd opmerkelijk fris, en ik kan ook nog steeds van deze plaat genieten zonder de vieze smaak van de latere jaren in mijn mond te krijgen. AMG noemt Keep yourself alive "one of their very best songs", maar zelf heb ik nooit begrepen waarom Liar nooit de status van een rock anthem à la All right now en Smoke on the water heeft gekregen – beginnend met een dodelijke riff en uitmondend in die krankzinnige aflopende reeks vanaf 5:08, nog altijd briljant (om nog maar te zwijgen van dat duistere-sprookjes-achtige intro dat daarop volgt...). En is dat begin van My fairy king een parodie op Highway star? Hoe dan ook, het werkt allemaal wel, en hóé. Jammer dat de laatste vier nummers zichzelf over de kop lopen en naar mijn smaak meer fragmentarische vorm dan inhoud zijn, maar dat laat onverlet dat dit als geheel voor mij een lekker eigenzinnige en spetterende plaat is waarbij het theater nergens de rock in de weg zit.

Queen - Sheer Heart Attack (1974)

4,0
De plaat waarmee ik deze mannen leerde kennen (na het onsterfelijke Killer queen dan), en daarom heeft ie nog altijd een streepje voor. Ook los van dat jeugdsentiment is en blijft de eerste helft ijzersterk, totdat bij het niet lekker lopende Now I'm here mijn aandacht een beetje verslapt. En dan de tweede kant, met al die korte nummers als een soort kruising tussen Abbey Road en 10cc, een bijna zichzelf inhalende TGV als Stone cold crazy plus een nostalgische painoballade als Dear friends plus een twenties-pastiche als Bring back that Leroy Brown... in de tijd dat het nog fris en energiek was heb ik het zó vaak gehoord dat elk nummer vanzelf een logisch onderdeel van het geheel is geworden, eenheid in verscheidenheid en zo, en het is ook vrijwel allemaal grappig (met uitzondering van het melige Misfire) en met bovendien de twee helften van het mooie In the lap of the gods als serieuze bookends. Wat ik hier nog erg leuk vond ging me op A night at the opera veel te ver, maar dat is weer een ander verhaal: dít album haalt nog regelmatig mijn CD-lade (hoewel mevrouw OnHeavenHill het "erg druk" vindt).

Queens of the Stone Age - …Like Clockwork (2013)

4,0
Het komt wellicht doordat ik Rated R, Songs for the deaf en Lullabies to paralyze zo briljant vond, maar na het teleurstellende Era vulgaris kon ik ook over ...like clockwork aanvankelijk niet onverdeeld enthousiast zijn. (Daarin was ik overigens één van de weinigen, want in de gebruikers-top-10 over 2013 [ MuMe-jaarlijst 2013 ] stond dit album op de vijfde plaats, niet misselijk dus.) Daardoor is hij bij mij ook lange tijd ongedraaid op de plank gebleven, maar vanwege Villains heb ik hem nu een tweede kans gegeven. En het moet gezegd, hoewel ...like clockwork niet zoals het eerdergenoemde trio over (vrijwel) de hele linie ijzersterk is staan er toch diverse geweldige nummers op, zoals The vampyre of time and memory, het lekker zeurende Smooth sailing en I appear missing (mooie dynamiek), plus de twee absolute hoogtepunten, My God is the sun (misschien wel de beste rocker die ik van QOTSA ken, vanaf de eerste noot al opwindend, en dan moet dat spannende stukje met alleen maar bas en drums na 22 seconden nog komen) en het aangrijpende titelnummer. Andere nummers (de twee openers, Fairweather friends) pakken me iets minder zonder dat ik daar goed een vinger achter kan krijgen, maar uiteindelijk is dit toch een prima plaat, en het is in feite een getuigenis van hoe goed deze band is dat ik bij een iets minder dan briljante plaat al enigszins teleurgesteld ben.

Queens of the Stone Age - Lullabies to Paralyze (2005)

5,0
De derde briljante plaat van Josh Homme c.s. op rij, wederom vol direct pakkende melodieën met arrangementen vol grenzeloze inventiviteit en afwisseling, alles tegelijk toegankelijk en onvoorspelbaar, apart zonder obscuur te willen zijn. Het songmateriaal is niet minder dan op de voorganger, en omdat die vervelende radio-intermezzo's daarvan hier ontbreken krijgt deze plaat de volle mep. Hoogtepunten voor mij zijn Medication (vooral vanwege de manier waarop het uit z'n ingetogen voorganger voortvloeit), Burn the witch (met z'n perfecte gebruik van Homme's kopstem), I never came (idem en vanwege dat heerlijke zeurgitaartje aan het einde van het refrein) en de bonustrack Like a drug, dat je een Fleetwood Mac-pastiche zou kunnen noemen als het niet zo'n fantastisch intens nummer was. Onbegrijpelijk hoe deze band het afwijkende vanzelfsprekend laat klinken. Unieke groep.

Queens of the Stone Age - Rated R (2000)

Alternatieve titel: Rated X

5,0
Toen ik dit album voor het eerst hoorde was ik verbijsterd: hoe kon het dat deze nummers meteen al zo bekend klonken terwijl ik ze nog nooit had gehoord, hoe kon het dat de arrangementen zo vertrouwd klonken terwijl ze toch niet voorspelbaar waren, en hoe kon het dat ik zeker wist dat elke noot precies zou komen op het moment dat hij ook móést verschijnen? Achteraf bezien is dit allemaal niet zo vreemd, want dat is gewoon wat er gebeurt wanneer een grote persoonlijkheid met een uitstekende band zich ontfermt over perfecte nummers op het snijvlak van underground en classic rock. Toch blijf ik die verbijstering voelen elke keer dat ik dit album draai: hoe kan een plaat in één keer meteen zó klassiek zijn? Paar minpuntjes (Quick and to the pointless en de melige tweede helft van het slotnummer), de rest is geweldig, met In the fade voor mij als hoogtepunt.

Queens of the Stone Age - Songs for the Deaf (2002)

5,0
Net als z'n voorganger en z'n opvolger behoort Songs for the deaf tot het (gelukkig beperkte) groepje platen die ik niet vaak draai, niet omdat ik ze slecht vind maar omdat ik ze zó goed vind dat ik gewoon bang ben dat ze bij hernieuwde kennismaking gaan tegenvallen. Toch maar weer eens opgezet, en gelukkig / uiteraard blijkt dit nog steeds een briljant album te zijn, klassiek en vernieuwend, vertrouwd en experimenteel, ruig en poppy, en ik stoor me zelfs niet meer aan die incidenteel opduikende DJ, dus ik heb nu geen enkel excuus meer om nog langer onder de 5* te blijven zitten. Wat een monster.

Queens of the Stone Age - Villains (2017)

3,5
Toen ik deze band leerde kennen via hun "heilige drieluik" Rated R / Songs for the deaf / Lullabies to paralyze werd ik totaal overdonderd door (zoals ik bij die laatste plaat schreef) "direct pakkende melodieën met arrangementen vol grenzeloze inventiviteit en afwisseling, alles tegelijk toegankelijk en onvoorspelbaar, apart zonder obscuur te willen zijn... Onbegrijpelijk hoe deze band het afwijkende vanzelfsprekend laat klinken." En dat gevoel ben ik bij hun laatste platen een beetje kwijtgeraakt; vroeger wist je nooit welke kant hun muziek uit zou gaan en op welke manier hun nummers nú weer zouden verrassen, maar als ik nú de eerste twee toch vrij overrompelende nummers van Villains hoor denk ik alleen maar : o ja, zo kan het ook, en zó kunnen zij het óók (want ze kunnen nou eenmaal alles). Sommige nummers zijn erg knap maar doen me niet zo veel (de gebroken ritmes van Domesticated animals en Un-reborn again), andere nummers drijven de adrenaline behoorlijk op (de al genoemde twee openers), af en toe wordt het behoorlijk ontroerend (het prachtige Fortress), en het slotnummer behoort tot het beste wat ze ooit hebben opgenomen (inclusief dat instrumentale slot waarbij ik de eerste keer dat ik het hoorde de hele tijd zat te wachten op een overgang naar een ander akkoord, maar tot mijn teleurstelling kwam dat niet – terwijl het nú in mijn oren juist zo'n briljante en spannende vondst is!). Prima geproduceerd met mooi gebruik van "opvulgeluidjes" van synthesizers, gitaren en achtergrondzang (het begin van Un-reborn again!), vol overtuiging gebracht en steeds van hoog niveau (met uitzondering van dat suffe hakke-tak-outro van The evil has landed), maar QOTSA is als het ware niet meer hors categorie maar "slechts" primus inter pares, en het hangt er maar vanaf hoe mijn pet op dat moment staat of ik ze benader van de positieve kant ("heerlijk dat ze er nog zijn!") dan wel van de negatieve kant ("maar...").

Queensrÿche - Empire (1990)

4,0
Net als bij een andere favoriete plaat uit deze periode moet ik me bij Empire altijd even instellen op het geluid. Waar ik bij Anderson Bruford Wakeman Howe (1989) vooral bij het platgeslagen drumgeluid (maar soms ook bij de sound van de toetsen en de gitaar) altijd even op de tanden moet bijten, heb ik hier soms moeite met die stadion-rock-koortjes, op de vorige albums al mondjesmaat aanwezig ("London! London!", "Revolution calling") maar hier soms echt storend – als ik de voorbeelden typ zie ik de vuisten al de lucht in gaan: "And I won't let go", "Resistance!", "Hand on heart"... Feit is echter dat die koortjes eigenlijk alleen storen wanneer ook de rest van het nummer al niet geweldig is, want bij het magnifieke Another rainy night (without you) heb ik er bijvoorbeeld helemaal geen moeite mee dat die refreinregel er zo luid wordt uitgeknald. (Een ander pijnpunt, dat typische eighties-"power"-orgeltje waarbij ik altijd aan We close our eyes van Go West moet denken, is gelukkig eigenlijk alleen maar goed te horen op de eerste twee nummers.)
        Toegankelijker dan de vorige albums, maar met net zoveel zorg gecomponeerd en gearrangeerd (dat leuke koortje op het einde van de solo van One and only !), zonder SF of conceptnummers en met meer aandacht voor liefde in de teksten (maar ook voor de zelfkant van Della Brown en het titelnummer), een volle en warme sound, een fraaie afwisseling tussen de degelijke rock van bijvoorbeeld Jet City woman en One and only enerzijds en het ontgoochelde Della Brown en het indringende Anybody listening anderzijds, en op z'n tijd tussen alle redelijk sterke nummers plotseling een paar overdonderende tracks die me sprakeloos achterlaten: The thin line, Another rainy night (without you), Silent lucidity en de al genoemde indrukwekkende afsluiter: "feel the walls... become sand beneath your feet." Geen perfect album, wel zeer vitaal en overtuigend.

Queensrÿche - Operation: Mindcrime (1988)

5,0
Voor zover ik het me kan herinneren las ik bij de berichten bij The warning en Rage for orde nogal wat verwondering (en ook wel wat teleurstelling) dat sommige mensen het veel gestroomlijndere en qua songstructuren conventionelere Operation: mindcrime prefereerden boven die twee grillige en eigenzinnige voorgangers. Toch is dat wel te begrijpen: na twee sterke sfeerstukjes begint het eigenlijke album nog vrij teleurstellend met het heel matige Revolution calling (inclusief afschuwelijk stadion-rock-refrein) en het iets betere titelnummer (hoewel ik dat ook weer geen geweldig refrein vind hebben), maar daarna volgen acht nummers en drie sfeerstukjes (inclusief het zeer Pink Floydiaanse intro van Eyes of a stranger) waarin ik werkelijk geen zwak moment kan ontdekken. Fraaie gitaarpartijen, messcherpe solo's, vocaal vuurwerk van een Tate in topvorm, afwisselend opzwepend (Speak, Spreading the disease [heerlijk drumwerk], The needle lies) en aangrijpend (The mission, Breaking the silence en de briljante instant-klassieke afsluiter Eyes of a stranger), vol zelfvertrouwen, puik geproduceerd, en bovenal met een voorraad aan uitstekende melodieën die op dit album maar niet uitgeput wil raken als basis voor strakke en onsentimentele teksten. Ja, ook ik ben meer van de prog-metal dan van de "gewone" hardrock of metal, en binnen het toentertijd bepaald niet gangbare medium van het conceptalbum is de muziek van Operation: mindcrime misschien meer ambachtelijk metal-vakwerk dan grensverleggend progressief experiment, maar wanneer het algemene niveau van de nummers zó absurd hoog ligt kan ik me daar niet druk om maken.
        Waren de opzet en de sound van dit album een belangrijke inspiratiebron voor Arjen Lucassen, of schiet alleen al het noemen van die naam veel mensen hier in het verkeerde keelgat? (Dan zal ik maar helemáál verzwijgen dat de zangpartij van Pamela Moore me af en toe doet denken aan Ellen Foley op Paradise by the dashboard light, zij het wel een tikje beter.)

Queensrÿche - Promised Land (1994)

5,0
In de tijd dat er nog videotheken bestonden had ik er één in de buurt die ook nog eens CD's verhuurde, en op zoek naar nieuwe muziek stuitte ik op Queensrÿche. Dat was voor mij een Grote Onbekende Naam die ik vagelijk met "de betere metal" associeerde, maar meer verwachtingen dan dat had ik niet. Toen ik thuis Promised land in de speler had kon ik er echter net zo min een eenduidig label op plakken, en na al die jaren (en vele malen draaien) kan ik dat eigenlijk nog steeds niet. Aan de scherpe solo's, de vocale uithalen en de dynamiek van de hardere nummers kon ik wel horen dat de wortels van deze band in de metal lagen, maar los daarvan laat geen enkel nummer op deze plaat zich eigenlijk in een duidelijk genre-hokje stoppen.
        I am I is al meteen exemplarisch: lang voortslepend in dezelfde toonsoort maar tegelijk heel afwisselend door het afwijkende maar toch zo duidelijk ritmische drumpatroon, de ijzersterke zangmelodie, de geluidseffecten van glas en applaus, de "sitar-gitaar", de produktie (inclusief phasing en de andere vervormingen van Tate's zang), het "haperende" slot en de algehele sfeer van naargeestigheid die wordt opgeroepen door de tekst over een leven dat al vanaf het begin onder een grauwsluier gebukt lijkt te gaan, het is allemaal even "juist", allemaal de juiste geluiden op de juiste plek, en alles werkt samen om van dit nummer een unstoppable force te maken.
        Zo zou ik over bijna elk nummer op dit album wel een aparte alinea kunnen schrijven. Elke track verschilt weer van z'n voorganger; sommige nummers doen meer psychedelisch of paranoïde aan, andere teksten zijn meer psychologisch georiënteerd en komen heel dichtbij (de geesteszieken van het aangrijpende Out of mind, de vader die "niet in beeld was" en nu alsnog opduikt in Bridge, het gevoel van jezelf vervreemd te zijn in Someone else), en Lady Jane is inderdaad "a scary, scary ride". Het titelnummer (lang, maar zeker niet té) benadrukt dan weer de ontgoocheling van opgroeien, volwassenwording en carrière (inclusief een Bowie-achtige wanhopige sax en een marimba-loopje dat af en toe als een soort ruggegraat lijkt te fungeren), terwijl My global mind de blik juist naar buiten richt maar daarbij tegen een vergelijkbaar gevoel van hopeloosheid aanloopt.
        Dat laatste nummer is voor mij meteen ook het enige minpuntje; al de eerste keer dat ik Tate "There's hunger in Africa" hoorde zingen dacht ik: ja, dat is zo, maar deze in your face-benadering is misschien niet de beste manier om dat aan de orde te stellen... maar gelukkig trekt de rest van het nummer weer strak de teugels aan en is het in de loop der jaren zijn status van skipmoment bij mij verloren, en bovendien wordt het gevolgd door mijn twee favoriete nummers van de plaat, One more time met z'n sublieme "klassieke" solo en het schitterende Someone else (ook geweldig in de full band version, maar ik prefereer toch dít arrangement).
        Misschien is "the broken part of my machinery" wel een overkoepelend thema van dit album, een plaat waarop alles gearrangeerd is met oneindige inventiviteit, steeds de juiste sfeer treffend voor de betreffende track en tekst, en de krachtige hoes met het fraaie lettertype voor de teksten maakt het totaalpakketje af. Ook na zoveel jaren is dit een album dat ik nergens mee kan vergelijken, een soort creatieve explosie die zijn licht naar alle kanten uitstraalt en elke draaibeurt weer verrast, ontroert en overdondert. (Nummer 6 in mijn nineties-top-30 ingezonden voor de MusicMeter-top-1000 van de jaren 90 in 2014.)

Queensrÿche - Rage for Order (1986)

3,5
Nog altijd prijs ik de ambitie, de muzikaliteit, de variatie en de kracht van Queensrÿche, en Rage for order is zéker een andere plaat dan The warning, maar ook na vele malen luisteren vind ik deze toch een stuk minder. Dat ligt voor mij vooral aan de composities die maar niet willen beklijven en de melodieën die me niet pakken; er is op zich niet veel mis met het album, maar nummers als The whisper, Neue Regel en Chemical youth blijven gewoon niet in mijn geheugen zitten, hoe vaak ik ze ook draai. Vier nummers springen eruit : de twee uitstekende openers, het wanhopige The killing words en het kwetsbare slotnummer, samen een kwartet nummers met heel veel zeggingskracht en vol overtuiging gebracht, en als de hele plaat van dit niveau was zou ik op vijf sterren uitkomen, maar de overige voor mij enigszins gezichtsloze nummers, de paar vervelende "stadion"-koortjes ("Walk with me!", "London, London" –slechte inzet van het refrein trouwens–) en het vervelende Gonna get close to you met z'n gitaareffect dat me zo doet denken aan Edge of seventeen van Stevie Nicks (een niet-passende associatie) halen het niveau flink omlaag voor mij. Rage in order staat in de kast want hij "hoort erbij", de productie en de gitaren zijn scherp en de theatrale maar zeer expressieve en extreem gevarieerde zang van alleskunner Geoff Tate blijft een genot, maar als geheel wil het kwartje bij mij maar niet vallen. (Nu ik het album tijdens het schrijven van dit stukje nog een keer draai blijkt ook Screaming in digital toch wel een sterk nummer, dus op basis daarvan en omdat ik dit vanwege hun andere platen uit deze periode toch een heel bijzondere band vind geef ik Rage for order toch wat meer sterren dan ik oorspronkelijk van plan was. 3½* is natuurlijk voor geen enkele plaat slecht, maar vergeleken met de voorganger en de opvolger toch een beetje een teleurstelling.)

Queensrÿche - The Warning (1984)

4,5
Zojuist heb ik alle berichten bij dit album eens doorgelezen, en wat leuk dat zoveel mensen nog altijd zo'n emotionele klik hiermee hebben. Ik kwam bij dit album door vanaf Promised land en Operation : mindcrime terug te werken, en eigenlijk was ik best bang dat dit (album-)debuut vanwege knullige composities, slechte produktie of gewoon algemene onvolwassenheid zou teleurstellen. Niets is echter minder waar, want de nummers zijn hier al zonder uitzondering sterk, de klassieke gitaarpartijen vormen een warm hart, en de onwaarschijnlijk majestueuze en krachtige zang van Geoff Tate is hier al in z'n volle glorie aanwezig (toen ik Dream Theater leerde kennen was mijn eerste gedachte : wat zou dit een perfecte band zijn als ze Geoff Tate zouden kunnen losweken...). Ja, de produktie hier had nog wat meer "sheen" kunnen hebben, maar ik heb nooit het gevoel gehad dat ik iets mis, dat de gitaren beter hadden moeten klinken of dat ik sommige details niet hoor – en een beter geluid had misschien ook wel afbreuk gedaan aan de rauwheid en directheid. Nee, voor mij had er geen beter geluid gehoeven, zelfs niet op die eerste CD-versie met nul informatie over bandleden of componisten (maar wel een foto van de vijf heren in het zwart met groene mist en vooral héél veel en hoog haar). Al met al is toch de grootste verrassing van dit debuut dat er alleen maar nummers staan die al zo volwassen klinken, met eigenzinnige loopjes, verrassende structuren en altijd pakkende melodieën. En natuurlijk is het laatste nummer ook mijn favoriet, met dat vervreemdende en enigszins wanhopige koor achter de refreinregel.