menu

Hier kun je zien welke berichten Angelo als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

L.V. - I Am L.V. (1996)

3,5
Na het gigantische succes van ‘Gangsta’s paradise’ mocht L.V. ook een album opnemen bij het Tommy Boy-label. Hij wist het succes van zijn maatje Coolio niet te evenaren, sterker nog, dit album werd een gigantische flop. Dat terwijl dit album een vernieuwde versie van ‘Gangsta’s paradise’ bevat zonder Coolio. Larry Sanders, zoals zijn naam luidt, heeft de nodige controverse op zijn naam staan. Zo werd hij van dichtbij maar liefst negen keer beschoten, en verbazingwekkend genoeg overleefde hij de schietpartij. Daar stond wel tegenover dat hij acht maanden doorbracht in het ziekenhuis en zich ruim anderhalf jaar in een rolstoel bevond. He revalideerde volledig en vorig jaar bracht meneer Sanders zijn derde album uit, dat net als de twee voorgangers volledig flopte.
Tja, deze zanger en bij uitzondering rapper is nooit doorgebroken, en eigenlijk is dat best jammer. ‘I am L.V.’ is een tamelijk verfrissende blender van hiphop, funk en urban/R&B. Het album is haast een party album geworden, met hier en daar de nodige positiviteit, en zal daarnaast bij sommigen vast een zomers gevoel opwekken. Vooral dat laatste doet het bij mij altijd erg goed.
Het grootste pluspunt is gelijk het grootste minpunt. Op dit album staan allemaal nummers die lekker in het gehoor liggen, maar die ene cruciale hit ontbreekt. Geen enkel nummer had potentie om potten te breken en dat heeft er vast aan bij gedragen dat dit album vrij onopgemerkt aan het publiek voorbij ging. De vernieuwde versie van ‘Gangsta’s paradise’ is minder leuk dan de versie met Coolio, maar als solist bewijst L.V. dit nummer ook prima alleen te kunnen dragen, al zijn de nieuwe coupletten niet echt geslaagd. De extensie van het refrein vind ik dan wel leuk. Over de gehele linie een prima album. Geen knaller te bespeuren, maar daar staat tegenover dat ieder nummer lekker in het gehoor ligt.

Labelle - Pressure Cookin' (1973)

3,0
Een album van Labelle die in zekere zin zijn tijd ongetwijfeld vooruit was. Tekstueel en instrumentaal redelijk verfrissend voor het jaar waarin ‘ie werd uitgebracht. Daarmee zal Labelle vast en zeker een voorbeeld zijn geweest voor veel meidengroepen die zouden volgen, want dit is een album met een aantal nummers die je een groep als The Supremes niet zag maken. Toch heeft geen enkel nummer echt indruk op mij gemaakt. Ik kende dit specifieke album al een tijdje omdat ‘ie onlangs is uitgebracht door Reel Music, een label die oude soulalbums -vaak voor het eerst- op CD uitbrengt.

Ik heb dit album in de loop der tijd dan ook al vaker beluisterd, maar het weet vooralsnog niks los te maken. Ik vind dat de vocalen van de twee achtergrondzangeressen Nona en Sarah (?) vaak beter tot hun recht komen dan die van leadzangeres Patti. Dit geldt overigens uiteraard alleen op de momenten wanneer zij te horen zijn. Het soms benadrukken van bepaalde zinnen dat Patti doet, komt soms wat ongeorganiseerd over waardoor de nummers an sich rommelig worden. Dat is jammer, vooral omdat de nummers op artistiek gebied soms erg scherp en goed zijn. Eén nummer op dit album vind ik noemenswaardig en dat is ‘Sunshine woke me up this morning’, lekker ritme, catchy melodie en vooral een gedoseerde stem van Patti maakt dat liedje m’n favoriet. Voor de rest vind ik de funky ‘Mr. Music Man’, ‘Open up your heart’ en het ietwat brutale ‘Going on a holiday’ ook nog wel meevallen, maar het zijn funknummers waarvan je niet echt omver geblazen wordt (vind ik althans) . Ze waren naar mijn mening wat mooier als ze wat ritmischer dan wel bombastischer waren geweest.

Misschien dat een groep als Labelle beter tot haar recht op een podium kwam gezien de dynamiek van hun repertoire. Als album vind ik het oké, maar niet geweldig. Voor de luisteraars die ‘m wel geweldig vinden, raad ik zeker aan de CD-uitgave te kopen, want label Reel Music kenmerkt zich door hele uitgebreide liner notes te verschaffen, met veel interessante informatie en vaak ook niet eerder verschenen foto’s e.d. waardoor een aankoop zeker de moeite waard is, maar dat terzijde.

Lady Gaga - Born This Way (2011)

4,0
De carrière van Lady Gaga zinkt nog sneller dan de Titanic, geloof ik. Je zou haast zeggen dat ze passé is. Natuurlijk doet ze het ook weer niet zo slecht, maar de verwachtingen voor Born this way waren bij velen hoger dan dat ze uiteindelijk wist waar te maken. Ook voor wat betreft de verkoopcijfers en (hit)noteringen had dit een knaller moeten worden, maar haar album en singles verdwijnen steeds sneller uit de hitlijsten of zakken sneller naar onderen. Voor de release zei ze dat dit het beste album ooit ging worden, volgens mij had ze dat beter niet kunnen zeggen. Op het internet wordt het titelnummer veel vergeleken met Express yourself van Madonna, dat vind ik nog wel meevallen overigens. Eigenlijk hoor ik sowieso weinig Madonna terug in dit album, ondanks het feit dat Madonna een inspiratiebron voor Gaga schijnt te zijn. Wat ik dan wel hoor is jaren ’90 eurodance dat in een nieuw, hedendaags jasje is gestoken. Alsof ze haar inspiratie heeft gehaald bij de muziek van Army of Lovers of iets in die richting.

Zelf vind ik het album grotendeels best genietbaar. Het ene nummer is wel wat leuker dan de andere, maar ondanks het gebrek aan originaliteit en variatie staan er prima geproduceerde nummers op. Zo heeft ze met het titelnummer weer een soort van hedendaagse anthem te pakken. Marry the night, Hair en Judas hebben een ontzettend aanstekelijk refrein, en dit zijn naar mijn idee echt zulke nummers die hun grondslag vinden in de eurodance. Nummers als bijvoorbeeld Government hooker en Scheisse zijn zwaar overgeproduceerd (nóg meer dan de andere nummers), en toch zijn het ook wel weer een soort van regelrechte clubbangers. Americano is denk ik ´t meest originele liedje op deze CD, vooral vanwege het thema, maar ook de instrumentatie die positief afwijkt van al het overige songmateriaal. Eigenlijk vind ik geen één nummer op deze plaat écht slecht. Het is een kwestie van vaker beluisteren.

Popsterren waar ik vroeger veel naar luisterde, maken tegenwoordig albums die mij niet aanspreken. Britney Spears (Femme fatale – 2011), Jennifer Lopez (Love? – 2011), Sophie Ellis-Bextor (Make a scene – 2011), Beyonce (4 – 2011) zijn slechts een paar voorbeelden van albums die ik persoonlijk erg teleurstellend vind. Als ik hun huidige werk vergelijk met dit album van Lady Gaga, kan ik niet anders dan concluderen dan dat dit prima in elkaar steekt van begin tot eind. Het is gelikt, maar het is goed zoals het is. Lady Gaga moet als tekstschrijfster, componiste, maar ook als persoon niet onderschat worden. Los van haar kledingstukken waarmee ze mensen wil choqueren en het imago van haar als artieste, maakt ze zich hard voor bepaalde doelgroepen in de samenleving en schuwt ze niet om taboe onderwerpen aan te snijden, ook wanneer het haar carrière niet ten goede komt. Respect daarvoor.

Ik ben tevreden.

Lady Gaga - The Fame Monster (2009)

4,0
Ik word altijd zo moe van het onderwerp “originaliteit”. Wat is anno 2010 nog wel origineel? Juist: heel weinig. Het is (vrijwel) onmogelijk om nu nog een nieuw thema en/of genre te ontdekken. Feit is dat Madonna al sinds de jaren ’80 een icoon is in de popindustrie maar Lady Gaga is dat ondertussen ook zeerzeker geworden. Daarbij mag ook echt gezegd worden dat de nummers van Lady Gaga zeker niet makkelijk weg te zingen zijn, dat valt af te leiden aan o.a. de zovele covers die gezongen zijn en het origineel van deze dame bij lange na niet wisten te evenaren. Iemand die dat bijvoorbeeld doorhad is Caro Emerald, die een hele “eigen” draai aan ‘Bad romance’ gaf, in de originele uitvoering had ze het ook niet gered. Vocaaltechnisch staat Gaga ver, maar dan ook ver boven artiesten als Katy Perry, Ke$ha en ook Britney Spears.

Productioneel zit ‘The fame monster’ ijzersterk in elkaar. Hoewel de term ‘elektropop’ vaak valt, vind ik ‘eurodance’ misschien eigenlijk veel toepasselijker. Lady Gaga creëert een beetje de Ace of Base sound anno 2010. De videoclips die ze heeft gemaakt zijn de leukste die ik sinds lange tijd heb gezien. Die zijn al jaren niet meer gemaakt door wie dan ook. Zichtbaar is dan ook dat daar veel tijd en geld aan wordt geschonken. De visuele aspecten blijven ongekend belangrijk. Datzelfde geldt voor de andere iconen: Madonna en Britney, zonder het visuele (shows met een hoog entertainment gehalte) waren zij ook een stuk minder boeiend.

Alle acht nummers op deze EP weergeven het beste wat de huidige popmuziek te bieden heeft. De mensen die beweren dat alleen artiesten als Madonna, Abba en Michael Jackson sterke popsongs maakten en Gaga niet, zijn duidelijk niet realistisch. De jaren ’70, ’80 en ’90 zijn voorbij en dergelijke vergelijkingen slaan wat mij betreft kant noch wal. Madonna maakte immers na het album 'Music' (2000) al geen regelrechte pop meer, 'American life', 'Confessions' en 'Hard candy' zijn dance of R&B. Daarnaast zet ze haar zangcarrière op een laag pitje, het zou me helemaal niet verbazen als ‘Hard candy’ een van haar laatste albums is. Dat ze “haar” kroon ooit zal moeten overdragen is onvermijdelijk en het zal mij totaal niet verbazen als Lady Gaga na Britney Spears de titel ‘Queen of Pop’ zal krijgen. Gaga is m.i. in ieder geval hard op weg om die titel te verdienen.

Daar waar ik bij ‘The fame’ best veel miste, vind ik bij ‘The fame monster’ grotendeels wat ik in een popplaat zoek. Voor mij staat er geen enkele misser op dit album. Het minste nummer vind ik echter ‘Monster’. De overige nummers zijn retestrakke popsongs en zijn extreem aanstekelijk.

Lamont Dozier - Peddlin' Music on the Side (1977)

4,0
Misschien een rare vergelijking, maar ik vind Lamont Dozier een beetje de Kanye West van de jaren '60 en '70. Vocalisten zijn het beide niet echt, ze blinken daar althans absoluut niet in uit, maar het aspect "produceren" hebben ze beide wel erg goed onder de knie. Daar is dit album van Lamont Dozier een prima voorbeeld van. Een nummer als 'Sore for the eyes' vind ik voor een nummer uit die tijd opvallend glad. Toch is het instrumentaal gezien wel erg strak, de muzikanten lijken in topvorm te zijn geweest tijdens het inspelen van dit nummer.
Het tweede nummer vind ik al gelijk één van de meest bijzondere nummers op dit album: 'What am I gonna do about you (girl)'. Mede vanwege het laatste woord zou je denken dat het gaat over een bepaalde vrouw. Niets is echter minder waar, het nummer gaat namelijk over cocaïne (!). Daarom vind ik het zo'n bijzonder nummer, een nummer met het thema drugs, maar dan verweven in een liefdesliedje! "You got my nose wide open, you got me flying high." 'Break the ice' is (inderdaad) ook voor 2011 begrippen nog een ontzettend fris nummer, weinig tijdsgebonden als je het mij vraagt. Vooral die bonkende bas (in de tussenstukjes) die in dat nummer verwerkt is, is erg lekker. Het knalt gewoonweg je speakers uit. 'Tear down the walls' is één van de minste nummers op dit album, erg typerend voor die tijd, maar dit genre (mellow soul) heb ik wel wat beter gehoord, al moet ik toegeven dat wederom de instrumentatie op en top is.
En dan 'Back to my roots'. Ik heb in eerste instatie even zitten denken waar ik dat nummer van kende, en toen wist ik het: Odyssey! Al vind ik deze versie stukken beter dan de latere gecoverde hit-single. Prachtig nummer, een eerbetoon aan Afrika dat ruim tien minuten duurt en voorzien is van talloze stijlen: jazz, disco, soul, R&B, funk, gospel én traditionele Afrikaanse muziek (drums). Zo'n eerbetoon zou je als land maar krijgen (te mooi gewoon!). Dit is overigens mijn favoriete nummer op dit album. 'Family' is ook een tamelijk eenvoudig nummer, maar wel een krachtig nummer. Tekstueel ook erg mooi, met een boodschap aan God met het verzoek om door alle ellende heen, ervoor te zorgen dat de familie samen blijft. De afsluiter mag er ook zijn. De titeltrack is een eerbetoon aan al die artiesten die nooit wisten door te breken, en altijd bleven zingen in clubs en dergelijke. Een hart onder de riem als het ware, voor al die artiesten die het nooit wisten te maken in de muziekindustrie.
Productioneel, instrumentaal en tekstueel eigenlijk vijf sterren waard, maar ik blijf erbij dat vocaal gezien hij niet tot de betere soulzangers hoort, dan wel heeft behoord. Dat weerhoudt mij er echter niet van dit album te beoordelen met een ruime voldoende. Overigens kan het maar zo zijn dat mijn stem in de loop der tijd nog zal stijgen, want één ding staat vast: een bijzonder album is dit album zonder twijfel! Een interessant album voor menig soulliefhebber.

Larry Jon Wilson - New Beginnings (1975)

5,0
”In South Georgia there’s a river called Ohoopee River / My people have been living down there makin’ love and war and babies and liquor for eighty-five, ninety years.”

Verdomme, lees ik toch net dat Larry Jon Wilson vorig jaar is overleden op 21 juni 2010, maar wat een prachtige plaat! Zo een waarvan je na de eerste luisterbeurt al weet: “dit is een pareltje!”. De hamvraag is echter waarom niemand hem kent. Larry Jon Wilson heeft een intrigerend stemgeluid die je van het begin tot het eind weet te boeien. Zijn zware bariton zweeft ergens tussen de vocale kwaliteiten van een gemiddeld folkzanger maar ook van een gemiddeld soulzanger. Jawel, een échte blanke met soul. Ze zijn er zelden, maar Larry Jon Wilson is zo’n speld in de hooiberg. New Beginnings, zijn debuut album, geeft een weerspiegeling van zijn leven tot dusver. Met zijn verhalen, verwerkt in kleine liedjes, weet hij de luisteraar omver te blazen en het mooie is dat hij dat doet in al zijn eenvoud; er is weinig voor nodig.

Op het album is geen zwak moment te bekennen. Tekstueel weet New Beginnings van begin tot eind interessant te blijven en de luisteraar te boeien. Zo blikken we terug naar de plaats waar hij opgroeide in Ohoopee River, en zijn tijd op de middelbare school in The Truth Ain’t In You. Let vooral even op de degelijke dosis minimalistische funk die beide nummers kenmerken. Politiek-gekleurd wordt het met het aanstekelijke Melt Not My Igloo en Things Ain’t What They Used to Be, terwijl herinneringen over zijn (religieuze) jeugd worden opgehaald in Canooche Revisted dat doordrenkt is met een gospelachtige sfeer, mede dankzij het soulvolle koortje. Heel persoonlijk wordt het met het prachtige New Beginnings, een liedje waar de titel voor zich spreekt, en de emotionele afsluiter Betrand, my son, een tranentrekker over zijn gehandicapte zoon. ”He was born with his feet and legs different than ours (…) Daddy’s living for the day your twisted feet go dancing.” Een mooi en bijzonder kijkje in het leven van Larry Jon Wilson!

Latimore - Latimore III (1975)

4,0
Latimore heeft voor zijn derde album een stel soulvolle nummers bij elkaar geraapt die allen duidelijk sporen vertonen naar (de) blues. Dat is helemaal geen probleem overigens, aangezien Latimore zijn stem zich leent voor zowel de soul als voor de blues. Hoewel het grootste gedeelte van het album van behoorlijke kwaliteit is, weet zijn semi-klassieker Keep the Home Fire Burnin’ -#5 hit in de R&B-Charts van de Verenigde Staten in 1975- het sterkst de aandacht te trekken. Wellicht omdat alles aan dat lied zo mooi is: de tekst, de instrumentatie, de melodie en niet in de laatste plaats Latimore's stem. Toch staat er ook veel ander leuk materiaal tussen. There’s a Red-Neck In the Soul Band heeft niet alleen een geinige tekst maar ook nog eens 'n lekkere funk-inslag. en doet denken aan bepaalde nummers uit het repertoire van Wild Cherry, terwijl ballad Are You Where You Wanna Be met de instrumentatie lijkt te zijn weggelopen uit Memphis (met zijn southern soul-aanpak, al past hij ook prima in de straat van Miami-soul; de plaats waar Latimore vandaan komt). De afsluiter She Don’t Ever Lose Her Groove heeft - net als “zij” - trouwens een fijne rustige groove, en hij produceert dan ook een heerlijk relaxed geluid voort. Ook één van de betere nummers naar mijn mening. Mindere nummers kent Latimore III niet, al heeft het grotendeels gesproken Ladies Man het minst het vermogen om te blijven boeien - de lange speelduur speelt daarin (ongetwijfeld) ook een rol. Verder is dit gewoon een hele goede plaat.

Laura Lee - I Can't Make It Alone (1974)

4,0
Deze van Laura Lee is met zijn inhoud vrijwel gelijkwaardig aan Two Sides of Laura Lee van twee jaar eerder, iets beter wellicht, en dat maakt dit album haar derde verdienstelijke oplevering op rij. Op dit album zijn de arrangementen allemaal wat grootster en staat de soul inhoudelijk wat meer centraal, waardoor de funk-invloeden wat meer naar de achtergrond zijn geschoven. Dit was haar laatste soul langspeler overigens, want hierna ging ze zich richten op niet-seculiere muziek (ze zou in de jaren ’80 nog een aantal onsuccesvolle gospelalbums maken). De nummers Crumbs Off the Table en Every Little Bit Hurts wisten het vorige album ook al te halen. Het zijn dus vooral de overige zes nummers die deze release de moeite waard maakt. De teksten over feminisme en strijdlust zijn ditmaal verruild voor teksten over liefde (eventueel met uitzondering van I Need It Just as Bad as You), maar ook nu krijgen de luisteraars weer de garantie dat het mooi blijft. Met top-materiaal zoals Don’t Leave Me Starving for Your Love, die vroege sporen van disco bevat, en met de soul-meets-blues nummers Mirror of Your Soul en We’ve Come Too Far to Walk Away had ze in ieder geval weer drie uiterst geslaagde liedjes voor haar repertoire te pakken. Titeltrack I Can’t Make It Alone is echter het mooiste wat dit album te bieden heeft. De breekbaarheid in haar stem, maakt dit een ietwat droevig einde, maar 'n mooi einde.

Laura Lee - Two Sides of Laura Lee (1972)

4,0
Wel iets minder mooi dan voorganger Women’s Love Rights van een jaar eerder, maar als ze die had willen overtreffen dan was ze ook niet menselijk geweest. Two Sides of Laura Lee is weer een prima plaat geworden, en had net zo goed Two Fantastic Sides of Laura Lee kunnen heten. Lee’s hese stem doet namelijk weer wat het moet doen: het zindert en het verzacht. De absolute top-track, het funkende en bovenal sprankelende Crumbs Off the Table, had qua sound van haar vorige plaat kunnen komen. De rest is wat rustiger, maar nog steeds erg mooi - ook de vele covers. Zo bevindt zich haar versie van Every Little Bit Hurts zich ergens tussen 't klassieke soulgeluid en een walz, en zet ze Percy Sledge’s When a Man Loves a Woman geheel naar d'r eigen hand (gezongen vanuit vrouwelijk perspectief), en voegt ze er een mooi gesproken woord deel toe, aan het begin, en geeft ze zelfs nog wat moederlijk advies toe. Ook haar versies van de klassiekers At Last en Guess Who I Saw Today? zijn meer dan aardig. Haar nieuwe nummers zijn wel 't mooist. Neem bijvoorbeeld de twee scherpe, en wederom enigszins spraakmakende, teksten die zijn te horen in Rip Off en If You Can Beat Me Rocking (You Can Have My Chair), waarvan die laatste duidelijk naar seksuele implicaties verwijst, terwijl ze haar man hard te grazen neemt in Rip Off en ze zich ontdoet van al zijn spullen ('n beetje in de stijl van Blu Cantrell’s Hit ‘Em Up Style uit 2001 - alleen is Lee nog wraakzuchtiger! – ”I’m gonna slap him in his face...”). Dat gospel-soul ook cool kan zijn bewijst ze met de frisse You’ve Got to Save Me-compositie, die voorzien is van een religieuze tekst. Het is duidelijk: ook dit is een fraai album geworden van Lee.

Laura Lee - Women's Love Rights (1971)

5,0
Laura Lee behoort, samen met Freda Payne, tot de belangrijkste acts die Holland-Dozier-Holland op hun label tekenden. Jammer dat na haar Chess-avontuur, ook de drie albums die ze voor Hot Wax en Invictus maakte niet een heel groot succes voor haar werden. Met zijn teksten en thema’s is Women’s Love Rights eigenlijk een album voor alleen maar (onderdrukte) vrouwen, maar ook ik luister er weer iedere keer met veel plezier naar. Vrijwel het hele album is gevuld met top-materiaal, er is hier geen ondergeschikt nummer te vinden, alles is uitmuntend.. Met zo'n stem kan het haast ook niet anders.

Titelnummer Women’s Love Rights is samen met Love and Liberty gewoonweg een anthem voor de dames! Die uitgesproken mening waarmee Lee haar nummers brengt is onweerstaanbaar, ook voor de mannen. Soms zijn de teksten controversieel, vooral gezien de tijd waarin ze werden uitgebracht. I Don’t Want Nothing Old (But Money) bijvoorbeeld, vertelt 't verhaal dat wanneer de relatie tussen haar en haar partner is doodgebloed, ze niet langer geïnteresseerd is in zijn liefde, maar in z’n centen! Het bijna zeven-minuut-durende It’s Not What You Fall For, It’s What You Stand For is instrumentaal ook tamelijk interessant. Zo wordt rauwe funk afgewisseld met soms niet meer dan zo’n trommel (tijdens de bridge), vooral wanneer ze zo begeleid wordt, is goed te horen hoe weergaloos haar stemgeluid is.

Wanneer Lee’s teksten wat minder scherp worden blijft het ook (op zijn minst!) fantatsisch. De twee droevige Two Lonely Pillows en Her Picture Matches Mine vallen iets meer in een standaard patroon van de soulmuziek, maar wat zijn ze mooi – grappig genoeg wellicht mijn favorieten. Ik geloof ieder woord van Lee’s heartbreak! De O.V. Wright-cover van That’s How Strong My Love Is vind ik ook erg geslaagd, hij kan mooi naast de (andere) vrouwelijke varianten van Tommie Young en Candi Staton, zonder dat hij op een van de twee lijkt. Vijf sterren en echt geen halfje minder voor deze prachtplaat!

Laura Marling - A Creature I Don't Know (2011)

3,5
Laura Marling heb ik om een of andere reden voorheen aan me voorbij laten gaan. Nu haar nieuwe ook zoveel lovende kritieken ontvangt, heb ik me laten verleiden om het album te beluisteren. Eigenlijk biedt dit album exact wat ik ervan verwachtte: een prima folk album, met nummers die mij bij vlagen net iets té gelikt zijn, gezongen door een jongedame met een stemgeluid die niet klinkt als één van een frisse twintiger. Dat laatste is positief bedoeld, uiteraard. A Creature I Don’t Know laat Laura bij momenten op haar best horen, die momenten worden afgewisseld met 'n paar mindere tot zelfs twee slechte liedjes.

Onder de hoogtepunten kan je met gemak de, zo’n beetje, meest sobere nummers Night After Night en Rest in the Bed scharen, niet in de laatste plaats omdat dergelijke composities het beste in Laura’s stem naar voren weten te halen. Een nogal opvallend contrast in vergelijking met de eerdergenoemde nummers, maar zeker niet minder de moeite waard, is The Beast. De bij vlagen donkere, rockachtige aard van de instrumentatie biedt een welkome afwisseling, en dat zorgt misschien wel voor het meest noemenswaardige moment van het hele album. De twee nummers met een kleine flirt naar het country genre zijn ook erg geslaagd, ik heb het over My Friends en Sophia, het zijn die kleine details waardoor albums in dit genre de moeite waard zijn. Daar komt bij dat de achtergrondvocalisten die te horen zijn bij Sophia ook nog een meerwaarde leveren; alleen jammer dat ze zo’n (relatief) kleine rol innemen.

Mindere momenten worden gevormd door bijvoorbeeld I Was Just a Card. Haar frasering is, naar mijn persoonlijke smaak, ontzettend irritant. De manier waarop ze het inzingt bezorgt me de rillingen, niet op een positieve manier, helaas. Een nummer als Don’t Ask Me Why heeft ook niet het vermogen om de interesse van de luisteraar te wekken, het vormt het grootste, monotone gaapmoment van het album. De drie andere nummers die ik niet noemde vind ik mooi, maar toch iets te gelikt. Vooral uit de opener blijkt, hoewel het een prima nummer is, dat er teveel poespas omheen is gebouwd; iets wat bij mij de twijfels oproept bij het folk genre. Het is verder een (kleine) kanttekening, en niet iets om over te vallen.

Een ruime voldoende. Drie-en-een-halve ster.

Laura Vane & The Vipertones - Laura Vane & The Vipertones (2009)

3,5
Dit is mijn eerste kennismaking met Laura Vane & The Vipertones. Ik had nog nooit van deze zangeres/groep gehoord maar vond dit wellicht een interessant album om eens te beluisteren. In de bovenstaande reactie wordt een vergelijking gemaakt met Alice Russell, die is enigszins wel op z’n plaats al verkies ik deze Laura boven Alice. Hoewel dit -inderdaad- een funky album is mist het toch een bepaalde allure. De stem van Laura is erg aangenaam maar mist toch die echte soul en een bepaalde warmte. Om die als blanke te hebben moet je echt gezegend zijn en dat is deze beste Laura helaas niet – verder is het wel een uitstekende zangeres hoor. De arrangementen zijn prima maar soms iets te eentonig, daarom ben ik blij dat dit album niet meer dan elf nummers bevat; dat zou namelijk teveel van het goede zijn waardoor je de interesse verliest. Desondanks ik nog niet helemaal overtuigd ben vind ik dit wel een aardige bijdrage.

Laurneá - Betta Listen (1997)

4,0
Deze zangeres maakte deel uit van de Britse R&B-groep Loose Ends, die in de jaren ’80 nog best wel wat hitjes op hun naam hadden staan (vooral in het Verenigd Koninkrijk). Toen in 1997 haar solo-cd werd uitgebracht zat er -uiteraard, zou ik bijna automatisch zeggen- niemand meer te wachten op haar muziek, en dat is best jammer. Betta Listen is 'n brouwsel dat bestaat uit R&B, vooral neo-soul en op momenten zijn er ook invloeden lichte van jazz te horen. Wat het altijd wel is, is laidback, sensueel en zwoel. Slowjams hebben duidelijk de overhand op dit schijfje, sterker nog: 't album bestaat uit alleen maar slowjams. Dat maakt dit een prima album om bij te ontspannen, en de muziek is ook nog eens leuk (én Laurnea beschikt over een prima stem)! Productioneel is het album echt behoorlijk goed en coherent (terwijl hier best nog wat verschillende producers hieraan hebben meegewerkt), en bijna in ieder nummer is voorzien van zachte maar lekkere en lome beats. Eigenlijk staat er op 't album geen een of meerdere nummers die goed beklijven of boven andere nummers uitsteken, maar daar staat tegenover dat alle alles gewoon lekker in het gehoor ligt (zonder dat het écht bijzonder wordt), al moet ik toegeven dat het jazzy Superstar, het funkende Happy, maar ook de hip-hopachtige producties van Days of Youth en Have You Ever, en het dromerige Today met z’n broeierige sound, wel wat sterker zijn dan de rest. Over and Over en Superstar werden overigens geproduceerd door Raphael Saadiq! Voor de gemiddelde neo-soul liefhebber zeker het proberen waard; want in dit album zit veel potentie.

Lea Roberts - Excuse Me, I Want to Talk to You (1973)

4,0
Eigenlijk vind ik de pose die Roberts aanneemt op de hoes goed aansluiten bij de titel van het album. Aan de hand van die hoes en titel verwacht je echter een boze en gefrustreerde tante te horen, maar ze is soms nogal mild, zachtaardig. Zo hoor je haar aanvankelijk haast liefelijk in het openingsnummer “I know it’s hard to make a decision between her and me.” zingen. Alsof ze het niet eens erg vind dat haar man overspelig is! Het titelnummer mist ook die temperament die nodig is. Die nummers hadden wat mij betreft wel wat pittiger gemogen, á la Millie Jackson of Betty Davis, want daar vragen de teksten om. Dan volgen nog twee mindere nummers, maar vanaf Find a Place komt het album op gang. Zo hoor je vanuit het niets in het funky Find a Place dat Roberts beschikt over een krachtige strot (die ze wat mij betreft in de eerste twee nummers ook had mogen gebruiken), en weet ze met best veel overtuiging de onzekerheden in/van een relatie te bezingen in de ballad Maybe I Don’t Show It, die gepaard gaat met een rijk maar bescheiden arrangement. Dat mevrouw R. toch niet zo lief en vergevend is als de eerste nummers doen vermoeden, is te horen in Losing My Mind en I Know. De fijne broeierige sfeer met een aantal zeer sterke uithalen bieden de perfecte balans! Wat mij betreft twee van de beste nummers van het album (ook de instrumentale intermezzo’s bij Losing My Mind vind ik geweldig!). Maar ook de twee laatste nummers vind ik erg mooi. I Take My Fire with Me lijkt wel 'n soort van hymne (met teksten als ”Down in the valley and up in the mountains.” etc.) die samen met Let It Shine haast doordrenkt lijkt te zijn met een kerkelijke, gospelachtige sfeer. Maar op een mooie manier, dat absoluut! Vier toppers en zeven nummers die variëren van aardig tot behoorlijk goed zijn hetgeen wat dit album te bieden heeft.

LeAnn Rimes - Family (2007)

3,5
Tot dusver het meest briljante samen met 'This woman' album van LeAnn Rimes. Helaas werd deze CD alleen uitgebracht in Amerika, waar het album debuuteerde op #4 in the Billboard Top 200. Desalniettemin was het album wel te koop in Europese CD-winkels maar trok nauwelijks aandacht.

Het album is een combi van country, pop, bluegrass en rock. Het beste nummer is verreweg 'Nothing better to do', dat werd verkozen tot eerste (lead)single van het album. In Amerika deed het weinig en op de Europese markt werd de single niet uitgebracht, misschien aangezien de country-getinte muziek te weinig leeft hier. En da's nou jammer, vooral aangezien fans (voor zover die er nog zijn) dit misschien wel het beste nummer vonden sinds 'How do I live' of 'Can't fight the moonlight'. Het meest bijzondere aan 'Nothing better to do' is echt de songtekst. Zelfs wat Amerikanen hadden geen flauw idee waar het nummer nou eigenlijk over ging, terwijl het wel een "leuke" boodschap heeft.

Verder is de tweede single 'Good friend and a glass of wine' ook echt een heerlijk nummer die -wederom- net als bijna alle singles van LeAnn Rimes, flopte. Een ander hoogstandje is 'One day too long' en 'Family' de titeltrack mag er ook best zijn. De duetten met Marc, Reba en Bon Jovi zijn ook prima nummers en de overige nummers zijn ook best te pruimen.

Je moet er niet te vaak naar luisteren maar voor af en toe is het een heerlijke plaat! Ik hoop dat LeAnn weer mainstream zal 'aanslaan'. Binnenkort komt er een geheel coveralbum uit met country classics uit/van de US. De CD zal 'Lady and gentlemen' gaan heten, ik hoop dat dit album, ongeacht de onorginaliteit, een groot succes in Amerika voor haar zal gaan worden!

3,5* voor 'Family'.

LeAnn Rimes - I Need You (2001)

2,5
Na het (onverwachtse?) succes van ‘Can’t fight the moonlight’ moest er snel een album op de planken liggen en dat werd ‘I need you’ een album met outtakes, eerder opgenomen nummers die haar voorgaande albums niet wisten te halen. Oftewel: b-kantjes kwaliteit. Dat horen we dan ook terug in het materiaal dat op deze CD staat.

Behalve het -nog altijd leuke- ‘Can’t fight the moonlight’ (soundtrack single van de film Coyete Ugly) vinden we twee andere nummers die de moeite waard zijn en dat is de titeltrack ‘I need you’ (die in de US al in 2000 uitkwam en bij ons de tweede single werd in 2001) en het liedje ‘One of these days’.

Het liedje ‘But I do love you’ komt ook uit Coyote Ugly en is redelijk leuk maar niet echt bijzonder. Voor diezelfde soundtrack nam ze nog twee andere nummers op; ‘The right kind of wrong’ en ‘Please remember me’, ik had dit album een stuk leuker gevonden als ze die twee liedjes ook op dit album had gezet want die drie bonustracks (lees: slechte remixen van het origineel) zijn voor mij compleet overbodig en niet noodzakelijk. Daarom heb ik ook maar de Amerikaanse versie van dit album gekocht, die bevat alleen de eerste 10 nummers. Behalve de drie eerdergenoemde nummers die op dit album staan vind ik het andere materiaal wat slapjes en aan de matige kant.

Dit album gaf al aan dat LeAnn zich meer op de mainstream markt richtte in plaats van de welvertrouwde country. Voor die countrymuziek liefhebbers was het volgende album, ‘Twisted angel’ uit 2002 dan ook een grote teleurstelling. Sommige American country lovers waren zelfs geschokt door een aantal nummers die LeAnn niet langer profileerden als brave sweetheart maar als stoere pop/rock chick.

LeAnn Rimes - Lady & Gentlemen (2011)

4,0
In navolging van het album LeAnn Rimes uit 1999 verschijnt nu, twaalf jaar later, LeAnn Rimes’ tweede album dat alleen maar covers bevat. De lady (LeAnn) zingt allemaal nummers van haar eigen favoriete singer-songwriters, die in dit geval toevallig allemaal gentlemen zijn; dat verklaart de titel. Terwijl ze in het verleden zich vooral vergreep aan klassiekers (Purple rain en Me and Bobby McGee bijvoorbeeld), zingt ze ditmaal, vooral voor ‘ons’ Europeanen, de wat onbekende(re) nummers, met uitzondering van Help me make it through the night, die iedereen wel zo’n beetje moet kennen. Toch eigenlijk wel een mooie, goede keuze, en ook een behoorlijk veilige keuze voor een album dat alleen maar covers bevat.

De selectie nummers zijn zorgvuldig uitgekozen, want hoewel de originele versies van deze nummers allemaal té gedateerd klinken om tegenwoordig te beluisteren (met uitzondering van Help me make it through the night), zijn deze uitvoeringen op 'n mooie wijze vertaald in een country-jasje anno 2011. De mooiste momenten zijn o.a. de twee Merle Haggard covers I can’t be myself en The bottle let me down, Wasted days and wasted nights van Freddy Fender, He stopped loving her today van George Jones, en ook Swingin’ van John Anderson, dat heel erg, eh… swingt! Technisch gezien covert ze ook zichzelf met Blue. Ze nam het oorspronkelijk op in 1996, het betekende zelfs de doorbraak voor haar, maar ook dit nieuwe jasje maakt het nummer niet mooier. Het blijft een draak van een nummer! Twee gloednieuwe nummers treffen we aan in de vorm van Crazy women, een fijn uptempo nummer dat prima past in de nadagen van deze zomer. Dan is er (ook) nog Give, een mid-tempo ballad waarvan vooral de melodie van het refrein mooi is, maar te lang duurt om 'm op repeat te zetten. 't Is dan ook écht een bonustrack.

Wat mij betreft is het een geslaagd album geworden. De nummers zijn smaakvol ingekleurd voor wat betreft de instrumentatie, al had het wat mij betreft net iets ‘natuurlijker’ mogen klinken. Het klinkt naar mijn smaak een tikkeltje gelikt, en dat lijkt me bij het country-genre nou niet bepaald de bedoeling. De productie wordt overigens verzorgd door Vince Gill, Darrell Brown en LeAnn zelf. LeAnn’s stem heeft overigens na al die jaren niets aan kracht ingeboet, al is ze natuurlijk pas 29; haar zangkunsten blijven helaas onderschat. Wasted days and wasted nights is m’n persoonlijke favoriet; wat een mooie versie!

LeAnn Rimes - Sittin' on Top of the World (1998)

2,5
LeAnn Rimes was echt mijn favoriete zangeres zo'n tien jaar geleden. Deze CD heb ik ook echt vaak gedraait. Haar versie van 'Purple rain' vind ik helemaal niet zo slecht eigenlijk. Oké, het is geen Prince, maar slecht durf ik het niet te noemen.

Ook het openingsnummer 'Commitment' vond ik toen een erg fijn liedje. Op mijn versie van dit album stond ook nog 'How do I live', en tja, die kennen we allemaal nog. Ben normaal niet zo'n fan van die cliché ballads maar vond dit nummer altijd wel redelijk goed in elkaar steken. Andere nummers als 'These arms of mine', 'The heart never forgets' en 'Sittin' on top of the world' vond ik ook nog wel redelijk.

Tien jaar geleden had ik dit album waarschijnlijk vier á vijf sterren gegeven; nu kom ik niet hoger dan twee en een half.

Lee Fields - Faithful Man (2012)

4,0
Kitscherige soul? Misschien wel. Niet eerder werden nummers van Fields zo rijk en met veel poespas georkestreerd. Het maakt van Faithful Man in ieder geval wel een toegankelijk album, die zomaar eens bij veel mensen in de smaak zou kunnen vallen. Feit is echter, hoe kitscheriger, hoe beter de nummers worden. De dramatiek van de haast chansonachtige Still Hanging On en Wish You Were Here zijn om van te smullen. Zo cliché, en zelfs de productie is –voor een album in dit genre– nogal overdone, maar wat klinkt het toch lekker. Twee nummers die met gemak behoren tot het beste wat Fields tot op heden heeft uitgebracht. Interessant wordt het pas met de korte, lome en zweverige instrumentale intermezzo Intermission en het daarop voortbordurende Moonlight Mile. Wat 'n apart en uniek loungeachtig geluid ademen ze beide uit, dit lijken wel twee liedjes die zo uit de mid-seventies hadden kunnen komen. Ze lijken niet op de gebruikelijke reproducties in ieder geval. You’re the Right Kind of Girl vind ik overigens een ontzettend radiovriendelijk nummer. Als een nummer als Dedication to My Ex van de R&B-zanger Lloyd bij een groot publiek in de smaak kan vallen en de hitlijsten kan bestormen, zou dat ook zomaar ‘ns met dit nummer kunnen gebeuren. Dan moet ‘ie natuurlijk wel de promotie krijgen die hij verdient. Faithful Man is hoe dan ook een prachtig album geworden. Overwegend Fields z'n beste tot op heden.

Lee Fields and The Expressions - My World (2009)

4,0
Hierboven las ik een opmerking dat hij weinig soul in zijn stem heeft. Daar kan ik me volledig in vinden. Dat is overigens ook niet zo raar omdat het bij funk meer om de rauwheid van de stem gaat en niet per se om de diepgang en emotie. Dat betekent uiteraard niet dat dit album daardoor minder genietbaar is. Dit album voelt meer aan als een impulsieve jamsessie dan een doordacht plan om een studioalbum te lanceren. Dat maakt het tegelijkertijd ook zo mooi. Het album is als geheel erg luchtig en hangt allerminst als clichés aan elkaar. Het heeft bij mij een ontspannende werking en ik wil ook helemaal niet analyseren hoe goed of hoe slecht dit album eigenlijk is. Gewoonweg fijne arrangementen die inderdaad erg funky en groovy zijn en die overigens prima passen bij Lee’s stemgeluid.

Lee McDonald - Sweet Magic (1981)

3,5
Moderne soul albums vormen vaak (de) ondergeschoven kindjes voor mij. De onvindbare soul zanger Lee McDonald, van oorsprong afkomstig uit Virginia, later woonachtig in New York om vervolgens dit album uit te brengen in New Jersey, bewijst waarom dat niet zou moeten. Hoewel de mellow soul stijl binnen het genre, en dus ook het Sweet magic album, nogal gelikt klinkt – iets wat nogal een probleem kan vormen bij met name het soul genre, valt het album te prijzen dat het tot in de puntjes verzorgd is. Veel liedjes hebben een funk basis als onderlaag meegekregen, en dat creëert een bijzonder modern aanvoelende sfeer, één die niet specifiek typerend is voor de jaren ’80, zo had dit album ook makkelijk tien jaar later uitgebracht kunnen worden, zonder dat het enigszins gedateerd zou hebben geklonken.

Naast twee uitermate geslaagde covers, I’ll do anything for you van Ecstasy, Passion & Pain, en We’ve only just begun van The Carpenters, is het vooral het ruim zes-minuut-durende Show me dat de show steelt. Niet in de laatste plaats omdat dit het enige nummer is dat geen elementen van moderne funk bevat, maar vooral vanwege de dromerige sfeer. Gotta get home weet ook in positieve zin op te vallen, maar het is jammer dat de lekkere, groovende baslijn die het nummer kenmerkt teveel vervalt naar de achtergrond. Als die wat prominenter aanwezig was geweest, had het nummer iets "extra’s" over zich gekregen. Ook het titelnummer moet je beslist eens gehoord hebben, niet eens zozeer de versie met vocalen, maar vooral de (grotendeels) instrumentale versie. Het is vooral door dit nummer dat je gaat beseffen hoe bovengemiddeld goed/mooi de instrumentatie van het gehele album in elkaar steekt, iets wat je in eerste instantie misschien niet zou opvallen, maar nadien, naar mijn idee, pas duidelijk wordt.

Lee McDonald heeft niet de mooiste, soulvolle stem die je ooit gehoord hebt, en ook het materiaal is niet bijzonder interessant, maar hij weet z’n repertoire vol met overtuiging te brengen: dat is belangrijk.

Lena - Good News (2011)

4,0
Nog een klein maandje en dan is het weer tijd voor het Eurovisie Songfestival dat dit jaar zal worden gehouden in Düsseldorf, Duitsland. Na de overwinning van de Duitsers van vorig jaar is besloten dat winnares Lena Meyer Landrut "gewoon" nog een keertje mag meedoen, en naar aanleiding van het nationale Songfestival is deze CD samengesteld met nummers die allemaal kans maakten om het gastland te vertegenwoordigen. Naast het geweldige elektropop / new wave nummer Taken by a stranger, dat uiteindelijk het winnende liedje is geworden, staat er nog veel meer leuk materiaal op. Liedjes die allemaal uit een ander vaatje tappen, iets wat veelal verkeerd uitpakt, maar bij Lena niet.

Good news lijkt ontsnapt te zijn uit één of andere kabaret voorstelling. De showachtige sfeer had dit overigens een prima inzending gemaakt! What happend to me today? is dan weer bijvoorbeeld een modern nu-disco nummer, dat vooral in de refreinen een flinke knipoog naar de jaren ’70 weergeeft.
A million and one had zo een oud nummer van Joni Mitchell kunnen zijn die in een nieuw jasje is gestoken, uiteraard wel met een wat vollere instrumentatie. Zomerse sferen en een akoestische setting komen naar boven in I like you en Teenage girls. Pure Motown-soul mag natuurlijk niet (ook) ontbreken en die wordt geboden met Mama told me. De blazers zijn erg fijn en het refrein is ook nog eens catchy! Integere momenten komen tevoorschijn in de droevige ballade Push forward die tweede werd tijdens de nationale finale... nog zo'n prachtig liedje! Ook noemenswaardig is het soulvolle At all, een nummer dat geschreven werd door niemand minder dan -I need a dollar zanger- Aloe Blacc.

Een samenhangend album is het niet echt. Toch is dat geen ramp, wellicht is het zelfs “goed nieuws”, want de variatie maakt dit juist zo'n leuk album. Opvallend trouwens dat bijna ieder nummer tot op zekere hoogte een soul-sausje over zich heen heeft gekregen (met uitzondering van het winnende liedje). Met Adele als voorbeeld is dat overigens niet zo raar. Live valt Lena misschien door de mand, maar dat weerhoudt deze charmante dame er niet van een prima voorbeeld te zijn van de Duitse muzikale jeugd. En tja, daar mogen wij toch wel een beetje jaloers op zijn. De hipste zangeressen van ons land zijn een stuk ouder. Triest is het trouwens dat zelfs het slechtste nummer op dit album voor Nederlandse begrippen waanzinnig goed zou zijn. Die Duitsers hadden best één nummer mogen afstaan aan ons. Wij moeten het altijd maar doen met vreselijke, oubollige nummers. Dat is jammer, vooral als het anders kan. Neem dit album als maatstaf. Alleen maar kwalitatief goede nummers waar hoorbaar aandacht aan is besteed! Dikke pluim voor de productie door Raab en Schraub trouwens.

Ik hoop dat ze dit jaar wederom zal winnen met Taken by a stranger. Wat een briljante inzending!

Lena - My Cassette Player (2010)

4,0
Leuk en verfrissend debuut van de Duitse Lena Meyer-Landrut, waarvan de nummers worden gebracht in een stijl die het de laatste paar jaren erg goed doet: pop/soul stijl. De inhoudelijk losse sfeer van de nummers, de zangstijl en kleurklank van Lena, en de prima productie zorgden ervoor dat dit één van de beste popalbums van 2010 was/is. Ook een jaar later blijft dit album fier overeind, als je het mij vraagt.

Het album wordt al gelijk geopend met het hoogtepunt: Sattelite, het winnende liedje van het Eurovisie Songfestival in Oslo, Noorwegen. Andere memorabele nummers zijn onder andere de twee andere nummers van de nationale voorronde (Unser Star für Oslo) en dat zijn het fantastische zomerse Bee en Love me. Het vrolijke You can’t stop me is ook een prima zomers liedje en is te horen in de reclame van Opel. De Adele-cover, My same, vind ik een stuk leuker dan het origineel; Lena geeft een speelse draai aan het liedje en de spontaniteit maakt hem juist zo leuk! De Jason Mraz-cover, Mr. Curiousity, overtreft met gemak de originele versie, al vind ik het liedje zelf niet echt bijzonder. Verder is de tweede single Touch a new day ook erg leuk; het heeft een akoestische sfeer, maar is toch erg vol van geluid. Eigenlijk ligt ieder nummer lekker in het gehoor, al moet ik toegeven dat je het album met mate moet beluisteren om hem te kunnen blijven waarderen. Enkel Sattelite is “sterk” genoeg om veelvuldig te beluisteren; was overigens achteraf ook wel een terechte winnaar. Een zeer sterke pop compositie.

Misschien heeft ze als zangeres een ietwat dun stemmetje, maar haar eigenheid maakt alles meer dan goed. Ze heeft een eigen stijl, een grapppige en leuke persoonlijkheid en ze is één van de hipste zangeressen van dit moment (in ieder geval de hipste zangeres van Duitsland). Het Cockney accent vind ik persoonlijk helemaal niet storend, en vind het zelfs leuk. Leuker zelfs dan het échte accent van iemand als Lily Allen bijvoorbeeld. Lena is sowieso een leuke dame, ik hoop dat ze hier doorbreekt!

Lene Marlin - Playing My Game (1999)

2,5
‘Playing my game’, het debuutalbum van Lene Marlin vond ik altijd wel een redelijk plaatje. De opener ‘Sitting down here’ is haar grootste hit tot nu toe en behoort zeker tot een van de beste nummers van het album. Het tweede nummer ‘Playing my game’ is een heel rustig nummer, ik ben er zelf niet zo kapot van, ik vind het nummer soms zelfs slaapverwekkend.

Het derde nummer ‘Unforgivable sinner’ werd ook uitgebracht op cd-single en scoorde redelijk. Wederom een van de betere nummers van het toch al niet te veel tellende album. Zeker een waardige opvolger van ‘Sitting down here’, misschien is ‘ie zelfs nog wel iets beter. Weer wordt dan een uptempo nummer opgevolgd met een ballad ‘Flown away’, ook dit is een slaapverwekkend nummer. ‘The way we are’ vond ik altijd een van de betere ballads, nu vind ik dat nog steeds, alleen word ik er niet warm of koud van.

Dan komt weer een uptempo nummer ‘So I see’ en dat is weer een prima nummer. Opvallend genoeg vind ik de wat snellere nummers beduidend beter dan de ballads. De opbouw is vaak beter en de nummers blijven ook beter hangen. Het zal wel geen verassing zijn, ook dit uptempo nummer wordt gevolgd door een ballad: ‘Maybe I’ll go’, weer een saai nummer, erg eentonig en qua tekst stelt het ook niet veel voor.

‘Where I’m headed’ was de derde en laatste single van het album. De cirkel is rond, ook dit is weer een uptempo nummer en behoort tot de favorieten evenals ‘Sitting down here’ en ‘Unforgivable sinner’, het ligt ook in het verlegende van beide nummers trouwens. Zelfde opbouw en werd dus duidelijk uitgebracht met de doelstelling om het succes van ‘Sitting down here’ te evenaren. ‘One year ago’ klinkt in het begin akoestisch en ontpopt zich dan tot een medio uptempo nummer; redelijk nummer en het refrein vind ik nog wel te pruimen. De afsluiter is ‘A place nearby’ is (wederom) een ballad, maar wel de eerste ballad die ik redelijk goed vind. Ben blij dat ze deze ballad dan ook als afsluiter heeft gekozen en dan ook niet een van de andere.

Leon's Creation - This Is the Beginning (1970)

4,0
”This is the beginning of our thing / We all know this is the beginning / We call it soul!” Zie ze daar eens vrolijk poseren, het zevenkoppige gezelschap van Leon’s Creation uit San Francisco, Californië. Ze hadden het zich waarschijnlijk heel anders voorgesteld. This is the beginning betekende tegelijkertijd het einde van deze onbekende groep. Wat er van Billy, Jimmy, Neal, Joe, Dennis, en Carol (de enige vrouw in het gezelschap) terecht is gekomen, schijnt niemand te weten. Het internet biedt in ieder geval geen uitkomst. Het enige groepslid die tot op zekere hoogte bekendheid verwierf is de man naar wie de groep vernoemd is: Leon Patillo; die vond later z'n geluk als vocalist in de band van Carlos Santana.

Goed, de paar schrijfsels op het internet over de band en diens album liegen er absoluut niet om. De overeenkomsten met tijdsgenoten Sly & The Family Stone blijven niet onopgemerkt. Leon’s Creation kunnen er ook wat van. Scheurende gitaren, schelle blazers, redelijk zware drumpartijen, en met een strakke algehele begeleiding is dit een geslaagd album geworden. Hoewel het grootste gedeelte van de vocalen worden verzorgd door Leon zelf, is zo nu en dan violist Carol Stallings ook luid en duidelijk te horen, en man, wat kan ze lekker brullen. Het aanstekelijke doch droevige Until you were gone mag ze daarom in d'r eentje zingen met haar mooie, soulvolle stem. Verder is ze alleen nog op momenten te horen (op Back roads bijvoorbeeld), maar is ze bij de overige nummers voornamelijk gedegradeerd tot een soort van achtergrondvocalist, best jammer eigenlijk, ik had graag wat meer van haar gehoord.

Leon is zelf ook een degelijke vocalist, al had zijn stem iets rauwer mogen zijn bij het soort materiaal dat ze ten gehore brengen. Het titelnummer is alvast geslaagd, en bij dit nummer is een vergelijking met Sly & The Family Stone op zijn plaats. Het meeste muzikaliteit zit denk ik toch in het bijna zeven-minuut-durende Mirage; in alle muzikanten lijkt het beste naar boven te komen. Echt een knap staaltje muziek. Toch zijn de overige nummers ook de moeite waard. Het gebruik van de kopstem irriteert me soms een klein beetje, vooral Leon’s stem op Confusion staat me een beetje tegen, ook de uithalen van de vocalisten op If I had the power kan je niet te lang naar luisteren, ik niet althans. Het merendeel van de nummers hebben ondanks de combi van rock, funk en soul een soort van luchtige, zomerse sfeer over zich heen, en dat is een pluspunt – vooral bij een nummer á la Love, dat toch wel erg leuk is.

Prima album, met name instrumentaal, en best een aanrader als je Sly & The Family Stone leuk vindt.

Lily Allen - Alright, Still (2006)

4,0
Ik word altijd zo vrolijk van Lily Allen, tekstueel zijn haar liedjes misschien niet echt van hoogstaand niveau maar de arrangementen zijn vrolijk, fris en opzwepend. Dit is gewoon een perfect debuutalbum. Lily heeft een schattig stemmetje waarbij je heerlijk kunt ontspannen. Een popalbum met hier en daar een vleugje van andere genres.

‘Smile’ is al gelijk een van de hoogtepunten op dit album. Behalve het ska-genre lijkt dit nummer ook lichte hiphop invloeden te hebben (dat hoor je vooral als je ‘m beluistert met een hoofdtelefoon). ‘Knock em out’ is opzwepend en de sfeer van het liedje is duidelijk beïnvloed door bluesmuziek dat waarschijn gesampeled (?) is en verwerkt in dit nummer. ‘LDN’, kijk daar word ik nou echt vrolijk van! Wat reggae en ska invloeden, een pakkende tekst/refrein en de sample van ‘Reggae merengue’ maken dit nummer gewoon compleet (en perfect!). ‘Everything s just wonderful’ is wat minder memorabel maar niet slecht en is zelfs een beetje in lichte alternatieve rock-stijl en datzelfde geldt voor ‘Not big’. ‘Friday night’ heeft een bepaalde 60s vibe en is ook een van de hoogtepunten op dit album. ‘Shame for you’ heeft zelfs een jazzy-vibe en daarmee kent dit liedje alweer een nieuwe richting binnen dit album.

‘Littlest things’ was volgens mij ook een single en is (alweer!) een hoogtepunt op dit album, vooral het pianowerk en het arrangment van dit nummer is erg leuk. ‘Take what you take’ heeft duidelijk funk/soul invloeden en is ritmisch net zo fijn als een nummer van bijvoorbeeld Amy Winehouse en daarmee brengt dit album het zoveelste hoogtepunt. ‘Friend of mine’ is weer wat reggae achtig en heeft echt een relaxte vibe voorzien van een sample van ‘For the love of you’ van de Isley Brothers. ‘Alfie’ is mijn favoriete nummer van het album dat duidelijk invloeden van de jaren ’60 muziek heeft (zo komt het intro natuurlijk van ‘Puppet on a string’ – de Britse inzending voor het Songfestival van 1967 gezongen door Sandie Shaw die het festival uiteindelijk won). Qua tekst is ‘ie ook erg grappig. Toen Lily’s broertje, Alfie, het nummer voor ’t eerst hoorde heeft ‘ie volgens mij Lily’s laptop uit het raam gegooit uit woede! Daar kan ik me overigens best iets bij voorstellen haha! De bonustrack ‘Nan, you’re a window shopper’ kent ook duidelijk reggae/ska invloeden en past prima bij de rest van het album. Wederom voorzien van een fijn ritme, fijne beat en een lekker arrangement.

Verder een bijzonder leuk en origineel debuutalbum dat na vier jaar nog steeds even sterk is als in 2006. Persoonlijk vind ik dit overigens ook een album dat niet snel zal vervelen.

Lim Taylor - You Hear Me Knocking (1974)

4,5
“I’ll show you that I’m 100 per cent man, through and through / Even though I only stand five foot two.” Gebrek aan bescheidenheid of onzekerheid heeft, de kennelijk 1.58 meter “lange”, Lim Taylor in ieder geval niet. Niet alleen afgaande op de teksten maar ook op de hoes, lijkt hij echt zo’n gladjakker te zijn ofwel: een authentieke deugniet. Dat gevoel wordt nog eens benadrukt als je extra op zijn intonatie let. Sommige zinnen moeten zo cool mogelijk worden ingezongen, al blijft 't natuurlijk allemaal behoorlijk netjes; we hebben het immers over 1974, al zou het album qua sound ook makkelijk een jaartje of pak ‘m beet vijf of zes jaar eerder uitgebracht kunnen worden. Niet dat dat een minpunt is overigens, want Lim brengt het materiaal daarvoor gewoonweg veel té leuk, en de nummers zijn ook behoorlijk sterk.

Het is even gniffelen als blijkt dat hij het meest droevige nummer van het album, This Time I’m Here to Stay, met zoveel mogelijk bezieling en overtuiging probeert te brengen. Ik geloof er geen snars van, en ik mag hopen zijn (voormalig) geliefde ook niet! Nee, dan brengt hij Baffled – overigens het hoogtepunt op het album – een stuk beter. Op een heel subtiele wijze bezingt hij hoe hij graag zijn liefde naar de deur begeleidt als zij hem niet meer hoeft. Dat hij ook zijn zwoele kanten heeft krijg je te horen bij het romantische, zacht groovende Let Me Make Love to You. Toch ook weer een (klein) grappig momentje als hij zo oprecht mogelijk ”Now I’m not the kind of man that chases women every night” uit zijn mond probeert te krijgen. Pretty Thang, Gimmie Your Love kan op een stevigere begeleiding rekenen; het is één van de meest funky nummers op het album – haast op het psychedelische af – en hoewel de tekst an sich niet echt bijzonder is, mag dit nummer puur dankzij de instrumentatie tevens berekend worden tot één van de hoogtepunten. Gebrek aan variatie heeft dit album niet, van een psychedelisch nummer gaan we over naar Isn’t It Wonderful dat zo uit het oeuvre van Al Green had kunnen komen. Niet alleen qua tekst of zang, maar tevens omdat het nummer gebracht wordt in Memphis-stijl. Een andere leuke aanwinst is de deep soul ballade I'm Not Ashamed of It – let eens op die heerlijke blazertjes ! – waar eigenlijk pas echt goed opvalt hoe mooi zijn kleurklank is. Hij is dus meer dan alleen een toffe zanger.

Eigenlijk heeft ieder nummer wel z'n pluspunten. Het is alleen even door het gedateerde geluid heen prikken. Als je daaraan gewend bent, is het een erg leuk album met meer dan genoeg afwisseling in het materiaal, gebracht door een zanger die, helaas, nooit meer een ander album heeft opgenomen.

Lim is een baas.

Linda Ronstadt - Simple Dreams (1977)

4,0
Linda Ronstadt lijkt een van de weinige zangeressen die lijkt weg te komen met covers. ‘Simple dreams’ is voor mij het hoogtepunt uit haar carrière, een country album met lichte rock invloeden. Het nummer ‘It’s so easy’ is een erg fijne opener, stevige country met wat rock 'n roll maar is totaal vergeetbaar als je ‘Carmelita’ hebt gehoord, dit is mijn all time favourite van Linda, ik vind hem zelfs nog beter dan het origineel en die tekst blijft ijzersterk.

Maar ook ‘Simple man, simple dreams’ heeft een erg fijne tekst en sluit mooi aan na het tweede nummer. ‘Sorrow lives here’ is een heel licht nummer waarbij vooral de piano centraal staat, erg eenvoudig arrangement maar wel erg mooi en puur. ‘I will never marry’ is ook erg mooi en ingetogen, de tweede stem tijdens het refrein voegt ook iets extra waarde toe. ‘Blue bayou’ vind ik ook erg mooi gedaan, vooral het intro dat zo ingetogen begint en dan tijdens het refrein knalt, Linda toont dat ze een meer dan prima zangeres is.

‘Poor poor pitful me’, is weer een uptempo nummer, weer wat rock ’n roll, dat zorgt voor een aangename afwisseling na een aantal ingetogen nummers. ‘Maybe I’m right’ is weer ingetogen, hoewel het absoluut niet slecht is blijft het nummer wat minder hangen dan de voorgaande nummers. ‘Tumbling dice’ en ‘Old paint’ zijn wederom erg mooi en daarmee komt deze plaat alweer tot een einde.

Het is toch opvallend dat je met een minimale productie en weinig instrumenten zo’n prachtig album tot stand kunt brengen. Als je ’t mij vraagt is dit album het alleen al waard om te kopen vanwege ‘Carmelita’. Dit is Linda Ronstadt op haar best.

Jammer van de korte speelduur, hij had wel minstens een half uur langer mogen doorgaan.

Lisa Lois - Smoke (2009)

4,5
Ongekend zo’n talent, mede door iemand als Lisa Lois blijf je toch kijken naar een programma als X-Factor. ‘Smoke’ is wat mij betreft het beste album dat ooit uit een X-Factor/Popstars/Idols show voort is gekomen; eindelijk is er ruimte gemaakt voor een andere sound dan ‘standaard’ pop!

De opener, ‘No good for me’ (medegeschreven door Pixie Lott) was de eerste single van het album, behoorlijk soulachtig met een prachtig arrangement. Lisa laat gelijk al horen wat ze in haar mars heeft en dat ze zeker niet zo’n standaard zangeresje is. ‘Little by little’ is de meest recente single en is misschien wel het beste nummer van het album; soul met funk voorzien van een pakkende melodielijn en tekst. De live uitvoering is overigens nog beter dan deze studioversie.

‘I know who I am’ vind ik erg fijne ballad dat zeker niet zou misstaan als single, het nummer doet me enigszins erg denken aan ‘Cry for me’, een nummer van Dennis. ‘Promises promises’ was de tweede single, tevens medegeschreven door Pixie Lott, een aardig nummer maar ik denk dat ‘ie toch wat minder toegankelijk dan de vorige twee, de coupletten vind ik erg fijn de refreinen wat minder, het klinkt zelfs wel iets als een Phil Spector nummer! ‘Sophia’ is anders dan de voorgaande nummers, Lisa zingt erg beheerst en rustig en dat zorgt voor een plezierige afwisseling. ‘Move’ is een nummer dat zo van ‘Back to black’ had kunnen komen, oftewel een nummer van hoogwaardige kwaliteit. ‘Too much is never enough’, wat een prachtige ballad en wat een stem! ‘Owe it all to you’ is erg funky, lijkt wel iets op ‘Little by little’, dus wederom een ontzettend sterk nummer. ‘Watching you’ is opzwepend, lijkt wel op iets dat van Anastacia’s eerste debuutplaat ‘Not that kind’ had kunnen komen, ook erg fijn. ‘Smoke’ is totaal anders dan al het voorgaande, bijna melancholiek zelfs, een heel geslaagd experiment en samen met ‘Little by little’ het beste nummer van het album. ‘Hallelujah’ sla ik over… die had er van mij nou net niet opgehoeven. De rest van het album is perfect!

Je ziet dat Lisa een geweldige soulvolle plaat heeft geleverd, Nikki heeft onlangs haar tweede rockalbum uitgebracht. Ik vind het super dat ze beide de hun creatieve kant mogen laten zien op hun albums. Die tijd van Jamai, Jim, Raffaëla, Sharon Kips etc. is hopelijk voorgoed voorbij. Geen standaard pop maar een ander genre dat aangepast is op de vocalen van de artiesten zelf.

Wat ik dan weer erg jammer vind: ik las laatst in een interview dat ze liever niet meer geassocieerd wil worden met X-Factor, dan denk ik ,,waarom’’? Het is immers wel de show die je een platencontract heeft bezorgd en waardoor je bekendheid hebt gekregen. Ze beweert dat ze na al die tijd erg down to earth is gebleven, maar Lisa, never forget where you’re coming from!

Soulartiesten zijn schaars in Nederland, dus ik hoop dat ze nog veel van dit soort albums mag gaan maken.

Lissie - Catching a Tiger (2010)

3,5
Opvallend eigenlijk dat een major release album als deze (Columbia in samenwerking met Sony) zo luchtig en ongepolijst klinkt. Verre van gladgestreken of stukgeproduceerd zelfs. Het gehele album is in de stijl van folkloristische pop/rock muziek. Daarnaast heeft Lissie een mooie stem.

Desondanks is het (inderdaad) soms moeilijk om van begin tot eind je aandacht erbij te houden. Soms klinkt het namelijk een beetje rommelig en niet alle liedjes zijn even leuk. ‘Record collector’, ‘When I’m alone’ en ‘Stranger’ behoren in ieder geval tot de betere nummers van het album. Een nummer als ‘Look away’ mag er ook zijn en het zomerse ‘Cuckoo’ is ook niet misplaatst op deze debuutplaat. Een van de mooiste nummers is het liedje ‘Everywhere I go’, voorzien van eenvoudige instrumentatie dat ervoor zorgt dat de stem van Lissie optimaal uit de verf komt. ‘Worried about’ brengt ons bijzondere frisse klanken en vormt een van de opvallendste nummers van het album en is tevens -wederom- een van de beste nummers op dit album.

‘Oh Mississippi’ bezorgt me bijna een brok in m’n keel. Zo eenvoudig qua instrumentatie maar zo mooi, het mooiste nummer wordt duidelijk bewaard voor het laatst. Fenomenaal mooi gewoon!